De jongen die vorige jaar de boel kort en klein sloeg, doet nogmaals schoolexamen, en ik surveilleer… DEEL I

Het is 11 maart acht uur in de ochtend als ik onze school binnen stap. Al direct bij binnenkomst tref ik mijn collega, in volle spanning en met zweetdruppels op zijn voorhoofd. Vandaag starten de rekenexamens. Drie dagen van onzekerheid want werkt alles naar behoren? Zijn de leerlingen op tijd? Hebben ze alles bij zich? En bovenal: hoe zullen ze het examen maken?

 

 

Sinds een aantal jaren is het binnen onze speciale school mogelijk voor de leerlingen om examen te doen en een VMBO-diploma te behalen. Tussen maart en juli is bij ons dus de periode van ‘examenstress’. Nu hoor ik je denken: maart en juli? Jep! De examenperiode begint altijd met de rekentoets en hoewel deze in maart wordt afgenomen, zijn wij (ik zit in de examencommissie) al vanaf december bezig met de planning en organisatie hiervan. Voor 1 december moeten de leerlingen worden aangemeld bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In principe zijn leerlingen zelf aanvrager van het examen (op maat), maar omdat we dit als school faciliteren nemen wij de aanvraag voor onze rekening. Twee weken daarna, zo rond de kerstvakantie, krijgen we van DUO de bevestiging van de aanmelding en is deze definitief. Vervolgens gaan mijn collega en ik samen zitten om de planning te maken, ergens zo rond begin februari. Ook dit wordt aangeboden aan DUO en door hen bevestigd. Wanneer we deze bevestiging hebben, worden leerlingen geïnformeerd over hun examens; allereerst dus de rekentoets in maart, daarna de digitale examens in april, in mei de schriftelijke examens en uiteindelijk in juni of juli de mondelinge examens. Leerlingen krijgen te horen wanneer ze op examen mogen voor hun rekentoets en wat we verder van hen verwachten.  

 

 

En vandaag is het dus zover: de eerste groep leerlingen stroomt tussen half negen en tien uur binnen voor het eerste examen van die dag. Zij melden zich bij de surveillant en tonen hun ID-bewijs. Vervolgens moeten zij nog wachten tot de start. Rond half tien ontvangen we de voorzitter. Meneer Knaven is al jaren onze voorzitter voor het digitale examen. Hij weet dan ook precies hoe hij met onze doelgroep moet omgaan en durft ‘out of the box’ te denken en bepaalde protocollen voor onze leerlingen los te laten.  Super fijn! Met hem spreken we door hoe het examen er uit zal zien en waar we rekening mee moeten houden. Vandaag hebben we die ene leerling op het lijstje staan… Die ene leerling die vorig jaar óók zijn rekenexamen heeft geprobeerd te maken maar na 4.55 min uitermate gefrustreerd het examenlokaal verliet en de boel kort en klein sloeg. Vandaag probeert hij het nog eens. Ik hoop zo dat het hem nu gaat lukken. Dat hij nu in ieder geval zijn examen af kan maken. Dat ie mogelijk een onvoldoende scoort en dus zijn examen niet haalt, maakt me niet eens uit. Als ie het maar afmaakt. Voor zijn zelfvertrouwen zou dat al een hele stap zijn.

 

Hij komt binnen. Ergens zo rond half tien. Door zijn moeder afgezet. Hij lijkt ogenschijnlijk rustig. Tja, ogenschijnlijk… Want wat er echt in zijn koppie omgaat, dat weten we natuurlijk niet. Ik probeer hem te ‘lezen’. Is hij misschien toch gespannen? Ik besluit hem gewoon te vragen hoe het gaat en hij antwoord dat het wel oke is. Toch ben ik er niet helemaal gerust op. Het zou wel eens verkeerd kunnen aflopen. Ik loop naar de voorzitter en ga, samen met mijn collega met hem in gesprek over de mogelijkheden om het voor deze leerling net iets makkelijker te maken. De voorzitter stemt in met het voorstel dat ik aanwezig mag zijn in het examenlokaal. In stilte mag ik naast deze leerling gaan zitten voor ‘mental support’. Vanzelfsprekend mag ik niets zeggen. Ik loop terug en stel hem dit voor. Hij zucht. Er lijkt een stukje spanning te zijn weggenomen.

 

 

Om vijf voor tien worden de leerlingen verzocht zich gereed te maken voor de start van het examen. Hebben zij hun spullen (jassen, tassen, petten, telefoons, horloges etc.) ingeleverd bij de surveillanten? Hebben zij hun ID kaart bij zich? Ik zie dat de spanning begint toe te nemen. Niet alleen bij deze leerling, maar bij alle anderen ook. Logisch, het is een hele stap om een officieel examen te maken. Mijn collega en ik begeleiden de leerlingen dan ook tot ze binnen zijn. Op het laatste moment vraagt ‘mijn leerling’ of ik nog even zijn lokaal wil open maken, zijn paspoort ligt er nog. Snel wordt het lokaal voor hem open gemaakt en kan hij zijn paspoort pakken. Als dit maar niet de druppel is…  Eén voor een worden de leerlingen naar binnen gevraagd door de voorzitter. Zij tonen hun ID en gaan zitten op de plek waar zij hun naam zien staan. Als laatste ga ik naar binnen. Ik neem plaats naast de leerling en zeg hem rustig aan te doen. Ik spreek het vertrouwen naar hem uit dat het goed komt. De voorzitter begint het examen met een toelichting. Hij vertelt dat het examen uit twee delen bestaat; een deel zonder rekenmachine (het eerste deel) en een deel met rekenmachine. Wanneer de leerlingen van deel een naar deel twee klikken, kunnen zij niet meer terug naar deel een. Ik hoor de leerling zuchten. Zijn hoofd gaat naar beneden. Vervolgens wordt het startsignaal gegeven. De leerling klikt op de eerste vraag en leest deze. Hij krabbelt wat op papier, kijkt hier geconcentreerd naar en krast het vervolgens door. Wederom een zucht. Hij klikt op de volgende vraag. Dit is een meerkeuzevraag en er wordt vrij snel een antwoord ingevuld. Door naar de volgende vraag. Weer zie ik hem nadenken en nogmaals zuchten. Sneller dan bij de vorige vraag, klikt hij weer verder naar de volgende vraag. Dit gaat zo een aantal vragen door. Ik hoor hem steeds zwaarder ademen en steeds vaker zuchten. En dan, dan is daar het moment waar we allemaal zo bang voor waren…

 

 

 

 

ZORGCOORDINATOR AMANDA (klik hier voor haar Instagram)  

 

Direct vanaf de neonatalogie: een stuk uit het dagboek van een prematuur

Welkom lieve jongen,

Begin van deze maand ben jij geboren na een zwangerschapsduur van 30 weken. Normaal duurt een zwangerschap ongeveer 40 weken, dat  betekent dat jij 10 weken te vroeg bent geboren. Bij jouw geboorte woog jij 1500 gram. De eerste weken na de geboorte verbleef jij op de NICU (Neonatologie intensive care unit). Daar heb jij laten zien dat jij echt een dapper mannetje bent en veel kan bewegen. Jouw mama herkent dit vanuit haar buik vertelde zij aan mij. Ook daar was je al een bewegelijk mannetje. “Een kleine voetballer!”, zei je papa al gelijk! Na een paar weken mocht je over naar ‘ons’ op de high care unit. Dat is in een ander ziekenhuis, dus ben je met de ambulance naar ons toe gekomen. Mama en papa kwamen achter jou aangereden en waren erbij toen je bij ons op de afdeling binnen kwam. Daar heb ik jou ontvangen en kennis gemaakt met je papa en mama.Ik zal vanuit ons verpleegkundigenteam een vast gezicht zijn voor jullie, een EVV’er (eerste verantwoordelijk verpleegkundige) noemen wij dat. Ik doe mijn best om voor jou te zorgen of in ieder geval, als ik er ben, bij jou en je papa en mama te komen kijken hoe het gaat.

Omdat je nog zo klein bent, lig je in een couveuse, een klein glazen huisje waar het binnen lekker warm is. Zo houd je meer energie over om te groeien. In de afgelopen weken ben je al echt gegroeid en zijn je longen zich druk aan het ontwikkelen. In het begin kreeg je een kapje op je neus om te helpen met ademen en heb je wat medicijnen gekregen om je longen beter open te houden. Nu heb je dat kapje ingeruild voor twee sprietjes in je neus. Zo word je nog een klein beetje geholpen met ademen, maar kan je ook al laten zien hoe goed je het zelf kan. 

De eerste weken op de NICU kreeg je nog medicijnen en voedingstoffen via een infuusje in je navel. Dat is nu niet meer nodig, omdat je melk via een slangetje in je neus krijgt. Dat infuusje hebben we dus verwijderd. Dat is voor jou wel fijn, want dan kan jij je iets makkelijker bewegen. De melk komt  in kleine beetjes, via het slangetje direct in je maag terecht. En die melk, die kolft jouw mama een aantal keer per dag speciaal voor jou af, knap he van haar!? Mama of papa komt die melk dan brengen bij ons.

Op jouw borst zitten plakkertjes waarmee we jouw ademhaling en hartslag in de gaten kunnen houden en aan je voetje zit een pleister met een lampje om jouw zuurstofgehalte te meten. Lieve jongen, groei jij maar lekker door terwijl wij jou in de gaten houden. Er gebeurd nu heel erg veel. Ik zal proberen regelmatig in jouw dagboekje bij te houden wat voor veranderingen je meemaakt. Dat is fijn voor jou en voor papa en mama om later terug te lezen. Jou papa en mama zijn super trots op jou, en ik ben dat ook! Je doet het heel erg goed.

Veel liefs van Romy

NEONATALOGIE VERPLEEGKUNDIGE ROMY (klik hier voor haar Instagram)

 

Mijn hooggevoelige kind noem ik ook weleens ons stickertje

Dit is zo’n onderwerp waar ik al een tijdje over wil schrijven. Ik hoor en lees steeds vaker over hooggevoelige kindjes en hoe elke ouder dit weer op zijn/haar manier beleeft. Evan, mijn middelste van nu 3,5 jaar, is heel fijn gevoelig. Ik vind het wel goed om dit een keer bespreekbaar te maken en te delen wat mijn ervaring hierin is. Ik kan me voorstellen dat er zat ouders zijn met hooggevoelige kindjes die tegen een muur van frustratie en ik gok soms ook van oordelen lopen. Het is alleen best lastig om hierover te schrijven, want hoe vertel je het zo goed en eerlijk mogelijk? Evan is voor ons gewoon Evan met zijn eigen karaktereigenschappen. Zijn hooggevoeligheid hoort bij hem en dat is wat hem zo’n mooie, pure jongen maakt waar ik met heel mijn hart en ziel van hou.

 

 

Handig is om bij het begin te beginnen en dat is het moment waarop Evan geboren werd. De wereld was voor hem spannend, groot en onvoorspelbaar. Onze aandachtsbehoeftige jongen klampte zich erg vast aan ons om de veiligheid op te zoeken. Ik noemde hem dan ook wel eens ‘mijn sticker’. Lekker veilig tegen mama of papa aan geplakt zitten. Elk kind vindt dat fijn, maar Evan net even wat meer. T.o.v. zijn grote zus die we overal mee naartoe konden nemen, die overal sliep en alles prima vond, had Evan andere behoeftes: rust en voorspelbaarheid. En dat gaven wij hem. We kregen wel eens de vraag of opmerking: “Hij moet er gewoon aan wennen, toch?” Dat verlangde ik de eerste tijd ook van hem, omdat ik niet beter wist. Heel even dacht ik dat er een behoorlijke kop op onze jongen zat, in plaats van dat hij gevoelig was. Toen mijn moedergevoel en zijn signalen anders zeiden, zijn we het anders gaan doen. We hielden bij hem strikt de 3 R’s aan (rust, reinheid en regelmaat). Daardoor kreeg Evan rust, wij werden rustiger en ik heb er veel van geleerd: controle en eigen principes loslaten. En niet zo’n beetje ook. Go with the flow!

Van feestbeest naar huismus: wat ouderschap met je doet…

Twee weken geleden was het carnaval in het Zuiden, zo ook bij ons in Tilburg. Carnaval, een feest dat me met de paplepel werd ingegoten. Als klein meisje liep ik al mee met de optocht in mijn geboortedorp en ging ik 4-5 dagen de hort op. In groep 8 werd ik tot mijn grote vreugde verkozen tot prinses Carnaval met mijn grote basisschoolliefde als prins aan mijn zijde. Wat een feest! En dat feest ging jaren zo door: maanden van tevoren al nadenken over outfits en dan van zaterdagochtend tot en met dinsdagnacht onder de pannen. Vanuit mijn werk in de horeca zo door de volgende kroeg in. Het kon niet op… Ook al was ik zo gaar als een tientje, ik ging door en had er iedere keer weer evenveel zin in.  

En zo ging dat járen door, en dan niet alleen met carnaval, maar gewoonweg elk weekend (en doordeweeks, lang leve de studententijd). Náchten doorhalen, dansend op de bar. Op zondagochtenden stond ik zelfs vroeg op om vervolgens om 08.30 in de Zino in Tilburg te staan (bestaat helaas niet meer) tussen de partygangers die nog ff doortrokken na een van de vele houseparty’s. Om 13u ’s middags kwamen we dan lijkbleek die tent uit om onszelf dan tussen het winkelend publiek te begeven op weg naar ons bed. Dat waren nog eens tijden (om er alvast even een ‘volwassen’ uitdrukking in te gooien)!

En toen werd ik ouder … En merkte ik dat ik na een paar nachten doortrekken misschien toch even moest bijkomen. Maar dat was geen probleem, want daar was alle tijd en ruimte voor. De zondagen werden gevuld met uitslapen, bankhangen en Discovery kijken (er was nog geen Netflix … yes, zo oud ben ik dus …). ’s Avonds een keer wat eten bestellen en dan van de bank af ons bed inrollen: no problem at all!

Maar toen kwam daar de grote beslissing om voor een kindje te gaan. Die wens ging snel in vervulling, want 3 maanden na die beslissing was ik zwanger en in februari 2013 werd ik mama van het allerleukste jongetje van de wereld; Sid werd geboren. Dat betekende slapeloze nachten. Was ik van tevoren enigszins voor gewaarschuwd door vriendinnen, maar ik dacht toen alleen maar: ‘joh, kan toch nooit zo erg zijn. Ik ga geregeld op stap en maak dan ook korte nachten, appeltje eitje!’

Wow mensen, hoe kan ik me zo vergist hebben?! Hoe dan?! Die korte nachten met een baby, dreumes of peuter zijn NIKS in vergelijking met een nacht stappen. Dat brakke gevoel dat je de ochtend daarna hebt is VEEL ERGER dan na een nacht doorhalen. Ik dacht echt dat het mee zou vallen, maar inmiddels ben ik al 6 jaar mama, waarvan 3 jaar van een meisje dat tot voor kort weigerde om door te slapen, en weet ik wel beter: het is soms niet vol te houden.

Maar weet je wat nu nog erger is? Ik trek het ook gewoon niet meer. Dat stappen en nachten doorhalen. Ik kan dat niet meer. Om 23u mezelf nog optutten om de stad in te gaan? Joh, laat me alsjeblieft met rust. Ik heb al moeite genoeg om mijn ogen open te houden rond die tijd, laat staan dat ik er nog make-up op gesmeerd krijg. Ik hoor mezelf soms wel eens de vréselijke zin zeggen ‘Ik ga naar huis, want wil mezelf nog een beetje fris voelen morgen als die kleintjes wakker worden’. Nee. Nee mensen, dat wil ik dus eigenlijk helemaal niet. Ik wil mezelf echt gruwelijk brak voelen, maar er zijn de volgende ochtend gewoon weer twee kids die mama terroriseren. Dat is natuurlijk niet echt zo, maar als je een kater hebt, voélt dat wel zo …

Liv roept meestal om 06.30u ‘mamaaa ikke mellluk’, en dan is het dus bal. En ja, ze is 3 jaar en drinkt nog een fles als ze wakker wordt (en vaak ’s avonds ook nog, oooeeeehh) en er zullen genoeg mensen zijn die hier wat van vinden, maar daar gaat het nu niet om. Het gaat erom dat deze mama dan nog totaal in de kreukels ligt, niet meer weet hoe ze haar ogen open moet doen en of ze überhaupt nog lééft … En dat er dan zo’n doordringend stemmetje blijft door ratelen dat ze melk wilt. En als je die melk dan brengt, warmgemaakt en wel, je die fles dan rechts in het hoekje van haar bed moet zetten terwijl zij zich nog even omdraait … whuutt?!

Of dat je dan zegt dat ze nog even moet slapen en ze dat beaamt, en jij dan weer naar bed strompelt met een hoofd dat continu door een moker wordt bewerkt, en dat dat duiveltje in mensgedaante, want dat is ze inmiddels in de waangedachten van het delirium waarin jij je begeeft, na 5 minuten begint te zingen en te roepen dat ze wakker is… en je er dan dus weer uit moet, nu voorgoed, terwijl je geest eigenlijk nog blijft liggen en je jezelf dus als een zombie voortbeweegt om dat monster uit bed te pakken dat toch om jouw aandacht vraagt. En dat je jezelf dan met dat wezentje naar beneden begeeft om daar samen onder een dekentje op de bank te kruipen en tv te gaan kijken. In pyjama, jij met thee en zij met haar melk, tussen de knuffelbeesten, dicht tegen elkaar aan … Dat is toch echt preciés wat je wilt na een nacht stappen?! Nee dus! Heel fijn hoor zo’n kleintje tegen me aan, maar ik vind het nóg fijner als dat een uurtje of 4 later gebeurt. Ook hier weer een shout-out naar de iPad op zulke momenten!

Het gevolg van dit alles is dat je als ouder dus je leven daarop aanpast. Natuurlijk doe je dat met meer dingen als je kinderen krijgt, maar ik vond dit toch wel even een dingetje. De eerste keer dat ik mezelf op een zaterdagavond hoorde zeggen dat ik ‘het eigenlijk wel lekker vond om thuis te blijven’, twijfelde ik even of echt niet iemand anders dat zei. Say what?! Wat gebeurde er met me?! Hoezo klonk ik zo ‘oud’? Ik zou toch geen huismus worden?!

Jawel dus! Ik ben een huismus. En ik vind het eigenlijk wel prima. Het stappen en nachten doorhalen heeft nu gewoonweg een andere invulling gekregen. Ik hecht nu meer waarde aan een avond lekker eten en gezellig borrelen met vrienden, of (ja echt!) een avond heerlijk bankhangen met vriendlief. Met toastjes, chips, thee en/of een wijntje, oude kloffie aan, bril op en chillen maar. Ik word tegenwoordig blijer van een goeie serie op Netflix, dan dat ik mezelf door een te drukke kroeg wurm langs te sexy geklede pubermeisjes en jonge studentjes die denken dat ze wel even een MILF kunnen scoren (hun woorden. Ja echt, waar gebeurd!).

Yes, mijn weekenden zijn tegenwoordig compleet rock ’n roll! Waar we voorheen overdag niets deden en ’s avonds het huis uit gingen, zijn we nu overdag onder de pannen en liggen we ’s avonds voor pampus. Welkom in de opwindende wereld van het ouderschap! Maar het is niet zo dat ik nooit meer ga hoor! Ik kan namelijk soms wel enorme zin hebben om een nacht door te halen. Om te drinken en te dansen: heerlijk! En dat gebeurt ook wel eens hoor. Maar dan zorgt deze mama toch mooi wel even dat de kids een nachtje logeren zijn …

Om even terug te komen op dat Carnaval van twee weken geleden. Ik ben welgeteld 2 uurtjes geweest. Met de kindjes, op zondagmiddag. In Berkel-Enschot. Dus dat. Living on the edge …

Het is nu zaterdagavond 23.15u. Ik zeg welterusten!

X

Manon

 

Mensen, een ‘randprematuur’ is ook prematuur met dezelfde problemen!

Inmiddels zijn we bijna 10 maanden verder sinds de geboorte van Liam, een vrolijk, gezellig en erg actief mannetje. Zeg maar gerust dat het soms een Duracell-konijntje is die denkt dat slapen voor baby’s is. Ik ben begonnen met zijn jaarboek en dat is soms best confronterend. Ik zie foto’s vanaf minuut 1 tot hoe hij er nu uitziet. Hij groeit zo ontzettend snel, maar ik realiseer me nu ook hoe heftig de eerste maanden zijn geweest en hoe ik die eigenlijk in een grote roes heb geleefd. Het was niets meer dan overleven.  

Ik heb me sinds zijn geboorte erg verdiept in de term ‘prematuur’ want hij is immers met 36 weken geboren en is daarmee officieel prematuur. Daar verschillen de meningen wel over hoor, want hij was 3130 gram dus daar was niks mis mee. Het ziekenhuis vond hem prematuur terwijl een consultatiebureau het afdeed als ‘randprematuur’. En inderdaad was zijn gewicht keurig, maar dat was op dag 1. Daarna kelderde dat gewicht naar 2800 gram en kregen we dat met moeite die week in het ziekenhuis omhoog. Het was telkens maar hopen dat die weegschaal zou meewerken. Om het nog niet te hebben over de moeite die hij met drinken had en de geelzucht waarvoor hij 4,5 dag onder de lamp heeft gelegen. Noem het hoe je het noemen wilt, Liam viel in de termijn van prematuurgeboorte.

Eenmaal thuis werd dat pas echt duidelijk want het drinken was echt problematisch. Zowel borst als fles. Zijn zuigkracht was nog helemaal niet goed ontwikkeld. De borst was eigenlijk redelijk kansloos met hier en daar een goede dag en een tepelhoedje en de fles ging altijd met horten en stoten en verslikken. Ik wilde koste wat kost hem borstvoeding geven vanwege mijn eigen allergieën dus heb ik 3 maanden fulltime gekolfd. Ik was op, letterlijk en figuurlijk leeggezogen. Gek genoeg zou ik het zo weer doen, hoewel Liam alsnog een koemelkallergie en een ei-allergie heeft dus uiteindelijk had ik daarvoor niet hoeven doen. Het geeft geen garanties.

Maar elke dag 8 keer per dag strijd voeren voor zijn voeding was hel. Ook al wist ik dat hij het niet kon omdat hij het nog niet ontwikkeld had, het was hel. Het werd ook steeds erger naarmate de zuigreflex afnam. Toen moest hij ineens zelf gaan doen wat hij eigenlijk al niet zo goed kon. Succes ermee jongen! En zijn moeder erbij. Ik heb me knap eenzaam gevoeld want mijn man moest gewoon weer werken. Zat ik daar met 38 graden halfbloot in de woonkamer huilend met een baby die niet wilde aanhappen of normaal kon drinken als ik dan toch de fles gaf. Ik was radeloos en voelde me vooral niet serieus genomen. En toch staan prematuurkindjes erom bekend dat ze moeite hebben met drinken. Nog steeds kan Liam enorm etteren met de fles. Er zijn weinig flessen die er binnen 10 minuten zonder morren in gaan en leeg raken. Van alle restjes fles die ik heb weg moeten gooien had ik bij wijze van spreken half Afrika kunnen voeden.

De drinkmomenten zijn nog stressvol, want hij treuzelt gewoon en dat mag. Hij vindt het allemaal heerlijk maar neemt de tijd. Dat is nu eenmaal hoe hij is maar elke treuzel is voor mij een enorme trigger. Ik kan echt onredelijk worden en zeggen dat hij eens normaal moet drinken zoals alle baby’s normaal drinken en eten. En geloof me, ik voel me op zo’n moment al slecht genoeg ook al wéét ik maar al te goed dat hij niet anders kan. Maar ik zit al bijna 10 maanden met een moeilijke drinker. De logopedist heeft al gewaarschuwd dat we waarschijnlijk elke hete zomer met zijn tuitbeker achter hem aan rennen, willend dat hij gaat drinken. Dat hij gisteren zijn rietjesbeker met trotse teugen leegdronk was een mijlpaal. Ik roep namelijk al maanden dat ik die fles helemaal zat ben en dat ik dat ding het raam uit flikker of in de kachel gooi als hij niet meer nodig is.

Gaat het nu vooral over het drinken, maar hebben we het nog niet eens gehad over de darmpjes en de onrust die een prematuurtje bij zich draagt. Liam was eigenlijk in orde als het om zijn longen of gewicht ging, maar prematuur betekent niet voor niets “voor de rijpheid”. Liams darmen bijvoorbeeld waren nog helemaal niet klaar voor het voedsel op deze wereld. We hebben meteen probiotica gegeven en dat is de beste keus geweest die we konden maken. Zonder probiotica waren de darmkrampen echt niet te doen geweest, vermoed ik. Uren, dagen, weken hadden we een ontevreden mannetje met buikpijn en daar kwam met 4 maanden nog een koemelkallergie overheen na de overstap op gewone voeding in plaats van borstvoeding. De buikkramp heeft natuurlijk een bepaalde onrust veroorzaakt, maar ook hebben prematuurkindjes van zichzelf onrust. Ze zijn druk, moeilijk rustig te krijgen of te troosten. Om het over slapen nog maar niet te hebben. Soms gewoon maar 30 minuten per dag. Veel te snel geprikkeld door alles om hen heen. Wij mochten de eerste 2 weken niet met hem wandelen of visite ontvangen. Teveel drukte zou hem geen goed doen en dat was ook zo. Maar ook hem zeer zeker niet van arm tot arm geven aan familie of vrienden. Als ik het fotoboek terugkijk zie ik een foto van mijn broer, mijn vader en moeder en mijn schoonzusje met hem op de arm maar meer niet, veel later pas.

Ik heb niet de eerste uren en dagen intensief met hem kunnen buidelen of een band kunnen opbouwen. Hij lag na 2 dagen op neonatologie met een zonnebril in een pamper onder een blauwe lamp. We konden kiezen; knuffelen en geen extra blauw licht of niet knuffelen en wel extra blauw licht. Zeg jij het maar. Na 6 dagen thuis, eindelijk. Zit je dan met je versierde huis en de kaarten die binnen stromen, maar geen bezoek. Ook in het ziekenhuis niet.

De prikkels gaan nu wel goed trouwens, sterker nog: hoe meer, hoe beter! Liam is een stuiterbal soms en ik heb meerdere keren gehoord dat prematuurkindje tot hun 5e levensjaar door blijven stuiteren en alles willen zien en meemaken. Daar heb ik me alvast op ingesteld. Ik betrek hem overal bij, laat hem alles ontdekken, voelen, aanraken, ruiken en hij vindt het machtig mooi. Hij loopt in zijn ontwikkeling nog steeds achter, dat merk je. Hij draait pas sinds 8 maand op zijn buik maar nog niet terug. Ik weet ook dat dat voor ieder kindje anders is, maar we krijgen het ook bevestigd. Misschien net dat ene maandje dat hij te vroeg was. Wie zal het zeggen.

Zelf ben ik deels op orde en deels niet. De drinkmomenten zijn nog heftig en ik ontloop ze liever. Wat ik al zei; ik flikker die fles uit het raam en geef een feestje als het niet meer nodig is en hij het helemaal zelf kan. Ik kan me ook nog schuldig voelen over zijn vroeggeboorte. Wat heb ik niet goed gedaan? Wat maakte dat hij al kwam? Waarom heb ik hem niet nog binnen kunnen houden? Hoewel ik ook al maanden riep dat ik het gevoel had dat hij veels te vroeg zou komen. En zo geschiedde. Ik had ook graag 5 weken verlof gewild. Luierend op mijn tuinbank met mijn ronde buik, genieten van de rust. In werkelijkheid de stilte voor de storm. Om het over de kraamtijd nog maar niet te hebben.

Prematuurgeboorte heeft invloed op het kindje, hoe dan ook. En natuurlijk zit er verschil tussen een baby die met 28 weken komt of zoals Liam met 36 weken en een gezond geboortegewicht. Maar dat wil niet zeggen dat het dan geen prematuur meer is. Als me werd gevraagd hoe vroeg hij te vroeg was en ik benoemde de 36 weken, dan werd dat weggewuifd. Termen als ‘ach, dat valt toch wel mee, zo vroeg is dat niet’ kan ik niet meer horen. De discussie tussen het ziekenhuis en de consultatiebureau was verdrietig om tussen te zitten. Hij valt onder de prematuren-norm en dat is aan veel dingen te merken. Bij hem én bij mij. Mijn energie is in de eerste maanden al ver opgebrand. Ik heb na mijn slaap energie voor slechts 1 dag of minder. Het is aanpoten en hard werken als je een zorgenkindje hebt, ondanks dat het nu goed gaat, maar mijn zorgenmotortjes draait nog wel even op volle toeren.

 

 

 

FLOOR (klik hier voor haar Instagram)  

Alles was goed, tot de 20-weken echo

In Nederland mag je tot de 24e zwangerschapsweek een zwangerschap afbreken. Dit kan om economische of sociale redenen zijn, als de zwangerschap bijvoorbeeld ongewenst is of wanneer de financiële middelen er niet zijn. Daarnaast kan abortus medisch noodzakelijk zijn wanneer de gezondheid van de moeder gevaar loopt of er kan abortus worden overwogen wanneer er een ernstige afwijking wordt gevonden bij het kindje. Jaarlijks worden in Nederland ruim 30.000 zwangerschappen afgebroken, bij 4,6% van de gevallen is er een relatie tussen het afbreken van de zwangerschap en prenatale diagnostiek. De 4,6% waar ik meer over kan vertellen.

Tijdens mijn tweede zwangerschap vond ik het altijd maar een pijnlijke vraag, “eerste kindje?” Het antwoord vond ik vaak nog veel pijnlijker, tweede zwangerschap, eerste kindje. Zo werkt dat nou eenmaal, wanneer je weer op intake mag bij de verloskundig, zodra je de kraamzorg gaat regelen en vaak wanneer er zomaar naar gevraagd wordt. Soms vertelde ik dat ik al eens eerder zwanger was en met 23 weken bevallen ben en andere keren kwam ik ermee weg door alleen te zeggen dat dit ons eerste kindje was. Direct nadat de woorden mijn mond dan hadden verlaten fluisterde het stemmetje in mijn hoofd dat ik hem echt niet vergeten ben, Vik, ons eerste kindje.

Magische zwangerschap

Ook wij zaten middenin een magische zwangerschap en waarom zouden we ook niet, helemaal in de wolken waren we. De kans dat er iets mis zou gaan was echt heel klein, toch? We zijn allebei gezond, ik sportte veel, at gezond, in onze familie kwam niets geks voor en de verhalen dat er iets mis gaat tijdens de zwangerschap hoor je bijna nooit en al helemaal niet bij iemand die je kent. Het was een ver-van-mijn-bed-show dus wij gingen elke keer weer naar de controles om gewoon even te kijken naar ons kindje. Bloeddrukje meten en dat soort dingen, ik voelde me op de gebruikelijke dingen na fantastisch, zwanger zijn vond ik fantastisch.

Tot de 20-wekenecho zag alles er ook heel goed uit, dat is wat de verloskundige altijd zei tijdens de controles, de combinatietest was ook goed en we maakten ons nergens zorgen om.

Mijn vriend zat op dat moment voor werk drie maanden in het buitenland dus ik ging even met mijn moeder naar de 20-wekenecho om te kijken of het een jongen of een meisje was.

Wat een slechte film

Tranen rolden over mijn wangen, mijn hart bonkte in mijn keel en het zweet stond op mijn rug toen ze me vertelde dat ons kindje een hartafwijking had. Dit gebeurt alleen bij mensen die je niet kent, in films. Alles zag er toch goed uit? Tot vandaag. We moesten voor verder onderzoek naar het ziekenhuis in Maastricht.

Mijn vriend en ik hadden na lang twijfelen besloten dat hij niet naar huis zou komen, ze kunnen tegenwoordig zo ontzettend veel dachten we, dat komt dan na de bevalling. Ons kindje zal misschien geopereerd moeten worden, een loodzware weg waar we zeker niet te licht over dachten maar we hebben er altijd heel positief ingestaan. Zolang het in mijn buik zat was het goed. Dus hij bleef om zijn missie af te maken en mijn moeder ging met mij mee naar het ziekenhuis. Zenuwslopend was deze periode. Elke keer gingen we met goede moed naar het ziekenhuis en kwamen we met een enorme teleurstelling thuis. De film werd alleen maar slechter, het zag er echt niet goed uit. Ik trok het niet meer in mijn eentje thuis en mijn vriend kwam daarom toch eerder naar huis van zijn missie, we moesten dit samen doen.

24 weken grens

Ik had nog voordat mijn vriend thuis kwam een vruchtwaterpunctie gehad, één op de vijf kindjes met de hartafwijking die ons kindje had, had daarnaast ook een genetische afwijking. Omdat ik langzaam richting de 24 weken ging was onze bedenktijd om de zwangerschap af te breken ook al ingegaan.

Zodra je de beslissing maakt om je zwangerschap af te breken krijg je vijf dagen bedenktijd. Onze beslissing was afhankelijk van de uitslag van de vruchtwaterpunctie. Als uit de punctie zou blijken dat ons kindje ook de genetische afwijking had zouden we de zwangerschap afbreken omdat de toekomst er gewoon echt slecht uit zou zien, opereren was dan waarschijnlijk ook geen optie meer.

Ik was toen bijna 23 weken zwanger en zou omwille van de tijd de uitslag telefonisch krijgen, dat vond ik geen probleem, we gingen er immers tot het laatste moment vanuit dat dit goed zou zitten. Tot de telefoon ging… Drie dagen later ben ik bevallen van ons eerste kindje, Vik Sijmen.

Maar je bent niet alleen

Het krijgen van (gezonde) kinderen is ineens niet meer vanzelfsprekend terwijl het dat voorheen wel altijd is geweest, in mijn ogen dan. Heel naïef maar ik ben er gewoon nooit vanuit gegaan dat er iets mis zou gaan. Tot het laatste moment hebben we alles vanaf de zonnige kant proberen te bekijken, totdat er helemaal geen zonnige kant meer was en zelfs toen deden we het samen. Het is denk ik door de romantische verwachtingen van het krijgen van kinderen dat het lijkt alsof er een taboe heerst op het delen van verdriet. Dat is ook helemaal niet erg, want ook het hebben en delen van verdriet doet iedereen op zijn eigen manier. Maar het maakt het wel dat het lijkt of je een uitzondering bent, een totaal verkeerd beeld.

Zodra je zelf in zo’n situatie zit hoor je onwijs veel verhalen om je heen van ouders die een kindje moeten missen, het is het spannendste en meest bijzondere wat ik ooit gedaan heb, moeder worden! Zeker de tweede keer vond ik zwanger zijn rete spannend. Er moet ook maar een boel goed gaan in die negen maanden en zelfs dan heb je nog geen garanties. Doodeng eigenlijk hè, al die extra zorgen.

Ons eerste kindje ja

Want dat is wel wat hij is, hij maakte me voor het eerst moeder. Mijn hart werd een beetje groter en het liefst vertel ik met trots tegen iedereen dat hij er is, of was, nee is. Want voor mij zal Vik er altijd zijn. Seth zal dus altijd mijn tweede kindje zijn maar is bevoorrecht dat hij liefde krijgt voor twee, knuffels krijgt voor twee, kusjes krijgt voor twee en mag leven voor twee!

Vanaf de bevalling heb ik nu precies een jaar PTSS

Om te beginnen met een veel gestelde vraag, hoe is het nu met je? Nou om heel eerlijk te zijn, ik heb goede dagen met intens gelukkige momentjes. Maar ook heb ik dagen waarop de ene trigger na de andere komt, en ik geen grip meer op de PTSS heb, maar het mij in zijn greep houd. En dat laatste is iets waar ik zo mee worstel. Ik wil na een jaar zo graag kunnen zeggen; joh het gaat best oké met mij. Ik heb meer goede dagen dan slechte. Maar helaas is niets minder waar. Misschien komt het ook wel omdat ik nog steeds enorm veel zorgen om Jake heb. We af en aan opnames en ziekenhuisbezoeken hebben met onze kleine vechter. Het is gewoon nog niet klaar met alles. En ik kan helaas nog niet zeggen dat ik een super gezond kindje heb. Vrolijk is hij wel. En jeetje zeg, wat doet mij dat goed.  

Terugkomend op het feit dat de PTSS mij in zijn greep houdt. Hoe zie je dat dan voor je? Nou simpelweg oké aan een dag beginnen, en vervolgens gebeurd er out of the fucking blue iets en ben ik volledig van slag. Om maar een voorbeeld te geven. Ik scrol door mijn Instagram foto’s en hoppa weer een foto van een beademde Jake. Moet ik dan maar alles verbergen en nooit meer onder ogen durven komen?  Totaal niet! Ik ben sinds we niet zwanger konden worden en we het hele traject in gingen altijd eerlijk geweest. Over alles. Juist door dat te doen, houd je het toegankelijk voor je omgeving. Maar dat terzijde dat komt zo nog aan bod. Ik heb juist geleerd met alle ontelbare EMDR sessies om je angsten en verdriet onder ogen te komen. De lading te dekken en er op een ‘ontspannen’ manier naar te kijken. Het beeld, foto of herinnering aan te kunnen. En dat kan ik op zich ook wel. Alleen lang niet altijd. Vraag mezelf oprecht af of ik genoeg  EMDR gehad heb, of het wel goed genoeg gewerkt heeft, of dat dit iets is wat ‘bij mij hoort’ voor de rest van mijn leven. Ik probeer hier momenteel vorm aan te geven. Omgaan met de triggers die mij terughalen naar die traumatische momenten. Omgaan met enorme woede uitbarsting met zinloze aanleidingen. Ik wil dat ik grip heb op die situaties. Alleen het lukt mij gewoon (nog) niet. Ik beleef vreselijk angstige en verdrietige momenten op zo’n intense manier. Door gewoon alleen al naar hem te kijken en ik die zelfde oogjes zie die mij voor het eerst aankeken nadat zijn beademing gestopt was. Door met hem te douchen, god wat een moment is dat elke keer. Doodsbang dat hij valt. Gelukkig doet Gino dit meer dan ik. Maar dat huid op huid contact is elke keer nog wel een ding hoor. Daardoor vermijd ik het eigenlijk. Of als hij eet. Veel te gulzig is, en zich weer verslikt. Dit gebeurd helaas dagelijks, en dat helpt absoluut niet mee. Maar ik moet wel. Ik schuif het al zo vaak af op Gino. Maar ook hij is binnenkort weer een maand op oefening en dan moet ik wel. Ik had zo gehoopt dat dit alles na een jaar toch wel beter te handelen was.

Door het afgelopen jaar ben ik zoveel gevoeliger geworden. Kijk dat ik een emotionele doos ben is niets nieuws, dat was ik voorheen ook. Ik jankte al als ik een zielige reclame op tv zag. Maar ik heb een soort extra heftig empathisch vermogen cadeau gekregen waar ik mezelf zo mee kwel. Verhalen en emoties van anderen komen te sterk binnen. Kunnen mij enorm van slag brengen. Verhalen van andere te vroeg geboren kindjes, heftige bevallingen of andere dingen. Ik kan het niet meer zo 1, 2, 3 loslaten. Op m’n werk, als we bij een patiënt kanker ontdekken, schiet ik soms vol. Ik heb echt moeite mijn professionele rol te behouden. Terwijl we daarvoor een gezellig gesprek hebben gehad over een bijna pensionering. En ineens zo’n uitslag. Het vreet aan mij. Als een spons neem ik alles in mij op. En dit werkt door in mijn stemming van die dag. En gek genoeg als die stemming dan al, noem het voor het gemak emotioneel instabiel is, komen de triggers alleen maar sneller. Ik ben dan ineens zo veel vatbaarder. Een vraag van een collega hoe het met de gezondheid van Jake gaat, ik breek letterlijk in tweeën. Het ene moment jank ik alles bij elkaar. En het andere moment probeer ik zo sterk te blijven en alles in te houden dat het er later uitkomt. Meestal in de auto van werk naar huis. Ben ik dan niet meer geschikt als verpleegkundige ? Omdat ik er meer last van heb dan dat het mij energie oplevert? Ik word er maar onzeker door. De dag er na kan het trouwens ineens weer een goede dag zijn en krijg ik wel positieve energie van  mijn werk. Dat maakt het alleen maar verwarrend voor mezelf. Een collega zei zelfs, zou je niet tijdelijk stoppen met je werk? Elke keer een ziek kind en ziekenhuis opnames. Ging het maar zo makkelijk.

En dan die omgeving waar ik het over had. Ik kaart het zo vaak aan als voorbeeld. Als je een gebroken arm of been hebt, weet iedereen dat je zoveel weken in het gips zit. Dat je daarna moet herstellen, maar als het goed is, je er weer bovenop komt. Maar hoe zit dat dan met psychisch lijden? Wie zegt wanneer je er van af bent. Of het ooit beter wordt? En hoe je er precies mee om moet gaan? Door open en eerlijk over alles te zijn krijg je soms ook ongevraagd een hele shitload aan ‘goedbedoeld advies’ over mij heen. Lief, en oprecht. Maar weetje wat het is met een traumatische ervaring,  je hebt het in je eentje beleefd. En als je het er dan over hebt of foto’s laat zien. Is het soms voor de ander te heftig. Wordt er gezegd, jeetje dat zou ik echt niet aankunnen hoor. Lieve schatten, dat kon ik ook niet. Maar we moesten toch ook? Een goedbedoelde tip voor als je iemand met PTSS kent; vraag er juist naar! Wat beleef je op angstige momenten. Wat kan ik er aan doen om je te helpen? Of simpelweg, wat leid je positief af? En hoe kan ik het enigszins verlichten? Overnemen hoeft niet. Dat gun ik mijn ergste vijand niet eens. Niet dat ik die heb, maar voor het idee. Erover praten kan zo helpen. Ik heb inmiddels heel wat mama’s en lieve instavriendinnen ontmoet waar ik dagelijks contact mee heb. Die worstelen met hetzelfde probleem. Herkenning en erkenning kan zo helpen. Je hoeft je er echt niet voor te schamen. Dat doe ik ook niet(meer). Het is ten slotte ook maar iets wat je overkomen is. Je hebt er nooit om gevraagd. Het was er, en nu moet je er mee leren dealen.

Als je gelukkig voelen niet vanzelfsprekend is beleef je de momenten dat je het wel ervaart zoveel intenser. Ik kan van de kleine geluksmomentjes zo veel meer genieten. Met Jake naar de kinderboerderij, ook al vind ik dat het daar stinkt, de lach op zijn gezicht als ik een kip nadoe. Die momenten. Maken mijn dag. Een fijne dag als gezin. Het kan soms zo binnenkomen. En ja, dan jank ik weer van geluk. Haha, en ik maar denken dat die tranen van mij toch wel een keer op zouden zijn. Misschien wel een positieve wending aan een levenslang gevecht tegen de trauma’s. Ik probeer het soms maar zo te bekijken. Het komt wel goed hoor. Ooit. En anders vind ik vanzelf wel een manier om hier mee om te gaan.

Liefs Lisa

 

Ik ben moeder van een prematuur

‘Je moet nu je man bellen en zeggen dat hij de eerste vlucht terug naar Nederland pakt, hou er maar rekening mee dat je binnen nu en twee dagen kan gaan bevallen’. Dit waren de woorden van de verpleegkundige aan mijn bed in het ziekenhuis. Toen drong het pas tot me door, ik was 31 weken zwanger en vanwege bloedverlies opgenomen. Ik zag er de ernst nog niet van in, het komt vast wel goed, ik word zo weer naar huis gestuurd. Maar na een achtbaan van vijf dagen was ze daar toch, de kleine Isa. Geboren met 31+5 weken. 

Gezinsleven: hoe ik onbewust de andere vrouw werd… DEEL III

Hoe ik die andere vrouw werd… (deel 3)

Als ik terugdenk aan onze bioscoop date kan ik na al die tijd het er nog steeds heel erg warm van krijgen, want dit soort dingen las ik alleen in boeken en zag ik alleen in films.

(ja, ik weet het, mijn leven was blijkbaar heel erg saai en platonisch)

De manier waarop hij speelde met mij. Zijn neus die hij eerst langs de mijne wreef voor hij plagend zijn eerste kus op mijn lippen drukte, of zijn vingertoppen die de blote huid van rug vonden, of de manier waarop hij mijn gezicht vastpakte en mij vurig zoende en mij daardoor naar meer liet hunkeren.

Hunkeren. Dat was het, want het liefst was ik daar in die love seat op zijn schoot gekropen en hadden wij daar onbegrensde en hete seks.

En niet alleen op dat moment, want Josh had een bijzondere manier om mij naar meer te laten verlangen. Zo ook in die bioscoop. Want hoe snel onze lippen elkaar hadden gevonden, zo snel stopte hij er ook ineens mee en zat hij heel layed back naar de film te kijken.

En ja, het bleef bij die ongeremde hete “vrijpartij”.

Hand in hand liepen we na de film terug naar de auto en heeft hij mij thuis afgezet. En nee, hij ging niet mee naar binnen.

De dagen die volgde zaten vol met vele hete en spannende tekstberichten. En ik kon niet wachten tot onze volgende ontmoeting. Want ik wilde meer. Meer spanning en meer van hem en bij hem zijn.

De weken gingen voorbij en we hadden meer spannende en gewoon fijne afspraakjes.

Hij nam me mee naar de sauna, gingen vaak uit eten of naar de bioscoop (ja, ook om echt naar de film te kijken) en ook de Latin dansfeestjes bleven doorgaan.

De seks die we hadden was geweldig. Heet, experimenterend en lang. Heel erg lang. Ik genoot dan volop van hem en hij van mij.

Little did I know dat het voor hem alleen om de seks ging en ik smoorverliefd o hem werd.

De bom…

Hij kwam mij weer ophalen zoals gewoonlijk. Dit keer had hij een restaurantje redelijk in de buurt gevonden waar hij mij mee naar toe wilde nemen.

We ratte wat, bestelden ons eten en terwijl wij hij hoofdgerecht in ontvangst namen, vertelde hij dat hij mij iets wilde laten zien.

Hij pakte zijn telefoon en liet mij een filmpje zien.

Zijn kinderen. Met dat ik de telefoon wilde teruggeven, zei hij mij dat ik verder moest kijken. Richting het einde van het filmpje zag ik een vrouw. Een mooie dame met een licht getinte huid en mooie donkere ogen. Een zacht en lief uiterlijk had ze.

En daar op dat moment realiseerde ik mij dat het zijn vrouw was. Ik stopte met eten en verliet de tafel om naar de wc te gaan.

Hoe heb ik dit niet door kunnen hebben? Hoe heb ik mij in kunnen laten met een man die getrouwd is en kinderen heeft? Was ik dan echt zo dom geweest en had ik het niet opgemerkt? Of wilde ik het niet opmerken.

Ik vermande mezelf en liep terug naar de tafel en ging zitten. Ik denk dat ik een kwartier weg ben geweest en in die tijd had hij zijn eten niet aangeraakt.

“Is dat je vrouw? En zijn dat je kinderen?”

Natuurlijk was dat zo, maar ik wilde dit uit zijn mond horen.

Hij bevestigde wat ik vroeg en at verder.

Hoe?

Hoe kon hij dat?

Hoe kon hij doorgaan alsof er niets aan de hand was en alsof hij mij net niet had verteld dat hij vreemdging. Hij ging vreemd en hij deed dit met mij.

Ik kreeg geen hap meer door mijn keel en heb de rest van de tijd hem zien eten. Alsof dit voor hem een doornormale actie was en het helemaal niet erg was.

Maar dat was het wel. Het was niet erg, het was vreselijk. Want nu was ik de vrouw die een gezin kapot kon maken. Een vrouw die een oorzaak was. Of misschien was ik wel een gevolg van een oorzaak.

Ik wilde naar huis en wel nu. Ik stond op, liep naar de garderobe en naar buiten. En na 6 jaar zonder roken, snakte ik nu naar niet één sigaret, maar naar een heel pakje. Stress. Ik kan zo niet tegen stress en wilde roken. Het wegroken.

 

 

JANE DOE