Bevallingsverhaal: “Plots stond heel de verloskamer vol, ze renden met mijn bed door de gangen…. Wat was er?!”

Dinsdag 22 april 2014… 

Ik was net 34 weken zwanger op dat moment. Net zoals elke avond ging ik vroeg naar boven en nog even in de babykamer kijken voor het slapengaan. Over een paar weken zou mijn kleine meid hier liggen. Met die gedachte ging ik naar bed. Het was nog geen uur later toen ik plots wakker werd van een raar gevoel. Mijn bed was helemaal doorweekt… Had ik nou ner in mijn bed geplast? Ik voelde aan mijn buik… Het zou toch niet? Daar is het toch nog veel te vroeg voor?! Ik probeerde zo snel mogelijk op te staan. Ik voelde een straal vloeistof langs mijn benen lopen. In een mum van tijd was ik helemaal in paniek. Terwijl ik in het donker de lichtknop zocht, schreeuwde ik: “SCHAT, WORDT WAKKER! Ik denk dat mijn vliezen gebroken zijn! Dit kan toch niet NU al?!” 

Ik stond aan de grond genageld. Ik wist even niet wat mij overkwam, want dit had ik totaal niet verwacht op 34 weken. Mijn vriend rende naar de badkamer om handdoeken te halen terwijl hij zijn moeder belde, aangezien we geen auto hadden. Op weg naar het ziekenhuis ging er zoveel door mijn hoofd. Mijn emoties namen de bovenhand en de tranen begonnen over mijn wangen te rollen. Zou er iets mis zijn? Waarom gebeurt dit nu al? Ik was destijds niet echt op de hoogte van vroeggeboortes en dergelijke. Het onbekende boezemde me ontzettend veel angst in. Ondertussen waren we bij het ziekenhuis aangekomen. Met een dikke handdoek tussen mijn benen waggelde ik naar de verloskamer… 

“Hoe zijn de weeën, mevrouw? Heb je veel pijn?” De eerste vraag die mij gesteld werd. Weeën? Euh, nee… Ik had geen pijn, ik voelde helemaal niets. Is dit wel normaal? Zoveel vragen schoten plots weer door mijn hoofd. Terwijl ik aan de monitor gezet werd, kreeg ik de hele uitleg. De weeën konden ook pas later op gang komen. Dit heet ‘langdurige gebroken vliezen’. Ze hadden mij verteld dat ze minstens 24 uur gingen wachten. De uren gingen voorbij en er gebeurde nog steeds niets. In de tussentijd werd er regelmatig een hartfilmpje gemaakt van mijn meisje in mijn buik. Ook mijn temperatuur en polsslag werden regelmatig gemeten. Na 24 uur werd er een met een wattenstaafje een kweek afgenomen om te zien of er risicovolle bacteriën aanwezig waren. Alles was in orde en omdat er nog steeds niets veranderd was, werd ik verplaatst naar een gewone ziekenhuiskamer. 

Daar werd ik ingelicht dat een baby tot maximum 72 uur na het breken van de vliezen nog zonder gevaar in de buik kon doorbrengen. Ze wouden dus nog even wachten in de hoop dat de weeën nog spontaan zouden beginnen. Ik probeerde wat rust te nemen en mijn gedachten even uit te zetten. Ik kon toch niets anders doen. Toen ik wakker werd van mijn kort dutje voelde ik samentrekkingen in mijn buik. Ik drukte onmiddellijk op het belletje. Zouden mijn weeën dan nu begonnen zijn? Ik werd aan de monitor gelegd en ik keek vol spanning naar de verpleegster. Ja hoor, de weeën waren begonnen en werden steeds heviger. Ik werd terug naar de verloskamer gebracht… 

De uren verstreken en de weeën werden steeds pijnlijker. De ontsluiting vorderde ook niet zoals het moest. Ik heb een heel lange tijd vastgezeten op 5 cm ontsluiting. Daarna ging het maar niet verder, maar de weeën waren zo pijnlijk en ik was echt al volledig uitgeput. Zowel lichamelijk als emotioneel. Het was ondertussen al de nacht van 24 april… Ik kon het allemaal niet vatten. Ik was toch pas 34 weken zwanger? Ik kon het nog steeds niet verwerken dat ik daar lag in de verloskamer… al zeker niet in een situatie die ik me zo anders had voorgesteld. Alsof het allemaal nog niet overweldigend genoeg was, begon de monitor opeens te piepen. Twee verpleegster stormden de verloskamer binnen. Ik zag ze rennen en hoorde de woorden die als een bom op mij insloegen: de hartslag van de baby is aan het dalen. Ik kan niet omschrijven welk gevoel er door me heenging. Ik was sprakeloos, er kwam geen geluid uit mij. Tranen liepen over mijn wangen. De verpleegsters probeerde mij gerust te stellen en vertelde mij dat dit wel vaker gebeurt en dat de baby zich vanzelf herstelt en we snel weer een normaal hartritme zouden horen. Ik probeerde niet gek te worden van elk piepje of beter gezegd van de gezichtsuitdrukkingen van de verpleegsters bij elk piepje… “Ik ga een dokter halen”. Met deze woorden verdween de ene verpleegster, terwijl de andere verpleegster mij probeerde te sussen. Haar blik nog steeds vast op de monitor gericht. 

Een ogenblik later kwam de verpleegster terug met een dokter. Daarna kwam er nog een dokter en plots stond heel de verloskamer vol. Ik kon totaal niet meer bewegen, wat was er aan de hand? Toen breek de hel los. “Bel de OK, we moeten haar eruit halen. Nu!” Terwijl ze met mijn bed door de de gangen renden zag ik alles voorbij flitsen. Ik zag hoe een verpleegster tegen mij probeerde te praten, maar ik hoorde niet wat ze zei. Ik was zo in paniek dat ik verlamd was op dat moment. Ik kon zelfs niet meer nadenken, ik was volledig van de wereld. Black-out. Ik kwam de operatiekamer binnen. De lichten waren zo helder en sterk. Alles ging zo snel, ik kon niet meer volgen. Het enige wat ik kon doen was huilen. Ik had geen besef meer van wat er allemaal gaande was. Ik hoorde zoveel stemmen om me heen, maar hoorde eigenlijk alleen maar geruis. Zelfs de woorden van mijn vriend die naast me zat, kwamen niet binnen. 

Nog voor ik het kon beseffen stond de vroedvrouw naast me met mijn meisje. Een fractie van een seconde. Ik wou mijn armen strekken om haar aan te nemen, maar ze was alweer weg. Ik begon nog harder te huilen. Ik heb haar niet eens goed kunnen zien. Ik heb haar niet eens horen huilen. Heeft ze wel gehuild? Ik voelde me zo machteloos, zo een intens verdriet had ik nog nooit gevoeld. Ik was emotioneel helemaal gekraakt. Ik was net voor het eerst mama geworden, maar ik weet niet hoe mijn baby eruit zag of waar ze nu naartoe was. Ik kan me alleen maar herinneren dat ik zo aan het huilen was, dat het plots allemaal zwart werd. Ik werd wakker in een grote, lege, kille kamer. Ik was helemaal alleen. Mijn vriend was er niet, mijn meisje was er niet. Niemand was er… en weer voelde ik de tranen over mijn wangen stromen. Een tijdje later kwam de verpleegster binnen en vertelde me dat ik in de ontwaakkamer lag tot de verdoving helemaal is uitgewerkt. Mijn meisje moest na de geboorte gestabiliseerd worden en daarna in een transportincubator meegenomen worden naar de afdeling Neonatale intensieve zorg. Ik heb daar uren doorgebracht. De gedachte dat ik de eerste uren niet met haar heb kunnen doorbrengen, brak mijn hart nog meer. Het voelde alsof ik de geboorte van mijn eerste kind gemist heb. Ze was aan het vechten voor haar leven en ik lag hier zo machteloos. Ik kon niets doen. Verschillende scenario’s over dat ik haar zou verliezen gingen door mijn hoofd. 

Toen ik uiteindelijk de ontwaakkamer mocht verlaten, brachten ze me naar mijn kamer. Daar zat mijn vriend, compleet uit zijn doen. Want hij was nog niet op de hoogte gebracht van de situatie en wist natuurlijk niet wanneer ik terug zou zijn. Een paar uur later mochten we dan eindelijk onze klein meid zien. Ik werd met mijn bed naar de dienst Neonatale intensieve zorg gebracht. Ik zag allemaal baby’s in een couveuse liggen. Waar was mijn baby? Mijn bed werd naast een couveuse geplaatst die bedekt was met een deken. Mijn hart ging tekeer als een gek. Na al die uren ging ik eindelijk mijn kleine meid zien! Tranen liepen weer als watervallen over mijn wangen toen ze de deken weghaalde. Zo breekbaar, zo klein. Allemaal draden en kabels. Het voelde alsof ik gefaald had. Dit was mijn schuld. Toen ze uiteindelijk op mij gelegd werd, durfde ik niet meer te bewegen. Ik was zo bang om haar te breken. Ik had nog nooit zo een kleine baby gezien. Maar wat heb ik genoten van dit moment! Het moment dat we haar eindelijk ook haar naam konden geven: Eliana. We hebben nog drie weken heftige weken op Neonatale moeten doorbrengen. Wat was ik gelukkig toen ik met mijn lieve Eliana eindelijk naar huis mocht gaan! Mijn leven als mama van een prachtig meisje kon nu eindelijk beginnen

Sommige baby’s eten slecht, mijn baby eet niet DEEL III

Wanhopig als ik was omdat we ons zoontje al 10 maanden alleen maar slapend een fles konden geven, niet (goed) groeide en verder niks wilde eten en drinken zocht ik iedere vrije minuut op het internet naar een oplossing. En toen vond ik Notube, een organisatie gevestigd in Oostenrijk. Ze hebben al ruim 25 jaar ervaring met niet-etende kinderen en bieden 92% garantie dat je kindje daar gaat eten! Na veel papierwerk en telefoontjes krijgen we te horen dat de verzekering deze (dure) behandeling gaat vergoeden en bereiden we ons voor op ons vertrek dar over anderhalve week plaats gaat vinden. 

Nadat de euforie en de adrenaline van het goede nieuws van de verzekering wat aan het wegebben zijn realiseren we ons ook heel erg goed dat het wel echt heel bijzonder is dat de verzekering onze reis en behandeling voor Mitz naar Oostenrijk gaat vergoeden. Ook realiseren we ons steeds meer dat het geen vakantie gaat worden in Oostenrijk. Integendeel, het zal voor ons alle drie heel erg hard werken zijn.

We hebben de vliegtickets al geboekt en zijn aan het rondkijken voor een geschikte accommodatie. Mitz is een (zeer) slechte slaper, dus een eigen kamertje voor hem lijkt ons wel erg fijn. Dan kunnen wij s’ avonds ook iets meer ontspannen, als hij bij ons in dezelfde kamer slaapt dan kunnen we alleen maar stokstijf stil zitten of zelf gaan slapen.

Ook lijkt het ons prettig om wel wat in de buurt van de ‘eating school’ (zo heet de eetkliniek)  te zitten, we gaan met het vliegtuig en hebben daar geen auto, dus iets op loopafstand of een plek waar het openbaar vervoer dichtbij zit ook wel zo praktisch.

En ondanks dat de reden waarom we op reis gaan natuurlijk niet leuk is kijken we, kijk ik er eerlijk gezegd ook heel erg naar uit. We hebben allebei echt hele goede hoop dat Mitz het daar goed gaat doen; we weten dat hij wel kan eten en hebben voorzichtig wel wat vertrouwen in hem dat hij het ook gaat doen! En wat ook wel heel erg fijn is, is dat onze wereld eindelijk weer eens wat groter zal worden. We zijn nu zo aan huis geboden vanwege het slapend voeden, we krijgen hem ergens anders nooit in slaap en in de auto wil hij slapend niet drinken. We hebben daarom al zo vaak feestjes en verjaardagen van familie af moeten zeggen omdat we het niet aandurfden om Mitz een dag niet te kunnen voeden. En de keren dat we het wel geprobeerd hebben zaten we altijd in de auto naar huis met een heel erg teleurgesteld en gefrustreerd gevoel omdat het weer niet gelukt was.

Dus hoe fijn is het dan als we er met z’n drieën op uit kunnen! Even weg van alles, eindelijk weer eens een andere omgeving, echt helemaal weg! En Mitz gaat voor het eerst vliegen, hoe zal dat gaan? Gelukkig is het maar een korte vlucht van 2 uurtjes dus dat is te overzien. Maar het zal ons ook stress geven aangezien het tijdens het reizen erg lastig zal gaan worden om Mitz te kunnen voeden.

Mitz zijn grote broer Joël is al 17 en blijft alleen thuis. Hij moet natuurlijk gewoon naar school, wat we helemaal begrijpen maar wat zullen Joël en Mitz elkaar missen…Die zijn zò dol op elkaar! En voor mij als moeder blijft het toch lastig om ‘maar’ 1 zoon bij je te hebben en ga ik Joël natuurlijk ook echt missen. Dus ik regel nog maar wat eetadresjes voor hem en onze lieve buurvrouwen en familie zullen natuurlijk een oogje in het zeil houden. En gelukkig is er facetime!!!

We bereiden ons zo goed als het kan voor op ons vertrek en voor het eerst sinds tijden voel ik me wat meer ontspannen. Eindelijk mensen die ons gaan helpen, die ons begrijpen en ik hoor er zoveel goede verhalen over, zou alles over een tijdje dan echt achter de rug zijn?

Een week voordat we echt fysiek starten met de eating school van No Tube in Oostenrijk begint het online gedeelte van het programma al.

We moeten ieder dag zijn intake doorgeven, wat eet hij, hoe, hoeveel en hetzelfde met drinken. Ook moeten we hem iedere dag wegen en dat ook doorgeven.

En dat wegen is nu wel weer een dingetje. Een week voordat we vliegen blijkt Mitz helemaal niet fit te zijn. Het begon al met minder drinken, een beetje hangerig en veel dunne ontlasting waar zijn billetjes ook helemaal kapot van gingen en hij het uitgilde van de pijn als hij voor de zoveelste keer die dag verschoond moest worden.

En ieder dag werd het slechter: Mitz bleef maar leeglopen en leek nog weer zieker te zijn dan de dagen ervoor. We zeiden nog tegen elkaar: ‘gelukkig is hij niet aan het overgeven’. Als Mitz overgeeft irriteert dat direct zijn slokdarm weer en dat verergert zijn reflux weer. Maar we hadden het nog niet gezegd of het spugen begon. Alles kwam eruit, zelfs van ieder slokje water moest hij weer spugen. Het was een heel zielig hoopje mens.

Op een gegeven moment ging het spugen de hele nacht door en hebben we de huisartsenpost gebeld omdat hij ook geen plasluiers meer had. Met de tips die we van hen kregen zijn we uiteindelijk de nacht doorgekomen en ben ik de volgende dag met hem naar de huisarts gegaan. Die constateerde naast een hevige buikgriep ook nog een oorontsteking (vandaar waarschijnlijk de koorts) en had gelukkig wel door dat wij heel erg bang waren voor uitdroging en een eventuele sonde. Ze schreef direct een enorme berg medicijnen voor en vooral sinds we het medicijn tegen de misselijkheid gebruikten heeft hij niet meer gespuugd!

Het weegmoment was wel even schrikken, in een paar dagen tijd 300 gram afgevallen. Daar doen we ongeveer een maand over om dat er weer aan te krijgen. Dik balen dus en wat een stress, in Oostenrijk valt hij waarschijnlijk ook af als hij aan de eetkliniek begint dus wat blijft er dan nog van hem over? Ook weten we niet wat voor nadelige gevolgen dat kan hebben voor Oostenrijk dus we besluiten contact met de artsen daar te zoeken.

De artsen daar zijn heel helder: Mitz moet in goede conditie zijn wil hij mee kunnen doen aan het programma, anders heeft hij er weinig aan en daarnaast willen ze niet dat hij eventueel andere kinderen besmet, wat ik ook wel begrijp, maar wat een tegenvaller zeg!

En iedere dag lijkt Mitz nog weer zieker dan de dag ervoor. De artsen in Oostenrijk willen het tot  de vrijdag voor ons vertrek op zondag bekijken en dan samen een beslissing nemen of we er wel of niet heen kunnen gaan of dat we het een of twee maanden moeten uitstellen. Dat klinkt nog zò ver weg…maar we willen natuurlijk ook de beste kans van slagen hebben. Dus we knuffelen hem nog maar extra veel en hopen dat hij snel opknapt. 

Maar Mitz knapt maar niet op. Hij houdt niks binnen en is al een halve kilo kwijt, waar we zo ontzettend hard voor gewerkt hebben om die eraan te krijgen, bij hem is iedere gram er eentje… De huisarts wil dat hij op donderdag opknapt, anders moet hij worden opgenomen en krijgt hij een sonde. En die hebben we nu juist 10 maanden lang buiten de deur weten te houden. Het zal toch niet dat hij op de valreep van de behandeling in Oostenrijk toch nog aan de sonde moet met alle gevolgen van dien? Onze kinderarts geeft ook aan dat een sonde waarschijnlijk erg traumatisch voor hem zal zijn en geeft nog goede tips qua drinken waar we direct mee aan de slag gaan. Als hij wel een sonde moet kan het zo zijn dat hij dan helemaal nooit meer een fles wil drinken. Een sonde is natuurlijk een uiterst noodmiddel maar heeft ook zo ontzettend veel nadelen, helemaal om er weer af te komen. Toen Mitz jonger was deed hij niet zoals alle andere baby’tjes zijn handjes en speeltjes in zijn mond, hij deed helemaal niks in zijn mond. We hoefden zelfs nooit op te letten of er geen kleine dingen op de grond lagen als hij aan het rondkruipen was, hij deed het toch niet in zijn mond. Ook mochten wij niet met onze handen, lepels of flessen in de buurt van zijn mondje komen en hebben we maandenlang onder begeleiding van verschillende pre verbale logopedisten spelletjes en oefeningen gedaan waardoor we heel langzaam weer in de buurt van zijn mondje mochten komen en hij ook heel voorzichtig weer speelgoed en zijn eigen handjes in zijn mondje ging doen. De kinderarts geeft aan dat we daar dan in ieder geval weer opnieuw mee moeten beginnen als hij wel een sonde moet.

Wat een pech, wat een slechte timing en vooral arme Mitz, wat is het mannetje beroerd en ziek…

Oostenrijk lijkt helemaal ver weg, onze eerste prioriteit is zorgen dat hij niet uitdroogt en dus niet aan de sonde hoeft.

Mitz weigert nu ook slapend te drinken en we voelen ons zò machteloos, helemaal omdat we weten dat hij het zo nodig heeft. Hij drinkt alleen maar een paar slokjes water en we zien hem zichtbaar vermageren. Mijn hart huilt, ik wil hem zo graag helpen maar ik kan niks voor hem doen, echt een vreselijk gevoel. En de stress is natuurlijk sterker aanwezig dan ooit, normaal drinkt hij al weinig, nu helemaal niks. Ik kan er niet meer van slapen.

Mitz slaapt meer dan dat hij wakker is en we zien wel dat dat hem goed doet. Helaas heeft hij maar 1 plasluiertje per 24 uur en dat moeten er wel wat meer gaan worden, de huisarts twijfelt over een opname omdat hij zoveel afgevallen is en zo weinig plast, we hebben iedere dag contact dat is wel heel fijn.

Onze kleine strijder, hopelijk knapt hij snel op. En dan is natuurlijk nog de vraag of hij genoeg reserves heeft met een halve kilo minder en een zwakke weerstand om aan de eating school te beginnen. Zal hij op tijd weer beter zijn? We duimen….

Tsjaaaa, wanneer start je met werken na een stilgeboorte?

23 weken na de geboorte van Noah kan ik zeggen dat ik weer aan het werk ben. Ik ben polikliniek assistente in het ziekenhuis in Almere. 

1 februari 2019 – 4 weken nadat onze nachtmerrie begon. Ik heb een telefonische afspraak staan met de ARBO arts. Eigenlijk is bij haar alleen in grote lijnen bekend wat er gaande is, maar omdat ik al sinds oktober/november halve dagen ging werken in verband met mijn bekkeninstabiliteit moest ik nu toch echt ‘op het matje komen’. De timing was eerder al niet heel top want toen belde ze op het moment dat wij Noah zijn as gingen ophalen .. 

Mijn ARBO arts is een hele lieve vrouw en kan heel makkelijk een gesprek met haar voeren. We bespreken alles en maken een plan van aanpak. Ik mag zelf in eerste instantie aangeven wat mij fijn lijkt en samen komen we tot de conclusie dat wekelijks een bakkie koffie doen een goed idee is. ‘Zo gezegd, zo gedaan’ want ging gelijk die week daarop koffie drinken met m’n teamleidster. Vervolgens was ik daar 2,5 uur en met klotsende oksels heb ik mensen vertelt wat er is gebeurd. Iedereen is zo lief en ze geven steunvolle woorden. Na die 2,5 uur was ik totaal afgepeigerd. In bijzijn van anderen gaat bij mij een knop om. De knop gaat naar standje ‘ik troost anderen en zet mijn eigen verdriet opzij’.. Mega zwaar dus. ‘S avonds komen de tranen, het keiharde besef komt weer keihard binnen, maar gelukkig: ik mág weer huilen. Ik ben veilig thuis. 

Er verstrijken een aantal weken waarin ik wekelijks langs het werk ga voor koffie en ik merk dat ik toe ben aan meer. Ik plan een moment in dat ik alleen op kantoor m’n mail ga kijken sinds 3 januari. Ik lees alles maar ik sla niets op. Oh jawel: die gaat pensioen, die gaat weg, die is jarig, dit is gewijzigd in het systeem en 1 mail later is die wijziging alweer terug gedraaid naar het oude. Top. Brengt mij dus volledig van de leg, iedereen is al jarig geweest of hebben hun afscheidsfeestje al gegeven. Niets relevants is in mijn hoofd blijven zitten. Ik ben nog niet klaar voor ‘meer’. Die weken daarop ben ik dus weer aanwezig om koffie te drinken en om diezelfde mails nog een keer te lezen in de hoop dat ik IETS opsla maar je denkt toch niet dat er iets bij past als je 24/7 aan je kindje denkt? Dat je in elk woord de naam Noah ziet?

Ik weet niet precies waardoor het ineens veranderde maar ik had ZIN om naar m’n werk te gaan. Ik heb gelijk die ochtend m’n teamleidster geappt en gevraagd of ik voor mijn ‘koffie momentje’ langs mocht komen. Ik was er rond 10:00 uur en had in mijn hoofd dat ik om 12:00 uur weer weg zou gaan. Steef was ook aan het werk die dag (die werkt op de IC in hetzelfde ziekenhuis). Het werd 12:00 uur en ik kreeg ineens een heel naar gevoel. Weet je waarom? Ik dacht aan het feit dat ik naar huis zou gaan en dat ik alleen zou zijn. Tranen vullen mijn ogen, knoop in m’n maag. Voor ik het wist zei ik tegen m’n collega’s: ik blijf. Ik blijf tot Steef klaar is met werken (16:00 uur). M’n collega’s waren zo lief. We hebben het echt over van alles en nog wat gehad en niet perse alleen maar over Noah want dat gaf ik aan. Ik wilde weer even meedoen in de huidige maatschappij. De maatschappij waarin de tijd de afgelopen weken niet heeft stilgestaan. Echter kreeg deze middag een flinke wending toen er een arts naar mij toe kwam en zijn gesprek met mij opende met: “Wat fijn om jou hier weer te zien. Wat heftig allemaal hé” dus ik bedank de persoon in kwestie en geef aan het fijn te vinden om weer op het werk te zijn. Ineens zegt hij: “Maar hoe gaat het met de kleine? Groeit en bloeit lekker?” Ik zit te kijken en denk heel hard na. Ik moest oprécht nadenken van wat er zojuist gezegd is. Ik hoor m’n collega’s ook stil vallen. Langzaam en zachtjes zeg ik: “Hij groeit en bloeit helaas niet….”. Hij kijkt mij verschrikt aan en zegt: “Maar je was toch zwanger van een tweeling? Waarvan er 1 is overleden en 1 in leven is gebleven?” Vanaf hier gingen letterlijk 100 vraagtekens door m’n hoofd. Opeens vond ik het niet meer zo fijn om op het werk te zijn maar gelukkig werd ik enorm goed opgevangen door m’n collega’s en heb ik rustig het hele verhaal uitgelegd. Dit zie je alleen zo niet aankomen wanneer je al zo open en eerlijk over alles bent en inmiddels al zoveel collega’s hebt gesproken. Dan zou je denken dat er geen verwarring meer kán ontstaan ..?

Inmiddels ben ik langzaam aan weer mijn uren aan het opbouwen. Op dit moment werk ik 3x 4 uurtjes en elke 2 a 3 weken kijk ik samen met mijn teamleidster of we die dagen een uurtje kunnen uitbreiden. 

Met mijn ARBO arts heb ik elke 6 weken contact en die verloopt elke keer heel fijn. Ik voel mij totaal niet opgejaagd en krijg veel begrip. Het werken gaat goed. Ik kan nog niet alle werkzaamheden aan zoals aan de balie zitten omdat wij regelmatig zwangeren op de poli zien dus ik ben vooral achter de schermen bezig. Ook ben ik niet meer op therapeutische basis. Ik word oprecht weer verwacht en ingedeeld op taken die niet zomaar kunnen blijven liggen. Vind dat soms wel moeilijk omdat ik niet meer zoveel dingen tegelijk kan als dat ik voorheen kon en moet regelmatig even een rondje lopen door de gangen om mijn hoofd weer te resetten. Aan de andere kant voelt het zo fijn om weer ‘nodig’ te zijn. Dat ik weer mee mag doen in de normale dingen. 1 ding mag alleen niet vergeten worden: Noah gaat overal met mij mee naartoe. Het is niet dat ik die ‘thuis’ laat en dat ik weer de oude ben. In tegendeel. Ik moet opnieuw leren genieten. Ik moet opnieuw leren leven want dit zwarte gat blijft, het gemis blijft en daarom moet ik ‘opnieuw leren lopen’.. 

‘Je moet er van genieten, ze zijn zo snel groot’, deze zin MAAKT. ME. GEK.

Tijdens mijn zwangerschap, maar ook na de geboorte van Isa, kreeg ik zo vaak te horen: ‘geniet ervan’. Ondanks het verblijf in het ziekenhuis, ‘geniet van de momentjes met Isa’, ze groeien zo hard, de tijd gaat zo snel, ‘geniet zolang het nog kan’. Hele normale opmerkingen en waarschijnlijk ontzettend goed bedoeld. Ik betrapte me er gisteren op dat ik een kaart schreef naar een vriendin die mij vertelde dat ze zwanger is en ik onder aan de kaart schreef: ‘Geniet van de zwangerschap’. Ik zeg het zelf dus ook.

In 2017 scheelde het weinig of we hadden nooit meer vaderdag kunnen vieren… Voor ons is het extra feest!

Zoals het bij vele gezinnen zal gaan, wordt papa gewekt met een heerlijk ontbijtje op bed, gevolgd door een overload aan tekeningen en zelf geknutselde kadootjes. Ik kijk naar hem en met name naar de indrukwekkende wond op zijn schouder. Een paar dagen geleden is Richard voor de derde keer geopereerd aan zijn schouder. Bij het zien van die wond, moet ik op slag denken aan twee jaar geleden. Hoe het toen maar weinig scheelde of we hadden nooit meer vaderdag kunnen vieren…  

 

 

Schrik

Het is een heerlijke zomerse donderdagmiddag en ik hang languit op het houten bankje in onze achtertuin. Mijn favoriete plek, vooral aan het eind van de dag. De zon is er dan nog volop, maar niet meer zo sterk en ik vind dat altijd het fijnste zonnetje: de namiddagzon. Die gloeit heerlijk op je gezicht, niet te warm, niet te koud, gewoon lekker. Ik geniet van mijn zeldzame rustmoment. Dan gaat de deurbel. Dat moet Richard zijn die van zijn werk komt. Hij is wat aan de late kant en dat niet alleen, hij heeft toch een sleutel? Waarom belt hij dan aan? Lichtelijk geïrriteerd (omdat ik net zo lekker in het zonnetje lag en dit soort rustmomenten al zo sporadisch voorkomen) loop ik naar de voordeur. Ik zwiep hem open. “Je hebt toch een sleutel!”, roep ik bits. “Waarom bel je da…” En dan stokt mijn adem. Voor me staat niet mijn echtgenoot. Nou ja, het is hem wel, maar het is hem ook níet. Schaapachtig kijkt hij me aan, alsof hij me wel ziet, maar niet herkent. Zijn hoofd is bebloed, zijn linker arm hangt in een positie die niet natuurlijk is en wanneer hij wat probeert te zeggen, komen er alleen maar onsamenhangende klanken uit. Dan begint hij te huilen en loopt naar binnen. Hij probeert te vertellen, maar zijn zinnen zijn incoherent en zijn mond hangt scheef. Het eerste wat in mij opkomt is: beroerte! Het is er zó ingepeperd tijdens de EHBO cursussen, de drie herkenningssignalen: 1-scheve mond, 2-wartaal, 3-lamme arm. Mijn EHBO-instinct kickt dan ook onmiddellijk in. Stel het slachtoffer gerust, bel 112. En dat doe ik. Ik zet mijn verwarde echtgenoot op de bank alsof hij een kind is en ik zijn moeder en bel de alarmlijn.

 

 

 

Naar het ziekenhuis

Binnen tien minuten arriveert een solo-ambulance. De broeder neemt de zorg van me over en geeft Richard een infuus. Daar zou hij van op moeten knappen, maar het doet vrij weinig. De broeder deelt mijn ongerustheid en belt de meldkamer voor een ‘echte’ ambulance. Ondertussen proberen we erachter te komen wat er gebeurd is. We vermoeden dat Richard gevallen is met de scooter, mede omdat de scooter ook in de kreukels ligt. Maar de toedracht blijft onbekend. Richard herinnert zich niets. Op iedere vraag die hem gesteld wordt, antwoordt hij huilend: “Weet ik niet…” Dan komt Nouri binnen met zijn vriendje van twee huizen verderop en vraagt nieuwsgierig: “Voor wie is die ambulance?” Met het idee dat het voor de buurman is. Onze buurman is een heuse pechvogel en is wel vaker ‘afgevoerd’ met de ambulance. Maar dan ziet Nouri zijn gehavende vader en maakt onmiddellijk het optelsommetje. Zijn gezicht verandert van onbevangen naar zorgelijk en ik zie de paniek in zijn ogen. Ik heb met hem te doen, want hij is al zo gevoelig. Maar tijd om te troosten heb ik niet, want inmiddels is de tweede ambulance ook gearriveerd. Na een korte overdracht tussen de broeders, nemen ze Richard mee. Bizar om je echtgenoot op een brancard de ziekenauto in te zien gaan. Ik kijk naar Nouri en probeer me voor te stellen wat er door hem heen moet gaan. Arme knul.   

Eindelijk, dit doorslaggevende symptoom geeft deze mama de juiste diagnose!

Veerle is vandaag, 14 juni, 10 maanden oud. 10 maanden vol liefde, plezier en chaos. Maar ook 10 maanden vol tranen, angst, onmacht en frustratie. Want het gaat nog steeds bagger, al 10 maanden bagger. Maar dat laatste mag ik niet meer zeggen van de psycholoog… Want jeeetje, ik kom van verrrrrr! Vergeleken bij afgelopen Oktober gaan we nu over roosjes, hele mooie roosjes. Behalve dan dat het alles behalve over roosjes gaat. Maar dat maakt niet uit, er is vooruitgang. En dat is wat telt.

PTSS is a bitch. En veel meer heb ik daar niet over te zeggen. Gewoon een trut. Sinds ik gediagnosticeerd ben met PTSS zijn er ontzettend veel dingen op hun plek gevallen. En weet je wat zo menselijk is, zo typisch?! Dat we allemaal niet in hokjes willen, of opzoek zijn naar een stempel. Maar, diep van binnen ben je juist WEL op zoek naar een stempeltje. Ik in elk geval wel, kwam ik achter. Want, met een stempeltje komt vaak een stappenplan/behandelplan. Een stempeltje betekend vaak dat er IETS aan te doen is.

En voordat ik de stempel kreeg was het maar aftasten wat er dan toch precies was.. Heel lang is het ‘randje postnatale depressie’ geweest en ondanks dat dat misschien wel zo was, voelde het alsof er meer was. Tot ik tegen mijn thuiszorg zei dat ik zo belachelijk vergeetachtig was, maar echt serieus belachelijk. Voorbeeldje: Als ik zondag en maandag 2 hele slechte dagen had, maar dinsdag weer een hele goede, dan zei ik op woensdag tegen de psycholoog dat ik een hele goede week had gehad. Ik kan gewoon niet verder terug denken. Ik kan me niet meer voor de geest halen wat we deden, hoe het ging, wat we aten enz. enz. enz. Echt, FRU-STRE-REND!!!

Anyhow, op dat moment ging er een lichtje branden bij de thuiszorg en ze verzocht me vriendelijk doch dringend dit te melden bij de psycholoog. En inderdaad, dit was voor de psych het ‘doorslaggevende’ symptoom. Een flink aangetast korte termijngeheugen. En daar was mijn stempel, PTSS. Posttraumatische stressstoornis, een hele bek vol. Ik heb nadien thuis gegoogled op de symptomen en daar herkende ik me wel echt enorm in. Bijna eng. Maar.. Er was misschien een oplossing, een idee.. Iets wat we hiervoor nog niet bereikt hadden met ‘randje postnatale depressie’.

Vrijwel direct begon de psych toen over EMDR therapie en hier had ik wel oren naar. Had het veel gehoord om me heen, veel positieve verhalen en ervaringen. We zouden in Juni beginnen met EMDR maar er waren een hoop dingen tussen gekomen, waardoor het nu word opgeschoven naar Juli. En veel langer dan dat wil ik ook niet wachten, want ik voel dat dat is wat ik nodig heb. Elke vezel in mijn lijf schreeuwt om rust. En ik ben van mening dat er een stuk rust terug komt na de nodige EMDR behandelingen.

Ik wil niet meer leven met angst en paniek. Ik wil net als (bijna) elke mama gewoon zelf voor mijn kind zorgen en haar niet hoeven wegbrengen 2x (of vaker) in de week, zodat ik aan mijzelf kan werken en aan mijzelf toe kom. Ik wil zelf mijn huishouden kunnen bijhouden en voor mijn gezin kunnen zorgen. En niet halfgebakken, op z’n elvendertigst (kennen jullie dat?) en met de Franse slag. Ik val of sta met Veerle, big time. Als Veerle goed in haar doen is, ga ik ook lekker. Want dan heb ik de tijd en aandacht voor mijzelf, om er voor te zorgen dat ik niet over mijn grenzen ga. Maar, is Veerle ziek of zit ze in een sprong (zoals nu) dan kan je me opvegen, want daar gaat dan al mijn energie naar toe. Wat overigens normaal is, maar wat ik dus gewoon nog niet aankan. En er zijn nog zo-veel dingen die ik zou willen. De oude Arie weer zijn, afspreken met vrienden, uiteten wanneer we dat willen, spontaan dingen gaan doen en ga zo maar door. Maar dat zijn echt de laagste prioriteiten op mijn lijstje. Ik wil een goede mama zijn en de rest komt daarna wel weer.

Ik heb nu nieuwe medicijnen, voor dagelijks gebruik. Deze zouden er voor moeten zorgen dat de alledaagse prikkels wat minder binnen komen, ik iets beter slaap en over all iets beter in mijn doen ben. Ik slik ze nu een week, en behalve beter slapen merk ik nog weinig. Behalve dan dat ik overdag ook wel heel de dag kan slapen. Maar hey, dat is mama-eigen volgens mij. Haha! Maar ik zal er vast even aan moeten wennen en dan nemen de bijwerkingen vanzelf af. Ik ben heel benieuwd waar ik over 10 maanden vanaf nu sta. Gaan we dan lekker en stabiel? Of is er dan nog altijd een onzekere factor?

Voor nu genieten we waar het kan en vechten we waar het moet. En het is oké als ik iets niet durf, of iets niet aan kan. Het is oké dat ik elke week wel een keer instort. Het is oké dat ik haar 2 dagen naar Oma breng. Het is oké dat ik hulp heb in huis. Het is oké om zo onsociaal als de pest te zijn. Het is oké om nergens meer zin in te hebben. En het is oké om soms in stilte met de gordijnen dicht op bed te liggen omdat je niet meer kan. Het is allemaal oké voor nu, want weet je? Dit heb ik nodig, ook dit is herstel of werken aan herstel. Soms moet ik heel egoïstisch mijzelf op 1 zetten, want anders hebben de andere 2 niks aan mij. Samen slaan we ons er wel doorheen, dat is de afgelopen maanden wel gebleken. Team Vrijheid for the win! We proberen toch ook tijd in te plannen voor leuke dingen, met hoeveel Oxazepam dan ook, we moeten zelf ook eens kunnen ontsnappen uit onze dagelijkse sleur. En gelukkig vinden we daar in ook steeds beter onze weg en laten we PTSS zo min mogelijk de baas spelen over ons en mij. Maar ’t blijft een bitch, geen discussie over mogelijk! Ik vind het enorm fijn dat ik via Instagram zo’n groot platform heb met allemaal papa’s en mama’s, sommige in hetzelfde schuitje en sommige nog in een veel moeilijker schuitje. En sommige in een heerlijk, tevreden en blij schuitje. Met mij zullen en velen zijn die dat kunnen beaamen. Soms is een beetje begrip, een luisterend oor of een klein gebaar alles wat je nodig hebt. Ook dat is menselijk, toch? Je kan het niet altijd maar alleen en op eigen kracht en dat is helemaal niet erg!

 

 

 

  ARIANNE (klik hier voor haar Instagram) 

Dagje dierentuin met een verwende peuter

Dagje Dierentuin met een verwende peuter

 

Hiep hiep hoera, oma wordt 87 jaar. Om dat te vieren wil oma graag met de hele familie op stap. Daar komen al direct twee enorme uitdagingen om de hoek kijken: 1. Bedenk maar eens iets wat iedereen leuk vindt. En met iedereen dan bedoel ik van een oma van 87 tot aan een baby van 0 en alles daartussen. Gelukkig vindt jong en oud het leuk om naar een verzameling levende dieren in een parkachtige omgeving te kijken, dus die uitdaging was snel overwonnen. Het werd de dierentuin. Dan uitdaging 2; vind maar eens een datum waar op iedereen kan. Nou verjaart oma al 87 jaar op dezelfde datum, dus je zou denken dat iedereen er wel rekening mee houdt in de agenda en warempel.. dat bleek ook het geval. Oma blij, pubers blij, verwende peuterdochter blij, baby (die toch nog geen mening heeft) blij. Iedereen blij. So far, so good.

Dus zo geschiedde, we gingen naar de dierentuin. Om de stemming er goed in te krijgen, vroeg ik in de auto nog eens aan Jackie, mijn lieve, verwende peuterdochter van 2,5 jaar of ze wist waar we heen gingen. Ze was helemaal door het dolle heen: “Ja mama, de dierentuin.” Goedzo, ze weet het nog en ze lijkt er zin in te hebb.. “Dinosaurussen!!”  Wacht, wait a minute, dinosaurussen? “Nee schatje, hoe kom je daar nou toch bij?” Oh verrek, de laatste keer dat we naar een dierentuin gingen, was daar inderdaad een tijdelijke dino expositie. “Nee lieve Jackie, er zijn nu geen dinosaurussen.” “Jawehel mama, wél dinosaurussen.” En ik ben nog altijd blij dat blikken van peuterpubers niet kunnen doden, anders had ik op dat moment voor de zoveelste keer het loodje gelegd. Hmmm oké, dit gaat op deze manier een eindeloze discussie worden. Ze moet die dino’s maar zo snel mogelijk uit haar hoofdje zetten. “Maar lieve Jackie, er zijn wel een heleboel andere leuke dieren.” “Eenhoorns?” Zucht.  “Olifanten?” ze kijkt me gelukkig weer triomfantelijk aan met haar liefste gezichtje. “Nee, olifanten heeft deze dierentuin geloof ik niet” fluistert mijn man me toe. “Wat geen olifanten? Welke dierentuin heeft er nou geen olifanten? Wie heeft deze dierentuin eigenlijk uitgezocht?” en voor ik er erg in heb, ben ik al weer in een nieuwe, net zo nutteloze discussie belandt. “Leeuwen dan?” hoor ik vanaf de achterbank. Oh ja, daar moet ik ook nog iemand tevreden stellen. “Ja leeuwen wel.” (please, laten er leeuwen zijn). “Oké” antwoordt Jackie dan. Een ‘oké’ daar moeten we het mee doen. Dat zeg ik, mijn kind is nu al verwend. Even wil ik een verhaal beginnen over zielige kindjes in Afrika, maar daar hebben ze juist heel veel leeuwen, dus aangezien ik al aan mijn max van slechte discussies voor vandaag zit, besluit ik wijselijk mijn mond te houden. Bovendien is Jackie nu blijkbaar tevreden, dus ik laat het hier maar bij.

Eenmaal bij de dierentuin aangekomen, is iedereen al bij de ingang als ik nog luiers sta te verschonen, wagens sta uit te klappen en extra eten in de luiertas loop te proppen. Oké, ik ben zover. Geloof ik. “Naar de leeuwen.” En je weet wel wie dat roept, denk ik zo. Als we in het park zijn, moet iedereen natuurlijk naar het toilet en iemand die zelf vast geen kinderen heeft, heeft bedacht om naast het toilet een springkussen te plaatsen, waardoor ik hemel en aarde moet bewegen om Jackie vervolgens  weer mee te krijgen, want die wil liever de rest van de dag blijven springen. “Kom Jackie, we gaan naar de leeuwen”.

Het blijkt een prachtige, kleinschalige dierentuin, met ruime weidevelden voor de dieren. We zien walibi’s “ik wil naar de leeuwen”, aapjes “mama, zullen we verder gaan naar de leeuwen?” en zelfs witte tijgers “nu gaan we naar de leeuwen, goed idee?”. We lunchen in een mooi picknick park waar ook een oude stadsbus staat en vervolgens komen we dan eindelijk bij het verblijf van de leeuwen. Daar liggen ze, super dichtbij, een hele troep mannetjesleeuwen. “Wow Jackie, zie je de leeuwen? Zie je hoe dichtbij ze zijn? Fijn hè? Dat we nu dan eindelijk bij de leeuwen zijn.” Een antwoord blijft uit, maar dat is vast omdat ze zo onder de indruk is.

We gaan nog even kijken bij de giraffen en de cheeta’s en dan besluiten we weer terug te gaan, want we hebben ook nog ergens gereserveerd om een hapje te eten. In de auto vraag ik zogenaamd heel benieuwd wat Jackie het leukst vond in de dierentuin. “De bus” “Huh? De bus? En de leeuwen dan?” “Nee. Die deden niet eens ‘wraow’.” Om er vervolgens nog aan toe te voegen “De dino’s deden wel ‘wraow’.

 

X Ilse (typically_ilse)

5 dingen die je tijdens de bevalling beter niet tegen je vrouw kunt zeggen

Tijdens de bevalling zijn wij vrouwen nou niet de meest redelijke wezens op aarde. En dat mag, dat is ons goed recht. Bevallen is een natuurlijk proces dus laat ons ook vooral onze natuurlijke gang gaan.  Accepteer het en onderga het. Ga er vooral niet tegenin. Ik herhaal; Niet. Tegenin.  

Wees aanwezig maar ook niet te nadrukkelijk. Steun ons maar alleen waar nodig. Wees lief maar niet te soft. Support maar niet te overdreven. Koester ons maar wordt niet te klef. Snap je? Ja, daar gaan wij wel vanuit. En als handigheidje hebben wij vrouwen hierbij nog een overzicht van de uitspraken of acties die je beter niet kunt doen tijdens de bevalling. Doe er je voordeel mee!

1. “Schat ik wou dat ik het van je kon overnemen.”

Nee. Gewoon niet doen! Dat wil je niet en je kunt het ook niet, dus stop met die onzin.  Wij zijn niet voor niets uitgerust met een baarmoeder, snap je; baar-moeder. Wij baren en worden moeder. Jij hebt geen baarvader!

Daarnaast getuigd het van een enorme zelfkennis dat de vrouwen tijdens de schepping zijn uitgerust met zo’n baarmoeder. Het mannelijke geslacht had dit niet gekund. Hier ligt dus tevens het fundament van de zelfreflectie. Alleen een mannelijke schepper heeft kunnen bedenken dat wij vrouwen hiertegen bestand zijn.

2. “Ik hoor net dat het nog wel even kan duren, ik ga even naar de snackcorner. Jij ook een broodje bal?”

Deze weinig motiverende woorden gaan ons niet verder helpen. In de pijnlijke lijdensweg horen dat het ‘nog wel even duurt’ werkt niet erg opbeurend. Als de centimeters voorbij kruipen, want ja vrouwen denken op die momenten  in centimeters en niet in uren, wil je alleen maar horen dat het bijna zover is.

En buiten dat; hoe kun je nu aan eten denken?! Dat willen wij niet horen, niet ruiken en niet zien. Gewoon niet doen.

3. “Ik heb de familie even op de hoogte gesteld dat we op 7 centimeter zitten!”

We? We zitten op 7 centimeter? Dude, MIJN baarmoeder zit op 7 centimeter. Daar komt geen ‘we’ aan te pas! Bevallen doen we samen, zoals vredig geleerd op de zwangerschapsyoga. Maar in helse pijnen wordt elk vredige samenwerkingsverband snel vergeten. Dit moet de vrouw zelf doen, de verzachtende liefkozende woordjes dat WE dit samen doen verlichten precies helemaal niets.

4. Tijdens het hechten vragen of de gynaecoloog er wat steekjes extra bij kan zetten.

Echt deze flauwe-grote-mannen-kroeg-humor kennen we al. Niet grappig. Zo’n grote bek hadden jullie 9 maanden geleden ook niet tijdens de daad. Die dirty-talk van toen concludeerde iets heel anders over die doorgang down there.

5. Als de baby eindelijk is geboren concluderen dat je vrouw/vriendin weer lekker uit de voeten kan.

Want nee, dat kunnen wij niet. Gekneusd, beurs, opgezwollen of gehecht; we komen allemaal anders uit de strijd. En dat duurt even. Plassen doe je in de douche of met een kannetje op de wc. Gewapend met een mega dik maandverband in de te grote (want hé hij zit zo lekker comfortabel) onderbroek waggelen wij ons van bed naar badkamer en weer terug. Ondertussen ben je de hele dag bezig met voedingen, badjes en verschoningen. O, en vergeet ook de kraamverzorgster niet die te pas en te onpas ‘je onderkantje’ (tijdens de opleiding tot kraamvrouw leer je dus dat een geruïneerde vagina na de bevalling ‘onderkantje’ heet) wilt bekijken. Voeg daaraan toe wat kraamvisite die gedurende de dag allemaal even binnenloopt.  Maar hé; denk vooral dat wij weer heerlijk weer uit de voeten kunnen! Soort van me-time momentjes.

Heb jij daarnaast ook nog echte no-go’s voor de papa’s tijdens de bevalling? Stuur ze ons op, laten we deze bundelen in een handboek!

 

En dan verlaat je dus het ziekenhuis mèt kind, die angst dat ze ons afgenomen wordt blijft aanwezig

In mijn vorige blogs heb ik jullie verteld over het verlies van onze drie kinderen. Zwangerschap, blijdschap, angst, vroeggeboorte, verlies, miskraam en als laatst een stukje hoop. Klik hier voor mijn vorige blog.

Eind maart kreeg ik in het VU de abdominale cerclage, ons laatste stukje hoop om een zwangerschap te mogen en te kunnen voldragen. Eind april zag de controle er goed uit, groen licht dus. Aan de ene kant wilde ik zo snel mogelijk zwanger worden en aan de andere kant mocht het van mij ook nog héél lang duren. Snel omdat we er dan inzitten en eerder een antwoord hebben, een antwoord of het gaat lukken. En lang duren omdat ik stiekem heel bang ben voor het antwoord. Maar voordat we er over na konden denken was het al raak. De trein begint weer te rijden, maar naar welk eindstation blijft een verrassing. Mensen die mij kennen weten dat ik het liefst alles van te voren weet, zodat ik er vast rekening mee kan houden ‘ik houd niet van verrassingen’. Maar dit is te groot, te broos, te bijzonder en te kwetsbaar en tegelijkertijd zo eng!! Welk station het ook zal gaan worden we hebben er echt alles aan gedaan om onze wens te vervullen.

De eerste babyecho. Spannend, de test zegt wel dat ik zwanger ben en ik kots de longen uit mijn lijf, maar zit er wel echt iets? Ik denk dat de moeders onder ons dit wel herkennen. Het is zo iets ongrijpbaars. En dan kijk je vol verwachting naar het scherm als ze de echo maken en wat zie je? Een stip met een knipperlicht/ Ik vraag mezelf af of dit toch nog goed gaat komen. Maar wauw!!! Dat knipperlichtje is zó welkom…. Bizar hoe snel een kindje zich kan ontwikkelen in een echt mensje. Waar ik zo van baal is dat ik het super lastig vind om echt te genieten van een echo. Ik zie op een scherm een kindje en hoop alleen maar dat dit kindje bij ons mag blijven en ik baal ervan dat ik mezelf dit moet af vragen. Het liefst kijk ik er naar en omarm het met al mijn liefde voor dit kleine mensje, maar dit lukt nog niet zo goed, beter gezegd: Dit durf ik niet zo goed, bang dat het me ‘weer’ ontglipt. Wat voor de meeste geldt, is dat je 12 weken je mond houdt, want dan ben je uit de ‘gevaren zone’. Dit heeft voor ons wel een andere dementie gekregen. De gevarenzone is pas voorbij als je een gezond kindje in je armen hebt, en dan nog. We vonden het alleen een beetje gek om niemand wat te zeggen tot dat het gezond en wel geboren zou zijn met 40 weken. Nee alle gekheid op een stokje, het is en blijft één groot wonder en ik hoop dat mensen dit niet vergeten. Nu ben ik me er ook bewust van dat als ik deze rugzak niet had, ik er misschien ook anders in zou staan. Dus blijf ik lekker zeggen dat het één groot wonder is en dat niks vanzelfsprekend is. ‘Herinner je gister, droom over morgen, maar leef vandaag’ Maar och, ik kan jullie wel vertellen dat ik er van droom die 40 weken überhaupt te halen, zo’n magische getal. Ik lees vaak dat vrouwen die zwanger zijn schrijven: ‘Pffff ik ben er zo klaar mee wanneer kom je nou.’ En dan denk ik: ‘Wow, ik wou dat ik het überhaupt zou halen!’ En stiekem denk ik echt: ‘Zeik wijf, wees blij’. Dus dit keer hoop ik gewoon lekker 40 weken te halen en dat ik ook zo’n ‘waar blijf je nou’ berichtje kan plaatsen, gewoon omdat het dan kan. Maar aller eerst kijken wij uit naar onze eerste mijlpaal en dat is voor ons 24 weken. Met 24 weken is het kindje levensvatbaar, veel te vroeg en zo weinig kans maar er is een kans. Onze tweeling kwam op de dag af ook met 24 weken. En ik ben dankbaar dat we de tijd die we met ze hadden genoten. Een week eerder en we hadden die tijd niet gehad. Daarom is de eerste mijlpaal 24 weken. Wat er vanaf nu eigenlijk gaat gebeuren is dat ik vanaf nu (14 weken) wekelijks protulon injecties krijg. Dit is een hormoon wat er voor zorgt dat de baarmoeder rustig blijft. De cerclage zit er in. Verder is het naast de ‘gewone’ controles goed luisteren naar mijn lichaam. Als er zich dingen voordoen moet ik direct contact opnemen en dan kijken we wat we gaan doen. Stap voor stap… Met 20 weken stop ik met werken en zal ik leven als een ‘oude oma’.

24 weken

En opeens was ik daar, alweer 24 weken. Onze eerste echte mijlpaal en ik heb het gewoon gehaald. Vanaf 20 weken lag ik al plat. Wat ik gedaan heb de afgelopen vier weken? NIKS! De dagen aftellen totdat ik bij de 24 weken was. Liggen, coconnen en hopen dat ons kleintje morgen nog warm bij mij zit. Het gevoel van: ‘Laat mij broeden en stoor me niet, ik zie jullie allemaal wel weer als zij geboren is’. Als ik het zo nalees klinkt het alsof dit een soort ‘oer’ instinct was. Ik wilde het zo graag helemaal voltooien dat ik me vooral daar op focuste en er niks bij kon hebben. Op naar onze volgende mijlpaal, 27 weken. Met 27 weken werd onze eerste zoon geboren… Weer zon getal waar ik zo graag over heen wil.

27 weken

Ze zat er nog….WAUW. Ook gelijk een controle. Ze keken naar de cerclage en naar de lengte van de baarmoederhals, bibber de bibber. Maar tot onze grote verbazing zat dit allemaal nog steeds helemaal goed en was alles zoals het hoort te zijn. En ja, ik weet dat het er morgen anders uit kan zien, maar voor nu zit het goed en dat met 27 weken. Nu begint er echt een rare tijd, vanaf nu zijn we nooit verder gekomen. Tot 27 weken is een soort van bekend terrein. We zaten ook te bedenken wat onze volgende mijlpaal zal zijn, maar we zijn tot de conclusie gekomen dat we die niet hebben. Die 27 was al zo’n magische getal, gehoopt maar nooit gedacht deze te halen. En ja we kijken uit naar die 30, maar eigenlijk is voor ons nu toch elke dag een mijlpaal.

30 weken

Man man man!! 30 Weken, wie had dat gedacht? Ik zal niet zeggen dat het hier over roosjes gaat, want de harde buiken, pijn en druk  op de cerclage waren toch wel begonnen. In het VU was de cerclage geplaatst maar ik ben onder behandeling van het AMC en ik heb gelijk de eer dat ik de eerste hier ben met deze vorm van cerclage. Het moeilijk van deze vorm is dat je eigenlijk geen ontsluiting kan krijgen. Mocht het lichaam dit wel willen door weeën op te wekken, dan is het gevaar dat deze cerclage kan scheuren. Ik hoef jullie denk ik niet te vertellen wat voor gevolgen dit kan hebben, vooral voor mij. In samenspraak met de artsen kijken we gewoon heel goed hoe het met mij gaat, wat ik voel en hoe lang ik het volhoud met de daarbij genomen risico’s. Genoeg is genoeg en dat betekent dat ze gehaald zou worden. Gewoon bevallen kan niet omdat de cerclage heel hoog zit, het zal dus altijd een keizersnee worden. Maar jongens! Ik ben al zo ver.

36 weken

Op 36 weken op een unieke dag ‘vrijdag de 13de’ is onze dochter geboren ‘Djazz Ruby’. Donderdag 12 januari voelde ik wederom meer druk op de cerclage en ik had veel harde buiken. Ik besloot aan de bel te trekken en naar het ziekenhuis te gaan. Steeds had ik (op het laatst) in mijn hoofd: ‘Als ik die 36 weken maar haal’. En wat was ik blij dat ik die bijna gehaald had. Het was alsof ik me toen pas kon overgeven door te zeggen: ’Deze pijn is niet meer aanvaardbaar’. In het ziekenhuis hebben we daarom ook overlegd voor de longrijping en deze gekregen. Longrijping heeft een inwerktijd van 48 uur en werkt 10 dagen. Toen de spuiten erin zaten dacht ik alleen maar: ‘Nog even volhouden, in ieder geval die 48 uur.’ Ondertussen werden de harde buiken wat vervelender, maar ik liet me niet kennen, die 48 uur waren immers nog niet gepasseerd. De volgende ochtend werd het nog wat heftiger dan ik had gepland. ‘Volhouden’, dacht ik! Tot dat ze me aan een CTG-scan legden. Oeps… die pieken om de twee minuten kon ik niet verbloemen. Een paar keer kwamen ze vragen of het wel ging. ‘Ja hoor, het gaat prima’, zei ik zwetend. Tot de arts kwam en ze zei dat toegeven niet mijn sterkste kant is, maar dat we nu niet langer meer gaan wachten. Met deze frequentie en duur van zwangerschap is het het risico niet meer waard. ‘Hoe bedoel je?’, vroeg ik nog? “We gaan je dochter halen!” WHAT? ‘Straks?’ ’Ja binnen nu en 2 uurtjes.’ Maar de longrijping zit nog niet goed. Paniek!! Oke, ik moest even schakelen maar er kwam ook gelijk een soort van rust over me heen. Ik had het gered, 36 weken. Ik moest Tay bellen en vanaf toen ging alles in een stroomversnelling. Tay was nog niet binnen of hij kreeg zijn operatiekleding aan en we konden vertrekken. Vanaf het moment dat er gezegd werd dat ze vandaag zou komen tot het moment dat ze er was zat twee uur tijd. Het voordeel is dat je geen tijd hebt om er tegen op te zien, maar aan de andere kant ging het zo snel dat je maar half beseft wat er allemaal gebeurt. Eenmaal op de operatietafel met de ingewerkte verdoving, kon het beginnen. Wat een gek gevoel, je voelt geen pijn maar wel getrek en geduw in je lichaam, zo bizar. Ik denk dat het op zijn langst 10 minuten duurde totdat ze ons meisje omhoog hielden. Ze werd gelijk meegenomen omdat ze toch vier weken te vroeg geboren is. De kinderarts heeft haar helemaal nagekeken en binnen 10 minuten kwam Tay terug met onze dochter en werd ze bij mij gelegd. Voor mij een moment van paniek, was alles wel goed? Hoefde ze dan niet in de couveuse? Moest ze niet aan de beademing? Er werd alleen maar gezegd: ‘Ze is helemaal gezond, ze mag bij jou liggen.’ Ik kan jullie vertellen dat dat wel één van de onwerkelijkste momenten is geweest. Ik ben gewend dat onze kinderen gelijk meegenomen worden en ik ze pas terug zie in een couveuse aan toeters en bellen. En nu lag er een klein mooi meisje op mijn borst zonder ook maar een slangetje of plakkertje op haar lijfje, kon dit wel? Had ze dan echt niks nodig?

Toen ik eenmaal gehecht was werd ik naar de uitslaapkamer gebracht waar we met zijn drieën even konden bijkomen. We knepen onszelf of het echt geen droom is. Zo gek allemaal en wat lijkt ze op haar grote broer Gyan, heel bijzonder. Daar lag ik dan, op de kraamafdeling met een wiegje naast me bed met onze dochter erin. Ik kon haar gewoon aanraken zonder eerst mijn handen te ontsmetten, ik kon haar gewoon zien zonder alle toeters en bellen en het fijnst, ik kon haar wanneer ik wilde uit haar wiegje tillen en vast houden. De eerste nacht hebben we alleen maar liggen kijken en wel 10000x gecheckt of ze nog wel ademende. En dan verlaat je dus het ziekenhuis mèt kind… ik vond dat zo’n emotioneel moment. In de auto kon ik alleen maar huilen. Wie had ooit gedacht dat we met zijn drieën naar huis zouden gaan? Zoveel ontlading. Een droom wat werkelijkheid is geworden. Zoals bij iedere ouder is alles nieuw en spannend, maar doordat we onze andere mooie lieve kleine hummels weg hebben moeten brengen zit er zo’n lading en angst aan. Ons meisje heeft inmiddels haar broertjes en zusje overleefd, hoe gek is dat? Nu we deze mijlpaal weer hebben bereikt krijg ik iets meer vertrouwen, zou ze dan echt mogen blijven bij ons? Die angst dat ze ons afgenomen wordt is nog heel moeilijk naast me neer te leggen, het is te vaak gebeurd…En oh wat mis ik het om onbevangen happy te zijn. Happy ben ik zeker, ik geniet volop van onze kleine meid maar onbevangen happy? Dat gevoel wat ik had bij de geboorte van de eerste (wetend dat hij te vroeg kwam maar onwetend wat ons allemaal te wachten stond) dat euforische, dat heb ik niet meer en dat vind ik zo jammer. Maar lieve mensen, dankbaarheid overheerst! Wat was het een lange pittige en vooral mega spannende zwangerschap. Wekelijks spuiten in mijn bil, een cerclage die steeds pijn deed en de helft van de tijd plat gelegen niet wetend hoe het af zou lopen. Maar WAUWWW het was het allemaal waard. Drie en half jaar van blijdschap, angst, hoop, verdriet en afscheid van onze drie kindjes. Toch zijn we er samen in blijven geloven. En doordat we samen sterk staan en de moed niet hebben opgegeven ligt er nu een heel mooi meisje naast ons: ‘DJAZZ RUBY’

WONDEREN BESTAAN

GABY (klik hier voor haar Instagram)

Alarm op Instagram: zogenaamde ‘health coaches’ beloven zelfs Anorexiapatiënten kilo’s af te vallen

Zo ook onze mamablogster Michelle! Na uitgebreid onderzoek van profiel, zag de coach dat onze dame gevoelig is voor afvallen. Het anorexiaverhaal staat er duidelijk op… En dan slaat ze toe..

 

 

 

Iedereen kent ze wel, de zogenaamde health coaches die je benaderen via Facebook of Instagram.
Ze vragen of je toevallig ook health coach wilt worden of dat ze jou kunnen helpen met een gezondere leefstijl en afvallen. De afgelopen anderhalf jaar ben ik behoorlijk wat keren benaderd door deze health coaches. Op mijn meest zwakste momenten in mijn eetstoornis werd ik benaderd, soms leek het wel of dat bewust was …. Maar dat is mijn gevoel en zeker weten doe ik dat natuurlijk niet. Maar het benaderen van mensen vind ik eigenlijk al fout. Waarom moeten deze health coaches jou deze berichten sturen. Niemand weet wat er achter het andere scherm zit. Zit daar een sterke vrouw die zich niet gek laat maken, of zit daar een onzeker meisje of vrouw die wanhopig opzoek is naar het ideale plaatje.  

 

 

Want geef toe sinds sociale media er is, wordt er een ideaal plaatje geschetst, ook al weten we ergens dat dit geen realiteit is, toch willen we hier naar streven.
De één op een sterkere manier dan de ander, met daarbij dus grote gevolgen. Nu heb ik zelf een eetstoornis en behoor ik dus tot het gevoeliger zijn voor dit soort berichten. Bij mij gaan de alarmbellen rinkelen en komt mijn eetstoornis flink om de hoek kijken. “Zie je wel ik ben nog te dik, ik ben niet goed genoeg. Ik moet nog meer afvallen. Anders benaderen ze mij toch niet.” Maar ik ga hier tegen in, omdat ik echt beter wil worden en daar nu heel hard voor vecht en blijf vechten. Toch ben ik in het verleden door dit soort benaderingen dingen gaan proberen. Ik bestelde de zogenaamde afval pillen bij dit soort coaches, afvallen deed ik er niet door. Ik werd er ziek van en ik kreeg lichamelijke klachten. 

 

 

Nu zijn er natuurlijk ook echte health coaches, maar naar mijn mening zijn dat de diëtisten en personal trainers die eerst kennis met jou maken. Jouw lichamelijke toestand analyseren en dan een plan met jou maken.
En niet achter een scherm zonder echt contact en alleen het idee om geld te verdienen. 

 

 

Nu zullen veel mensen ook denken: Maar het overgewicht is de afgelopen jaren toegenomen bij volwassen en kinderen. Dat klopt, daar ben ik het zeker mee eens. En natuurlijk moet daar iets aan gedaan worden. Maar wel op een gezonde manier. Wij willen ons kinderen toch niet in het ideale hokje stoppen?
Een gezonde leefstijl begint bij gezonde voeding en beweging en hier hebben we dus onze diëtisten en personal trainers voor. Die ook zullen aangeven als je aan het doorslaan bent. En die geen wonderpil voorstellen… Hocus Spocus. Was het maar zo gemakkelijk! En is het niet veel belangrijker dat we uiteindelijk ook gelukkig met ons zelf zijn zoals we zijn? De ene persoon is lang de andere is klein, de één is wat steviger en de ander heeft een smaller postuur. Het heeft ook veel te maken met de genen die je hebt mee gekregen. En voor de mensen die denken: “Makkelijk praten voor jou omdat jij te licht bent.” Ook ik heb acht jaar geleden aan de andere kant van de eetstoornis gestaan en ik ben 30 kilo zwaarder geweest als nu. Maar om nou te zeggen dat ik me nu met mijn lichaam gelukkiger voel kan ik niet. Ik heb nu enorm veel lichamelijke klachten, ik kan veel minder en heb hierdoor een aantal keer de dood in de ogen gekeken. Streven naar het ideale beeld en me laten verleiden door de zogenaamde afvalpillen die mij werden aangeboden. Ook ik weet dat een gezonde voeding en gezonde beweging mij veel verder in het leven zal gaan brengen als mijn ongezonde anorexia levensstijl. Helaas heb ik alleen nog veel tijd nodig om daar naar toe te groeien en angsten moet overwinnen. En deze weg gun ik niemand. De jonge meiden die nu lekker nog aan het buitenspelen zijn moeten zo veel mogelijk zorgeloos kunnen opgroeien, zonder zich druk te hoeven maken over hij ze er uit moeten zien. En ik wil niet alle health coaches tegen hun schenen aan schoppen, maar wel die alleen via Instagram met pillen opereren. Maak kennis met jouw coach, kijk wie je voor je hebt en wat deze persoon allemaal heeft gestudeerd en geleerd. Elk persoon is anders en zal net iets anders nodig hebben. Creëer eer echt een gezonde levensstijl. En vooral belangrijk laat iemand zelf beslissen om iets aan zijn levensstijl te doen. Zij moeten zelf de stap willen zetten om iets om te gooien en hoeven hier niet benaderd voor te worden. En dan notabene via Instagram! 

 

 MICHELLE (klik hier voor haar Instagram)