Help, ik ben in één keer zwanger!

Kinderen zijn vanaf de basisschool al mijn pure geluksmomentjes. Ik speelde (moederde) vaak met de kleintjes uit groep 1/2 toen ik nog in groep 6 zat, ik was dol op mijn jongere neefjes en nichtjes en de buurkinderen liet ik ook niet met rust. Ik heb ook nog een jonger zusje, maar die vond ik in mijn kindertijd maar irritant. Nu is ze mijn beste vriendin hoor! In de vriendenboekjes bij de vraag: ‘wat wil je later worden?’ was mijn standaard antwoord: moeder en kinderleidster. Het was meer dan duidelijk en logisch dat ik na de middelbare school ging studeren tot pedagogisch medewerkster.

Inmiddels werk ik al bijna 8 jaar in de kinderopvang, voornamelijk op de babygroep. Daarnaast doe ik ook nog een opleiding tot kraamverzorgster. Die heb ik nu wel even op pauze gezet en wil ik die begin volgend jaar weer oppakken. Je leest het al, mijn leven draait gewoon om kinderen (BABY’S). Ik wilde ook al kinderen vanaf het moment dat je kinderen kan krijgen, dat is natuurlijk een beetje gek, dus heb ik toch nog maar even gewacht. Ik moest natuurlijk ook nog de juiste man tegenkomen.

Maar goed, nu is het zo ver! Mijn grootste droom komt uit, ik word moeder!! Ik kan nog steeds niet aan het idee wennen. Het is ook allemaal heel snel gegaan. Maar dan ook echt heel snel. Als in, stoppen met de pil en in die week zwanger worden. Wie had dat ooit gedacht? Nou ik niet. Ik ben al meer dan de helft van mijn leven aan de pil en ik dacht écht dat het dus wel even duurde bij mij. Het was ook erg schrikken toen we er achter kwamen en we hadden beide even tijd nodig om het te laten bezinken. Natuuuurlijk was ik super blij, ik ben vruchtbaar (en hoe) en ik kan dus een kind dragen. Maar de realiteit klapte ook wel in mijn gezicht. Shit, we worden ouders en al zó snel. Hoe moet het met onze studies, hebben we genoeg ruimte in huis, hebben we straks nog vrijheid? Al snel draaide we bij en dachten we beide: we kunnen dit, we willen dit en we gaan hier 1000% voor! 

Ellery is gelukkig ook dol op kinderen en kinderen ook dol op hem. Hij is druk en ik ben rustig. Maar hij maakt kinderen óók super druk, maar dan echt zonder grenzen druk. Ik heb hem zo vaak moeten terugroepen van; ‘Babe doe je even rustig?’ of ‘Je kan ook gewoon zeggen dat je even pauze houdt he’. Daar moeten we nog even wat aan werken, komt wel goed, hij is in ieder geval geschikt (inkoppertje, leger reclame, vakje geschikt). 

De zwangerschap loopt tot nu toe zonder complicaties. Ik heb amper kwaaltjes en ook nog nooit gehad. Vanaf week 18/19 kan ik ons meisje voelen, dus viel die onzekerheid van de weken daarvoor ook van onze schouders af. Daarvoor leefde we echt van afspraak naar afspraak met de verloskundige. Juist omdat ik me zo goed voel, wat natuurlijk heel fijn is, had ik niet het idee dat ik zwanger was. Ik was nog super slank, niet misselijk, geen slechte huid ect. Ik was weken gewoon de oude, op wat vollere borsten na (ik had een Acup, dus dikke prima). En toen opeens kwam dat buikje met ongeveer 20 weken en dat is nu al een buik geworden hoor. Ik word dikker en dikker, dat is nog best een puntje vind ik. Ik ben altijd slank geweest, dus dat is best gekkig hoor. Natuurlijk is het voor een goed doel, maar ik hoop dat je snapt wat ik bedoel. Het is best gek om jezelf ‘dik’ in de spiegel te zien. En ik wil helemaal niet lelijk doen over wat volslankere of dikkere mannen/vrouwen, begrijp me niet verkeerd! Iedereen is mooi hoe hij/zij is. Maar ik ben altijd dun/slank geweest, dus nu is het even wennen. En dat wennen is nog lang niet klaar, want ik zal alleen nog maar dikker worden. Nog maar korter dan 14 weken en dan is het zo ver! We zijn al druk bezig met de babykamer, we hebben net onze babymoon geboekt en we moeten ons appartement nog babyproof maken. Ook ben ik aan het twijfelen of een zwangerschapscursus wat voor mij is en dan heb je ook nog een naam die gekozen moet worden, ja die weten we nog niet helemaal. En dan ben ik nog geen eens begonnen over spullen/kleren/hebbe dingetjes die gekocht moeten worden. Voor nu ligt alles wat we hebben qua spullen in de box, wel geordend hoor. Naja eerlijk gezegd heb ik dat pas afgelopen weekend gedaan. Maar goed, er staat ons nog zó veel te wachten. Gelukkig is Ellery heel lief voor mij, mijn zwangerschapsdemente hoofd en hij doet heel veel in huis, klussen dan he, schoonmaken is een ander verhaal.

Ik hoop dat ik jullie op de hoogte mag houden met blogs over verschillende onderwerpen, niks is te gek. Ik ben jong, word voor de eerste keer moeder, maar heb toch al heel veel ervaring met kinderen en met name baby’s. Top combi toch?

Liefs,

Rebecca

Alle alarmbellen gaan af in een vrouwenlichaam als een baby huilt of iemand ‘MAMA!’ roept

Alle alarmbellen gaan af in een vrouwenlichaam als een baby huilt of iemand ‘MAMA!’ roept.

“Ik moet nog boodschappen doen, een cadeautje kopen en een pakketje afhalen. Zou jij dan kunnen stofzuigen?” Niemand kijkt op. Terwijl ik alle flessen verzamel voor de glasbak, roept mijn jongste zoon: “Klaarrr!” Ik haast me in mijn jas naar het toilet. Een kwartier later zit ik dan eindelijk in de auto, onderweg naar de supermarkt. Eenmaal thuis kom ik erachter dat ik het pakketje ben vergeten, en er is niet eens gestofzuigd. “Moet ik hier nu alles doen?” roep ik boos. Mijn man kijkt eindelijk op van zijn telefoon. “Zei je wat?”

Èn die carrière èn perfect moederschap

“Ik heb last van paniekaanvallen. Het lijkt soms wel of ik stik,” vertelde ik mijn huisarts. “Het is ook verstikkend, moederschap,” was haar eerste reactie. Ik keek haar vragend aan en ze pakte een groot wit wel. “Kijk, dit is wat er gebeurt als een vrouw moeder.” Ik volgde haar hand die 2 witte vierkanten tekende. Het ene vierkant was ik en het andere vlak mijn man. Tussen deze 4 lijnen tekende ze een klein vierkant en kleurde het zwart. “Dit is er wat er aan ruimte overblijft voor jezelf als een vrouw kinderen krijgt.” Ze wees naar het kleine zwarte vlakje. Al het wit eromheen vertegenwoordigde de ruimte die het moederschap innam. “Bij een man is het net andersom, daar is het kleine donkere vlakje de plaats die kids innemen en het grote lege vlak is zijn bewegingsruimte. Denk aan carrière, sport, sociale contacten. Jij propt dat allemaal in het kleine vlakje, en nu benauwt het je letterlijk.” Niet veel later liep ik naar huis met deze tekening in mijn tas en de opdracht meer ruimte voor mezelf te creëren. Ik stortte mij volledig op mijn werk. Niet dat het grote witte vierkant kleiner werd, nee het werd èn die carrière èn perfect moederschap.

De feiten op een rij

Natuurlijk vond ik het verhaal van mijn huisarts een beetje overdreven. Maar in de loop der jaren ben ik genoeg feitjes tegengekomen over het verschil tussen vaders en moeders. Zo blijkt uit onderzoek van Georgia Southern University dan mannen nauwelijks minder nachtrust ervaren als kersverse ouder. Terwijl 48% van de onderzochte moeders de helft van de maand kampen met vermoeidheidsklachten (bron: ouders van nu). 

Daarnaast publiceerde het CBS in 2016 onderzoeksresultaten die bevestigen dat moeders meer stress ervaren. Hoewel mannen en vrouwen evenveel vrijetijd hebben, ervaren moeders deze tijd niet als tijd voor zichzelf.

Moeders staan altijd ‘aan’

Maar wiens schuld is het nu eigenlijk? Dat van de mannen? Nee, ik moet het toch voor ze opnemen. Zij beschermen zich over het algemeen een stuk beter tegen stress. Ze slaan geen oneindig lange 

to-do lijstjes op in hun hoofd. Wringen zich niet in allerlei bochten om mee te gaan naar de kinderboerderij als hulpouder. En voelen zich daar ook totaal niet schuldig over. Ook vinden ze het geen probleem als de afwas een avondje blijft staan. 

Eigenlijk kunnen wij vrouwen nog best veel leren van het andere geslacht. Zo beschikken mannen volgens huwelijks expert Mark Gungor over een ‘nothing box’. Een plek waar zij in gedachten naar kunnen afdwalen om even aan ‘helemaal niks’ te denken. Dat is voor de meeste vrouwen onmogelijk. Mannen schijnen dit zelfs te kunnen doen in het bijzijn van hun gezin. Biologisch gezien niet haalbaar voor een vrouw. Alle alarmbellen gaan af in een vrouwenlichaam als een baby huilt of iemand ‘MAMA!’ roept. Het onderzoek van CBS bevestigt dit: moeders staan altijd ‘aan’.

Wat kunnen we dan wel doen? 

Nee, je hoeft je planning niet los te laten. Vele gezinnen gedijen het beste op rust en regelmaat. Die lijstjes hebben dus toch nut! Wat we wel kunnen proberen om de hectiek van het dagelijks leven het hoofd te bieden, is simpelweg minder inplannen. Bekijk je weekplanning en schrap minimaal 25%. Er zijn afspraken die je MOET doen, afspraken die je ZOU KUNNEN doen en afspraken die een ANDER kan overnemen of helemaal uit je agenda kunt schrappen. Dat betekent dat je vaker NEE moet zeggen. Zorg ervoor dat de afspraken zoals me-time en yoga, de laatste afspraken zijn die jij afzegt. Hierdoor ontstaat ademruimte wat ervoor zorgt dat moederschap niet een aaneenschakeling wordt van klusjes, maar ook jij regelmatig kunt wegdromen.

 

De eerste nacht na het nieuws dat mijn kind leukemie heeft

Nikki heeft een infuus gekregen met pijnstilling. En ik heb letterlijk geen oog dicht gedaan. Er gingen zo veel dingen door mijn hoofd. Ik ben nog nooit zo vreselijk bang geweest. Hoe kan ik Nikki hierin steunen als ik er zelf bang voor ben? Kan ze dit uberhaupt overleven? 

 

Die ochtend was het dan zover, de ambulance stond klaar om ons naar het Prinses Máxima Centrum in Utrecht te brengen. Nikki heeft die rit wel 30 keer gezegd dat ze naar huis en niet naar het ziekenhuis wilde. Ze wilde ook naar school. Ze was zo onwijs bang en verdrietig. Gelukkig heeft ze tijdens de rit eventjes geslapen, en wat vlog’s bekeken. De rit duurde voor ons gevoel dagen. Onderweg naar een plek waar je eigenlijk niet wilt zijn. 

Iedereen heeft zo haar loedermoedermomentje, toch!?

Wanneer iemand binnen een mamagroep durft om eerlijk op te biechten welke blunder ze gemaakt heeft zal je zien dat de rest snel volgt. We zijn immers allemaal mensen en maken dus ook fouten, ik heb geen ogen in mijn achterhoofd, twee kinderen en dus moet soms je keuzes maken. En soms maak je de verkeerde.. 

Een tijdje terug kreeg Joey het voor elkaar een om een playmobile zwaard in haar oor te steken. Waar ik bij Depp nog de kleine onderdelen van de playmobile netjes apart hield ligt nu álles door elkaar. (Dat is eigenlijk ook een van mijn geheimen waar ik bij de eerste eindeloos oefende met woorden etc schiet het er bij de tweede nogal bij in..) Maar goed ze rende rond met dat ding en ik had geen zin om het af te pakken, sterker nog ik dacht ‘wat fijn dat ze zo oud is dat ze niet meer alles in haar mond stopt’. Nou dat was de goden verzoeken natuurlijk want niet veel later begon ze te gillen en liep het bloed uit haar oor. Ik ben me helemaal de pleuris geschrokken en als een gek naar de huisarts gereden waar ik behoorlijk gegeneerd mijn verhaal deed. Alles  bleek gelukkig heel en alleen de gehoorgang was beschadigd, het trommelvlies niet. Ik was bang dat ze misschien haar hersenen had geperforeerd maar dat bleek een overdreven om niet te zeggen onmogelijk idiote angst. Gelukkig.

Maar goed. Ze zat in de dagen erna te zeuren over pijn aan haar oor. Ik denk dat krijg je ervan als je zwaarden in je oor stopt Henkie. Er was niets aan de hand had de huisarts gezegd, dus ik liet haar maar piepen. Totdat ze koorts kreeg en echt ziek werd. Wat bleek, twee ontstoken oren. Wat moet mijn meisje daar last van hebben gehad, en als ze naar mama kwam om hulp te vragen kreeg ze die niet. Ik schaamde me kapot!

Twee weken later werd onze schutting vervangen, omdat Joey de hele tijd de tuin van de buren in liep om daar al het vogelzaad op te eten besloot ik ons balkon af te sluiten. Aan onze woonkamer zit een balkon/terras en vanaf daar loop je naar beneden te tuin in. Ik zette een van de hardhouten vlonders voor de trap naar beneden zodat ze alleen op het balkon kon spelen en de tuin dus niet in kon. ‘Zou dat wel stevig staan?’ dacht ik nog.

Je raad het al. Ze wilde toch de tuin in en trok de vlonder omver. Hoe ze het deed weet ik niet maar ze kwam vast te zitten tussen de vlonder en de muur. Alleen haar hoofd stak er bovenuit en er was geen beweging in te krijgen! De balustrade blokkeerde de vlonder naar voren toe en haar hoofd blokkeerde de manier om dat ding eraf te tillen. In paniek riep ik om hulp want ik kon haar niet laten zitten met dat zware ding in dr nek. Een buurvrouw klom over de schutting om me te helpen en ik kon haar gelukkig losmaken. Wederom niet een van mijn meest trotse momenten als mama.

Bij beiden kinderen liet in mijn telefoon op hun hoofd vallen in mijn enthousiasme om mooie foto’s van mijn prachtige newborns te maken. En bij de struggel om ze in het autostoeltje te krijgen heb ik regelmatig een hoofd tegen de deurpost gebeukt. Een is uit ons bed gevallen maar gelukkig kunnen ze tegen een stootje, kennelijk.

Zo doen we allemaal ons best denk ik, maar soms gaat het niet zoals je verwacht of hoopt. Soms ben ik moe en heb ik geen zin om te koken of op te ruimen, of de strijd aan te gaan over wie er moet opruimen. Geen zin om een boekje voor te lezen en is het TV een prima alternatief. Of even ruiken aan je kind om te kijken of je een keer het badje over kan slaan. Ik ben vast niet de enige die dit soort dingen doet, toch? Hebben jullie nog wat op te biechten?

Nooit meer onbezorgd zwanger, phoe heftig!

Dat ik nooit meer onbezorgd de eerste drie maanden van een zwangerschap zou doorkomen wist ik al na mijn eerdere miskramen. En dat ik tot de twintig weken bang zou zijn dat het kindje zomaar zou kunnen overlijden en geboren kon worden ook. Dat heb ik meegemaakt in mijn vorige zwangerschap. Mijn zoontje is toen overleden na het veel te vroeg breken van de vliezen. Momenteel ben ik 23 weken zwanger. Dat mijn gedachtes en gevoel totaal niet meer rationeel samenwerken na het verlies van een kindje en het vervolgens verwerken van een nieuwe zwangerschap had ik niet voorzien. Althans, niet in deze mate. Het valt mij namelijk zoveel zwaarder dan gedacht. Het schuldgevoel is enorm, het verdriet om mijn verloren kindje groter en het nog niet over kunnen geven aan de oneindige liefde voor dit kindje voelt als falen.

 

Mijn hoofd kan mijn gevoel niet meer bijbenen en andersom. Mijn lijf zit in een constante spanning. Bang om ook dit kindje te verliezen. Bang om signalen te missen. Mijn hart voelt te strak ingesnoerd. Niet in staat om de onvoorwaardelijke liefde voor dit kindje te voelen. Bij elkaar gebonden omdat het uit elkaar is gevallen na het verlies van Isaac. Een hart dat al gebutst is, omdat ik ook nog een dochter heb die ook die onvoorwaardelijke liefde en aandacht verdient. Ik heb nu het gevoel dat ik haar dat niet altijd even goed kan bieden tussen het verdriet en de nieuwe zwangerschap. Mijn hoofd maakt overuren. Gedachtes gaan door elkaar en ik kan zo’n groot deel van de tijd niet helder nadenken. Natuurlijk hoort dat deels bij een zwangerschap. En helemaal na verlies. Maar de constante olifant op mijn borst maakt me bang. Bang dat mijn moederliefde een achterstand oploopt. Boos dat ik niet in staat ben om mij op dit moment volledig over te geven aan mijn zwangerschap en daar oprecht van te genieten. Boos ook omdat juist IK weet hoe groot het verlangen kan zijn naar een kindje en dat je er dan van hoort te genieten als het zover is.

Onze zoon is een muzikaal talent, ik weet niet of ik moet lachen of huilen…

Mijn dochter zit op dansles, in een cultureel centrum hier in de stad. Op een middag hadden zij ‘workshops’ voor basisschool kinderen. Er was iemand van het toneel, van de dansclub en er was een meneer met allerhande muziekinstrumenten. Ik zat rustig te wachten tot de les van mijn dochter afgelopen was. Tot ik ineens de muziekinstrumenten man hoorde roepen: ‘van wie is deze jongen?’ Toen begon er een belletje te rinkelen (ik hoorde heel veel belletjes rinkelen, dat bleek later mijn eigen zoon te zijn, die alle instrumenten al aan het uitproberen was). Oh! Mijn zoon! Dat is waar ook, die had ik mee. Ik was bang dat hij de workshop aan het verstoren was, dus ik hield me koest, schaapachtig lachend naar de andere moeders.  Ha, weer zo’n kind wat niet wil luisteren”, riep ik nog. Maar toen mijn zoon enthousiast met sambaballen in zijn handen naar mij toe kwam rennen, kon ik er niet meer onderuit. ‘Hij is van mij ja’, zei ik beschamend. 

In de woonkamer staart een leeg wiegje terug

Deel 2.

In mijn vorige verhaal [link naar vorig verhaal] heb je kunnen lezen hoe de bevalling verliep. Deze was zwaar. Van begin tot eind duurde hij ruim twintig uur. Afwisselend in en uit bewustzijn heb ik niet alles meegekregen, maar heb wel gedacht: “Dit kan toch nooit goed zijn?” Echter, toen onze Noëlle eenmaal op de wereld was, waren haar apgar-scores gewoon goed en daarom werden we al snel (vanwege een gebrek aan bedden) naar huis gestuurd. Dit is hoe onze roze wolk uiteen spatte en plaats maakte voor de zwartste lucht die je je kunt bedenken.

Thuis

We rijden onze straat in en meteen valt hij op: de grote ooievaar prijkend in onze voortuin. In zijn snavel een roze doek met daarin een babypop. Ook het huis is versierd met vlaggetjes en roze ballonnen. Bij het zien van deze pracht, voel ik me op en top gelukkig; dit is helemaal zoals ik het me had voorgesteld. Op de achterbank een Maxi-Cosi met daarin een minuscuul mensje. Ons mensje. Die hebben wij gemaakt! Hoe wonderlijk eigenlijk. En hoe je hart zich in zo’n korte tijd kan vervullen met zó intens veel liefde, dat is niet uit te leggen.

Eenmaal thuis volgen de eerste kraamvisite van de kersverse opa’s en oma’s en we maken kennis met de kraamhulp. Om daarna volledig gesloopt, maar onwijs trots, als een heus gezinnetje in bed te ploffen. Eindelijk heb ik ons wondertje helemaal voor mezelf! Geen verplegend personeel of kraamhulp die het beter weten, geen kraamvisite die mijn dochter opeist, maar gewoon ‘wij’ in ons moment.

Mijn man snurkt (letterlijk) al binnen twee minuten maar ik niet. Ik voel me vreemd. Onrustig. De zware bevalling heeft Noëlle geen goed gedaan: ze geeft steeds vruchtwater over en wilde vanaf thuiskomst al niet drinken. Ze huilt niet en slaapt eigenlijk alleen maar. Hoewel een deel van mij denkt: “fijn, zo’n rustige baby,” geeft mijn beginnend moederinstinct aan dat er iets niet klopt.

Ze stikt!

Na een onrustige nacht, komt de ochtend. Ik leg ik Noëlle even in de wieg, zodat ik naar de wc kan. Maar ineens wordt ze helemaal grauw van kleur. Blauw bijna. Het ziet er bizar uit en ik schrik behoorlijk! “ZE STIKT!!” Gil ik en meteen gris ik haar weer uit de wieg. Maar eenmaal in mijn armen is haar kleur weer normaal. Mijn man kijkt me verbaasd aan en zegt schouderophalend: “Nou, ik zie niks.” Ik kijk weer naar Noëlle, maar ik zie ook niets meer…. Heb ik me het verbeeld?

Niet lang daarna verschijnt de kraamhulp en dan gebeurd het ineens weer: Noëlle loopt helemaal blauw aan, dat duurt een paar seconden en dan trekt het weer bij. Maar nu zien mijn man en de kraamhulp het ook. Allemaal staan we er met een soort schaapachtige verbijstering naar te kijken. De kraamhulp – die al vijftien jaar in het vak zit – zegt dat ze nog nooit iets dergelijks gezien heeft. Dat is niet echt geruststellend en we besluiten daarom ook om direct de huisarts in te schakelen. Die kwam, onderzocht, maar suste de boel al snel. Niets aan de hand volgens hem. Ze moet gewoon wat aansterken na zo’n zware bevalling, dat was alles. Baby’s kunnen soms lichte epileptische aanvallen hebben, dat komt vaker voor na een zware bevalling. Aldus de huisarts. Zorg dat ze goed gaat drinken, dan trekt ze wel bij. En met die woorden vertrekt hij weer.

Toch zijn we er met z’n allen niet gerust op. Noëlle slaapt alleen maar en wil niet drinken. We proberen van alles: theelepeltjes, pipetjes, melk op onze vingers? Af en toe krijgt ze wat binnen, maar overtuigend is het niet. Zo modderen we de rest van de dag wat aan. Meerdere keren bel ik bezorgd de huisarts maar iedere keer krijg ik de assistente die me telkens afscheept met nutteloze adviezen. Ze zegt dat ze de huisarts op de hoogte houdt en dat hij aan het einde van zijn route nogmaals langs zal komen. Maar hij is nooit geweest.

Heel erg fout

Tegen zessen haal ik Noëlle uit de wieg om nogmaals een voeding te proberen. De kraamhulp is al naar huis. Deze keer begint Noëlle iets overtuigender aan de speen te sabbelen en ze krijgt zowaar een paar milliliter melk naar binnen. Dat geeft mijn ongeruste moederhart weer een beetje hoop. Zie je nou wel? Het komt wel. En het komt heus goed!

Maar dan gaat er iets heel erg fout. Noëlle haar hele lijfje verkrampt en haar armpjes trekken spasmisch samen. Dan zie ik het leven uit haar gezichtje wegtrekken en haar ogen staren met een gruwelijke doodse leegte terug. Ze ademt niet meer. Haar armpjes vallen slap langs haar lijfje en ook haar beentjes bungelen levenloos onder haar billetjes. Van binnen schreeuw ik: “Nee!!! Dit kan niet! Dit mág niet!!!”

Het kost me alle kracht die ik bezit om de paniek die mijn strot dichtknijpt de baas te blijven. Ik probeer mijn EHBO lessen over reanimeren bij baby’s te herinneren maar mijn brein is één zwart gat. In een paniekreactie laat ik Noëlle een ‘val beweging’ maken. Het zogeheten Moro reflex. Dat had ik in het ziekenhuis gezien. Door de schrik van ‘de val’ schieten haar armpjes in de lucht op zoek naar houvast en ze haalt goddank een teug adem. Bij bewustzijn is ze niet, maar haar ademhaling – hoewel fragiel – is er wel weer.

Paniek

En dan raak ik in paniek. Verstandeloos ren ik met Noëlle bungelend als een dooie lappen pop in mijn armen, kriskras door het huis. Gelukkig is mijn man er. Zijn verstand doet het wél en hij duwt ons in de auto en sjeest naar het ziekenhuis. Huilend rennen we de Eerste Hulp binnen. Ik gil iets in de trant van: “Ze ademt niet meer!” waardoor we direct bij een arts terecht kunnen. Die is in eerste instantie niet zo onder de indruk. Ze ademt immers wel. Met een slangetje zuigt hij Noëlle’s longetjes uit, omdat hij vermoedt dat daar nog vruchtwater in zit. Daarop krijgt ze echter precies zo’n heftige aanval als eerder thuis. De arts schrikt, want ik zie zijn hele gezicht vertrekken. Vluchtig pleegt hij een telefoontje en binnen no-time wemelt het van de witte jassen om ons heen. Noëlle wordt met spoed overgebracht naar de Intensive Care. Daar proberen ze haar met man en macht in leven te houden.

Machteloos

We worden naar een andere kamer gebracht. We wachten, hopen, huilen, vrezen en uiteindelijk komen ze vertellen dat Noëlle voor verdere onderzoeken naar een groter ziekenhuis moet. “De ambulance van het UMCG kan hier ieder moment zijn, dus als jullie nog afscheid willen nemen, dan moeten jullie dat nu even doen!”

Compleet in shock en met duizend vraagtekens zitten we nog geen tien minuten met Noëlle in onze armen voor ze wordt opgehaald. Vier ambulance broeders en de professor Neonatologie nemen haar van ons over. Dat deze professor er is, maakt op het personeel van dit ziekenhuis indruk; het schijnt dé specialist te zijn. “Uw dochter in goede handen!” Zegt de kinderarts. Schrale troost….

Op een afstandje staan we machteloos toe te kijken hoe de specialisten vechten voor het leven van onze dochter. Ik zie hun bezorgde gezichten. Tranen stromen onophoudelijk over mijn wangen. Ik zie hoe de professor een buis (die bijna net zo groot is als Noëlle zelf) uit zijn instrumentenkoffer pakt en door haar keeltje duwt. Voor de beademing, zo zegt hij. Ik draai me om. Ik kan het niet meer aanzien. Ik blijf mezelf knijpen in de hoop dat ik wakker wordt, maar helaas…

Wanneer Noëlle stabiel genoeg is voor vervoer, vertrekken ze naar het UMCG. We mogen niet mee in de ambulance, simpelweg omdat daar geen plaats voor is. Compleet desolaat staan we te kijken hoe de gehele crew met ons kindje de ambulance in gaat en vervolgens met toeters en bellen uit het zicht verdwijnt…

De onderzoeken die in UMCG gaan plaatsvinden zullen uren in beslag nemen en daarom is ons uitdrukkelijk verzocht om eerst naar huis te gaan, onze zaken op orde te maken en pas in de loop van de ochtend daar naartoe te komen. We kunnen toch niets doen.

Leegte

En zo komen we tegen zes uur in de ochtend thuis. In schril contrast met wat zich de afgelopen nacht heeft afgespeeld, lopen we langs de grote, met roze ballonnen versierde ooievaar die nog pronkend in onze tuin staat. Ik geef het ding een trap. Zinloos, ik weet het, maar ik kan het niet laten. Met een lege Maxi-Cosi lopen we naar binnen. In de woonkamer staart een leeg wiegje terug. Oorverdovende stilte. Zó een allesverslindende leegte heb ik nog nooit gevoeld…

Bevallingsverhaal: “Opeens begon iedereen in de ruimte zich klaar te maken voor een nucleaire explosie”

37 weken en 2 dagen

Ik was de zwangerschap al ruim 30 weken beu en blij dat het moment eindelijk daar was. In het ziekenhuis aangekomen (1u) kwamen de weeën om de paar minuten en deze vielen (achteraf gezien) best mee. Ze deden veel pijn, maar ik wist op dat moment ook nog niet dat het nog veel erger kon worden. Toen we in de verloskamer aankwamen werd ik direct aan de monitor gelegd en ging de vroedvrouw kijken hoeveel centimeter ontsluiting ik had. 1 centimeter… Wat? Ik had al ruim 20 uur weeën! Meteen begon ik te huilen want ik dacht dat ze ons weer naar huis zouden sturen en voor mij was het echt genoeg geweest. Gelukkig stelde de vroedvrouw me gerust dat we mochten blijven tot we zeker waren wat er ging gebeuren. Want het kon ook nog steeds stilvallen. 

Uren gingen voorbij en de weeën werden erger en erger. Ik mocht een paar keer in een goed heet bad om de weeën op te vangen, ik kreeg kersenpitkussentjes… Ze verwenden me echt! Maar na een poosje hielp dit allemaal niet echt meer en probeerde ik jammerend en huilend mijn draai te vinden. Om 6u had ik het dan weer helemaal gehad. Boos zei ik tegen mijn vriend dat het niet meer hoefde. Dat ik wilde gaan slapen en over een paar dagen wel zou gaan bevallen. En op dat moment, alsof Finn het had gehoord, voelde ik opeens super hard mijn vliezen breken na een stevige stamp van Finn. “KNATS”. Little did I know dat wanneer je vliezen breken de weeën opeens nog 10 keer erger worden… En ik had echt al zo een verschrikkelijke pijn! De eerste wee die ik kreeg nadat mijn vliezen waren gebroken was dan ook onverwachts véél pijnlijker en ik schreeuwde het uit. “En wanneer kan ik epidurale krijgen?”, vroeg ik. “Je moet toch zeker op 4 centimeter ontsluiting zitten en je zit nu op 2 centimeter.” TOP, ook dat nog. Al huilend, schreeuwend en vloekend heb ik de uren erna mijn weeën opgevangen. Ieder kwartier vroeg ik of iemand me alsjeblieft die epidurale wilde geven, maar mijn smeekbedes hielpen niet. 

Onze geheime vaste blogster Lau heeft een missie: taboes doorbreken

Toen ik gevraagd werd om voor Kids en Kurken te bloggen moest ik even nadenken of ik het wel zou gaan doen. Ik schrijf graag over allerlei onderwerpen en dan vooral over het verlies van mijn kinderen. Het helpt mij goed bij de verwerking en het uiten van mijn frustraties. Meestal schrijf ik wat er in mij op komt en niet ‘op commando’. Ik vind het bloggen nog steeds erg spannend.

Wat wil ik?

Na mijn toezegging heb ik nagedacht over de onderwerpen waar ik over wil bloggen. Wat is mijn doel? Wil ik mijn verhaal van A tot Z delen, of is dat niet mijn belangrijkste doel van het bloggen? Sluit het aan bij de missie die ik op dit moment heb?

Ik heb echt de voors en tegens van het bloggen tegen elkaar afgewogen. Uiteindelijk heb ik wel beslist dat ik voorlopig  anoniem wil blijven. Ik wil het onbespreekbare bespreekbaar maken. Ik wil graag taboes doorbreken en dat kan ik op dit moment alleen wanneer ik nog even veilig met één been in de taboesfeer blijf hangen.

Ik heb al heel veel over de manier waarop ik mijn kinderen verloren heb geschreven. Ik denk dat het voor mij nu niet meer het belangrijkste is waar ik over wil schrijven. Ik heb zoveel meer te zeggen dan dat. Want het verliezen van één kind is een hele ingrijpende gebeurtenis, laat staan als dat er meerdere zijn, zoals mij overkwam. Het verlies op zich is heftig, maar ik vind persoonlijk dat alles wat daar bij komt kijken nog zwaarder is. De echte ellende begint pas na de uitvaart van je kindje, wanneer je écht met een onbeschrijfelijke leegte achterblijft. Wanneer je dus eigenlijk weer opnieuw moet leren leven.

Ik denk dat ik jullie mee wil nemen in dat verhaal en gaandeweg lezen jullie dan het hoe en wat rondom mijn verlies. Oh, stel gerust je vragen als je iets wil weten. Dat mag.

Eenzaamheid

Toen ik zes jaar geleden mijn ongeboren dochter na een zwangerschap van bijna 31 weken verloor -door een knoop in de navelstreng- wist ik niet wat mij overkwam. Naast de shock van hoe snel het allemaal verliep, hoe het kon gebeuren en het enorme trauma van de bevalling, had ik een leegte die ik met niets op kon vullen.

Mijn buik was leeg, maar de wieg en het ledikantje bleven ook leeg.

Ik kon er ook niet goed over praten. Ik had simpelweg niet echt iemand waarmee ik kon praten. Mijn ouders waren er niet voor mij en ik was alleenstaand. Ik kon er af en toe wel met mijn zusjes of vriendinnen over praten, maar ik merkte al gauw een soort van “daar komt ze weer”-gevoel. Ik stopte met praten en daardoor voelde ik mij onwijs eenzaam.

Falen en schuldgevoel

Ik huilde mezelf elke avond in slaap. Ik zat opgesloten in mijn verdriet. Ik wist niet meer wat nu normaal was en wat niet. Of ik het wel goed deed, dat rouwen. 

Ik verlangde terug naar mijn oude leven. Mijn leven van voordat ik zwanger raakte. Ik wilde weer dat alles normaal was, het was nu zo’n puinhoop. Ik haatte mezelf. En het liefs wilde ik niet meer wakker worden. Ik voelde mij mislukt als moeder. Mislukt als vrouw

Ik vond dat ik schuldig was aan het verlies van mijn mooie Emma. Want als ik eerder échte vasthoudende stampei had gemaakt bij de verloskundige, had het allemaal geen vijf dagen hoeven te duren. Dan had ik niet vijf dagen met de onzekerheid en de stilte in mijn buik te hoeven leven. Misschien was ze dan nog wel te redden zijn geweest.

Maar nu begin ik gelukkig zo langzamerhand te beseffen dat het mijn schuld niet was. Dat ze waarschijnlijk niet meer te redden was.

Rouwen en cliché-opmerkingen

Mijn rouwproces lijkt nu pas écht aan. Dit jaar is erger dan ooit en ik kan nog altijd niet mijn vinger erop leggen waardoor het komt. Misschien komt het juist doordat zowat iedereen in mijn omgeving zwanger is, of kinderen in de leeftijd van mijn kindjes heeft. Dat ik daardoor zie wat ik moet missen en waar ik zó naar verlang. Of misschien komt het doordat ik op een basisschool werk en de stoeltjes van mijn kindjes in de kring mis.

Misschien komt het doordat ik het écht zat ben dat ik van die botte, goedbedoelde cliché opmerkingen krijg met dat ik nog jong ben, of in ieder geval wél zwanger kan raken. En de vraag hoeveel kinderen ik heb, of wanneer ze nou toch eens komen. Dat ik de volgende ben, of dat ‘drie keer scheepsrecht’ is. Of wat dacht je van die eeuwige rouwconcurrentie? Nee, het is niet te verzachten door te zeggen dan de buurvrouw van je schoonzus, haar achternicht’s en daar dan weer de dochter van haar beste vriendin van een tweeling verloren heeft. Het is mijn verdriet. Mijn gevoel. En dat mag er zijn. Ik ben een mens en geen machine.

Mijn missie

Alles wat ik hierboven beschrijf is de basis van mijn missie. Ik wil niet alleen vertellen hoe ik mijn kinderen verloor. Ik wil mensen vertellen hoe het is. Dat het niet ‘al zes jaar geleden is dat…’, maar dat het pás zes jaar geleden is. Pas, want ik moet er mijn hele leven mee zien te dealen. Ik moet dit tot aan mijn dood zien te dragen, de overleven. De pijn. Dag in dag uit. Elke dag loop ik wel weer tegen iets aan.

De, soms botte, cliché-opmerkingen komen vaak voort uit onwetendheid. Ik wil daar een eind aan maken. Ik wil dat een ieder zich bewust is dat het vervullen van een kinderwens écht niet altijd makkelijk is. Mensen weten dat ergens wel, maar zijn zich er niet zo bewust van.

Ik wil delen hoe erg het is als iemand je zegt dat je geen moeder bent, puur alleen omdat je kindjes niet fysiek bij je zijn. En ik wil zeker duidelijk maken dat het helemaal niet uitmaakt in welk stadium van je zwangerschap je was toen het mis ging. Ook na 10 weken zwangerschap is het een echt  kindje. Ook dan ben je moeder en hou je van je kindje. Je verliest niet alleen een kindje, maar de hele toekomst.

Ik wil laten weten hoe belangrijk het is om de namen te blijven noemen. Dat het niet eng is om te praten met iemand die één of meerdere kindjes verloor. Dat je iemand die dit alles overkomen is niet buiten moet sluiten van verjaardagen of babyshowers. Laat de keuze bij degene zelf, ga niet beslissen.

Ongeregeld zooitje

Deze eerste blog is een beetje een ongeregeld zooitje. Het springt van de hak op de tak. Maar dat is het rouwen ook. Dat verloop niet volgens een strak schema weet ik nu, dat gaat ook op en neer en één stap vooruit om er vervolgens twintig weer achteruit te gaan.

Ik hoop dat ik mijn missie kan volbrengen, of in ieder geval berusting krijg. Dat ik bewustwording kan creëren. Voor wat ik heb meegemaakt, wat andere vrouwen meemaakte. Dat ik het stilzwijgen kan verbreken. De schaamte weg kan nemen bij vrouwen die er niets over durven te delen en dus -net als ik in het eerste jaar- eenzaam en alleen met hun gevoelens worstelen.

Het komt zo ongelofelijk veel voor. Meer dan besproken wordt. Het is tijd om voor mijn  kindjes op te komen en ze te noemen.

 Ze zijn het zó waard.

Bevallingsverhaal: “Spoed! Ik had twee zakken bloed en daarbij twee zakken plasma nodig”

Mijn vliezen braken op maandagochtend rond 06:00 uur, alleen er gebeurde verder weinig die dag. Ik verloor wel vruchtwater, maar niet veel. ’s Avonds ben ik met Rick nog een heel eind wezen rond touren met de auto, omdat we allebei onrustig waren en niet meer thuis konden zitten. Rond 23:00 uur zijn we lekker naar bed gegaan, in de hoop dat er snel wat zou gebeuren. Als je vliezen breken, moet je binnen 24 uur bevallen en zoveel tijd was er dus niet meer. We gingen daardoor al een beetje uit van een ziekenhuisbevalling. Uiteindelijk begonnen tussen 00:00 en 01:00 uur de eerste echte weeën te komen en vanaf 04:00 uur kwamen ze met regelmaat: iedere 3 á 4 minuten. Om 06:30 uur hebben we de verloskundige gebeld, die een uurtje later bij ons was. Na een controle bleek ik al 4 centimeter ontsluiting te hebben. Er zat nog wel een tweede laag vlies voor. Dit gebeurt wel vaker, maar dat kwam in het ziekenhuis wel, want ik ging het toch niet meer redden om binnen 24 uur thuis te bevallen.

We hadden rustig de tijd om richting het ziekenhuis te gaan. Ze waren er daar van op de hoogte dat we kwamen en om 08:30 uur kwamen we aan. De weeën waren niet erger of minder erg geworden, dus we gingen door zoals hiervoor. Om 09:30 uur ben ik getoucheerd en bleek dat ik nog geen centimeter was opgeschoten in de afgelopen 2 uur. Ze besloten de tweede vlies een zetje te geven en dit resulteerde in een enorme vloedgolf van vruchtwater. Hierna namen ook de weeën in pijn toe. Ik zeg altijd dat ik zo’n hekel heb aan die overdreven gillende, schreeuwende Amerikaanse vrouwen. Nou, Rick is zich echt kapot geschrokken. Schijnbaar heb ik dus heel de afdeling bij elkaar geschreeuwd tijdens iedere wee en kon ik maar met moeite blijven focussen op de ademhaling. Ik heb trouwens ook vanaf de allereerste wee niet kunnen zitten of liggen vanwege mijn chronische rugklachten. Ik heb dus iedere wee staand opgevangen.

Met Rick had ik van te voren een codewoord afgesproken voor wanneer ik een ruggenprik zou willen. Dit hebben we gedaan zodat we dan beiden zeker wisten dat ik op dat moment ‘helder’ genoeg was om het codewoord te onthouden en te gebruiken. Ik riep het codewoord en Rick twijfelde geen moment. De anesthesist kon mij alleen pas over een half uur helpen, omdat het druk was. Ondertussen bleef ik om de 3 minuten schreeuwen van de pijn. De voorbereidende infusen en dergelijke zijn allemaal al staande aangesloten. De verpleegkundige zei dat ze dit nog nooit eerder had gedaan. Niemand zag die ruggenprik überhaupt nog zitten omdat ik nog geen tel stil kon liggen of zitten. Toen het half uur bijna om was, heb ik geschreeuwd dat ik moest poepen. Toen gingen alle alarmbellen af.

Ik moest van de gynaecoloog gaan liggen, zodat ze kon controleren hoeveel ontsluiting ik had. Tussen 2 weeën door hebben ze me gevloerd en ik bleek inderdaad al op 10 centimeter te zitten. Het was toen 11:30 uur. Dit betekende dat ik over 6 centimeter nog geen 2 uur had gedaan. Gemiddeld gesproken gaat het zo’n beetje met 1 centimeter per uur. Geen ruggenprik meer dus, maar persen! Al tijdens de zwangerschap, toen ik merkte dat het met mijn rug minder ging, was ik onder behandeling van de fysio. Zowel de fysio als ik waren bang dus ik misschien niet voldoende kracht uit mijn rug zou kunnen halen om te persen. Ik heb eerst geprobeerd te persen in de gewone liggende houding, maar dit schoot voor geen meter op. Na een kwartier wisselde ik naar een zittende houding, maar ook dit gaf na een kwartier geen resultaat. Uiteindelijk ben ik bevallen op handen en knieën, dit was de enige manier waarop ik dat beetje kracht uit mijn rug kon halen. Toen Veerle haar hoofdje geboren was, konden ze door mijn houding haar schoudertje niet vrij krijgen en moest ik heel snel draaien om op mijn rug te liggen. Volgens de gynaecoloog ging dit verrassend soepel, gezien mijn lichamelijke staat op dat moment. Veerle werd op mijn buik gelegd en alles leek in orde. Alleen, wat bleek…

Mijn placenta wilde niet loslaten. Met geen mogelijkheid! Ze hebben dit een uur geprobeerd en toen zei de gynaecoloog: “dit is de laatste keer, anders moet je naar de OK‘. Zo gezegd, zo gedaan. In het uur dat verstreek op de verloskamer, tijdens het gedoe met de placenta, heb ik het nog wel gered om Veerle borstvoeding te geven. Maar in datzelfde uur ben ik een liter bloed verloren. Ik moest en zou dus per direct naar de OK en dit was om 13:30 uur. Ik werd klaargemaakt voor de operatie, Rick zou alleen met Veerle blijven en wachten tot ik op de uitslaapkamer lag. Om 15:00 uur was ik op de uitslaapkamer en Rick vertelde dat het nog een heel gedoe was geweest om de placenta los te krijgen. Ik wilde er niet eens over nadenken wat ze daarbinnen hebben gedaan. Maar ook op de OK heb ik weer een liter bloed verloren. Het totaal stond dus op 2 liter en ik heb direct 2 zakken bloed en daarna nog 2 zakken plasma toegediend gekregen via het infuus. Ook kreeg ik antibiotica, omdat het risico op infecties ontzettend hoog was. Ik had in beide handen een infuus en kreeg van alles tegelijk toegediend. De antibioticakuur mocht ik na een paar dagen afmaken in tabletvorm, want we mochten na drie dagen naar huis. Ik moest eerst 24 uur koortsvrij zijn. Ik was ontzettend blij dat we naar huis mochten, maar eenmaal thuis begon de hele gebeurtenis een beetje te landen en was ik er erg emotioneel onder. Ik baalde van de zwakte van mijn lijf en rug en heb hier echt een flinke opdonder van gehad. Het had allemaal zo anders kunnen gaan, maarja, ik denk altijd: je krijgt op je bordje wat je aan kunt, dus het heeft zo moeten zijn denk ik. Helaas hebben we na een week moeten besluiten om te stoppen met borstvoeding. Door de klap die mijn lichaam heeft gehad, maakte ik niet genoeg voeding aan voor Veerle. Het gaf me veel stress omdat ik haar niet kon geven wat ze nodig had en door de flesvoeding kwam de rust weer terug, meer tijd om te genieten. We zijn hoe dan ook ontzettend dankbaar en blij. Ze is een wonder!