Vegetarisch opvoeden vanaf de wieg

Vlees is voor velen een gewoonte. Shoarma na het uitgaan, broodje knakworst op zaterdag of wat dacht je van in de winter een hutspotje met draadjesvlees. Maar vegetarisch eten is in opkomst (whoohoo) en steeds meer mensen zijn er bewust(er) mee bezig. Ik ben al sinds mijn achtste vegetariër en eet inmiddels dus alweer ruim 20 jaar geen vlees en vis. Aangezien ik  met de jaren sterker en sterker achter mijn keuze sta, heb ik er voor gekozen om mijn dochtertje vegetarisch op te voeden. 

Gelukkig is het imago van vegetariërs wat verbetert ten opzichte van vroeger. Vegetariërs werden met name erg geassocieerd met geitenwollensokken types.  Gelukkig is het nu hip om een geitenwollensokken type te zijn 😉 Ik verwacht dat het aantal mensen dat vegetarisch eet in de loop der jaren alleen maar meer wordt. Mijn keuze is gebasseerd op het welzijn van de dieren, ik deed een spreekbeurt over varkens toen ik 8 jaar was en sindsdien nooit meer een hap vlees op. Maar de vleesindustrie is ook ontzettend slecht voor het milieu. Eén kilo rundvlees eten staat qua broeikasgas-uitstoot gelijk aan 180 kilometer autorijden. Moet je nagaan.

De meningen over je kind vegetarisch opvoeden zijn ontzettend verdeeld. Ik voed mijn dochtertje (van bijna 1!) vegetarisch op vanaf het moment dat ze geboren is. Momenteel eet ik voor 90% veganistisch of ik die stap ooit naar 100% maak durf ik nog niet met zekerheid te zeggen.

Voor mij was het vanzelfsprekend dat ik Mila vegetarisch zou opvoeden want ook zonder vlees kun je gewoon volgens de Schijf van Vijf eten. Het Nederlandse Voedingscentrum geeft tegenwoordig aan dat vegetarisch opvoeden prima kan.  Zelf ben ik er van overtuigd dat ze niks te kort komt. Waar ik extra op let? Dat ze genoeg ijzer, omega 3, vitamine B12 en vitamine B binnen krijgt. Ze krijgt momenteel nog flesvoeding en daar zitten gelukkig ook al erg veel voedzame stoffen in. Daarnaast maak ik bijna alle hapjes zelf en zorg voor vervangende producten wat ze zal missen in vlees en vis.  Neem bijvoorbeeld een paar drupjes lijnzaadolie per week en je krijgt ook Omega 3 binnen. Dit zit ook in sommige boter soorten voor op brood. 

Mijn favoriete hapjes die we samen eten? Aangezien ze nog net geen 1 jaar is kunnen we nog niet álles samen eten. Maar super veel wel!  Ik at zelf echt nooit stamppotjes maar sinds Mila mee eet eten we bijna wekelijks een stamppot. De ene keer met linzen , beetje mosterd, ui en wat tofu, de andere keer een cliché hutspotje maar dan met een vleesvervanger erbij. Vleesvervangers geef ik nog niet zo lang aan Mila omdat in de meeste ook wel wat zout aan toegevoegd is. Ik let nu erg op of er weinig zout en pittige kruiden in de vervangers zit.  Daarnaast eten we regelmatig risotto, nasi ( mila met een beetje pindakaas en niet alle kruiden)  of een lekkere pasta.  Op brood eet Mila beleg gemaakt van groenten of fruit, appelstroop of smeerkaas speciaal voor kids maar ook eens per week pindakaas of  vega smeerworst.

Soms is het niet handig om zelf te koken als we bijvoorbeeld een dagje weg zijn. Dan kies ik voor een potje.  Je hebt overal vegetarische opties van. Mila’s favoriet is de vegetarische pasta. Deze krijg ik zelf niet zo lekker blijkbaar als uit het potje. Een hapje van een vegan pizza van mij is  Mila ook niet vies van 😉

Wat zijn de mogelijke nadelen van vegetarisch opvoeden?  Ik vrees dat het met name op sociaal vlak misschien moeilijk kan zijn. Als er bijvoorbeeld een kinderfeestje is bij Mc Donalds . Natuurlijk mag ze uiteindelijk zelf kiezen of ze vlees en vis eet, wie weet heeft zee r een hele andere mening over als ik. Ik verwacht dat ze wel nieuwsgierig zal zijn en het sowieso een keer gaat proberen en dat mag natuurlijk. Ze heeft  zelf al stiekem een kattenbrokje geproefd 😉  Zeker jonge kinderen hebben veel compassie voor dieren, dus het kan heel goed dat de kleine aap vegetarier blijf.Het blijft een lastige discussie maar ik zal haar nooit opdringen vegetarier te worden, alleen aanraden.

Veganistisch is weer een stapje verder. Ik ben me er wat meer in aan het verdiepen maar neem voorlopig Mila nog niet mee omdat ik dan wel bang ben dat ze wat voedingsstoffen te kort komt omdat ik me er zelf nog niet goed in heb verdiept. Ik geef wel enorm veel om dieren wat ook de reden is dat ik al die jaren vega eet., dus wie weet ooit vegan.

Voor nu vind ik het een erg fijn idee dat we samen vegetarisch eten, ik sta zelf zo achter mijn principe dat ik  het niet over mijn hart zou verkrijgen om Mila een stukje vlees te geven.  Daarnaast heb ik een ontzettende goedde eter als baby, ze eet echt álles. Dus daarbij heb ik ook geluk.  Zelfs de minst geliefde groente onder baby;s : spruitjes!  Maar ook broccoli en andijvie zijn erg geliefd. Ik ben erg benieuwd of dit het komende jaar gaat veranderen. Wie weet schrijf ik over een half jaar een blog: ‘’help mijn kind is een moeilijke eter” 😉

Als jullie nog lekkere vegetarische recepten hebben die makkelijk te combineren zijn met een klein kindje zie ik de tips graag in de comments!

 

 

EVELINE (klik hier voor haar Instagram)  

 

Ik ben misbruikt en nu moeder DEEL II

In mijn eerste blog schreef ik al over de impact van het misbruik in mijn jonge jeugd ten opzichte van de opvoeding van mijn dochter. Eerst wilde ik het qua dit onderwerp bij één blog laten, makkelijk was het al niet om erover te schrijven, en ik was bang voor de reacties van anderen. Tot op zekere hoogte kan ik er steeds makkelijker over praten, maar als iedereen in je omgeving dit ineens weet, is er geen weg meer terug. Toch besloot ik er nog een tweede en misschien wel derde blog over te schrijven. Vooral door de (mega!) veel positieve en liefdevolle reacties die ik erop kreeg. Door zelfs van andere voor mij, bekende en onbekende vrouwen te horen dat ze zich zo konden vinden in mijn verhaal en het fijn vonden om herkenning te vinden. Maar vooral ook door de (gelukkig maar heel weinig) “negatieve” reacties. Negatief is een groot woord, maar vreemd waren ze wel. En op een paar opmerkingen wil ik dan ook een reactie geven, ik hoop vooral dat ik, en andere slachtoffers dit soort gemafklapper dan ook niet meer te horen krijgen. 

‘Dit zet je toch niet op internet?’

Mijn instinctieve reactie was vrij vijandig, kan ik je vertellen. Want waarom niet? Waarom mag alles op internet gezet worden, behalve dit? Iets wat mij kan helpen met verwerken, en hopelijk andere ook kan helpen in het vertellen van hun verhaal.  Maar nadat ik de opmerking rustig wat gerelativeerd heb, kan ik het me ook wel een beetje voorstellen dat je zo denkt. Vooral als het een ver-van-je-bedje is, of juist dichtbij. Het is natuurlijk ook een beetje gekkig. Je zit ook niet op een verjaardag doodleuk te vertellen over misbruik, terwijl je wel openlijk over je gebroken been door een aanrijding met de buurman van tegenover, kunt vertellen. Maar juist omdat het zo gekkig is, vind ik het wel een goed idee om er eens wat opener over te zijn. Zo lang ik niet over mijn eigen grens ga, is het toch eigenlijk simpel mijn zaak of ik het openbaar op internet knal of niet? Ik vind het dan juist een beetje gekkig dat jij mij wil beperken in het doen van wat ik denk dat juist is. Blijf je het gekkig vinden? Geen probleem, maar hou het liever voor je. Dat relativeren hou ik namelijk nooit zo heel lang vol. 

“Ik had dit echt niet van jou verwacht, je bent altijd zo vrolijk!”

Maar, hoezo dan? Is er een typisch slachtoffer van misbruik? Mag je dan niet meer lachen? Ten eerste, geloof me, ik ben echt heel chagrijnig. En ten tweede je wordt niet geboren als slachtoffer van misbruik, het overkomt je. Je bent het niet. Ik ben gewoon nog dezelfde als daarvoor, hooguit wat beschadigd maar ik ben niet “misbruik”. Ik ga niet ontkennen dat de gebeurtenissen geen impact op mijn leven hebben gehad, dat zeer zeker wel. En een grote impact ook.. Vooral nu als moeder. Dus hoe kun je een beeld hebben bij iemand die zoiets overkomen is? Het kan iedereen overkomen. En hoe je ermee om gaat, is ook voor iedereen anders. Dus echt, je “verwachting” is niet relevant.

“Wat is er precies gebeurd dan?”

Wat is precies het nut van deze vraag?

Niemand weet wat er exact gebeurd is, behalve ik en de dader. Zelfs mijn eigen man weet vrijwel niets van de gebeurtenis zelf. En dat zal ik ook niet vertellen. Nu niet, nooit niet. Ik deel een heleboel, maar dat stukje is van mij. Het is een soort kern, met daaroverheen een heleboel laagjes. Ik leer met de jaren steeds een laagje los te maken en erover te praten, maar die kern is keihard. Wat een onbeschofte vraag.

En dan de laatste, twee meest onbeschofte vragen die ik kreeg, ook al voor het schrijven van de eerste blog. (Voor dat ik de eerste blog schreef waren er maar een handjevol mensen die dit van me wisten. Na de blog, veranderde dat dus ineens naar de “hele wereld”) Deze vragen heb ik van zowel onbekende als bekende mensen gekregen, en blijkbaar zijn het voor een hoop mensen een doodnormale vragen, maar echt, niet meer doen.

“Maar door wie ben je dan ontmaagd?”

“Kun je wel seks hebben nu dan?” 

Ben. Je. Serieus?

Meer kan ik er niet over zeggen.

Tot slot wil ik met een positieve noot afsluiten, want ECHT ik ben zo enorm dankbaar voor de vele lieve, leuke, liefdevolle reacties. Juist door de steun die ik heb ontvangen vanuit veel van jullie kon ik de rot reacties makkelijker naast me neerleggen. Ik wil niets liever dan meer bekendheid geven aan de gevolgen en impact van (kinder)misbruik, maar de stap nemen om jezelf zo open te stellen viel me enorm zwaar. Juist omdat ik niet wil dat mensen me als “anders” gaan zien, of behandelen. En eigenlijk moet dat me ook helemaal niet interesseren. Wat me is overkomen is kut, ja. Maar veel belangrijker, voor mij, is het belang van praten door te geven aan anderen. Hoe meer erover gesproken wordt, hoe minder gekkig het wordt, en hoe makkelijker het dan weer wordt om erover te praten. Een vicieuze cirkel met in mijn ogen alleen maar vooruitgang. Schaam je niet. Voel je niet schuldig. Makkelijk wordt het nooit, maar minder moeilijk absoluut.

Mama Michelle met anorexia gaat de eetkliniek in

Zoals jullie vorige keer hebben gelezen ben ik met een maagneus sonde naar huis gegaan.
Doordat mijn lichaam niks gewend was hield ik op het moment met ontslag heel veel vocht vast en moest ik thuis verder met rusten. Maar dat kon ik niet! Wat een dagje Efteling in een rolstoel moest worden, werd een dagje volop lopen. In mijn hoofd moest ik de gedwongen innamen van de sonde toch compenseren. En zo volgde er veel van die dagen, het huishouden gebruikte ik ook voor compensatie en het lekkere weer gaf me ook genoeg reden om met de jongens naar de stad te lopen en ze daar een ijsje te geven. 

Het bekende boekje Rupsje Nooitgenoeg heeft in ons huis plaatsgemaakt voor het boek Chemocasper

Je kent ze wel. Die kinderuitspraken. Lekker ongenuanceerd, vaak kort door de bocht en lekker op de man af. Van die uitspraken waarvan je weet dat je ze moet opschrijven om er later nog een heel hard om te kunnen lachen.

Zomer 2018. We staan in de badkamer. “Mama, als jij toch geen baby meer neemt, waarom zitten die borsten er dan nog?” Ik lach. Tja, dat is een goeie vraag. Dat is uiteindelijk toch ook gewoon de reden dat die dingen er zitten. Om je pasgeboren baby van melk te voorzien. Decennia lang de enige voedselvoorziening voor je spruit. Het hele stukje over vrouwelijkheid en seksualiteit laten we voor het gemak maar even achterwege.

Januari 2019. Stiekem verschijnt er nu een glimlach op mijn gezicht. Een paar maanden later.  Een paar maanden waarin deze vraag ineens een hele andere lading heeft gekregen. Wat is het toch ook heerlijk praktisch voor een kind. Papa die zijn bal toch niet meer nodig had. Mama die haar borsten ook al gebruikt heeft waar ze voor bedoeld waren. Als je er zo over nadenkt, is het allemaal zo kinderlijk eenvoudig. De onschuld, onbevangenheid en zonder al te veel zorgen.

In 2012 werd ik mama. Niet pas bij de bevalling, maar al vanaf het moment dat het streepje blauw kleurde. Zo gewenst, maar tegelijkertijd ook doodeng. Ik hoor mijn moeder nog zeggen: “Je riep al dat je moeder wilde worden op je 14e!” Ik  weet eigenlijk niet of ik ooit vooraf bedacht heb wat voor een moeder ik wilde zijn. Had ik een plan? Tenslotte wil iedereen toch gewoon een goede moeder zijn? Met kinderen die van haar houden. Kinderen die bij je kruipen als ze het nodig hebben. Die boos op je zijn als je weer eens te veel gaat opvoeden. Kinderen die je een schuine blik geven wanneer je raar door de woonkamer danst. Moeder worden maakt je onzeker. Kan ik dit wel? Doe ik het wel goed? Doen anderen het ook zo? De eerste onzekerheden uitten zich in de kraamtijd. Eet hij genoeg? Is hij warm genoeg? Ademt hij nog wel? Iedereen heeft een mening over wat het beste is voor je kind.  En in het begin wil je misschien ook nog van anderen horen wat het beste is. Gewoon omdat je het allemaal nog even niet weet. Gaandeweg het ouderschap heb ik weestand gekregen tegen al die mensen die het beter weten. Tegen de eindeloze discussie over borstvoeding, over ergonomische draagzakken en inenten. Waar oorlogen eigenlijk altijd gaan over religie en ideologie, lijken deze onderwerpen in de wereld van het ouderschap voldoende te zijn om een ware volksopstand te ontketenen. Laat iedereen toch gewoon in zijn waarde. Het ouderschap is niet iets waar je je al te veel mee moet bemoeien. Deel het ouderschap, praat erover, bevraag elkaar. Luister en verwonder, maar hou het bij jezelf. Praat over wat voor jou werkt, misschien heeft de ander er wat aan, misschien ook niet. Weet je, uiteindelijk komt het er op neer dat die andere moeders ook maar gewoon wat doen. Volg je gevoel, kijk naar je kind en heb vertrouwen in jezelf. Een goede moeder staat ook wel eens te janken tegen de koelkast, gooit met de deuren of pakt haar kind net even iets te hard bij de hand wanneer je voor de zoveelste keer met een vloerpeuter in de supermarkt staat.

Mijn kinderen zitten niet in een glazen doosje. Ik ben geen curlingouder zoals Juf Ank dat zo mooi omschreef in De Luizenmoeder. Vallen, opstaan, knuffel en weer door. De wereld is groot, soms boos, soms lief, soms onbegrijpelijk en oneerlijk, maar door er in te stappen leren ze te lopen. Eerst aan de hand maar gaandeweg telkens een vinger minder. Zomaar, van de een op de andere dag heeft een of ander lot besloten dat we onze kinderen moeten leren wat kanker is. Je tast af wat het doet, hoe reageren ze? Wat doet het met ze? Hoe pak ik dit aan? Je weegt je woorden zorgvuldig af om het verhaal zo duidelijk mogelijk te houden. Want dat is waar het om gaat. Duidelijkheid, helderheid en eerlijkheid. Hoe harder we de koe bij de horens grijpen hoe beter ze het begrijpen. Gewoon zwart wit met een beetje kleur om het visueel aantrekkelijk te maken. Drie kinderen, drie behoeftes. Ieder op zijn eigen manier. Inmiddels lijkt het in huis alweer de normaalste zaak van de wereld. De boeken van Rupsje Nooitgenoeg en het Mooiste Visje van de Zee hebben plaatsgemaakt voor Chemocasper en Radiorobbie. Het gevecht tussen de kankercellen en de chemopoppetjes vinden hun weg op het tekenpapier. Daddy Finger en  Baby Shark Sudududu zijn aan de kant gezet door Paultje en de Draak. En het voelt goed. Het gaat goed. Mama is trots! Tenslotte zijn het de kinderen die deze belachelijke situatie een beetje mooier maken. Die je afleiden wanneer je gedachte weer eens afdwalen, die je op de been houden, die zorgen dat je verder moet!

MARCIA (klik hier voor haar Instagram)

Flesvoeding, welke soorten zijn er en wat moet je weten?

Als borstvoeding geven niet lukt of je bent er mee gestopt, dan ben je aangewezen op kunstvoeding, ofwel flesvoeding. Tegenwoordig zijn er tal van verschillende soorten flesvoeding te koop. Wat zijn de verschillen en waar moet je op letten? En zijn huismerken anders dan A-merken? Ik vertel het allemaal in deze blog. 

 

 

Flesvoeding is eigenlijk onder te verdelen in twee categorieën. Voeding tot 6 maanden en voeding vanaf 6 maanden. Voeding tot 6 maanden heet ook wel volledige zuigelingenvoeding, omdat een baby in deze periode alleen borstvoeding of deze flesvoeding nodig heeft. Voeding na 6 maanden heet opvolgmelk. Vanaf 1 jaar is opvolgmelk niet meer nodig en kan je kindje gewone melk drinken.

 

 

De ingrediënten van flesvoeding zijn wettelijk vastgelegd. Er is dus in feite geen verschil tussen A-merken en huismerken. Maar als je kijkt naar de ingrediënten en verpakkingen dan zit er wel verschil tussen sommige merken. Dit komt omdat bepaalde merken extra stoffen toevoegen aan hun flesvoeding. De hoeveelheid van deze stoffen is ook wettelijk vastgelegd. De European Food Safety Authority (EFSA) is de Europese autoriteit voor voedselveiligheid. Zij geven aan dat deze extra stoffen niet beter (of slechter) zijn voor de gezondheid. Deze extra stoffen zie je ook vaak op de verpakking vermeld bijvoorbeeld als ‘verrijkt met’.

 

 

De prijs van A-merken is een stuk hoger dan huismerken. Dit ligt niet aan het feit dat er andere of goedkopere ingrediënten in zitten, maar A-merken besteden meer geld aan onderzoek, reclame en promotie. Van huismerken zie je ook nauwelijks reclame voorbijkomen. Sommige mensen zweren bij huismerken maar andere vinden een A-merk bijvoorbeeld minder klonteren.

 

Naast de standaardvoeding die vaak nummer 1 heet zie je vaak een pak met H.A. erop in het schap staan. Dit is hypo-allergene voeding. Deze is wel gemaakt van koemelk, maar de eiwitten zijn in kleine stukjes opgeknipt. Dit heet ook wel eiwithydrolysaat. Omdat de eiwitten opgeknipt zijn zorgen ze in het lichaam minder snel voor een allergische reactie. Kindjes die namelijk een aanleg hebben voor koemelkallergie krijgen een allergische reactie op de koemelkeiwitten. Deze voeding is dus geschikt voor baby’s met een verhoogde kans op koemelkallergie.
Voor baby’s met koemelkallergie is speciale flesvoeding verkrijgbaar. In deze voeding zijn de koemelkeiwitten helemaal in stukken gebroken en kunnen dus geen allergische reactie meer veroorzaken. Na het vaststellen van een allergie kan een arts deze voeding voorschrijven. Als alternatief voor koemelk is er ook flesvoeding op basis van geitenmelk beschikbaar. Het is wel zo dat mensen met een koemelkallergie ook allergisch voor geitenmelk kunnen zijn. Dit komt omdat de koemelkeiwitten sterk lijken op geitenmelkeiwitten en dus dezelfde reactie in het lichaam kunnen uitlokken. Deze voeding kan dus niet gebruikt worden bij koemelkallergie. Verder zijn er geen speciale voordelen van geitenmelk ten opzichte van koemelk. Het is dus een persoonlijke keuze als je voor geitenmelk kiest.  

 

 

Er bestaat ook biologische flesvoeding. Deze is gemaakt van biologische melk en bevat vaak minder extra toegevoegde stoffen omdat deze stoffen meestal niet biologisch zijn. Als biologische voeding beter bij je levensstijl past is dit een goed alternatief voor de standaardvoeding. Ook biologische voeding en geitenmelk voldoen aan de wettelijke regels.

Bevallingsverhaal: Het ziekenhuis liet me 4 uur wachten totdat ik gehecht kon worden… Foutje, bedankt!

Mijn bevalling. Nou dát was me toch een tegenvaller! Moet jij binnekort bevallen? Sla deze blog dan maar even over… 

 

 

Mijn zwangerschap was KUT. Vreselijk vond ik het. Misselijk en depressief, ik vond er niks aan. Door alle roze wolk hysterie voelde ik me nogal een vreemde eend in de bijt want ja, wie geniet er nou niet van?! Ik dus. Maar goed aan alles komt een eind dus ook aan deze zwangerschap. Thank God! Omdat mijn zwangerschap zo ruk was had ik op de één of andere manier mijn bevalling echt verheerlijkt. Dat je vliezen dan breken en je je man belt die halsoverkop naar huis komt en je liefdevol kust. “Kom schat we gaan dit avontuur samen aan!” Samen puffend en hand in hand het kind laten komen. En dan tranen van geluk als hij er dan eindelijk is! Net zoals in de film. Maar niks is zoals in de film. Mijn stomme zwangerschap niet, maar mijn bevalling al helemaal niet! Tijdens mijn zwangerschap studeerde ik nog. Op de dinsdag van mijn tentamenweek had ik weer een afspraak bij mijn verloskundige. Maar eigenlijk vond ik die vrouwen helemaal niks. Ze hadden voor mij een te hoog boomknuffelaar-gehalte. Toen ik over pijnstilling begon was de reactie: “We wachten het wel af, soms kan het heel mooi opbouwen en dan heb je dat niet nodig.” “Toedels”, dacht ik, “waarom zou ik mezelf dat in godsnaam aan doen, rare hippie?” En natuurlijk wil ik niet thuisbevallen al die zooi hoef ik echt niet in mijn bed.

 

 

Ik had al een paar keer gebeld omdat ik me niet lekker voelde, maar dat werd afgedaan als blaasontsteking en ik hoefde niet langs te komen volgens de telefoniste. Ook dat vond ik stom. Alles en iedereen was stom en dom. En terecht bleek tijdens de controle, mijn bloeddruk was veel te hoog en ik mocht meteen door naar het ziekenhuis. Hup aan de bloeddrukmeter en dat een uurtje of wat. Inclusief die doppen op mijn buik waar ik spontaan alweer jeuk van krijg als ik er aan denk. In het ziekenhuis werkte toen de beste vriendin van mijn zusje, zij was aan het promoveren op de afdeling waar ik lag en kon me dus alles uitleggen en vertalen. Hoe hoger mijn bloeddruk werd, hoe lager mijn IQ kennelijk dus ik kon deze dame goed gebruiken! Op naar de afspraak met de verloskundige. “Bloeddruk is te hoog. We gaan je inleiden.” Inleiden?! Wat dan?! Dat kan helemaal niet, want ik heb nog tentamens dacht ik. En terwijl mijn hoofd alles probeerde te verwerken plande mijn man de inleiding in, op donderdag, want dat was handiger met zijn werk. Aangezien het inleiden waarschijnlijk wel een paar dagen zou duren, omdat ik pas 37 weken was kwam dat dan beter uit want de baby zou dan ongeveer in het weekend geboren worden. Wist hij veel… 

 

 

Nou wij weer naar huis en ik begreep er nog steeds niks van. Mijn hoofd zat vol watten. Maar ik besefte me wel dat ik dus niet de ‘romantische’ bevalling kreeg waar ik zo veel over gefantaseerd had. Woensdag ben ik met mijn moeder de stad in gegaan om wat kleinere kleertjes te kopen en een verschoningskussen, want dat had ik nog geen eens in huis. Ik pakte mijn koffertje in. Op donderdag mocht ik om 7 uur bellen of er plek was om te komen bevallen. Ik denk dat het redelijk logisch is dat ik die nacht niet echt goed en veel geslapen heb. Mijn man wel. Eikel. Maar goed, wij dus bellen er was plek. We mochten komen. Mega zenuwachtig was ik, mijn man doodkalm. Die nam overal zijn tijd voor. Te frustrerend! Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen mochten we wachten. Het was die dag erg druk. De dame die na mij binnenkwam werd naar huis gestuurd en ze mocht een dag later komen bevallen. Wat was ik blij dat ik mijn man redelijk stellig verzocht had iets sneller te handelen. Op zijn zachts gezegd. Nou hup, baarhok in. De procedure werd uitgelegd: ik kreeg drie keer twee tabletjes en dan hopelijk zou mijn baarmoedermond verweken. Ik begreep er niet veel van en ik vond het allemaal best. Pillen erin en terug naar de zaal waar er weer geen bed voor mij was. Zit je daar op een houten stoel… 

 

Na een tijdje kreeg ik mijn bed, vers uit de wasstraat. Hij was nog zeiknat. Beter dan een stoel, prima. Aan de bloeddruk meter. Ik haat die dingen nu echt als ik ze zie. De controle kwam en ik bleek 4 centimeter ontsluiting te hebben. Ik hoefde geen medicijnen meer, want het ging super goed zo! Mijn zusje geappt dat het toch maar eens zo kon zijn dat de baby vandaag kwam. Zij zou erbij zijn. Gelukkig maar! “Ik heb al 4 centimeter”, zei ik, “en ik voel niks, als dit zo door gaat stelt bevallen echt niks voor!” Wist ik veel… Iets was op een gegeven moment niet meer goed: de hartslag van de baby of iets met mij, ik weet het niet meer. Maar ik moest naar de verloskamer om mijn vliezen te breken in de hoop dat ik weeen zou krijgen en de bevalling echt kon beginnen. Nou zo gezegd, zo gedaan. Ik word die kamer in gerold, onderbroek uit en haaknaald erin. Een verpleger hield mijn hand vast. Ik hoorde mijn zusje zeggen: ‘Loukie heeft een hele grote personal space, doe maar niet!’ Mijn engel! Ik kan totaal niet tegen dat soort acties van vreemden, lief bedoeld maar bewaar dat maar voor iemand anders. In ieder geval, plop plop, vliezen kapot en nou afwachten! Hrt was 16.00 uur. Spannend, wat gaat er allemaal gebeuren?! Nou véél kan ik je vertellen! Mijn god wat een ellende!

 

 

Meteen kwam ik terecht in een weeenstorm. Ik had totaal geen idee wat me overkwam en ik werd niet goed! Misselijk en verward lag ik te creperen! “Een ruggenprik”, gilde ik, “een ruggenprik!!” Gelukkig kwam de anesthesist best snel. Ik zweer je dat ik een krans om de beste man zag verschijnen toen hij binnen kwam met de medicijnen. Tegelijkertijd stond er een nieuwe verpleegkundige naast mijn bed met een  verhaal dat ze vroeger naast mijn schoonmoeder woonde en dus mijn familie kende, was dat een probleem? ‘Het boeit me geen ene reet’, zei ik, ‘ik wil die ruggenprik!’ Helaas wierp mijn redder in nood één blik op mij en zei: ‘deze mevrouw is al te ver, die kan geen prik meer krijgen’. Ik denk dat ik toen heel hard “neeeeeee” gilde. Net zoals in de film strekte ik mijn hand uit terwijl mijn redding van me weg genomen werd. “Wat een hel! WTF, ik zit pas op 5 centimeter”, dacht ik, “dus hoe moet ik dan de komende uren doorkomen?!!?” Woedend was ik en mijn vuist belandde zo in de zak van mijn man die een beetje beduusd naast mijn bed stond. Had hij maar ergens anders moeten staan. Alles was toch zijn schuld en nou moet ík die baby eruit zien te krijgen. Eikel. ‘Nou’ zegt de verpleegkundige die naast mijn schoenmoeder is opgegroeid, ‘als deze mevrouw zich niet aanstelt kan ze wel eens heel ver zijn.’ Als deze mevrouw zich niet aanstelt?! Wat denkt je wel niet, trut?! Dat ik voor mijn lol zo lig te krijsen? Nee, ze maakte zich echt niet geliefd bij mij. Met moeite kreeg ze de verloskundige zo ver om me te controleren, want mevrouw zat in de overdracht dus eigenlijk had ze geen tijd voor mij. “En zo snel kon het toch niet gaan hoor.” Ook al zo’n kutwijf. Nou hup, hand erin en wat blijkt ik had 10 centimeter ontsluiting en mocht gaan persen! ‘Ha, zien jullie wel, ik zei het toch!’ Ik kan me trouwens niet voorstellen dat ik me erg geliefd heb gemaakt daar, maar dat terzijde. Risico van het vak lijkt me.

 

 

Goed om 16:30 mocht ik persen. De baby vond het helemaal niks en moest er snel uit. De bloeddrukmeter gooide ik van mij af. ‘Dat die te hoog is weten we nu wel hoor!’ Er moest een knip in, een dubbele. Mijn zusje had van haar vriendin gehoord dat het geluid van die knip het meest vreselijke is en stond met haar handen over haar oren te schreeuwen: ‘Hij komt eraan, hij komt eraan!’ ‘Doe jij eens even rustig je helpt haar helemaal over de zeik’, zei de verloskundige. ‘He, doe jij eens even aardig tegen mijn zusje!’, riep ik tussen het persen door. Nou knippen zaten erin. Ik perste nog een keer en zoals mijn man het omschrijft: vliegt de baby er zo snel uit dat de verloskundige net op tijd is om hem te vangen. Dat was om 16:38. Ik kreeg een vies plakkend babytje op mij en hij scheet me meteen helemaal vol. Liefde op het eerste gezicht denk ik? Ik had geen idee wat me was overkomen en liet alles maar gebeuren. Na een paar minuten wist ik uit te brengen: ‘Hoe ziet hij er eigenlijk uit?!’ Hij werd voor mij opgetild en ik zag mijn kleine man. Al hoewel, zo klein was hij helemaal niet, 3680 gram en dat met 37 weken. Hij was dus te zwaar en we moesten een nachtje blijven. Fijn. Daar lag ik op apegapen, onder de baby meuk en poep met een verloskundige in opleiding die tussen mijn benen naar de ravage zat te kijken. Als alles aan flarden ligt, stoppen ze een vinger in je kont om een algehele ruptuur uit te sluiten. Zij twijfelde, haar begeleider ook en de gynaecoloog moest ook oordelen. De derde vinger verdween in mijn hol en ik zei: ‘Joris, zorg eens dat ze hiermee ophouden. Ik houd hier helemaal niet van, dat weet je.’ Het was zo druk dat ze mij pas rond 8 uur konden hechten. Kennelijk lag half Nijmegen in het Radboud te baren. Omdat ze zo laat begonnen deed het hechten erg veel pijn, alles was dik en opgezet en ik voelde iedere prik ondanks de drievoudige extra verdoving. Mijn ogen draaiden weg en mijn bloeddruk daalde gigantisch. Snel maakte de verloskundige het af. Omdat onze zoon te dik was, moesten we een nachtje blijven om zijn glucose te controleren. Ik moest gaan voeden en kolven. Zitten op één bil door de pijn zat ik de hele nacht aan die zuignoppen, VRE-SE-LIJK! Het oude buurmeisje van mijn schoonmoeder heeft me de hele nacht geholpen en zelfs nadat ze klaar was met werken kwam ze nog langs om mij te helpen voeden. Ze leek opeens een stuk minder een trut… (Twee weken kon ik amper lopen en zitten. Het ziekenhuis heeft excuses aangeboden voor de gang van zaken. Ze hadden mij nooit zo lang mogen laten liggen, dan was de pijn veel minder geweest. Maar wat koop je daarvoor, niks.). 

 

 

 

LOUKIE (klik hier voor haar Instagram)  

Wintersport met een baby, kan dat!? Esmee deelt haar ervaring!

Kou. IJskoud. Sneeuw. Uitglijden. Glad. IJs. Wind in je gezicht. Gele sneeuw. Vallen. Regen. File. Zomaar een aantal steekwoorden van dingen die je tegenkomt als je op wintersport gaat. Klinkt geweldig toch? Klinkt in mijn oren als de ideale situatie om een baby mee naar toe te nemen. Dus dat doen wij dan maar he. Op reis naar de kou met een baby van zeven maanden. Top idee. Als je niet zo van de sarcasme bent, stop dan met lezen. Niet klagen niet, gewoon einde verhaal. 

 

Dus. Terwijl ik dit type vertoeven wij in het Oostenrijkse zonnetje (klinkt al een stuk positiever toch). Overdag genieten wij van de mooie pistes, het lekkere eten, een heerlijk witbiertje in het zonnetje en ‘s avonds spelen we heel veel spelletjes. Dikke prima. Maar we zijn wel met onze lieve baby op stap. Nu moet ik er bij zeggen dat we met opa’s en oma’s op pad zijn, dus ik mag echt niet klagen. Ze passen op Sophie zodat wij lekker kunnen skiën en zo. Top. Nu ga ik weer verder met klagen. Zo ben ik. Hier een aantal dingen die met een (lief, knap, schattig, leuk) baby’tje nét ietsjes anders zijn als je op wintersport gaat. 

Geboortekaartjes: inspiratie en tips!!

Toen ik zwanger was van mijn dochter, was er weinig aan het aanstaande moederschap wat mij niet leuk leek. Oke, de bevalling scheen een dingetje te zijn, maar verder? Ik vond al het nieuwe leuk. Uren was ik aan het zoeken naar het perfecte mutsje, de juiste lakentjes en natuurlijk: het mooiste geboortekaartje. Ik had hem snel gevonden! Klassiek, rustig, wit en een beetje roze of blauw. En een geboortekaartje is toch in mijn optiek een kaartje. Dus een stuk papier, in welk formaat dan ook, met tekst waarop je de geboorte aankondigt.  

 

 

 

Maar het kan alle kanten op. Je kan het zo gek niet bedenken of het bestaat. Zo heb ik ooit een heus concertkaartje gezien: ‘Met trots kondigen wij onze nieuwste productie aan’. Compleet met afscheurrandje en streepjescode. Ook een doosje met muisjes, waarop de informatie stond over de kleine spruit. Een houten bordje, een vilten hart, zelfs een romper heb ik langs zien komen.
Maar het meest bijzondere kaartje wat ik ooit gezien heb was een ‘Blijbewijs’  vormgegeven als het klassieke roze rijbewijs van papier zoals we dat vroeger kenden. Een fotootje van de baby en zijn gegevens erbij vermeld.  

 

 

 

Niks is zo leuk als geboortekaartjes kijken bij de verloskundige op het prikbord. Je ziet binnen negen maanden de laatste trends voorbij komen. Van de kaartjes met een motief van veertjes, een wigwam, of pijlen, tot: okergeel, mosgroen en oudroze. Strakke lettertypes tot sierlijke letters. Natuurlijk zie je ook de kaartjes van mensen die zich niets aantrekken van trends: een grote oranje olifant op een geel kaartje. Een simpel wit kaartje met enkel een naam. Zoveel baby’s, zoveel smaken.

 

 

 

Qua tekst hielden wij het persoonlijk vooral rustig. Geen gedichtje, geen zinnen als:

  • Wil je teentjes komen tellen, eerst mijn papa en mama bellen!

Tellen en bellen, vind ik nog leuk bedacht, het komt niet te dwingend over. Je zet nu eenmaal niet neer: We laten je niet binnen als je niet gebeld hebt van tevoren.
Ik vond dat eigenlijk wel vanzelfsprekend. Dat je eerst even belt voordat je langsgaat. En dat je niet zomaar op de bonnefooi een baby gaat bekijken (Maar dit gebeurt wel degelijk lieve mensen, echt waar! Laatst nog bij een vriendin van mij. En zeg dan maar eens nee als je de deur al open hebt gedaan). Net als dat ik het vanzelfsprekend vind dat je als volwassene blijft praten op een geboortekaartje en niet in flauwe rijmpjes gaat praten. 

  • Papa en mama hebben gestoeid, toen ben jij in mama’s buikje gegroeid!

OMG. Nee. Dit zet je toch niet op een kaartje. Ik meen serieus dat ik dit ooit op een kaartje heb zien staan. Ik heb het wel tien keer over gelezen, staat dat er echt?! Geschrokken nam ik weer plaats op een stoel in de wachtkamer. Was dit serieus? Ik pakte mijn telefoon en googelde op ‘teksten geboortekaartjes’. Natuurlijk waren er een hoop grappige teksten, die vooral sarcastisch waren bedoeld. Zoals:  

  • Met grote vreugde delen wij u de verhoging van de kinderbijslag mee!

Juist..

  • Mijn borsten hangen, mijn doos is stuk, maar oh, oh, oh, wát een geluk!

Hartstikke waar natuurlijk, maar iets TE eerlijk. Dit is bedacht door iemand die de hele blije tekstjes zo overdreven vindt. Wat ik ook vind.

Dolblij met de geboorte van onze dochter Lola.

Dat stond er op mijn kaartje. Meer niet. Ja, iets met een rusttijd. Niet wetende dat dat van tevoren amper te plannen is. Die tijd kwam helemaal niet uit toen Lola er eenmaal was en verbrak ik zelf door juist dan alle appjes te beantwoorden.
Bij een volgend kindje kies ik weer een rustig kaartje. Zonder gedicht. Zonder rusttijd en zonder dubbelzinnige teksten. Maar let ik wel op de volgende tips:  

1. Kies een kaartje wat je over een paar jaar nog mooi vindt. Trendgevoelig kan heel beschamend zijn na 10 jaar.

2. Niet elk lettertype past bij elke naam. Vooral bij korte namen kan het dan ineens heel anders overkomen dan hoe je de naam over wil laten komen. Probeer uit!

3. Vraag altijd een proefdruk aan, compleet met enveloppe! Wij kwamen pas na de geboorte erachter dat de enveloppe te donker was. Dus konden we nog etiketten gaan kopen en printen.

4. Laat het kaartje door de drukker of door een objectief iemand doorlezen. Je leest jezelf blind, een spelfout of vergeten huisnummer zie je dan niet meer.

5. Denk niet te moeilijk. Het is maar een kaartje, het belandt in het geboorteboek, je stuurt het op naar je verloskundige, je kind vraagt er hooguit over 20 jaar nog een keer naar, en dat was het.

 

 

 

Hoe zag jullie kaartje eruit? Stuur hem door naar Kids en Kurken op Instagram! 

 

 

 

KELLY V (klik hier voor haar Instagram)  

 

Anticonceptie

Dit keer een onderwerp voor de mama’s (en papa’s want ik vind het als dochter van een echte feministe natuurlijk ontzettend oneerlijk dat dit meestal alleen een aangelegenheid van de vrouw lijkt te zijn). Namelijk; anticonceptie! 

Je bent net bevallen en ook al vind je je nieuwe aanwinst heerlijk, aan nog een kind erbij moet je voorlopig niet denken, maar je hoofd staat misschien ook nog niet echt naar seks. Toch is het goed om te bedenken wat voor anticonceptie je wilt gebruiken, want sommige vrouwen zijn zes weken na de bevalling alweer vruchtbaar (ja, ook als je borstvoeding geeft! Al is de kans dan kleiner).

Je kunt allerlei onderscheid maken: anticonceptie met en zonder hormonen, anticonceptie die je wel of niet dagelijks in moet nemen, anticonceptie die je zelf kunt innemen of inbrengen of waarbij een arts dat moet doen. En welke anticonceptie mag je ook alweer gebruiken als je borstvoeding geeft?

Over die laatste vraag kan ik vrij duidelijk zijn: alle preparaten waar maar één soort hormoon in zitten. Dus dat zijn de minipil, de prikpil, het spiraaltje en het implanon staafje. Het koperspiraaltje bevat helemaal geen hormonen en die mag dus ook.