Nieuw leven en New York

Nieuw leven en New York

23 november 2016 werd onze dochter Jackie geboren. Een nieuw leven! Voor Jackie, maar ook voor mij. En voor manlief natuurlijk. Want alles veranderde. Zo ook onze relatie. Appjes met “Ik hou van jou” veranderde in “Hoeveel schepjes voeding krijgt ze nou?”. Minimaal één keer per week uit eten werd maximaal nog één keer per jaar. En het woord ‘passie’ associeerde ik alleen nog met een exotische vrucht.

Toen ik zwanger raakte van de tweede (oké dat van die passie was misschien een tikkie overdreven :P) en ik besefte dat we sinds de geboorte van nr 1 nog nooit ook maar een weekendje weg waren geweest met zijn tweetjes, besloot ik dat daar verandering in moest komen. Ik pakte het meteen rigoureus aan. We zouden niet twee dagen weggaan, maar vijf. En de bestemming? New York! Een stad waar ik al jaren van riep dat ik er graag heen zou willen, maar waar het nog nooit van was gekomen. Mijn ouders wilden oppassen en de baas kon me wel een weekje missen, dus de tickets werden geboekt! Oh, het vooruitzicht alleen al! The city that never sleeps zou voor mij juist the city zijn waar ik mijn slaap zou gaan inhalen – en, nog belangrijker, waar ik eindelijk weer wat qualitiy time zou gaan beleven met mijn kerel. Die maakte het overigens nog wel even heul spannend door er drie dagen voor vertrek achter te komen dat zijn paspoort was verlopen (dat hoort ook bij de ‘levensverandering’; verstrooidheid. En dus niet alleen bij mij!), maar “lang leve het spoedpaspoort” en we konden gaan. Gelukkig maar, want deze vakantie bleek echt het beste idee ‘in the history of ever’!

Het begon al in het vliegtuig. Alleen de gedachte dat ik niet met kids hoefde te vliegen, maakte al dat ik mijn reis super relaxt vond. Bovendien heb ik alle films die ik de afgelopen periode in de bios had willen zien, maar waar het natuurlijk in de realiteit nooit van kwam, nu alsnog kunnen kijken!

Ook had ik totaal geen last van een jet lag! Ik was zo moe van al dat slaapgebrek van de afgelopen 2,5 jaar, dat ik ’s ochtends niet mega vroeg wakker werd. Ik kon gewoon heerlijk uitslapen, waardoor ik meteen perfect in het juiste ritme zat.

En wat dacht je hier van? We hebben weer eens ouderwets van een zonsondergang kunnen genieten. Iedere ouder met jonge kinderen weet het: tussen 17.00 en 20.00 is het spitsuur. Alleen mensen zonder kids maken nog wel eens de klassieke fout je rond dit tijdstip te bellen, maar voor de meesten is dit “hoe ik krijg ik zo snel mogelijk een verantwoorde maaltijd op tafel, die ook weer zo snel mogelijk wordt opgegeten, zodat ik mijn kroost zo snel mogelijk in bad en bed krijg” tijd. En nu konden we gewoon, in alle rust, naar een zonsondergang kijken. Om 18.00 stonden we op het dak van Rockefeller center, om pas om 20.00 daar weer weg te gaan. Om vervolgens naar een restaurant te gaan (en dan eens niet een pannenkoekenrestaurant, maar gewoon een hippe tent) waar we uitgebreid konden tafelen. Geen geknoei met eten, geen onderhandelingen over toetjes en ook weer geen tijdsdruk. Helemaal niets van dit alles. Alleen mijn vent en ik. We hebben zelfs weer eens gesprekken kunnen voeren zonder onderbroken te worden!

Verder hebben we kilometers gelopen zonder dat er een klein meisje zeurde dat ze gedragen wilde worden. Heb ik mijn unicorn ijsje lekker niet hoeven te delen. En heb ik  dagen achter elkaar effen, onpraktische kleding kunnen dragen. HA!

Tot slot waren deze dagen ook perfect om in te zien dat ik het echt heb getroffen – met mijn man en mijn twee prachtige dochters! Het was ook zo magisch om ze na deze city trip weer in mijn armen te sluiten. Want ook al kreeg ik van Jackie alleen een ‘hoi’ en ging ze weer verder spelen, ik heb mijn meisjes echt gemist en ben zo onwijs dol op ze. Ja ik houd van hen. Van hen,  van mijn man en ook een beetje van New York. 

Als moeder leer je nog meer dan jouw baby; zal ik dat even uitleggen?!

Op mijn Linkedin staat als eigenschap ‘nooit uitgeleerd’ en een quote van Pippi Langkous. Nu denk ik dat je dat in het leven nooit uitgeleerd zult zijn, maar had iemand mij kunnen vertellen dat je als nieuwe moeder elke dag, elk dagdeel en soms elk uur, elke minuut nog wel eens bijleert?

Ik ervaar moeder zijn als één groot leerproces tot nu toe. En wat voor proces. Voor mij als nieuwe moeder, voor mij als persoonlijkheid en voor mij als vrouw. Op alle fronten is het leren geblazen in een razend tempo dat ik soms niet kan en soms niet wil bijbenen. Vanaf moment 1 dat Liam werd geboren of misschien al wel dag 1 van de zwangerschap leer ik elke dag weer bij. Het begint vrij praktisch met hoe je een baby goed moet verzorgen, gevolgd door hoe je moet omgaan met een baby op neonatologie en alle miscommunicatie. Hoe je leeuwin moet zijn om je welpje te beschermen, hoe je rationeel moet blijven zonder je emoties uit te schakelen. Hoe je moet borstvoeden, moet kolven, het moet combineren. Niet alleen afwisselen, maar moet combineren met eigenlijk alles. Of hoe je alles moet combineren… het is maar hoe je het bekijkt.

Zo ben ik nu een was-expert, foefjes voor de meest vieze uiteenlopende derrie op kleding en doekjes, ik ben een wandelende gezondheidsgids voor alle kwaaltjes en bijbehorende klachten die een baby kan hebben én voor alle oma-weet-raad-oplossingen die je ervoor kunt proberen. Maar ik ben ook een fulltime-piekeraar, zorgenmaker en pakezel die eigenlijk tot nu toe nog nooit essentiële dingen is vergeten. Dat laatste doe je denk ik ook maar één keer en daarna nooit meer.

Hoe je met een slapende baby op de arm tegelijk de was kunt vouwen. Hoe je kunt wandelen en lunchen tegelijk. Hoe je je haar leuk kan doen zonder al te veel moeite of met 1 hand, nog beter. Hoe je kunt douchen zonder te denken dat je je baby in de kamer ernaast hoort huilen. Dat is vooral een soort fantoompijn want je denkt het te horen en snel te moeten douchen maar in werkelijkheid ligt die kleine nog ver in dromeland de straat bij elkaar te snurken. Voor niks gehaast. Haast. Kunnen we ook nog een aparte blog over schrijven trouwens…

Ik weet inmiddels ook hoe ik poepcrisis moet aanpakken. Hoe je spuug van je schouder kunt krijgen vlak voor ik naar kantoor moet en hoe je zo efficiënt mogelijk alle ondergebraakte spullen zo snel mogelijk schoon én droog kunt krijgen. Hoe je moet leren omgaan met slaapgebrek, is nog niet helemaal duidelijk. Wallen wegpoetsen daarentegen begint intussen artistieke vormen aan te nemen en zijn genoeg middelen voor te verkrijgen. Vet haar maak ik tegenwoordig tot ‘trending topic’ aangezien droogshampoo toch ook niet je-van-het blijkt te zijn.

Maar zonder gekheid; het is verrassend hoeveel kennis je tot je kunt nemen nadat je moeder (en ik denk ook voor vaders) bent geworden. En elke dag komt er weer een beetje informatie bij. Deel je informatie met andere (nieuwe) moeders. Gaan er conservaties over de app over ‘wat zou jij doen’ of ‘was dit bij jou ook zo toen en toen?’.

Dacht ik voordat ik ook maar zwanger raakte dat die vrouwen toch onzin uitkraamden met hoeveelheden cc’s in flesjes of uit borsten. Ik had geen flauw idee. Nu praat ik zowat vakjargon en in afkortingen tegen mede-moeders want die begrijpen wel waar ik het over heb. En het is nog waar ook. We hebben het over KV, BV, CC, KMA, Hypo-A, Bili, KDV en 120/4’s

(lees: kunstvoeding, borstvoeding, centiliters, koemelkallergie, hypo-allergeen, geelzucht, kinderdagverblijf en een flesje van 120 cc met 4 schepjes).

Maar uiteindelijk merk ik dat dat leren allemaal niet echt het leren is. Tuurlijk is het leren want je hebt weer een beetje extra kennis, maar die heb je ook nodig. Praktisch gezien.

 Ik leer eigenlijk veel meer in de essentie van het leven. Wie ben ik, wat doe ik? Waar sta ik voor nu Liam er is? Wat is wel belangrijk en wat is niet meer belangrijk? Prioriteiten stellen, hoewel dat eigenlijk soms ook nog wel het moeilijkste van allemaal is. De prioriteit ligt natuurlijk bij je kind, maar soms kan ik totaal geen prioriteiten voor mezelf stellen om er goed voor mijn kind te kunnen zijn. De wisselwerking, het engeltje en het duiveltje dat elkaar uitfoeteren vanaf elk een schouder met jouw hoofd er tussen in.

Zelfzorg. Dat is pas leren. Hoe zorg je dat je een leuke moeder voor je kind kunt zijn zonder zelf om te vallen van vermoeidheid en ellende? (los van omstandigheden die maken dat dat niet anders kan hé). Hoe zorg je dat je niet alleen moeder bent maar ook vrouw, jezelf. Wie ben je eigenlijk als je moeder bent geworden? Ik heb het antwoord niet, dat heb ik nog te leren en hopelijk zal tijd en ervaring mij het antwoord geven. Maar waarschijnlijk zal ik vooral keihard moeten vallen zo nu en dan voordat ik leer hoe het moet, zoals een kind leert lopen of fietsen.

Loslaten. Ook zoiets. Had iemand mij kunnen vertellen hoe intens ik me verbonden zou gaan voelen met mijn kind? Hoe groot mijn liefde voor hem is? Hoe moeilijk het is te weten dat ik aan het werk ben en hij misschien wel gaat kruipen of lopen straks? Hoe ik op elke werkdag sta te treuzelen boven omdat ik weggaan zo lastig vindt maar ook soms heel erg nodig heb om me vrouw en mezelf te voelen en even niet moeder? Hoewel, moeder ben ik altijd. Hoe leer ik gezond loslaten?

Ik weet nu dat niemand mij had kunnen voorbereiden op het moederschap, ouderschap. Ouders zijn. Moeder zijn. Niemand had mij kunnen uitleggen wat je gaat voelen, wat je moet doen waarvan je denkt dat je dat eigenlijk helemaal niet kunt. Niemand had mij kunnen behoeden voor de fouten die ik heb gemaakt, want ik maak fouten, net als jij dat doet. Niemand had mij kunnen zeggen hoe slaapgebrek voelt en niemand had mij het vertrouwen kunnen geven dat je ook dat aan kunt. Ik zal ook niemand proberen uit te leggen hoe het zal zijn om moeder te worden. Het heeft geen enkele zin. Iedereen zal het anders ervaren en voor iedereen zal het anders voelen. Intens, een tweede natuur maar vooral een leerproces.

Noem het hoe je het noemen wilt maar het is het grootste mooiste meest intense leerproces, of nee wacht; avontuur van mijn leven.

Pippi Langkous; “ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’.

Brengt deze second opinion (buiten het ziekenhuis) ons verder dan ooit in onze zwangerschapswens?!

Second opinion

In maart 2017 hebben wij de stap richting het ziekenhuis gezet, aangezien op dat moment een zwangerschap al 2 jaar uitbleef. De eerste afspraak was erg onwennig, aangezien onze intieme wens ineens niet meer zo intiem en persoonlijk was. We moesten dit gaan delen met onbekende personen die zich ermee zouden gaan bemoeien. Dat vond ik toch wel een dingetje. Van de andere kant was het natuurlijk ook super fijn dat er iemand mee wilde kijken naar wat de reden van een uitgebleven zwangerschap is. 

De afgelopen jaren in het ziekenhuis hebben we heel wat behandelingen ondergaan. In eerste instantie zouden we starten met een kuur Clomid. Dit is een medicijn in tabletvorm waardoor eicellen in de eierstok rijpen en de eisprong in gang gezet wordt. Vlak voordat we zouden starten kregen we ook de uitslag van het sperma-onderzoek, waardoor dit meteen van de baan geschoven werd. We zouden starten met ICSI. Dit staat voor Intra Cystiplasmatische Sperma Injectie. Hierbij wordt er voor elke eicel slechts één zaadcel gebruikt, die rechtstreeks geïnjecteerd wordt in het plasma van de eicel. De vrouw gebruikt, net als bij IVF, hormoonstimulatie om meerdere eitjes tot rijping te brengen. 

Helaas bracht deze ICSI poging niet wat we hadden gehoopt. Uit de 13 eicellen die gevonden werden kwam maar 1 embryo die terug geplaatst werd. Deze embryo bleef helaas niet zitten. Na deze teleurstellende eerste poging kregen we tijdens het evaluatie gesprek te horen dat de sperma-kwaliteit dusdanig verbeterd was, dat we over konden op IUI. Dat was een enorme opluchting, want hierdoor ontstonden er meer kansen voor ons. 

In het jaar 2018 hebben we dan ook 8 IUI pogingen gehad, waarvan er 3x een zwangerschap is ontstaan. Helaas werden dit 2 miskramen en 1 buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Na deze teleurstellingen kregen we extra onderzoeken, waar eigenlijk niets uitkwam.

Begin 2019 leek het ons een goed idee om eens verder te gaan kijken dan het ziekenhuis. Ze hadden ons afgelopen jaren goed geholpen, maar er waren ook zaken waar we flink tegenaan liepen. Zo was het ziekenhuis enorm strikt met het volgen van protocollen en hadden wij het gevoel dat er niet altijd goed naar ons geluisterd werd. Bepaalde dingen die we aangaven werden erg snel van tafel geveegd. Ook zijn er regelmatig fouten gemaakt qua medicatie en bepaalde zaken die niet goed in het dossier stonden. De opeenstapeling van al deze dingen bij elkaar én het feit dat we na al die tijd nog steeds met lege handen staan, maakte dat we eens verder wilden gaan kijken. 

We hadden al meerdere goede ervaringen gehoord over een fertiliteitskliniek bij ons in de buurt. Begin 2019 hebben we ons hier aangemeld, vanwege een wachtlijst konden we hier in april terecht. Naarmate de datum dichterbij kwam begonnen de zenuwen een beetje te komen. Ik vond het vooral spannend of we wel de goede keuze maakte door ergens anders te gaan kijken. Wanneer je eenmaal een keuze hebt gemaakt om elders te gaan kijken, geef je indirect eigenlijk al aan dat je klaar bent met de andere situatie. 

Eenmaal de dag van de afspraak reden we samen naar de kliniek. We moesten ons om 8:45 uur melden, vanwege de spits deden we er ruim 40min over om bij de kliniek te komen. We werden erg vriendelijk ontvangen door de receptionist. Ze nam even wat algemene informatie met ons door en gaf daarna een kleine rondleiding. Wat een verschil met het ziekenhuis! 

Nadat we onze koffie en thee op hadden (ja zeker, die kun je hier gewoon onbeperkt pakken) werden we geroepen door de arts. Een vriendelijk uitziende jonge vrouw zonder witte doktersjas. Ze besprak met ons wat ons hier heeft gebracht en onze voorgeschiedenis. We hadden van te voren ons digitale dossier opgevraagd bij het ziekenhuis en dit doorgestuurd naar deze kliniek, zodat ze dit vooraf door konden nemen. Ons dossier bleek  één grote puzzel volgens de arts, waar veel dingen in bleken te missen. Nadat ze ons verhaal had aangehoord wilde ze nog graag een echo maken. 

Uiteindelijk kregen we na de echo te horen dat ik PCOS blijk te hebben. Dit is een afkorting voor Polycysteus Ovarium Syndroom. Hierdoor ontbreekt er vaak een eisprong. Daarnaast vonden ze mijn TSH-waarde, ofwel mijn schildklierwaarde, aan de hoge kant en wilden ze graag op antistoffen prikken om te bekijken of dit van invloed zou kunnen zijn op de vruchtbaarheid. Ook is er meteen geprikt op mijn AMH-waarde, hiermee kunnen ze vrij nauwkeurig bepalen wanneer ik in de overgang zou komen. 

In die korte tijd dat we dus bij deze kliniek zijn geweest hadden we voor ons gevoel al meer antwoorden gekregen dan alle afgelopen jaren bij elkaar. Door deze uitslagen kwam er ook een nieuw behandelplan, wat ons meer kansen zal geven. Het ziekenhuis adviseerde nog 2x IVF, wat zou betekenen dat wanneer deze behandelingen zouden mislukken, we uitbehandeld zouden zijn. De kliniek stelt voor om gerichter te gaan behandelen op de PCOS, door medicatie in de vorm van tabletten met aansluitend IUI. Wanneer dit niet werkt, gaan we over op hormoonstimulatie (een andere variant dan we eerder gehad hebben), met aansluitend IUI. Wanneer dit alles niets oplevert kunnen we alsnog terug over op IVF. 

Voor ons is het duidelijk, wij gaan verder met onze behandelingen bij deze betreffende kliniek i.p.v. het ziekenhuis. Het voelt goed en er is nu al zoveel meer duidelijkheid, dus kom maar op! 

Liefs, 

Manouk

Hartverscheurend: Ik ben vreselijk ziek, maar ik wil zo graag mijn baby zien opgroeien!

Al sinds ik een jaar of 14 was, droom ik van een groot gezin. Toen dacht ik na over een huis vol met wel TIEN kinderen. Gezelligheid, drukte maar vooral ook heel veel liefde. Kan makkelijk, toch? Met de jaren dat ik het volwassen leven ging ontdekken, er vooral achter kwam hoe belachelijk duur het volwassen leven is, halveerde ik mijn aantal droomkinderen al gauw naar vijf. Vijf mooie, kleine draakjes. Ja, dat wilde ik graag, met mijn man, waarmaken.

Mijn gezondheid is helaas niet vanzelfsprekend, alhoewel ik mij heel goed realiseer dat het natuurlijk voor niemand vanzelfsprekend is, is het voor mij definitief bevestigd. Ik heb een goedaardige hersentumor die zich kwaadaardig gedraagt. Zo leg ik mijn situatie altijd maar uit. Het weefsel zelf is vriendelijk, groeit in een mooi afgebakend bolletje en doet geen vlieg kwaad. De locatie, dat is het probleem: midden tussen alles wat mij, mij maakt, “gelukkig” vooral lichamelijk.

Toen ik 18 was werd ik ermee geconfronteerd… “Ach, dat overleef ik wel, een operatie en huppakee we leven weer vrolijk verder” dacht mijn tienerhoofd naïef. De eerste operatie was een feit, hartstikke goed gegaan. “Zie je wel!”… Ik kan de WERELD aan. Vijf fantastische jaren vlogen voorbij… als hij dan nog steeds gestopt was met groeien kon ik met de resttumor wel 100 worden, dezelfde kansen als ieder ander persoon had ik dan… Helaas, mijn tumor besloot het vijfde jaar gezellig te gaan groeien.

OEF… daar had ik totaal geen rekening mee gehouden. Ik was immers al bezig met het “plannen” van mijn droomkinderen, dat jaar (2017) wilde ik en mijn man in december ervoor gaan. De maanden die ik zó ingebeeld had als: vol passie, seks en liefde EN natuurlijk een positieve zwangerschapstest… werden gevuld met iedere dag een bezoekje aan het bestralingsapparaat. Ik ging ervoor, ik MOEST en ZOU die ^%$#@ tumor verslaan.

November 2018 was de maand dat ik de uitslag zou krijgen, en ook de maand dat ik mocht beginnen aan kindjes maken! Oh, daar keek ik zó naar uit! In mei 2018 werd ik gebeld. Uit recent onderzoek was gebleken dat ik, in plaats van 12 maanden, maar 6 maanden hoefde te wachten met kindjes maken (na bestraling). Op het moment van het telefoontje, was ik heerlijk met mijn man en hond Charley aan het wandelen. Ik stond te dansen en stralen van geluk, WIJ MOCHTEN ONZE DROOMKINDEREN GAAN MAKEN!

Ik hoopte op het één-keer-schieten-en-het-is-raak verhaal, het duurde uiteindelijk (voor de meeste maar, voor mij lange) 6 maanden. 15 oktober 2018… daar stond ik dan… een positieve test in mijn handen om 5.00 ’s ochtends, helemaal alleen. Mijn man had die avond nachtdienst, dus zou pas om 7.00 thuis komen. JAAAAAA!!! WE KRIJGEN EEN KINDJE. Ik kon mijn geluk niet op. Eén woord ging er door mij heen: WAUW.

Ik kon het maar niet geloven, word ik ECHT mama!? Er volgde die week nog 2 andere testen… Ja, het is toch echt zo! Ik-word-MAMA!

Inmiddels ben ik, terwijl ik dit schrijf, 30 weken zwanger van onze prachtige dochter. Nooit gedacht dat er zoveel liefde, onzekerheid en angst door mijn lijf kon gaan, althans niet allemaal tegelijk. Wat is ons meisje mooi! Tja, dat zegt natuurlijk iedere moeder van haar kindje.

Nu de reden van het schrijven van deze blog… in februari 2019, 2 maanden geleden, moest ik alsnog door de MRI-scan heen. Het onderzoek van november 2018 was uitgesteld in verband met de zwangerschap. In februari was het veilig (genoeg) om wél door de MRI te gaan. Dood eng vond ik dit, wat als het weer niet goed is? Dan heb ik een meisje in mijn buik, overleeft zij de bijkomende stress dan wel? “Nee, nu krijgen we goed nieuws te horen, dat moet wel” zei mijn man, om mij gerust te stellen. Helaas klopte mijn voorgevoel… “De tumor is, ondanks de hoge dosis straling, gegroeid” waren de eerste woorden die er uit de arts zijn mond kwamen, althans de woorden die ik opgeslagen heb… Hij heeft vast eerst interesse getoond en gevraagd hoe het met mij gaat. Ik heb een tumor ter grootte van een mandarijn in mijn hoofd. Ik had inmiddels verlamd moeten zijn, niet meer kunnen slikken of ademen en ik had al helemaal niet meer fatsoenlijk kunnen lopen… Dat heeft deze tumor met deze grootte , normaal gesproken, namelijk als symptomen. Het enige waar ik last van heb is een doof oor aan de kant van de tumor en af en toe extreme hoofdpijn. “Lucky you”, zul je denken. Na de zwangerschap staat mij een operatie te wachten die, bovengenoemde, symptomen als risico met zich mee brengt. Zelfs de dood. En laat ik daar nu net doodsbang voor zijn.

Nu ben ik 24 jaar jong, niet meer zo naïef als toen ik 18 was, 1 operatie en 30 bestralingen verder… en mijn tumor groeit.

Ik had vijf droomkinderen. Nu is mijn droom dat ik dit allermooiste meisje, van 30 weken (in de buik), straks naar school mag brengen.

Liefs,

Kimberley

 

Deze vraag stellen we structureel te weinig in het ouderschap, en daar gaat dus alles mis!

Als je net zwanger bent, begint het. Alle aandacht voor jou. Iedereen kijkt naar je en wil weten hoe het met je gaat. Hoe voel je je? Je collega’s, je vriendinnen, de verloskundige, iedereen houdt je in de gaten en zorgt ervoor dat je je goed voelt. 

Na de zwangerschap houdt het eigenlijk wel een beetje op. Vragen hoe het met jou gaat, terwijl het dan eigenlijk pas begint. Iedereen wil de nieuwe baby zien, vasthouden en knuffelen. Logisch! Wil je zelf ook! Alle appjes en telefoontjes gaan ook alleen nog maar over je kleine spruit. Zelf kun je ook niet meer ophouden met praten over het allerknapste kind op aarde. En zeg eerlijk, er zit toch niemand écht te wachten op je verhaal over spruw, lekkende memmen en het feit dat je wallen hebt tot op je knieën?

Heel begrijpelijk dus. Toch is het even wennen dat iemand anders jouw center of attention heeft ingenomen. Het draait niet meer om jou. Voor jou en voor iedereen om je heen is je nieuwe baby het belangrijkste nieuws. 

Je werkt het zelf ook in de hand door gelukkige selfies te plaatsen, met filter. #happymommy. Door de hele dag de schattigste foto’s van je omrollende kind naar alle groepsapps te sturen. En je profielfoto is niet meer die van jezelf met een wijntje in je hand, maar van je dochtertje met geinig zonnebrilletje op. 

Als je kinderen ziek zijn is het heel logisch dat iedereen daar bezorgd om is. Het is het vreselijkste wat er is en iedereen weet dat en voelt dat. De dagen, weken, Soms wel maanden van ziek zijn draait het om je kind. Wat het meest natuurlijke is. Wat je ook wil als moeder, dat iedereen naar je kind vraagt. Maar de periode erna, wanneer alles weer rustig is, ben jij als moeder nog steeds ziek. Maar je houdt je goed, dus iedereen denkt dat je sterk bent. Maar niemand vraagt het. Dus niemand weet het écht. 

En daar gaat het mis. Er moet wél naar je gevraagd worden. Er moet wel gevraagd worden of je het nog trekt na maaaaaanden slapeloze nachten. Of je het nog zo leuk hebt, al die dagen alleen met je baby aan huis gekluisterd. Of gewoon of je al eens naar de dokter bent geweest met dat nare kuchje. Dat er eens iemand belt en zegt; hoe gaat het met je? En dat je dan niet over je kind mag praten. 

Maar doen we het ook niet zelf? Misschien moeten we juist de foto’s plaatsen in joggingbroek en zonder de filter. #chagerijnigemoeder. #kutdag. En zelf dan niet over het grappige dansje van je zoon beginnen, maar te vertellen dat je baalt dat niemand naar je luistert die dag en dat je al 5x op Lego bent gestapt. Dat je gek wordt van het gejengel van je dreumes en dat je soms verdrietig bent aan het eind van de dag omdat de enige volwassene met wie je hebt gesproken die dag de postbezorger was. Dat je even geen zin hebt in het hele bad-bed ritueel en het liefst nu de stad in gaat. 

Dat maakt niet dat je minder van je kinderen houdt. Juist niet. Het betekent dat je de waarheid spreekt. En dat je daardoor andere moeders een hart onder de riem steekt. Je bent niet de enige, iedereen vindt het wel eens stom. Het is ook de zwaarste taak die er bestaat, een kind opvoeden. 

Maar we moeten het aan elkaar vragen.

Mama, hoe gaat het nu eigenlijk met jou? 

X Marloes

De Rapley methode, wat is het? En is dit niet gevaarlijk?

Als het gaat om voeding voor je kindje worden er veel keuzes aan je voorgelegd. Borst- of flesvoeding? Zelf koken of potjes? En ook de keuze pureren of de Rapley methode? Wat de Rapley methode precies inhoudt ga ik uitleggen.

De Rapley methode is bedacht door Gill Rapley en wordt toegepast voor de eerste hapjes vanaf 6 maanden. Bij deze methode bied je geen gepureerd eten aan en ook niet met een lepel. Maar geef je je baby hele stukken eten. Bijvoorbeeld een stronkje broccoli of een partje appel. Maar ook een rijstwafel of een broodkorst kan zo aangeboden worden. De bedoeling is daarnaast dat je baby vanaf het begin mee eet met wat jij zelf ook eet, maar dan wel afgestemd op zijn ontwikkeling. Ook moet het eten zo klaargemaakt worden dat je baby eten zelf kan oppakken en in zijn mond kan stoppen.

Er zijn een paar belangrijke punten waar je aan moet denken voordat je deze methode gaat toepassen. Je kindje moet ten eerste goed rechtop kunnen zitten, bijvoorbeeld in een kinderstoel. Ook moet je kindje zelf eten vast kunnen houden en dit naar zijn mondje kunnen brengen. Als je kindje dit nog niet kan is er namelijk een kans dat hij te weinig te eten binnen krijgt. Simpelweg omdat er minder eten binnenkomt als je kindje zelf eet dan wanneer jij hem met een lepeltje eten geeft. Sommige kindjes hebben deze motorische vaardigheden nog niet met 6 maanden.

Het Voedingscentrum beveelt aan om vanaf 4 maanden te beginnen met oefenhapjes. Dit is wel gepureerd eten met een lepel omdat je kind dus motorisch nog geen hele stukken aan kan. In principe hebben kinderen pas vanaf 6 maanden vaste bijvoeding nodig. Maar het verschilt echt per kind wanneer hij/zij hieraan toe is. De Rapley methode begint dus echt pas vanaf 6 maanden.

Door het aanbieden van gepureerd eten met een lepeltje dat geleidelijk aan grover wordt ontwikkelen baby’s geleidelijk hun fijne mondmotoriek. Bij de Rapley methode worden grotere stukken voedsel aangeboden voordat de mondmotoriek daarvoor ontwikkeld is. Dit zou ertoe kunnen leiden dat kinderen zich sneller verslikken en minder voedingsstoffen binnen krijgen omdat het eten minder goed lukt.

Een voordeel van de Rapley methode zou zijn dat kinderen sneller met de pot mee eten. Een onderzoek uitgevoerd in 2016 benoemt deze verschillen maar geeft ook aan dat het aanbieden van zowel gepureerd eten als grotere stukken wordt aanbevolen. Je zou hierbij dus het grootste gedeelte van het eten kunnen pureren en dit steeds minder pureren naarmate je kindje ouder wordt. Hierdoor weet je zeker dat je kindje voldoende (ijzerrijke) voeding binnenkrijgt. Daarnaast kan je oefenen door af en toe wat grotere stukken aan te bieden. Zoals een stukje appel of komkommer. Laat nooit je kindje eten zonder toezicht omdat er ook bij gepureerd eten een risico op verslikken is.

Naast groente en fruit heeft je kindje ook andere voedzame voedingsmiddelen nodig. Dit is misschien lastiger om in zijn geheel aan te bieden. Houd hier ook rekening mee als je alleen de Rapley methode toepast.

De grootste angst die ouders hebben bij de Rapley methode is dus de kans op verslikken in grote stukken eten. Door te hoesten komt het eten weer terug en is er geen reden om in paniek te raken. Ook in gepureerd eten kunnen kinderen zich verslikken.

Ronde voedingsmiddelen die ook niet zacht worden zoals tomaatjes, druiven en knakworstjes kunnen in de luchtpijp blijven hangen bij het verslikken. Snijd deze dus altijd in twee of vier stukjes.

Tot op heden is er nog geen grootschalig onderzoek gedaan of de Rapley methode de voorkeur heeft boven het aanbieden van gepureerd eten met een lepel. Wat er tot nu toe aan onderzoek gedaan is toont geen specifieke voordelen van de Rapley methode qua ontwikkeling van mondmotoriek. Het grootste voordeel zou zijn dat kinderen beter verschillende soorten voedsel leren herkennen en eerder mee eten met de pot. Echter is er onvoldoende bewijs om wetenschappelijke conclusies te kunnen trekken. Er moet daarnaast ook nog onderzoek gedaan worden naar de impact van de Rapley methode op de inname van voedingsstoffen en energie.

Als je je er fijn bij voelt is de Rapley methode kan je dit zeker proberen. Maar als je het geen prettig idee vindt dan zijn gepureerde hapjes of een combinatie daarvan ook prima.

Ik ben benieuwd of jullie zelf ervaring hebben met de Rapley methode?

Bronnen:

https://www.consumentenbond.nl/kindervoeding/rapley-methode

https://onlinelibrary.wiley.com/doi/pdf/10.1111/nbu.12191

https://link.springer.com/article/10.1007/s13668-017-0201-2

 

Ouder, stel jij jezelf wel eens de vreselijke vraag: “Wat als …?”

Laatst werd ik ‘s nachts wakker door gegil en gehuil van Sid. Toen ik op z’n kamer kwam, bleek hij enorm hoge koorts te hebben en jammerde hij dat hij hoofdpijn had. Meteen klonken er alarmbellen in mijn hoofd: wat als er echt iets mis is? Wat als hij bijv. hersenvliesontsteking heeft?  

Ik realiseerde me toen ook dat ik sinds ik moeder ben, niet meer zonder zorgen ben. Vanaf de eerste dag stel ik mezelf namelijk geregeld de vraag ‘wat als’ …

Wat als jullie iets overkomt? Wat moet ik dan?

Wat als ik een van jullie verlies? Hoe kan ik dan verder gaan?

Wat als er iets met mij gebeurt? Redden jullie het dan wel?

Wat als papa er niet meer is? Kunnen we dan met z’n drietjes door?

Wat als jullie groot zijn? Hoe gaan jullie worden?

Wat als jullie uit huis willen gaan? Kan ik jullie wel missen?

Wat als jullie ziek worden? Kan ik jullie dan verzorgen?

Wat als jullie de verkeerde mensen tegenkomen? Kan ik jullie dan waarschuwen?

Wat als jullie verkeerde keuzes maken? Kan ik die dan uit jullie hoofd praten?

Wat als jullie verdriet hebben? Kan ik jullie dan troosten?

Wat als mij iets overkomt? Kunnen jullie wel zonder mij?

Wat als we ooit ruzie krijgen? Lossen we dat dan weer op?

Wat als jullie ergens mee zitten? Komen jullie dan met me praten?

Wat als jullie verliefd worden? Delen jullie dat met mij?

Wat als jullie gekwetst worden? Komen jullie dan bij mij jullie uithuilen?

Wat als ik jullie wil beschermen? Kan ik dat mijn hele leven?

Wat als ik boos op jullie ben? Vergeven jullie me dan?

Wat als jullie in moeilijkheden zitten? Komen jullie dan naar mij?

Wat als jullie vragen hebben? Kan ik die allemaal beantwoorden?

Wat als jullie hulp nodig hebben? Kan ik die jullie bieden?

Toen Sid geboren werd, was het volgens mij mijn vader die zei “Zo, nu ben je nooit meer zonder zorgen”. En dat klopt denk ik ook wel. Want hoe goed het ook met mijn twee draken gaat, ik blijf toch altijd alert. Niet in de neurotische zin van het woord hoor, maar toch hoor ik mezelf geregeld ‘Voorzichtig!’, ‘Kijk uit!’ en meer van dat soort dingen roepen. Terwijl ik er dan vaak wel meteen achteraan denk dat ik ze gewoon hun ding moet laten doen. Ja, ze zullen vallen. Ja, ze zullen ziek worden. Ja, ze zullen tegenslagen krijgen. Ja, ze zullen op stap gaan later. En dat moet ook, that’s part of life (Maar toch, als ze hun vader en moeder achternagaan qua feestvieren, dan houd ik mijn hart vast)!

Als moeder heb je een enorme beschermingsdrang. Ik tenminste wel, en ik denk bijna iedere moeder. Geldt ook voor vaders trouwens. Ik denk dat M. niet echt reikhalzend uitkijkt naar de dag dat een of andere opgeschoten knul papa’s kleine meisje komt ophalen op zijn scooter. Want, en daar komt ie weer, wat als … 

Of wat denk je van die situaties dat je je kind kwijt bent? Sjezus, wat een hel is dat. Toen Sid 3 was, liep ik met hem en Liv (die nog in de kinderwagen lag toen) door de HEMA. Bij ons in Tilburg heeft deze twee uitgangen. Je raadt het al: Sid was ineens weg. Maar ja, waar ga je dan heen? Naar de voor- of achterkant van het pand?! Ik begon al wat gehaaster te lopen en wat zwaarder te ademen toen ik hem niet meer in de winkel kon ontdekken. Bij de achteruitgang aangekomen, wist een dame mij te vertellen dat ze zojuist een jongetje op een loopfiets naar buiten had zien gaan. Richting de winkelpassage. Toen sloeg de onrust helemaal toe. Ik heb Liv in de wagen bij haar achtergelaten en ben gaan rennen. Die winkelpassage in. Waar ik dus bij binnenkomst naar links en naar rechts kon gaan. Inmiddels flink in paniek rende ik naar rechts die passage in. Telkens met die welbekende vraag die door mijn hoofd ging: “Wat als hij is meegenomen door een vreemde?”, “Wat als hij hier niet heen is gegaan?”, “Wat als ik hem niet kan vinden?!”… Totdat ik vanuit mijn ooghoek een klein blond mannetje in een winkel zag staan. Ik ben naar binnen gerend en daar stond ie: mijn driejarige peuter, tussen twee verkoopsters in die hem hadden tegengehouden omdat ze het niet vertrouwden zo’n kleintje alleen. Hij was een beetje beduusd, maar verder prima in orde. Ik ben spontaan in huilen uitgebarsten.

En zo zijn er dus nog legio situaties op te noemen waarin de ‘Wat als-vraag’ rijst. Herkennen jullie dat? Maar ik heb iets bedacht. Want wat als ik gewoon eens niet zoveel nadenk over wat er is gebeurd en kan gaan gebeuren? Over hoe het was, hoe het is en hoe het kan zijn?

Wat als ik gewoon eens geniet? Van hoe mijn kids waren, hoe ze zijn en hoe ze gaan worden. Van het feit dat ik hun mama ben. En dat ook altijd blijf. Wat er ook gebeurt.

En Sid? Die had die nacht ‘gewoon’ koorts. Hij was al snel weer helemaal opgeknapt! Gelukkig maar, want wat als …

X

MANON (klik hier voor haar Instagram)  

 

De stiefmoeder van mijn dochter is vreselijk leuk!

Uit elkaar gaan met de vader (of moeder) van je kind(eren) is nooit leuk, ongeacht de reden. Als je zo’n besluit zelf of samen neemt, of dit besluit voor jou wordt genomen, wil je niets liever dan dat er op den duur een fantastisch leuke stiefvader of moeder in het leven van je kind komt. Iemand die lief en zorgzaam is, betrouwbaar is, die om jouw kind geeft, van jouw kind houdt en een aanvulling is in de opvoeding die je samen al hebt vormgegeven. Oké, helpen met spreekbeurten en werkstukken in elkaar flansen, surprises maken voor op school en fungeren als taxichauffeur voor speeldates, sport en dergelijke is ook niet verkeerd. Het oppakken van die kutklusjes maakt je natuurlijk extra fantastisch als stiefouder hé, dat snap je wel.   

 

 

Indy was 2,5 jaar toen haar vader en ik uit elkaar gingen. We gingen allebei onze eigen weg en in het begin was het zeker zoeken hoe we dit zo goed mogelijk met elkaar vorm konden geven, in het belang van Indy. Dat was ons gelukt en daar ben ik nog steeds onwijs blij om. Toen Bart – mijn huidige man – en ik een relatie kregen was het naast dat het super fijn was ook echt wel zoeken. Zeker toen we gingen samenwonen; ineens maakt een andere man ‘officieel’ deel uit van het leven van mijn dochter. Hij vindt ook ineens iets van haar gedrag en haar streken. Er zijn vaak genoeg momenten geweest dat ik dacht ‘Ehm, bemoei je er niet mee, het is mijn kind en ik weet het echt wel beter dan jij ja!’. Om die momenten verder te voorkomen en ons nieuwe gezinsleven vorm te geven hebben we duidelijke afspraken met elkaar gemaakt en besproken wat nu eigenlijk de rol is als stiefvader. Uiteindelijk groeide het mede opvoeden vanzelf, het had alleen wat tijd nodig.

Brief aan mijn toekomstige ik van 50 jaar oud

Het is april 2019 nu, gek he, die goeie oude tijd? 

Vin is 4 jaar, Lilly-Mae is net 1 jaar. Je kunt het je nu niet meer voorstellen maar in deze tijd heb je geleefd op een kwartier slaap per 48 uur. Vin zijn stopwoord is op dit moment “echt?” en Lilly-Mae krijst continu omdat ze blijkbaar op geen enkel moment haar zin krijgt. De dagen zijn lang en je faket vaker een toilet bezoek dan.. Wat anders. Je leeft van wasmand naar stofzuiger en door naar de emmer met sop. Je vliegt van huis naar school, door naar de fysio, naar de tandarts, naar de supermarkt, naar de dokter, naar.. Ja, nouja allerlei plekken waar in ieder geval te veel mensen en te weinig bedden zijn. De kinderen zijn intens. Hilarisch wel, maar ook zo intens. Wat een bofkont ben je ook, met twee van die navelstrengen met roodharige kopietjes van jou eraan. Hopelijk zijn ze inmiddels doorgeknipt. Je hebt minimaal één keer per week een mental breakdown, waarbij je al kwijlend staat te janken en schreeuwen dat je het allemaal niet meer aan kunt. Om vervolgens naar die mooie gezichtjes te kijken en je je weer beseft waarvoor je het allemaal doet. Je raapt jezelf weer bij elkaar en gaat door. Elke. Fucking. Week. Opnieuw. 

Wanneer je even een klaag- of zeurmomentje over je zo zware leven met deze twee rooie draken hebt, krijg je van iedereen te horen “dat je er zo veel voor terug krijgt”. Ik kan het me nu nog niet helemaal voorstellen, maar hoop dat jij inmiddels wel kunt vertellen op welk moment exact je dan iets terug hebt gekregen. Is het geld? Want die centen vliegen er momenteel ook als gekken uit met die twee koters. 

Ik ga er van uit dat je nog steeds een aangetrouwde van Meurs bent, dus je gaat nu richting het 30 jarig jubileum. Geef Roy maar wat van zijn favoriete bezigheid.. Hij doet zijn best. Nu in ieder geval dan, ik weet niet of het over 23 jaar nog steeds zo is. Maar ach, hij bedoeld het allemaal zo goed. En momenteel heb je geen tijd voor fatsoenlijke bedankjes. Je bedenkt je elke dag wel een keer dat een nieuwe boormachine erg handig voor hem zou zijn, maar tegen de tijd dat je een moment vindt om er één voor hem te halen zijn de winkels al gesloten. Hebben jullie nu überhaupt nog wel winkels? 

Afijn, de reden voor deze brief is vooral dat ik een opdracht voor je heb. Boek zo meteen een hotel voor komend weekend, koop het boek, of ebook, (of dat wat jullie nu hebben..) dat je al een poos wil lezen, met een stuk of tien repen chocola en een fles wijn. Zeg tegen Roy en de kinderen (en hopelijk kleinkinderen) dat je dit weekend niet bereikbaar bent en neem dat mega dure haarmasker mee. Nu heb je namelijk wel de tijd om het de volledige 10 minuten in te laten trekken. Slaap het hele weekend, kijk wat tv -als dat nog bestaat- en huil en eet zo veel je wilt.

En als iemand commentaar heeft of aan je vraagt waarom, vertel ze dan dat je “ik” van 23 jaar geleden op dit moment niets liever zou willen dan exact het bovenstaande. Jij zult er nu vast de wereld voor over hebben om de tijd terug te draaien en de kinderen op deze leeftijd te zien. En ik geniet ook heus van ieder moment, maar wat meer tijd voor mezelf klinkt me als muziek in de oren.

Vertel de kinderen dat ik 23 jaar geleden al enorm trots op ze was, zelfs zonder te weten wat ze zouden gaan doen met hun leven. Of ze nou hebben gestudeerd of niet. Ik ben trots. Trots op de persoontjes die ze nu al zijn, dodelijk vermoeiend, maar tegelijkertijd de leukste mensjes van de hele wereld. Ik hou van ze, elke dag weer meer. Dus waarschijnlijk klap jij inmiddels uit elkaar van liefde. Ik hoop dat ze mij, en jou dus ook, dankbaar zijn. Dat ze weten dat ik mijn best heb gedaan. En altijd zal blijven doen. Dat ik mezelf met veel liefde vaak heb weggecijferd voor hun geluk. Ik hoop dat ze gelukkig zijn. En dat jij dat ook bent. Want dat verdienen we.

Dikke kus, je jou van 23 jaar geleden.

Ik heb even rondgekeken en volgens mij ben ik een luie moeder

Soms voel ik mij een beetje tekortschieten als het gaat om het actief, educatief entertainen van onze dochter. Het is misschien tijd om eens uit de kast te komen en te vertellen wat voor moeder ik nou eigenlijk echt ben. Namelijk een luie moeder. Ik voldoe aan een aantal eisen van een loedermoeder, maar bij een loedermoeder denk ik zelf eerder aan een kettingrokende, dagelijks vodkadrinkende moeder van zielige, vieze, verwaarloosde kinderen.

Ik neem nog wel de moeite om af en toe een wasje te draaien en we douchen ook regelmatig. Als ik goed gemutst ben deel ik zelfs mijn eten met onze dochter. Als dat geen liefde is! De term loedermoeder is dus misschien wat overdreven. Maar een luie moeder ben ik zeker.

Wat is een gezonde hoeveelheid aandacht die je aan een peuter zou moeten geven? Ik spreek wel eens ouders die vertellen dat ze het de hele dag zo druk hebben met hun kind. Dan vraag ik me af wat deze ouders allemaal doen met hun kind(eren). Staat de hele dag dan in het teken van samen spelen?

Ik vind het juist goed als kinderen zélf spelen, zodat wij als ouder ook even kunnen bankhangen en kunnen uitrusten ze leren om zichzelf te vermaken en dat ze leren om hun eigen fantasie aan te spreken.

Volgens mij is het belangrijk dat een kind zich gezien en gehoord voelt, dat er genoeg geknuffeld wordt, dat er genoeg gelegenheid is om veilig te spelen en dat er iemand dankbaar reageert als er weer een luchtig thee’tje wordt geserveerd. Daar zijn wij dan ook echt niet te beroerd voor. Maar zodra er van mij gevraagd wordt om een halfuur lang met alle poppen en knuffels thee te drinken op een houten kinderstoeltje, ben ik alweer minder enthousiast.

Bij mijn ouders thuis worden er wekelijks hele poppenverjaarsfeestjes georganiseerd. Ze zingen alle verjaardagshits uit volle borst, iedereen krijgt een stukje van de plastic taart en alle poppen en knuffels die op visite zijn krijgen een kopje thee. Wanneer dat riedeltje klaar is begint het hele feest opnieuw, want dan is de volgende pop of knuffel jarig. Ook mijn schoonmoeder is superactief als ze oppast. Ze spelen uren in de speeltuin, ze puzzelen, kleuren, knippen, plakken en verven tot oma helemaal uitgeput is.

Het is maar goed dat Jessie zulke actieve oma’s heeft en naar de opvang gaat, want ik heb hier dus echt geen tijd voor de kracht niet voor. Kijk, die aandacht, die vind ik belangrijk. Kusjes, knuffels en ons samen af en toe als twee randdebielen gedragen, kan ik zelf ook oprecht geen genoeg van krijgen. Soms doen we dansjes en gaan we (een half uurtje, niet 2 uur) naar de speeltuin. Ik ben ook nooit te beroerd voor een goed gesprek – “Maar waarom woont de slak dan alleen buiten? Heeft hij geen mama? Ik vind het zielig. Mag de slak bij ons wonen?” – of om mee te spelen in een toneelstuk. Dan speel ik een zeer hongerige klant in mijn dochters kookwinkeltje en wordt ik gedwongen om ijs te kopen. Het zijn zeer bijzondere ijsjes, want ze komen uit de oven en kosten gratis eulo. Als ik enthousiast genoeg aan mijn luchtige ijsje lik, geeft de verkoopster mij 5 eulo en krijg ik nog een ijsje. Dat vind ik nou een goeie deal. Ik vind het ook echt superleuk om te zien hoe Jes helemaal in het spel opgaat. Maar na 3 ijsjes heb ik het wel gehad en wil ik gewoon weer even verder met mijn bezigheden, of zitten en dom voor me uitkijken. Dan is het tijd dat ze zichzelf moet vermaken en dat kan ze hartstikke goed. Ik denk dat dit komt door ons luie ouderschap. Ja ik zeg ‘ons’ want mijn man is geen haar beter hoor!

Ik heb eens voorzichtig onderzoek gedaan onder mijn mede-ouders. Ik was benieuwd wat zij zoal doen met hun kroost. Een van de favorieten onder de ondervraagden is puzzelen. Puzzelen is goed voor de ontwikkeling van de hersentjes. In theorie is puzzelen ook leuk. Allemaal vrolijke gekleurde stukjes, je kijkt welke in elkaar passen en voilà, daar is een mooi plaatje van Winnie de Poeh en een Lollifant. Enig. Behalve als ik puzzel met mijn peuter. Mijn peuter denkt namelijk dat bloemen wel in de lucht kunnen zweven en dat hoekstukjes wel in het midden van de puzzel zullen passen. Geen zorgen hoor, volgens mijn moeder was ik vroeger net zo dramatisch slecht in puzzelen en het is helemaal goed gekomen met mij. Ik heb laatst nog een afbeelding van een hooiberg van 5000 stukjes in elkaar gepuzzeld.

Boekjes lezen is ook favoriet onder de ondervraagden. Lezen is goed voor de woordenschat en taal- en spraakontwikkeling. Ik denk ook wel dat het van toegevoegde waarde is, alleen vind ik er dus echt niks aan. Een of twee keer een boekje is leuk, maar na de vierde keer weet ik het wel en na de 46e keer wil ik het boekje in de tuinkachel mieteren.

Boekjes lezen voor het slapengaan lijkt wel een soort fundament van een goede opvoeding. Alsof je per definitie geen toegewijde ouder bent als je geen zin hebt om elke dag boekjes te lezen. Wij lezen niet elke dag boekjes voor en ik vind ons hartstikke toegewijde ouders. Wij lezen soms overdag, soms ’s avonds en soms voor het slapengaan een boekje voor. Ik vind het niet logisch om mezelf op te leggen elke avond een boekje voor te lezen. Als ik dat elke avond doe, rekent Jes er op. Dus als ik dan een keer afwijk van het programma omdat er beneden gezellige visite en een fles Rioja op me wachten, heb ik een hok vol herrie. Ook is het voor iedereen nog specialer als we wel een keer een boekje lezen voor het slapengaan. Een verrast, blij, dankbaar koppie. Dat is toch heerlijk.  Onze dochter is nu 2.5 jaar en kletst de oren van ons kop, in best uitgebreide, goedlopende zinnen, dus als je zelf genoeg praat is elke dag voorlezen niet nodig. Denk ik.

Een andere activiteit wat ouders graag doen is bakken. Samen koekjes of cake bakken. Dat opeten lijkt me vooral een leuke bezigheid. Misschien moet ik deze maar eens proberen.

De activiteit waar ik het meest hekel aan heb is knutselen. Knutselen is goed voor de creatieve geest, goed voor de motoriek en vast voor nog een aantal dingen. Ik ben er ook groot voorstander van dat Jessie regelmatig creatief bezig is, maar waarom moet dat hier? Ze gaat naar de opvang, ze heeft oma’s en tantes. Dat is toch wel genoeg geknutsel in een week?

Naomi je wilde een kind, dus deal met de consequenties: weinig slaap, veel werk en veel troep. Nadat Jes voor de zesde keer vroeg of ze een keer thuis mocht knutselen, zijn we dus vanmorgen naar de action gegaan. We hebben papier, scharen, lijm, verf, kwasten, stempels en nog wat van die zooi gehaald. Natuurlijk moest er ook metéen geknutseld worden, dus daar gingen we dan. Ik ben 10 minuten bezig geweest met de voorbereiding en de veiligheidsinstructies. Daarna moest ik monitoren, ingrijpen en begeleiden om te voorkomen dat ze zichzelf aan haar stoel vast zou lijmen, en toen ze het na 20 minuten zat was heb ik er 10 minuten over gedaan om de troep weer op te ruimen.

Knutselen is níet geschikt voor de luie ouder! Volgende keer als ze weer vraagt of ze mag knutselen zal ik een filmpje voorstellen…

Gelukkig is het weer lente, want buitenspelen is voor peuter en ouder de fijnste bezigheid!