Onze blogger Tim is afgelopen nacht vader geworden en wil hier meteen wat over kwijt!

Op het moment dat ik deze blog aan het typen ben lig jij boven op bed. Je bent moe en op, je lichaam doet je zeer en je ogen kunnen niet meer open blijven, omdat je wederom het mooiste hebt gedaan wat je kan doen. Want als ik nu namelijk naar mijn linkerkant kijk zie ik onze dochter liggen. Onze dochter van nog geen 12 uur oud die nu voor het eerst alleen in haar box ligt terwijl ik haar met arendsogen in de gaten houdt. Jij hebt in een ongelooflijk tempo vannacht haar op de wereld gezet en als ik vannacht afspeel in mijn hoofd als een film dan vind ik mijn rol in het creëren van onze perfecte dochter marginaal. Voor negen maanden lang was jij mijn tijger, heb jij geluk ervaren van de prachtige groei van leven in je buik, maar ook de keerzijde hiervan heb jij helaas moet meemaken. 

Mijn kraamtijd was zo druk, dat ik werkelijk niemand beschuit met muisjes heb aangeboden, hihi

De kraamtijd; waar blijft die roze wolk?

Tijdens mijn zwangerschap fantaseerde ik al over de kraamtijd. Mensen om mij heen noemde het zelfs “vakantie” dat vond ik iet wat overdreven maar ik zag het wel voor me zoals werd omschreven: op een roze wolk. Mijn ideale beeld was dat ik vanaf dag 1 lekker thuis zou zijn met kleine Mila, er bezoek kwam die ik kon voorzien van beschuitjes met muisjes.  Natuurlijk dacht ik ook dat ik lekker veel kon uitrusten (haha lekker naïef) Misschien had ik toch wel willen weten hoe een kraamtijd écht is zodat ik me wat beter had kunnen voorbereiden. Iedereen ervaart het anders, maar ik deel graag mijn verhaal met jullie.

28 maart 2018, 19:53. Dan ben je ineens moeder! Na de bevalling (waar ik bewust geen blog over schrijf, omdat ik er niks van kan maken dan een thriller) was ik ontzettend blij dat Mila eindelijk geboren was. De bevalling had wat complicaties waardoor ik sowieso 1 nacht moest blijven in het ziekenhuis. Aangezien ik Mila alleen opvoed, was het ergens wel fijn dat ik er niet direct alleen voor stond.

Er is toen ook besloten dat ik nog een paar dagen naar het kraamhotel kon, om bij te komen en wat extra hulp te krijgen. Super fijn!

De eerste nacht heb ik geen oog dicht gedaan. WHAT HAPPENED?!? Ik kon alleen maar kijken naar mijn prachtige kindje die ik het liefst non stop wilde knuffelen. Ik was begonnen met borstvoeding geven en daar was ik een beetje mee aan het hannessen want ook dáár had ik me niet goed in verdiept. Nou met (gelukkig) een lege blaas en bevoren kraamverband in mijn XXXXXXL broekje die tot aan mijn oksels kwam deed ik een poging af en toe te slapen.

Niet gelukt. De volgende dag voelde ik me niet zo best. Mijn familie zag dat want ik had blijkbaar ineens een groen tintje. Ik werd over geplaatst naar een kamer in het kraamhotel. Nog steeds had ik geen idee wat ik aan moest met die borstvoeding en nu ik erop terug kijk hadden ze me wel wat beter kunnen ondersteunen.  Maar goed,  ik kon op een knoppie duwen en dan kwam er iemand om te helpen of drinken in te schenken. Mijn zusje was er en ik snakte ontzettend naar cola (heb een lichtelijke verslaving en had het echt nodig 😉 ) dus ik tegen het vrouwtje “mag ik alsjeblieft een glaasje cola” “nee, we kunnen alleen water, thee of koffie bieden. Cola moet je zelf op de gang halen uit het automaat” Dus ik kijk mijn zusje aan en ik dacht “hoe dan?!” Ik kon amper zelf naar de wc waggelen dus laat staan door ziekenhuisgangen struinen. Gelukkig wilde mijn zusje het wel halen. Ook kwam ik er die nacht achter dat baby’s wel erg veel wakker zijn en huilen. Vooral de mijne. Op een gegeven moment wist ik niet meer wat ik er mee aan moest (wat een doordringend geluid he?) en heb ik weer op het knopje geduwd. Ook dit vond ik een beetje tegenvallen en waar het op neer komt is dat ik die nacht eigenlijk geen hulp had gehad en ik me af begon te vragen waarom ik niet gewoon thuis was. 

De dag erna zag ik blijkbaar nog groener en besloot mijn zusje bij me te slapen in het kraamhotel. Er was geen bed dus ze sliep op een harde bank. Dit was de eerste nacht/dag dat ik ietsje had geslapen, maar nog niet veel want Mila liet luid en duidelijk horen als ze wat wilde. Nog steeds deed ik maar wat met de borstvoeding en heb ik de dag erna om hulp gevraagd. Mila daalde ook in gewicht, wat normaal blijkt te zijn maar ik kon ook niet inschatten of ze uberhaupt wel wat binnenkreeg. Ik wilde buiten mijn familie helemaal niemand op bezoek hebben omdat ik me erg beroerd voelde. WAARRRR IS DIE ROZE WOLK NOU??

Ik heb nog een nacht daarna in het kraamhotel geslapen en toen besloten dat ik naar huis zou gaan. Wat was het een opluchting om thuis te zijn! Ik ging met Mila op de bank zitten en gaf weer borstvoeding. Mijn katten waren lichtelijk in shock van mijn nieuwe aanwinst waardoor een kat moest overgeven. OP MIJ. Terwijl ik borstvoeding gaf. Er fladderde iets door mijn gedachten “ik kan dit niet, waar ben ik in godsnaam aan begonnen” Mijn ouders zijn de eerste dagen erg veel geweest en mijn moeder was bij ons blijven slapen de eerste nacht. Zo kreeg ik eindelijk wat rust. Ik was nog steeds een beetje in een waas en greep in de lucht naar de papagaai (die er thuis helaas niet was) Volgens mij hadden zelfs mijn hersens een opdondertje gehad.

Nog steeds dus allemaal een erg ander beeld dan hoe ik mijn kraamtijd voor mij zag. De dagen erna kwam er een kraamhulp aan huis en die heeft me echt ontzettend goed geholpen. De borstvoeding was nog steeds een ellende, en ik begon met kolven zodat ik wist hoeveel Mila binnen kreeg. Toen ik daarmee begon was ik het erg snel beu. De hele dag was ik bezig met voedingen. Kolven,voeden, bijvoeding, kolven enz. Ook kelderde mijn gewicht erg en in overleg met kraamhulp besloten toch te stoppen en over te gaan naar kunstvoeding.

STUWING. Ook daar had niemand mij voor gewaarschuwd. Ik vond het heerlijk dat ik me niet meer druk hoefde te maken over de voedingen, maar ik snakte toch wel erg naar het kolfapparaat om de “druk” ervan af te kolven. Gelukkig was dit vrij snel voorbij.

Na een week ongeveer kon ik het aan dat er wat andere mensen over de vloer kwamen dan alleen familie. Ik begon me wat beter te voelen en kon naar buiten met Mila. Lopen was de eerste maanden nog wel pijnlijk. Met koningsdag (maand na de bevalling) ging ik voor het eerst zelf weer op stap. Mila bleef slapen bij mijn ouders. Heel toevallig kwam ik daar Mila’s papa tegen, die ik sinds begin zwangerschap niet meer had gezien, maar gelukkig konden we normaal tegen elkaar doen. Toch merkte ik dat het staan en icm met de drukte misschien wat veel was, misschien was het wat te vroeg na de bevalling om weer te leven als “oude” Eveline.

Nu ik terug kijk vind ik het zonde dat ik niet echt genoten heb van de eerste momenten maar erg bezig was met alles wat me overkwam. Maar ergens kan ik er nu wel weer om lachen. (klein beetje dan) 

PS: Ik heb dus niemand van mijn kraambezoek voorzien van beschuit met muisjes…. Nu 1 jaar later eten Mila en ik ze af en toe lekker samen op 😉

 

“Ooooooh, mama, roept de vrouw, gevolgd door ‘Hhhhnnnnnnggg’. Het vijfde kindje komt eraan!

Turkse baklava in de vroege ochtend

Bzzz bzzz bzz. Het is even stil en dan begint het geluid opnieuw. Bzzz bzzz bzzz.

Het duurt even voordat ik doorheb dat ik mijn ogen open moet doen. Ik knipper even en in mijn rechterooghoek zie ik mijn telefoonscherm oplichten in de donkere slaapkamer. Huh, ik heb toch geen dienst? Snel knijp ik mijn ogen dicht tegen het felle witte licht. Bzzzz bzzz bzzz, trilt de telefoon opnieuw. “Anoniem belt” staat er in het beeld. Mijn hand grist de telefoon van het nachtkastje en met een schorre stem pak ik op. Het is een collega. Ze verontschuldigt zich direct dat ze me wakker belt terwijl ik vrij ben, maar ze staat dubbel….Ik kijk op de klok, 04:30. Buiten is het nog donker. En ik logeer ook nog eens bij mijn vriend, ruim 25 minuten rijden naar het desbetreffende adres in de stad van onze praktijk.

Het gaat om 40 jarige mevrouw Ekici, 39 weken en twee dagen, zwanger van haar vijfde kindje. Ze heeft weeën om de 5 minuten maar het lijkt vlot te gaan. Collega geeft aan dat ze zelf met een andere bevalling bezig is en geen tijd heeft om te gaan. Ze vraagt of ik kan gaan kijken.

Ik beloof een huisbezoek te doen bij Esra en we spreken af dat ik haar bel met meer nieuws. Zodra ik mijn lenzen in heb en mijn tanden gepoetst, ren ik de trappen af naar beneden en start de auto.

Ik ken de route op mijn duimpje. Het Veluwse dorp uit, langs het kanaal en dan al slingerend door het platteland terug naar de stad.

Ruim 20 minuten later, als ik de wijk in kom waar ik moet zijn, belt de collega opnieuw. ‘Marlies, waar ben je? Want Amir belde net alweer, het lijkt heel hard te gaan!’. Ik zeg dat ik er echt bijna ben, trap het gaspedaal harder in en 5 minuten later parkeer ik de auto voor de deur.

Ik pak mijn verlostas uit de kofferbak en neem ook snel een set instrumentarium mee, en loop in een draf naar nummer 78. De deur staat al op een kier, maar ook zonder het huisnummer te zien weet ik waar ik moet zijn. “Ooooooh mama mama mama”, hoor ik iemand roepen, gevolgd door luid gepuf.

Op de bank gedrapeerd ligt Esra. Haar ravenzwarte haar krult om haar gezicht door het zweet, haar lange zachtroze pyjamajurk zit strak om de bolle buik. Er komt weer een wee, en opnieuw vult de kamer zich met haar oerkreten. Tijdens de wee gooit ze haar hoofd in haar nek en wiebelt ze met haar voeten, netjes gehuld in pantoffeltjes met kant. Haar hoofddoek is afgegleden en ligt naast haar op de bank.

Op tafel staat een etagere met allerlei lekkers, de afgelopen dagen versgebakken door de vier oudste dochters van Amir en Esra.

Het is bloedje heet in de kamer, dus ik ontdoe me snel van mijn winterjas. Amir grijnst: “jij zei dat het huis 22 graden moest zijn als baby komt, dus ik doe nu precies wat jij zegt!”.

Zodra we controles hebben gedaan, weten we dat Esra 7 centimeter ontsluiting heeft. Haar vliezen zijn nog niet gebroken. Het babyhartje klinkt goed.

Beide ouders hebben de diagnose kanker, maar de grootste klap is met deze nieuwste onderzoeksuitslag gekomen…

Genen

Drie dochters, drie keer onze genen. De helft van hem en de helft van mij.

“ oh wat lijkt ze op jou!” Dat neusje, die ogen. Je bent precies je moeder! Maar wat als je zomaar bang bent dat ze te veel op jou lijken..

Begin dit jaar kreeg ik de diagnose borstkanker. Omdat ik onder de 40 ben wordt er bloed afgenomen voor een genonderzoek. Een onderdeel van een standaardprocedure. De uitslag laat een aantal weken op zich wachten en verdwijnt langzaam naar de achtergrond. Eigenlijk heb ik er best vertrouwen in dat dit goed komt. Mijn hormoongevoelige tumor verlaagt de kans op erfelijkheid met een heel aantal percentages. En na al het slechte nieuws zal dit toch gewoon wel meezitten.

Het gesprek met de klinisch geneticus, een gesprek waarvan ik aangenomen had dat het zou gaan over familiesamenstellingen en erfelijke aandoeningen. Een gesprek over koetjes en kalfjes dacht ik. De telefonische uitslag zou immers een week later gepland staan.

Een koude kermis. Ergens in de communicatielijn vanuit het Amsterdam UMC is iets misgegaan. De arts tegenover me was in de veronderstelling dat we al op de hoogte waren van de uitslag. Het brengt haar van haar stuk.

Dit is nou de grootste illusie als je kind naar de basisschool gaat!

“Is deze vacature niks voor jou? Je wilt toch nu wel wat met je opleiding gaan doen?” Ik keek via de interne vacaturebank al een tijdje uit naar een nieuwe baan. “Het is fulltime, maar misschien lukt dat je wel nu de kinderen bijna naar school gaan.” Mijn collega’s wisten van mijn ambities en regelmatig werd ik getipt over een interessante vacature of uitgenodigd voor een kopje koffie. Aan alle kanten werd ik gestimuleerd om eindelijk een vervolgstap te zetten. Ze zagen het in mij, ik zag het in mij. En fulltime was misschien wel een mogelijkheid, nu ik meer ruimte kreeg en de kinderen uit de luiers waren. Niet voor niks had ik gestudeerd naast mijn baan en gezin.

Dementie

Moe was ik nog steeds wel. Maar dat waren toch alle moeders? Vergeetachtig was iets nieuws. “Ach ja, dat heb ik ook sinds de kinderen en is nooit meer helemaal goed gekomen,” lachte mijn oudere collega mij bemoederend toe. Maar toch voelde dit anders. Zelfs al had ik ’s ochtends de agenda doorgenomen, wist ik begin van de middag al niet meer dat we naar de tandarts moesten. Ik begon zelfs te twijfelen aan mijn geheugen. Ik kreeg angst en was bang dat er iets mis was met mijn hersenen. Had ik misschien een vroege vorm van dementie?

Slaaptekort

Na 2,5 jaar sliep onze jongste zoon eindelijk goed door. Ik had in al die maanden geen enkele week helemaal kunnen doorslapen. Er zaten nachten tussen waarbij ik ieder kwartier werd gewekt, nachten waarbij ik vóór 3 uur aan de beurt was en mijn man de 2e helft van de nacht, nachten waarbij ik de enige was die hem kon troosten, nachten waarbij ik het ook niet meer wist. Bij iedere verkoudheid, ieder tandje, ieder krampje zaten we rechtop. Het was slopend. Maar nooit heb ik me er 1 dag voor ziekgemeld. Ondanks dat ik vaak als een geest over de afdeling zweefde kon ik toch functioneren. Jaar na jaar werd ik met ‘goed’ tot ‘zeer goed’ beoordeeld. Dus een carrière stap lag voor de hand.

De illusie van het basisschool tijdperk

Inmiddels zat 1 zoon op de basisschool en mijn jongste zoon nog op de kinderopvang. De route van en naar werk, die ik aflegde per trein, verlengde zich nu er een extra adres was om rekening mee te houden. Dat er nu 1 naar school ging voelde absoluut niet als een verlichting. Integendeel, dat was een illusie. De race tussen de verschillende locaties en daarbij ook de activiteiten die zowel de opvang als school van mij vroegen, vond ik maar moeilijk te combineren. Ik wilde namelijk álles doen. Dus ook die oudercommissievergadering bijwonen en ook die voorleesmoeder zijn. Toen er iemand voor een andere commissie werd gevraagd en ik mij uiteraard had aangemeld, stond mijn man erop dat ik dit terugdraaide. Hij voorzag dat mijn drang om overal aan te willen bijdragen, ten koste van mezelf zou gaan. Daarbij kwam nog dat onze oudste zoon het totaal niet naar zijn zin had op de naschoolse opvang. Mijn hart brak toen hij vroeg: “Mama, waarom heb je dit voor mij gekozen?”

Mama Michelle ging lopend naar huis (16 km), al gauw moest ze direct weer terug de eetkliniek in

Ik neem jullie mee in het stukje dat ik weer even thuis kwam uit de kliniek en weer terug moest keren.

Het is deze keer iets moeilijker om het te schrijven voor mij ,aangezien het nu slechter met mij gaat dan toen ik vorig jaar in de kliniek zat.

Ik heb afgelopen week weer in het ziekenhuis gelegen en het was weer kantje boord.

Door het overlijden van mijn moeder is mijn terugval die er al was in rap tempo gegaan.

Volgende week heb ik dan ook met spoed een afspraak in een eetstoorniskliniek om mij te laten helpen.

Ik ben namelijk erg op en wil dit niet voor mijn gezin ook voor hun moet ik beter worden om weer de mama en vrouw te zijn die zei het liefste zien. Een vrolijke energieke mama!

Ik kwam op donderdags thuis van uit de kliniek, ik was zo blij om weer thuis te zijn en hield mezelf voor dat ik niet meer terug zou gaan.

Maar al heel snel viel ik terug in mijn oude patroon van niet eten en laxeren, ik had immers die 6 kilo vocht die ik vast hield en moest dat kwijt raken.

Dit ging in een rap tempo naar beneden, en door dat ik lichamelijk voor mijn idee weer meer kon had ik het gevoel dat ik de wereld aan kon. Dit bleek natuurlijk niet waar te zijn, want mijn waardes die logen er niet om en ik moest nog steeds uitkijken.

Toch genoot ik van de tijd thuis, ik wandelde veel als mijn kinderen op school en opvang waren. Ik maakte het huis als een malloot schoon , alles om maar in beweging te blijven en niet te hoeven eten. Na 5 dagen werd ik opgenomen in het ziekenhuis voor onderzoeken in me darm ivm met het extreme bloedverlies.

Op het moment dat ik naar huis mocht van het ziekenhuis werd duidelijk dat de eetstoornis mij compleet in zijn macht had. Door het onderzoek moest ik naar huis met de auto of een taxi. Ik vertelde het ziekenhuis dat ik beneden werd opgehaald door mijn vriend, en hem vertelde ik dat ik met de bus ging. Uiteindelijk ben ik naar huis gelopen en besloot ik om s’avonds 19:30 nog 16 kilometer te lopen om het liggen van het ziekenhuis te compenseren.

Toen Kevin en mijn begeleider hier achter kwamen werd het al gouw duidelijk dan dat ik vrij weinig keus had om terug te keren naar de kliniek.

Als ik dat niet zou doen kon ik alles verliezen en was het snel afgelopen met mij.

Met veel verdriet en pijn en moeite besloot ik terug te gaan. Ik had contact met de kliniek en kon over een paar dagen weer terecht.

Dus ik kon thuis opnieuw mijn koffers inpakken, moest opnieuw weer langzaam afscheid nemen van mijn kinderen waar ik het liefste bij was. Hun zijn mijn reden van leven, en niet bij hun zijn brak mijn hart en vond ik het moeilijkste wat er was.

Maar tegelijkertijd deed ik het ook voor hun, want als ik het niet zou doen zouden ze misschien helemaal geen moeder meer hebben.

Ik kwam op een dinsdag 23 januari weer terug in de kliniek en heb daar uiteindelijk tot begin maart gezeten. Dit was een ontzettende moeilijke en pittige periode voor mij. Ik moest af van het laxeren en dat was een uitdaging die nat altijd goed ging en waarbij ik nog geregeld in de fout ging, waardoor ik soms in de kliniek nog afviel.  Maar langzaam werd de drang minder en gebruikte ik dagen soms niks of een stuk minder. Echt helemaal verlost er van ben ik nooit geweest.

Het eten was in het begin een ramp, het 6x op een dag eten was een blokkade in mijn hoofd maar langzaam begon ik die blokkade te doorbreken, ik zou hier anders nooit uitkomen en wou zo graag terug naar huis.  Dus ik begon me steeds beter aan mijn eetlijst te houden en liet vrijwel niks meer staan of sjoemelde niet meer. Maar mijn lichaam was het hier niet mee eens, mijn maag kon het vaak nog niet aan waardoor ik vaak moest overgeven.

Daardoor werd besloten dat ik geen dessert meer hoefde naar mijn avond eten in de hoop dat de rest binnen zou blijven zitten.

Langzaam kwam ik in gewicht aan , maar ik zorgde er altijd wel voor dat ik net binnen de marge zat van wat moest. Door het gewicht wat er bij kwam, kreeg ik ook weer te dealen met mijn emoties die aangeschakeld werden. Ik kreeg woeden aanvallen, was soms intens verdrietig zo erg dat ik naar huis wou , maar mijn vrolijkheid en blijdschap was ver te zoeken. Ik voelde me een nietsnut een falende moeder die zich moest laten opnemen in een kliniek. Ik haat mezelf hier om, dit was niet wat mijn gezin verdiende, zei lijden onder mijn ziekelijke anorexia die mij compleet in zijn macht had. En toch was ik niet sterk genoeg, niet sterk genoeg om er tegen te kunnen vechten.

En hoewel ik veel steun had van mijn groepsgenootjes voelde ik me vaak alleen, mijn muur was nog enorm en mijn borderline was ook duidelijk aanwezig waardoor ik me schaamde en wou afzonderen.

Ik weet het moment nog dat ik een brief moest schrijven in de kliniek en moest voor lezen in de groep tijdens een therapie. Toen besefte ik pas dat ik misschien zieker was dan dat ik dacht en dat mijn weg naar herstel erg lang zou kunnen duren. Ik moest niet alleen leren omgaan met de eetstoornis ik had ook nog te dealen met de borderline en mijn trauma’s uit mijn jeugd. Wetend dat er nog veel therapieën zouden moeten volgen om mijzelf te kunnen vinden, want terugvinden is niet het juiste woord als je niet weet wie je echt bent.

De weken waren lang en ik keek uit naar het weekend als ik mijn mannen weer kon zien. De weekenden werden langzaam opgebouwd, van eerst dat ze alleen op bezoek mochten komen, naar een halve dag thuis, een hele dag thuis tot een nachtje slapen en daarna een heel weekend.

Dit was vaak het aller moeilijkste, het moment dat je even thuis was en genoot van de kleine dingen die er gebeurde. Liam begon met praten en Milan ontwikkelde zich tot een echte kleuter. Ik miste dingen in hun ontwikkeling en dat deed mijn zo’n pijn in mijn hart. En dan moest ik in het weekend ook weer afscheid van ze nemen om terug te moeten gaan naar de kliniek.

Ik vergeet 1 weekend nooit meer, het was zondag avond en ik moest terug, Milan pakte mij vast en zei: mama jij moet in het ziekenhuis weer leren eten he, want jij at nooit thuis en daarom was jij ziek.

Mijn moeder hart brak, ik besefte zo dat er in dat hoofdje van een 4,5 jarige al zoveel meer omging dan dat iemand zou denken. Ik besefte dat ik moest vechten om beter te worden omwille van mijn kinderen.

Na in totaal 3 maanden in de kliniek te hebben gezeten ging ik met mijn streefgewicht naar huis, dit was bij mij het gewicht op mijn ondergrens maar te overzien was.

Helaas werd ik ontslagen met de woorden: het is fijn dat je naar huis gaat voor jou en voor je gezin, maar qua eetstoornis had je eigenlijk nog een tijdje in de kliniek moeten blijven.

Op dat moment dacht ik dat ze ongelijk zou hebben, ik wou er voor gaan en hoe erg die eetstoornis nog in mijn hoofd nog aanwezig was, ik kon hem nu langzaam wat meer weerstand geven.

Eenmaal thuis genoot ik de eerste week volop op van mijn gezin, ik kon weer zoveel meer. Ik lachte, ik had energie kon dingen met de kinderen ondernemen en genoot ook echt weer van dingen.

Alleen het volgen van mijn eetlijst lukte me thuis niet meer ,ik ging al vrij snel van 6x per dag nar 3x per dag eten. En hield mijn gewicht nou lettend in de gaten om niet boven het gewicht waarmee ik de kliniek uit kwam te komen.

Voor mij werkte dit zo voor nu prima, ik sloot compromis, mijn gewicht werd een keer per week in de gaten gehouden. Ik mocht niet meer als een kilo onder mijn ontslag gewicht komen. En voor nu hield ik dat netjes aan .

Na ongeveer 1,5 week  volop genieten met mijn gezin kwam er een gesprek met mijn begeleider en het wijkteam. Mijn begeleider zou naar de achtergrond gaan en er zou iemand 3x in de week komen om mee te kijken tijdens eetmomenten met mijn kinderen erbij.

Doordat mijn emoties ook weer volledig aanstonden werd dit een regelrechte blokkade in mijn hoofd en kwam de borderline enorm opspelen. Ik voelde me belazerd want mijn begeleider die ik zo vertrouwde zou nu zo goed als weg vallen en ik zou met iemand in huis moeten zitten die ik niet kende en niet vertrouwde en dit wou ik ook helemaal niet. Ik was kwaad op alles op iedereen. Dit escaleerde zo erg dat ik uit opwelling van mijn borderline reageerde ,ik wou niet meer leven en liet dit duidelijk merken. Ik wou niet meer dat andere mijn leven gingen bepalen, ik voelde me een pop die niks meer zelf te zeggen had.

Dit escaleerde en ik zat vrijwel snel die week nog bij de crisisdienst, gelukkig was ik op het moment van gesprek daar al weer redelijk gekalmeerd en zagen hun geen reden om mij daar te houden en kon ik gelukkig weer naar huis.

Maar het was al vrij snel duidelijk dat de eetstoornis en de borderline zo met elkaar verweven waren dat er altijd een van de 2 aanwezig was. Maar ik stond op de wachtlijst voor de borderline en eerst een nabehandeling voor de eetstoornis had volgens de kliniek geen zin omdat deze altijd terug zou keren als de borderline niet eerst werd aangepakt.

De eerste maanden volgde waar in het leek of ik alles redelijk goed onder controle had.

Tuurlijk waren er altijd ups en downs en viel ik soms wat terug ,waarbij ik laxeerde of heel weinig at… maar met de hulp van mijn grote liefde’s kwam ik daar dan weer redelijk boven op.

Ik genoot weer van dingen en we deden als gezin ook weer steeds meer leuke dingen.

Alles leek goed te gaan, maar toch zat daar een terugval op de loer.

De volgende keer neem ik jullie mee in een stukje gezondere mij waarin ik een mooie zomer heb gehad met mij gezin, naar de langzame terugval met de grote klap toen mijn moeder overleed.

Ik moest verwerken dat we na 2 jaar weer pas contact hadden en zei ongeneselijk ziek bleek te zijn en ik naar 3 maanden afscheid moest nemen, van mijn enige ouder die ik nog had.

 

 

 

8 Januari 2017

Vandaag begonnen we weer met de bloeddruk meten en het wegen. Weer een kilo erbij en het frustreerd me enorm. Ik zie er uit als een opgeblazen olifant. Ook mijn pols is weer erg hoog voor de ochtend en mijn bloeddruk laag 98-46. Bij het ontbijt at ik met veel tegenzin maar had het wel uiteindelijk binnen de tijd opgegeten. Daarna moest ik bloed gaan prikken. Omdat ik gisteren 2x flauwgevallen was mocht ik er niet lopends heen en moest ik met de rolstoel. Dit vond ik echt verschrikkelijk en gaf me alleen maar een zieker gevoel. Mijn lichaam die zo hard protesteerd en het anders wil dan dat ik het in me hoofd heb.

Na het bloedprikken was het al weer tijd voor het tussendoortje. Na het tussendoortje ben  ik gaan roken en heb ik in mijn kamer tv gekeken om even tot mezelf te komen. De dag ging zoals de andere dagen lunch ,tussendoortje ….. na het tussendoortje van half 4 besloot ik te gaan douche. Tot de verpleging kwam en vroeg of dat ik naar het douche wou komen want me bloeduitslagen waren binnen. Ik voelde al dat het niet goed zou zijn,en toen ik bij de verpleging kwam bleek het dus ook zo. Mijn bloedwaarde was in 4 dagen tijd gezakt van 4.5 naar 3.6 ,ze had de arts al gesproken en ik moest rekening houden dat ik naar het ziekenhuis moest en met de ambulance opgehaald zou worden. De spanning zat op dat moment erg hoog en het avond eten ging ook heel slecht, dit was de eerste keer dat ik me avond eten niet had opgegeten. De eetstoornis nam het van me over. Toen om half 9 was daar de ambulance en werd ik naar diak het ziekenhuis in utrecht gebracht. Een tijdje op de eerste hulp gelegen en uiteindelijk werd ik op de kraamafdeling gelegd omdat het ziekenhuis behoorlijk vol zat. De verpleging was erg lief.  De eerste nacht slapen in het ziekenhuis was een ramp, ik kon niet slapen en voelde me zo alleen en de eetstoornis wist dat ie in het ziekenhuis weer alle mogelijkheden had om het te winnen van mij. 

9 januari  2017

Om 07:00 werd mijn bloeddruk en pols weer gemeten. Mijn bloeddruk was extreem laag 90-41 en mijn pols 103 . Toen om half 8 kwam de verpleging van het eten en vroeg of ik wat wou eten. Natuurlijk was mijn antwoord nee, alles in me zei nee nee nee.

Om 08:00 werd mijn bloedgeprikt. Daarna ging ik een sigaretje beneden doen, maar moest van de verpleging wel voorzichtig aandoen omdat mijn bloeddruk zo extreem laag was en dus snel zou kunnen flauwvallen. Maar hoe duizelig ik was hoe eigenwijs ik ook was om gewoon te gaan roken.

Rond half 10 kwam de arts vertellen dat ik een bloedtransfusie en een ijzerinfuus zou krijgen. Zo gezegd zo gedaan. In de tussentijd had ik mijn tante gesproken ,zei zou mij terug naar rintveld brengen  en ik had verwacht dat ik ook wel gelijk mocht gaan. Dus s’middags waren me tante en oom er, en had ik een beetje afleiding. Helaas bleek alles minder waar en wou het ziekenhuis mij nog een nacht houden en ook rintveld vond dit verstandiger. Dus ik zou nog een nacht in het ziekenhuis moeten doorbrengen. Ondertussen had de verpleging mijn voedingslijst van rintveld en kreeg ik zonder dat ik het wou avondeten voorgeschoteld, omdat ik al meer als 24 uur al niks had gegeten. Moeizaam begon ik aan het avond eten maar bij 3 happen van het bord hield ik er al weer mee op. Meer als dat kreeg ik niet voor elkaar en mocht ik ook niet van mezelf.  Rond 11 uur probeerde ik te gaan slapen, maar weer ging dit niet zo als gehoopt, ik lag weer veel wakker en het bloedverlies nam weer toe .

 

Lisette kwam als kraamverzorgster 19 jaar te laat, oeps

Ik ben Lisette, 25 jaar oud en werk 1,5 jaar als kraamverzorgende. Hiervoor heb ik vier jaar op een kinderdagverblijf gewerkt. Ik heb een neefje waar ik een soort van tweede moeder voor ben. Ik vind het heerlijk om op hem te passen, dit doe ik al vanaf dat hij drie maanden oud is. Ik heb al bijna zeven jaar een leuke vent aan mijn zijde. 

Als kraamverzorgende sta je vanaf 8 uur in wacht voor een eventuele dienst. Dit betekent dat je vanaf dat moment inzetbaar bent. Ik werk deze week zes dagen, want we werken allemaal om het weekend. Ik was zojuist gebeld, dus ik bel mijn collega van de planning terug. In eerste instantie had zij een Engelstalig gezin voor mij, maar ik ben niet zo goed in de Engelse taal. Ik zou niet de zorg kunnen bieden die ik zou willen. Gelukkig was er toch nog een Nederlands gezin voor mij. Ik kleed mij aan en stap in mijn witte pakje in de auto. Ik voer het adres van de kraamvrouw in. Helaas niet in mijn regio, maar dat maakt mij niet zo veel uit.

Na de herdenkingsdag van oma’s overlijden heb ik mijn kleutertweeling een week thuisgehouden

Verlies

Een tijdje geleden schreef ik mijn blog over afscheid nemen van een dierbare.

Omdat het deze maand een jaar geleden is dat mijn meiden afscheid moesten nemen van hun oma, leek het mij mooi om jullie mee te nemen in de reis van die dag.

21 maart 2019

Mijn telefoon maakt een geluid. Een reminder.

Als ik mijn telefoon pak, realiseer ik mij weer wat mij even ontschoten is. De overlijdens dag van de oma van mijn meisjes. Natuurlijk wist ik dat dit eraan zat te komen, maar door alle dagelijkse drukte was mij dit even ontschoten.

Als ik Facebook open komen daar dan ook de berichten binnen van mensen die ook haar herdenken op deze dag.

Tijdens het ontbijt hebben we het er even over en Nevaeh besluit dat ze vandaag naar het graf wilt.

“Maar dan wil ik wel een roosje meenemen hoor mama!”

“Ja”, zegt Jaliyah, “maar dan wil ik ook bij papa een roosje brengen.”

Terwijl de meiden op school zitten rij ik richting centrum. Ze willen al een tijdje een fotolijstje met een foto van hen samen met oma. Dus ik print er een aantal uit. Voor hen, maar ook voor hun vader. Want voor hem is ook vandaag een beladen dag.

Bezoek aan haar graf

In de auto geef ik de meiden hun lijstje met een foto van hen drieën. Hun gezichtjes lichten op, maar tegelijkertijd worden hun oogjes natter en natter, tot daar het moment komt en de eerste tranen beginnen te rollen. Ik besluit hen hun moment te laten pakken en we rijden richting de begraafplaats.

Onderweg komen daar de verhaaltjes. Weer een stapje verwerking.

Jaliyah vertelt mij dat ze nog steeds oma’s sjaal heeft en als ze er goed aan ruikt haar geurtje soms nog ruikt.

Nevaeh vertelt de momenten dat ze samen met haar naar het centrum gingen en een visje gingen halen. Dat oma haar haring altijd aan de staart vastpakte en deze boven haar mond hing om hem vervolgens op te eten. Dat vonden ze leuk. Of dat oma altijd grapjes maakte en hen aan het lachen maakten.

Dan komen we aan op een overvolle parkeerplaats en besluiten de auto ergens in het gras te parkeren.

Het is zonnig en er waait een wat frisser windje. Nevaeh loopt voorop en leidt ons de weg, want het is voor haar als een soort van thuiskomen en het lijkt alsof ze oma tegemoet rent.

Oma’s oude huisje

De zon schijnt volop en het voelt warm, ondanks het frisse briesje. Alsof een warme deken ons vertelt dat het bijzonder mooi en fijn is.

De voetstappen om tante Cissy’s graf laten zien dat er al meer mensen zijn geweest. Mensen die haar ook missen en lief hadden.

We pakken de rozen uit die ik meegebracht had en de meiden leggen deze op een mooi plekje in het midden.

Nevaeh had nog een mooie kleurrijke tekening gemaakt en deze leggen ze vast met wat kiezels die ze in het zand vinden.

Omdat de meiden heerlijk in het zand hebben gezeten, midden op het graf, pak ik de hark en harken we alle voetstappen er weer uit.

“Wat heeft u een mooi plekje tante Cis!” erken ik. En de tranen komen. De tranen om niet gesproken woorden. Woorden die ik haar nooit meer zal kunnen zeggen en het verdriet omdat ook ik haar mis, en het verdriet dat mijn meisjes hebben.

Nevaeh is bezig om het graf mooier te maken. Een aantal weken na het overlijden van hun oma hebben ze met hun vader mooie tekeningen gebracht. Waar nu niet meer zoveel van over is en Nevaeh het eigenlijk alleen maar lelijk vindt. Ze verplaatst wat stenen en kiezels om het mooier te maken. “Zo”, zegt ze, “nu is het weer mooi.”

Als ik hurk tussen de meiden in, zie ik dat daar de emoties komen en mn meisjes vliegen mij om mijn nek. We knuffelen, we huilen even.

De wind doet het windmolentje die we een tijd geleden kwamen brengen mooi draaien en de meiden zien het ook.

“Wil je nog iets tegen oma zeggen?”

Ik krijg twee paar opgetrokken schouders ervoor terug en geen woorden. Maar blikken zeggen op dat moment meer dan hun woorden op dit moment kunnen en we blijven nog even in stilte staan.

“Ik hoop dat oma nog steeds broodjes haring met uitjes eet mama”, roept Nevaeh.

“Ik weet zeker dat ze dat nog steeds doet lieverd. En vandaag zal ze een feestje vieren, omdat ze nu ergens is waar het zo ontzettend mooi is, en waar ze geen pijn meer heeft.”

Nevaeh: ”Mama, gaan we nu naar het huis van papa?”

“Dans een dansje voor ons vandaag tante Cis!” Ik pak mijn meiden bij de hand en we lopen weer richting de auto.

En hoe verdrietig ze net weer even waren door de confrontatie met het afscheid en de leegte bij het oude huisje van oma hier op aarde, zo snel zijn ze het weer even kwijt.

In de auto hebben ze het over de verrassing die ze papa gaan klaarzetten. (de voordelen van de sleutel van papa’s huis)

Onderweg hebben ze schik en hopen ze dat papa niet thuis is, want anders is het geen verrassing. “En we moeten snel zijn, zeggen ze, want anders ziet ie wat we aan het doen zijn”. 

Ze willen zelf schrijven op het kaartje en dus schrijf ik hen voor wat het moet worden.

Terwijl Jaliyah het eerste gedeelte opschrijft, vul ik met Nevaeh een glas met water voor de roos.

Precies dezelfde als die we net naar oma hebben gebracht. Zodat oma ook een beetje bij haar zoon is. En natuurlijk een fotolijstje met een foto van hun viertjes.

Terwijl we uit hun vaders huis “ontsnappen” vertellen ze hoe leuk zij het vinden en hoe benieuwd ze zijn hoe hun papa het zal vinden.

We stappen in de auto om een ijsje in het centrum te gaan eten. De meiden besluiten dat we oma moeten vieren.

Herinneringen

Op de dagen die volgen krijg ik de ene na de andere herinnering van facebook, over de dagen van vorig jaar. Dagen vol van kameraadschap, vrienden, familie en kind zijn.

Want tijdens die verdrietige dagen deed ik leuke dingen met de kinderen. Dingen om even uit de sleur van de dood, verdriet en afscheid nemen te ontsnappen.

De dood.

Als ik het zo type, dan klinkt dat woord zo vreselijk hard en koud. Maar eigenlijk is dat het niet. Eigenlijk is het iets heel puurs. Zo puur als de dag dat wij geboren werden. Het hoort bij het leven. Hoe jong dat leven soms ook is. En hoe ongelofelijk oneerlijk die dood soms ook is, zoveel mooie dingen komen er soms ook uit.

Je leert nieuwe dingen van jezelf, van anderen. Je leert. Je ontwikkelt. Je leeft.

Wij leven. En dat is precies wat ik vorig jaar mijn meiden heb laten doen. Laten leven en zichzelf laten zijn.

Ze zijn die week niet naar school geweest, want dat wilden zij niet. Nee, zij wilden dat niet. En ik kan best begrijpen dat er aan de andere kant van het scherm nu een mama of een papa zit die dit onbegrijpelijk vindt, maar voor mij en voor mijn Nevaeh en Jaliyah was dat op dat moment heel erg goed.

En nee, niet alles die dagen draaide om hun oma. En nee, niet alles draaide om de dood. En nee, niet alles draaide om hun verdriet. Het draaide die dagen om hen. Precies zoals ook hun oma wilde dat de dag van het afscheid om hen draaide. Dat realiseer ik mij nu als ik dit type. Bijzonder wel.

Die dagen liet ik mij vooral leiden door hen en wat zij wilden. Wat zij nodig hadden.

Wilden ze uitslapen, liet ik hen uitslapen. Wilden zij spelen, liet ik hen spelen. En zo ook die zaterdag. Ze zijn de hele dag gaan ravotten in Monkey Town met vakantievriendinnetjes en hebben daarna daar nog gezellig gespeeld en gegeten.

Gewoon omdat zij dat nodig hadden. Weer even opladen van alles. En daarna, daarna zijn we nog even bij oma gaan kijken. Even een aai over haar wang, en toen een computerspelletje gespeeld op de Nintendo van hun oom die daar bij hun papa was.

Omdat dat was wat zij nodig hadden. Samen zijn met mensen die hen die dagen er doorheen gesleept hebben met al hun liefde die zij wilden delen.

Liefs Rilana

Brief aan m’n zoon van 5 jaar

Lieve kleine jongen

Alhoewel, klein ben je al niet meer. Vandaag word je vijf. Vijf! Ik snap er niks van. Maar als ik een ding heb geleerd door dat ik jouw mama mag zijn is het wel dat alle clichés waar zijn. Vandaar waarschijnlijk ook dat het clichés zijn maar goed.

Vijf jaar geleden maakte je mij mama. Ik had geen idee wat me allemaal te wachten stond. Maar ik had ook geen idee hoe bijzonder ons avontuur samen is.

De tijd vliegt. En ik vind het moeilijk om onder ogen te komen dat we alweer vijf jaar samen zijn. Vaak ben ik bang dat ik het niet goed gedaan heb, dat ik je door mijn depressies te kort gedaan heb.

Soms kijk ik naar je, iets wat jij altijd zo raar vindt, ‘Mama waarom zit je zo naar mij te kijken?’ Dat doe ik omdat ik zo trots op je ben vriendje, op je lieve zachte karakter, je nieuwsgierigheid en slimme koppie. Omdat ik je op wil vreten omdat ik zo veel van je houd. Daarom kijk ik zo naar je. Daarom kijk ik vaak voor dat ik naar bed ga hoe je ligt te slapen. Daarom vind ik het ook heerlijk als je bij mij in bed slaapt maar dat is niet zo handig voor papa.

Op school doe je het super goed, veel vriendjes om mee te spelen en je gaat met zoveel plezier. Wat fijn dat ons de ellende van dramatische ochtenden bespaard is gebleven. Wat fijn dat je zo leergierig bent. ‘Ik leer helemaal niks op school mama, we spelen alleen maar.’ Een kleine wijsneus ben je, iedere dag moet ik wel iets opzoeken om antwoord te kunnen geven op een van de 100 dagelijkse waarom-vragen. ‘Mama waar komt het woord gemeente vandaan?’ (Spoiler alert: Gemeenschap, wat weer afkomstig is van het Germaanse woord Gemte.)

Je bent een heerlijk ventje, mijn trots en mijn alles. Blijf zoals je bent, een betrokken en zorgzame broer. Een nieuwsgierig en ontdekkend, maar voorzichtig mannetje. Dank je wel dat ik jouw mama mag zijn, ik hoop toch zo dat je weet hoe veel ik van je houd, dat ik alles voor jullie doe. Dank je wel dat jullie de reden zijn dat ik zo hard aan mij zelf werk om de beste versie van mijzelf te zijn.

 

 

 

LOUKIE (klik hier voor haar Instagram)  

Nieuwe mama’s maken jullie je hier ook plotseling zo’n zorgen om?!

Dat je als moeder opeens allemaal zorgen er bij krijgt is niets nieuws. Constant maak je, je zorgen om die kleine baby, die zo afhankelijk van jou is. Letterlijk overal zie je gevaar. Vakanties boeken met een zwembad zonder hek? Wie ontwerpt zoiets! Waar ik vorig jaar, toen ik nog geen baby had, zelf nog een diehard bumperklever was, rijd ik nu het liefst maximaal 30 kilometer per uur. Ik heb wel een baby achterin zitten hoor. Rustig aan. O jee, ze hoest. Help. Moet ik nu naar de dokter?  

Deze zorgen heeft elke moeder (toch?). Ik ondervond nog een nieuwe, totaal andere, onverwachte, heftige zorg. Voor mij voelt deze zorg als een missie, waar ik zelf geen grip op heb. Het is een angst die soms opeens opduikt.

Ik. Mag. Niet. Dood.

Herkenbaar? Sinds ik moeder ben, denk ik hier dagelijks aan. Ik moet 100 jaar oud worden en alles van Sophie mee maken. Ik moet haar zien opgroeien, zien trouwen, zien studeren, verliefd zien worden, voor het eerst naar school brengen, oma worden en vooral haar voor altijd beschermen. Maar ook, Sophie heeft mij nodig. Ik moet er altijd voor haar zijn.

En ja hier ben ik dus dagelijks mee bezig. Een flauwe keelpijn is geen keelpijn meer, misschien betekent deze keelpijn wel het einde. Misschien wel heel snel. En dat mag niet. Moet ik de dokter bellen voor mijn keelpijn? Ik bedoel, Sophie kan niet zonder haar moeder. En ik wil Sophie zien opgroeien. En misschien zorgt die keelpijn er wel voor dat dit allemaal niet gaat gebeuren. Bovendien, Sophie heeft nog niet eens broertjes en zusjes. Kan die keelpijn niet nog 30 jaar wachten voordat die mij in de vorm van magere Hein komt halen? Please keelpijn, ga weg. Ik kan je nu niet gebruiken. Overdreven? Ja. Waargebeurd? Ja. Angst? Ja.

Geheel toevallig hoorde ik vanochtend op de radio de slogan ‘Hey het is oké’. Blijkbaar hebben veel mensen last van angsten. En nu weet ik niet of dit moeder oergevoel daar onder valt hoor. Misschien gaat het ook wel weer weg. Maar het belemmert soms wel. Al lig ik er geen hele nachten wakker van, soms schiet het opeens door je hoofd. Wat als. En wat als-en, daar heb je eigenlijk helemaal niks aan.

Een tijdje heb ik nagedacht over wat ik eigenlijk met deze blog wilde bereiken. Wordt het een klaaguurtje (zoals ik wel vaker doe) over mijn zorgen, of ga ik onderzoeken waar deze angst vandaan komt. Alleen, dat onderzoek, ik hoor het jullie gewoon denken. Doe. Het Niet. Laat Esmée alsjeblieft gewoon lekker op de bank zitten niksen in plaats van op onderzoek uit gaan. Dat kan gewoon niet goed komen. Dus dat onderzoek laat ik even voor wat het is. Tips. Ja, tips, ik geef wat tips over hoe je hiermee kan dealen. Tips, die ik heel goed kan geven, maar waar ik ook echt zelf iets mee moet doen.

1. Hey het is oké. Hoe simpel ik deze slogan ook vind. Even serieus hoor, deze slogan kan echt overal bij. Het bevalbad onder gepoept tijdens je bevalling? Hey, het is oké (dit is mij heus niet gebeurd). Je baby wekenlang Truus noemen omdat ze zo in de buik heette? Hey, het is oké (nee zou mij ook nooit overkomen). Vergeten welke naam je, je baby dan wel hebt gegeven? Hey, het is oké (ik kon gewoon even niet op haar naam komen oké). Verder wil ik totaal niet afdwalen en wil ik vooral zeggen: het is oké. En omdat het oké is, deel je angst dan ook. Ik heb het hier wel eens met vriendinnen over gehad, en toen kwam ik er al vrij snel achter dat ik echt niet de enige ben. Dat is fijn. De angst is normaal. Vervelend, maar normaal. En erover praten lucht op!

2. Wat-alsen (zelfbedacht woord, joe) heeft geen zin. Al dat gepieker is zonde van je tijd. Geniet liever van je baby. Je hebt op sommige dingen nou eenmaal weinig invloed. Let it goooo (let it goooo, ik haat Frozen).

3. Leef wat voorzichtiger. Hé, ik bedoel, op niet alles heb je invloed en genieten mag, maar 50 kilometer per uur op de snelweg is hard genoeg.

4. Als het echt niet gaat, moet je natuurlijk contact opnemen met een professional. Voor de duidelijkheid: dat ben ik totaal niet! Je mag mij natuurlijk wel altijd contacten om er over te praten, of even te zeuren, of voor veiligheidstips (zoals binnen blijven met oud en nieuw). Ik kom er tijdens het schrijven van deze blog achter dat ik echt nog eens een blog over veiligheid moet schrijven. Iets met als titel: hoe word je een huismus 2.0 (maar word je wel 100 jaar oud, hopelijk).

5. Afleiding. Overheerst de angst heel je humeur: kijk een comedy, ga iets leuks doen, lees een blog van mij (haha grapje). Ik merk zelf dat ik als nieuwe mama soms alleen maar met zorgen bezig ben, en bij mijn zorgen horen angsten. Soms heb ik echt even tijd en ruimte nodig om op te laden. Even niks. Even een domme serie. Heerlijk!

Heel veel aan mijn tips heb je vast niet. Ik bedoel, ik heb ze maar bedacht. Ik hoop wel dat deze blog sommige mama’s helpt. Dat ze denken: “ik ben niet de enige”. Dat we elkaar hierin vinden, en hierin helpen. En heel oud worden samen!

Liefs,

Esmée

@mamensoof