Alle alarmbellen gaan af in een vrouwenlichaam als een baby huilt of iemand ‘MAMA!’ roept

Alle alarmbellen gaan af in een vrouwenlichaam als een baby huilt of iemand ‘MAMA!’ roept.

“Ik moet nog boodschappen doen, een cadeautje kopen en een pakketje afhalen. Zou jij dan kunnen stofzuigen?” Niemand kijkt op. Terwijl ik alle flessen verzamel voor de glasbak, roept mijn jongste zoon: “Klaarrr!” Ik haast me in mijn jas naar het toilet. Een kwartier later zit ik dan eindelijk in de auto, onderweg naar de supermarkt. Eenmaal thuis kom ik erachter dat ik het pakketje ben vergeten, en er is niet eens gestofzuigd. “Moet ik hier nu alles doen?” roep ik boos. Mijn man kijkt eindelijk op van zijn telefoon. “Zei je wat?”

Èn die carrière èn perfect moederschap

“Ik heb last van paniekaanvallen. Het lijkt soms wel of ik stik,” vertelde ik mijn huisarts. “Het is ook verstikkend, moederschap,” was haar eerste reactie. Ik keek haar vragend aan en ze pakte een groot wit wel. “Kijk, dit is wat er gebeurt als een vrouw moeder.” Ik volgde haar hand die 2 witte vierkanten tekende. Het ene vierkant was ik en het andere vlak mijn man. Tussen deze 4 lijnen tekende ze een klein vierkant en kleurde het zwart. “Dit is er wat er aan ruimte overblijft voor jezelf als een vrouw kinderen krijgt.” Ze wees naar het kleine zwarte vlakje. Al het wit eromheen vertegenwoordigde de ruimte die het moederschap innam. “Bij een man is het net andersom, daar is het kleine donkere vlakje de plaats die kids innemen en het grote lege vlak is zijn bewegingsruimte. Denk aan carrière, sport, sociale contacten. Jij propt dat allemaal in het kleine vlakje, en nu benauwt het je letterlijk.” Niet veel later liep ik naar huis met deze tekening in mijn tas en de opdracht meer ruimte voor mezelf te creëren. Ik stortte mij volledig op mijn werk. Niet dat het grote witte vierkant kleiner werd, nee het werd èn die carrière èn perfect moederschap.

De feiten op een rij

Natuurlijk vond ik het verhaal van mijn huisarts een beetje overdreven. Maar in de loop der jaren ben ik genoeg feitjes tegengekomen over het verschil tussen vaders en moeders. Zo blijkt uit onderzoek van Georgia Southern University dan mannen nauwelijks minder nachtrust ervaren als kersverse ouder. Terwijl 48% van de onderzochte moeders de helft van de maand kampen met vermoeidheidsklachten (bron: ouders van nu). 

Daarnaast publiceerde het CBS in 2016 onderzoeksresultaten die bevestigen dat moeders meer stress ervaren. Hoewel mannen en vrouwen evenveel vrijetijd hebben, ervaren moeders deze tijd niet als tijd voor zichzelf.

Moeders staan altijd ‘aan’

Maar wiens schuld is het nu eigenlijk? Dat van de mannen? Nee, ik moet het toch voor ze opnemen. Zij beschermen zich over het algemeen een stuk beter tegen stress. Ze slaan geen oneindig lange 

to-do lijstjes op in hun hoofd. Wringen zich niet in allerlei bochten om mee te gaan naar de kinderboerderij als hulpouder. En voelen zich daar ook totaal niet schuldig over. Ook vinden ze het geen probleem als de afwas een avondje blijft staan. 

Eigenlijk kunnen wij vrouwen nog best veel leren van het andere geslacht. Zo beschikken mannen volgens huwelijks expert Mark Gungor over een ‘nothing box’. Een plek waar zij in gedachten naar kunnen afdwalen om even aan ‘helemaal niks’ te denken. Dat is voor de meeste vrouwen onmogelijk. Mannen schijnen dit zelfs te kunnen doen in het bijzijn van hun gezin. Biologisch gezien niet haalbaar voor een vrouw. Alle alarmbellen gaan af in een vrouwenlichaam als een baby huilt of iemand ‘MAMA!’ roept. Het onderzoek van CBS bevestigt dit: moeders staan altijd ‘aan’.

Wat kunnen we dan wel doen? 

Nee, je hoeft je planning niet los te laten. Vele gezinnen gedijen het beste op rust en regelmaat. Die lijstjes hebben dus toch nut! Wat we wel kunnen proberen om de hectiek van het dagelijks leven het hoofd te bieden, is simpelweg minder inplannen. Bekijk je weekplanning en schrap minimaal 25%. Er zijn afspraken die je MOET doen, afspraken die je ZOU KUNNEN doen en afspraken die een ANDER kan overnemen of helemaal uit je agenda kunt schrappen. Dat betekent dat je vaker NEE moet zeggen. Zorg ervoor dat de afspraken zoals me-time en yoga, de laatste afspraken zijn die jij afzegt. Hierdoor ontstaat ademruimte wat ervoor zorgt dat moederschap niet een aaneenschakeling wordt van klusjes, maar ook jij regelmatig kunt wegdromen.

 

De eerste nacht na het nieuws dat mijn kind leukemie heeft

Nikki heeft een infuus gekregen met pijnstilling. En ik heb letterlijk geen oog dicht gedaan. Er gingen zo veel dingen door mijn hoofd. Ik ben nog nooit zo vreselijk bang geweest. Hoe kan ik Nikki hierin steunen als ik er zelf bang voor ben? Kan ze dit uberhaupt overleven? 

 

Die ochtend was het dan zover, de ambulance stond klaar om ons naar het Prinses Máxima Centrum in Utrecht te brengen. Nikki heeft die rit wel 30 keer gezegd dat ze naar huis en niet naar het ziekenhuis wilde. Ze wilde ook naar school. Ze was zo onwijs bang en verdrietig. Gelukkig heeft ze tijdens de rit eventjes geslapen, en wat vlog’s bekeken. De rit duurde voor ons gevoel dagen. Onderweg naar een plek waar je eigenlijk niet wilt zijn. 

Iedereen heeft zo haar loedermoedermomentje, toch!?

Wanneer iemand binnen een mamagroep durft om eerlijk op te biechten welke blunder ze gemaakt heeft zal je zien dat de rest snel volgt. We zijn immers allemaal mensen en maken dus ook fouten, ik heb geen ogen in mijn achterhoofd, twee kinderen en dus moet soms je keuzes maken. En soms maak je de verkeerde.. 

Een tijdje terug kreeg Joey het voor elkaar een om een playmobile zwaard in haar oor te steken. Waar ik bij Depp nog de kleine onderdelen van de playmobile netjes apart hield ligt nu álles door elkaar. (Dat is eigenlijk ook een van mijn geheimen waar ik bij de eerste eindeloos oefende met woorden etc schiet het er bij de tweede nogal bij in..) Maar goed ze rende rond met dat ding en ik had geen zin om het af te pakken, sterker nog ik dacht ‘wat fijn dat ze zo oud is dat ze niet meer alles in haar mond stopt’. Nou dat was de goden verzoeken natuurlijk want niet veel later begon ze te gillen en liep het bloed uit haar oor. Ik ben me helemaal de pleuris geschrokken en als een gek naar de huisarts gereden waar ik behoorlijk gegeneerd mijn verhaal deed. Alles  bleek gelukkig heel en alleen de gehoorgang was beschadigd, het trommelvlies niet. Ik was bang dat ze misschien haar hersenen had geperforeerd maar dat bleek een overdreven om niet te zeggen onmogelijk idiote angst. Gelukkig.

Maar goed. Ze zat in de dagen erna te zeuren over pijn aan haar oor. Ik denk dat krijg je ervan als je zwaarden in je oor stopt Henkie. Er was niets aan de hand had de huisarts gezegd, dus ik liet haar maar piepen. Totdat ze koorts kreeg en echt ziek werd. Wat bleek, twee ontstoken oren. Wat moet mijn meisje daar last van hebben gehad, en als ze naar mama kwam om hulp te vragen kreeg ze die niet. Ik schaamde me kapot!

Twee weken later werd onze schutting vervangen, omdat Joey de hele tijd de tuin van de buren in liep om daar al het vogelzaad op te eten besloot ik ons balkon af te sluiten. Aan onze woonkamer zit een balkon/terras en vanaf daar loop je naar beneden te tuin in. Ik zette een van de hardhouten vlonders voor de trap naar beneden zodat ze alleen op het balkon kon spelen en de tuin dus niet in kon. ‘Zou dat wel stevig staan?’ dacht ik nog.

Je raad het al. Ze wilde toch de tuin in en trok de vlonder omver. Hoe ze het deed weet ik niet maar ze kwam vast te zitten tussen de vlonder en de muur. Alleen haar hoofd stak er bovenuit en er was geen beweging in te krijgen! De balustrade blokkeerde de vlonder naar voren toe en haar hoofd blokkeerde de manier om dat ding eraf te tillen. In paniek riep ik om hulp want ik kon haar niet laten zitten met dat zware ding in dr nek. Een buurvrouw klom over de schutting om me te helpen en ik kon haar gelukkig losmaken. Wederom niet een van mijn meest trotse momenten als mama.

Bij beiden kinderen liet in mijn telefoon op hun hoofd vallen in mijn enthousiasme om mooie foto’s van mijn prachtige newborns te maken. En bij de struggel om ze in het autostoeltje te krijgen heb ik regelmatig een hoofd tegen de deurpost gebeukt. Een is uit ons bed gevallen maar gelukkig kunnen ze tegen een stootje, kennelijk.

Zo doen we allemaal ons best denk ik, maar soms gaat het niet zoals je verwacht of hoopt. Soms ben ik moe en heb ik geen zin om te koken of op te ruimen, of de strijd aan te gaan over wie er moet opruimen. Geen zin om een boekje voor te lezen en is het TV een prima alternatief. Of even ruiken aan je kind om te kijken of je een keer het badje over kan slaan. Ik ben vast niet de enige die dit soort dingen doet, toch? Hebben jullie nog wat op te biechten?

Nooit meer onbezorgd zwanger, phoe heftig!

Dat ik nooit meer onbezorgd de eerste drie maanden van een zwangerschap zou doorkomen wist ik al na mijn eerdere miskramen. En dat ik tot de twintig weken bang zou zijn dat het kindje zomaar zou kunnen overlijden en geboren kon worden ook. Dat heb ik meegemaakt in mijn vorige zwangerschap. Mijn zoontje is toen overleden na het veel te vroeg breken van de vliezen. Momenteel ben ik 23 weken zwanger. Dat mijn gedachtes en gevoel totaal niet meer rationeel samenwerken na het verlies van een kindje en het vervolgens verwerken van een nieuwe zwangerschap had ik niet voorzien. Althans, niet in deze mate. Het valt mij namelijk zoveel zwaarder dan gedacht. Het schuldgevoel is enorm, het verdriet om mijn verloren kindje groter en het nog niet over kunnen geven aan de oneindige liefde voor dit kindje voelt als falen.

 

Mijn hoofd kan mijn gevoel niet meer bijbenen en andersom. Mijn lijf zit in een constante spanning. Bang om ook dit kindje te verliezen. Bang om signalen te missen. Mijn hart voelt te strak ingesnoerd. Niet in staat om de onvoorwaardelijke liefde voor dit kindje te voelen. Bij elkaar gebonden omdat het uit elkaar is gevallen na het verlies van Isaac. Een hart dat al gebutst is, omdat ik ook nog een dochter heb die ook die onvoorwaardelijke liefde en aandacht verdient. Ik heb nu het gevoel dat ik haar dat niet altijd even goed kan bieden tussen het verdriet en de nieuwe zwangerschap. Mijn hoofd maakt overuren. Gedachtes gaan door elkaar en ik kan zo’n groot deel van de tijd niet helder nadenken. Natuurlijk hoort dat deels bij een zwangerschap. En helemaal na verlies. Maar de constante olifant op mijn borst maakt me bang. Bang dat mijn moederliefde een achterstand oploopt. Boos dat ik niet in staat ben om mij op dit moment volledig over te geven aan mijn zwangerschap en daar oprecht van te genieten. Boos ook omdat juist IK weet hoe groot het verlangen kan zijn naar een kindje en dat je er dan van hoort te genieten als het zover is.

Onze zoon is een muzikaal talent, ik weet niet of ik moet lachen of huilen…

Mijn dochter zit op dansles, in een cultureel centrum hier in de stad. Op een middag hadden zij ‘workshops’ voor basisschool kinderen. Er was iemand van het toneel, van de dansclub en er was een meneer met allerhande muziekinstrumenten. Ik zat rustig te wachten tot de les van mijn dochter afgelopen was. Tot ik ineens de muziekinstrumenten man hoorde roepen: ‘van wie is deze jongen?’ Toen begon er een belletje te rinkelen (ik hoorde heel veel belletjes rinkelen, dat bleek later mijn eigen zoon te zijn, die alle instrumenten al aan het uitproberen was). Oh! Mijn zoon! Dat is waar ook, die had ik mee. Ik was bang dat hij de workshop aan het verstoren was, dus ik hield me koest, schaapachtig lachend naar de andere moeders.  Ha, weer zo’n kind wat niet wil luisteren”, riep ik nog. Maar toen mijn zoon enthousiast met sambaballen in zijn handen naar mij toe kwam rennen, kon ik er niet meer onderuit. ‘Hij is van mij ja’, zei ik beschamend. 

In de woonkamer staart een leeg wiegje terug

Deel 2.

In mijn vorige verhaal [link naar vorig verhaal] heb je kunnen lezen hoe de bevalling verliep. Deze was zwaar. Van begin tot eind duurde hij ruim twintig uur. Afwisselend in en uit bewustzijn heb ik niet alles meegekregen, maar heb wel gedacht: “Dit kan toch nooit goed zijn?” Echter, toen onze Noëlle eenmaal op de wereld was, waren haar apgar-scores gewoon goed en daarom werden we al snel (vanwege een gebrek aan bedden) naar huis gestuurd. Dit is hoe onze roze wolk uiteen spatte en plaats maakte voor de zwartste lucht die je je kunt bedenken.

Thuis

We rijden onze straat in en meteen valt hij op: de grote ooievaar prijkend in onze voortuin. In zijn snavel een roze doek met daarin een babypop. Ook het huis is versierd met vlaggetjes en roze ballonnen. Bij het zien van deze pracht, voel ik me op en top gelukkig; dit is helemaal zoals ik het me had voorgesteld. Op de achterbank een Maxi-Cosi met daarin een minuscuul mensje. Ons mensje. Die hebben wij gemaakt! Hoe wonderlijk eigenlijk. En hoe je hart zich in zo’n korte tijd kan vervullen met zó intens veel liefde, dat is niet uit te leggen.

Eenmaal thuis volgen de eerste kraamvisite van de kersverse opa’s en oma’s en we maken kennis met de kraamhulp. Om daarna volledig gesloopt, maar onwijs trots, als een heus gezinnetje in bed te ploffen. Eindelijk heb ik ons wondertje helemaal voor mezelf! Geen verplegend personeel of kraamhulp die het beter weten, geen kraamvisite die mijn dochter opeist, maar gewoon ‘wij’ in ons moment.

Mijn man snurkt (letterlijk) al binnen twee minuten maar ik niet. Ik voel me vreemd. Onrustig. De zware bevalling heeft Noëlle geen goed gedaan: ze geeft steeds vruchtwater over en wilde vanaf thuiskomst al niet drinken. Ze huilt niet en slaapt eigenlijk alleen maar. Hoewel een deel van mij denkt: “fijn, zo’n rustige baby,” geeft mijn beginnend moederinstinct aan dat er iets niet klopt.

Ze stikt!

Na een onrustige nacht, komt de ochtend. Ik leg ik Noëlle even in de wieg, zodat ik naar de wc kan. Maar ineens wordt ze helemaal grauw van kleur. Blauw bijna. Het ziet er bizar uit en ik schrik behoorlijk! “ZE STIKT!!” Gil ik en meteen gris ik haar weer uit de wieg. Maar eenmaal in mijn armen is haar kleur weer normaal. Mijn man kijkt me verbaasd aan en zegt schouderophalend: “Nou, ik zie niks.” Ik kijk weer naar Noëlle, maar ik zie ook niets meer…. Heb ik me het verbeeld?

Niet lang daarna verschijnt de kraamhulp en dan gebeurd het ineens weer: Noëlle loopt helemaal blauw aan, dat duurt een paar seconden en dan trekt het weer bij. Maar nu zien mijn man en de kraamhulp het ook. Allemaal staan we er met een soort schaapachtige verbijstering naar te kijken. De kraamhulp – die al vijftien jaar in het vak zit – zegt dat ze nog nooit iets dergelijks gezien heeft. Dat is niet echt geruststellend en we besluiten daarom ook om direct de huisarts in te schakelen. Die kwam, onderzocht, maar suste de boel al snel. Niets aan de hand volgens hem. Ze moet gewoon wat aansterken na zo’n zware bevalling, dat was alles. Baby’s kunnen soms lichte epileptische aanvallen hebben, dat komt vaker voor na een zware bevalling. Aldus de huisarts. Zorg dat ze goed gaat drinken, dan trekt ze wel bij. En met die woorden vertrekt hij weer.

Toch zijn we er met z’n allen niet gerust op. Noëlle slaapt alleen maar en wil niet drinken. We proberen van alles: theelepeltjes, pipetjes, melk op onze vingers? Af en toe krijgt ze wat binnen, maar overtuigend is het niet. Zo modderen we de rest van de dag wat aan. Meerdere keren bel ik bezorgd de huisarts maar iedere keer krijg ik de assistente die me telkens afscheept met nutteloze adviezen. Ze zegt dat ze de huisarts op de hoogte houdt en dat hij aan het einde van zijn route nogmaals langs zal komen. Maar hij is nooit geweest.

Heel erg fout

Tegen zessen haal ik Noëlle uit de wieg om nogmaals een voeding te proberen. De kraamhulp is al naar huis. Deze keer begint Noëlle iets overtuigender aan de speen te sabbelen en ze krijgt zowaar een paar milliliter melk naar binnen. Dat geeft mijn ongeruste moederhart weer een beetje hoop. Zie je nou wel? Het komt wel. En het komt heus goed!

Maar dan gaat er iets heel erg fout. Noëlle haar hele lijfje verkrampt en haar armpjes trekken spasmisch samen. Dan zie ik het leven uit haar gezichtje wegtrekken en haar ogen staren met een gruwelijke doodse leegte terug. Ze ademt niet meer. Haar armpjes vallen slap langs haar lijfje en ook haar beentjes bungelen levenloos onder haar billetjes. Van binnen schreeuw ik: “Nee!!! Dit kan niet! Dit mág niet!!!”

Het kost me alle kracht die ik bezit om de paniek die mijn strot dichtknijpt de baas te blijven. Ik probeer mijn EHBO lessen over reanimeren bij baby’s te herinneren maar mijn brein is één zwart gat. In een paniekreactie laat ik Noëlle een ‘val beweging’ maken. Het zogeheten Moro reflex. Dat had ik in het ziekenhuis gezien. Door de schrik van ‘de val’ schieten haar armpjes in de lucht op zoek naar houvast en ze haalt goddank een teug adem. Bij bewustzijn is ze niet, maar haar ademhaling – hoewel fragiel – is er wel weer.

Paniek

En dan raak ik in paniek. Verstandeloos ren ik met Noëlle bungelend als een dooie lappen pop in mijn armen, kriskras door het huis. Gelukkig is mijn man er. Zijn verstand doet het wél en hij duwt ons in de auto en sjeest naar het ziekenhuis. Huilend rennen we de Eerste Hulp binnen. Ik gil iets in de trant van: “Ze ademt niet meer!” waardoor we direct bij een arts terecht kunnen. Die is in eerste instantie niet zo onder de indruk. Ze ademt immers wel. Met een slangetje zuigt hij Noëlle’s longetjes uit, omdat hij vermoedt dat daar nog vruchtwater in zit. Daarop krijgt ze echter precies zo’n heftige aanval als eerder thuis. De arts schrikt, want ik zie zijn hele gezicht vertrekken. Vluchtig pleegt hij een telefoontje en binnen no-time wemelt het van de witte jassen om ons heen. Noëlle wordt met spoed overgebracht naar de Intensive Care. Daar proberen ze haar met man en macht in leven te houden.

Machteloos

We worden naar een andere kamer gebracht. We wachten, hopen, huilen, vrezen en uiteindelijk komen ze vertellen dat Noëlle voor verdere onderzoeken naar een groter ziekenhuis moet. “De ambulance van het UMCG kan hier ieder moment zijn, dus als jullie nog afscheid willen nemen, dan moeten jullie dat nu even doen!”

Compleet in shock en met duizend vraagtekens zitten we nog geen tien minuten met Noëlle in onze armen voor ze wordt opgehaald. Vier ambulance broeders en de professor Neonatologie nemen haar van ons over. Dat deze professor er is, maakt op het personeel van dit ziekenhuis indruk; het schijnt dé specialist te zijn. “Uw dochter in goede handen!” Zegt de kinderarts. Schrale troost….

Op een afstandje staan we machteloos toe te kijken hoe de specialisten vechten voor het leven van onze dochter. Ik zie hun bezorgde gezichten. Tranen stromen onophoudelijk over mijn wangen. Ik zie hoe de professor een buis (die bijna net zo groot is als Noëlle zelf) uit zijn instrumentenkoffer pakt en door haar keeltje duwt. Voor de beademing, zo zegt hij. Ik draai me om. Ik kan het niet meer aanzien. Ik blijf mezelf knijpen in de hoop dat ik wakker wordt, maar helaas…

Wanneer Noëlle stabiel genoeg is voor vervoer, vertrekken ze naar het UMCG. We mogen niet mee in de ambulance, simpelweg omdat daar geen plaats voor is. Compleet desolaat staan we te kijken hoe de gehele crew met ons kindje de ambulance in gaat en vervolgens met toeters en bellen uit het zicht verdwijnt…

De onderzoeken die in UMCG gaan plaatsvinden zullen uren in beslag nemen en daarom is ons uitdrukkelijk verzocht om eerst naar huis te gaan, onze zaken op orde te maken en pas in de loop van de ochtend daar naartoe te komen. We kunnen toch niets doen.

Leegte

En zo komen we tegen zes uur in de ochtend thuis. In schril contrast met wat zich de afgelopen nacht heeft afgespeeld, lopen we langs de grote, met roze ballonnen versierde ooievaar die nog pronkend in onze tuin staat. Ik geef het ding een trap. Zinloos, ik weet het, maar ik kan het niet laten. Met een lege Maxi-Cosi lopen we naar binnen. In de woonkamer staart een leeg wiegje terug. Oorverdovende stilte. Zó een allesverslindende leegte heb ik nog nooit gevoeld…

Bevallingsverhaal: “Opeens begon iedereen in de ruimte zich klaar te maken voor een nucleaire explosie”

37 weken en 2 dagen

Ik was de zwangerschap al ruim 30 weken beu en blij dat het moment eindelijk daar was. In het ziekenhuis aangekomen (1u) kwamen de weeën om de paar minuten en deze vielen (achteraf gezien) best mee. Ze deden veel pijn, maar ik wist op dat moment ook nog niet dat het nog veel erger kon worden. Toen we in de verloskamer aankwamen werd ik direct aan de monitor gelegd en ging de vroedvrouw kijken hoeveel centimeter ontsluiting ik had. 1 centimeter… Wat? Ik had al ruim 20 uur weeën! Meteen begon ik te huilen want ik dacht dat ze ons weer naar huis zouden sturen en voor mij was het echt genoeg geweest. Gelukkig stelde de vroedvrouw me gerust dat we mochten blijven tot we zeker waren wat er ging gebeuren. Want het kon ook nog steeds stilvallen. 

Uren gingen voorbij en de weeën werden erger en erger. Ik mocht een paar keer in een goed heet bad om de weeën op te vangen, ik kreeg kersenpitkussentjes… Ze verwenden me echt! Maar na een poosje hielp dit allemaal niet echt meer en probeerde ik jammerend en huilend mijn draai te vinden. Om 6u had ik het dan weer helemaal gehad. Boos zei ik tegen mijn vriend dat het niet meer hoefde. Dat ik wilde gaan slapen en over een paar dagen wel zou gaan bevallen. En op dat moment, alsof Finn het had gehoord, voelde ik opeens super hard mijn vliezen breken na een stevige stamp van Finn. “KNATS”. Little did I know dat wanneer je vliezen breken de weeën opeens nog 10 keer erger worden… En ik had echt al zo een verschrikkelijke pijn! De eerste wee die ik kreeg nadat mijn vliezen waren gebroken was dan ook onverwachts véél pijnlijker en ik schreeuwde het uit. “En wanneer kan ik epidurale krijgen?”, vroeg ik. “Je moet toch zeker op 4 centimeter ontsluiting zitten en je zit nu op 2 centimeter.” TOP, ook dat nog. Al huilend, schreeuwend en vloekend heb ik de uren erna mijn weeën opgevangen. Ieder kwartier vroeg ik of iemand me alsjeblieft die epidurale wilde geven, maar mijn smeekbedes hielpen niet. 

Ik heb de moeilijkste beslissing ooit gemaakt: de zorg van de tweeling heb ik aan de papa overgedragen…

Om maar even bij het begin te beginnen. 3 jaar geleden ben ik bevallen van mijn eerste zoontje Milan. De relatie met zijn vader was alles behalve stabiel, dus besloten wij na enige tijd uit elkaar te gaan. De opvoeding van Milan in mijn eentje was erg zwaar door de mentale klachten waar ik dagelijks mee loop. Na de bevalling van Milan heb ik een depressie opgelopen, en eigenlijk, is deze nooit meer weggegaan. Na veel gesprekken en onderzoeken kreeg ik de diagnose ; chronische depressie mét daarbovenop borderline in een hevige variant. Dus daar ging ik, de medische molen in. Wekelijkse gesprekken en veel huiswerk, en het sloeg aan! Ik voelde mij weer goed en was weer klaar om te gaan ‘daten’. Toen leerde ik Dennis kennen en werden wij gezegend met 2 wonderschone kindjes, een jongen én een meisje! Nu hoor ik je denken ; WAUW, dat wil toch iedereen zo’n koningskoppel! Maar nee, bij mij sloeg het nieuws net even anders in. Ik ben weken in shock geweest. Hoe ga ik dit doen? Wat gebeurd er met mijn lichaam? Hoe kan ik 3 kindjes aan? 

Tijd zal het leren, was mijn motto toentertijd. 

Eenmaal geboren, gingen wij met de kindjes gelijk een medisch traject in. Beide kindjes positief getest op het CMV-virus (Cytomegalovirus). Wat een schrik! De kans op hersenschade en eventuele andere neurologische schade was zo onwijs groot, dat ze 4,5 week in het ziekenhuis moesten blijven. 

En daar was dan dát moment ; ZE MOCHTEN MEE NAAR HUIS!!! 

Ik was blij, maar toch ook niet. 

Daar kwamen de twijfels weer, hoe ga ik dit doen?? 

En ik heb het onderschat, flink onderschat. Het opvoeden van een peuter met daarbij een premature tweeling is ongelooflijk zwaar. Onze relatie kwam eronder te lijden, en afgelopen week hebben wij de keus gemaakt een punt er (voor nu) achter te zetten. Ik ben mezelf niet meer. Ik ben op. Ik ben gesloopt. Ik kon niet goed meer zelf voor de kindjes zorgen, dus heb ik de meest moeilijke beslissing gemaakt die ik ooit heb moeten maken ; de zorg van de tweeling tijdelijk aan hun papa (Dennis) overgedragen. 

Sinds afgelopen zondag zijn ze ‘weg’. 

En ook al zou ik nu even moeten genieten van de rust, het voelt als falen. 

Falen, dat ik niet voor mijn kindjes kan zorgen. 

Falen, omdat ik niet die mama voor ze ben die ze zo hard nodig hebben en verdienen. 

De leegte, de stilte, het is onwerkelijk. 

Maar ik ga nu knokken, keihard, om mijzelf weer terug te vinden. De ‘oude’, altijd vrolijke, gezellige Daphne weer terug te zoeken. 

Dat kost tijd, veel tijd. Maar ik ga dit flikken. Voor mijn kinderen, want die verdienen het beste & daar zal ik voor blijven vechten. 

Horrorfilm: “Ik word na een aantal minuten bij de keizersnede wakker. Ik voel snijdwerk…”

En toen was ik weer zwanger. Heel bewust en heel erg gewenst, maar ergens ook een beetje bang. Direct kwamen namelijk de herinneringen omhoog van mijn eerste zwangerschap waarbij ik negen maanden alleen maar kon overgeven. Een aandoening die ze ‘hyperemesis Gravidarum’ noemen.  Wat nou als ik dit weer zou krijgen? Hoe zou dat moeten met al een kindje van 1?  Voorafgaand aan onze tweede zwangerschap legden we onze twijfels neer bij de gynaecoloog hier werden de voors en tegens afgewogen wanneer dan het juiste moment zou zijn om voor een broertje of zusje voor onze oudste, Lily, te gaan. Voor ons werd duidelijk dat wij niet wilde dat Lily al te veel zou meekrijgen van deze periode. Mocht ik het dan weer krijgen – wat niet altijd zo hoeft te zijn- zal zij zich er niets van kunnen herinneren.

 Zo geschiede dat ik toen Lily 1 jaar en 3 maanden was een positieve zwangerschapstest in handen had. Dolblij en totaal niet misselijk, ik had goede hoop!

Helaas met 6 weken begon ik mij weer misselijk te voelen en al snel was marathonkotsen een feit. Met 9.5 week lag ik voor het eerst totaal uitgedroogd in het ziekenhuis voor een aantal dagen, dit grapje herhaalde zich bijna wekelijks, door het vele overgeven, kwam er een erge druk op mijn baarmoeder en dus ook op het litteken van de keizersnede te staan, hierdoor heb ik geregeld last van bloedingen gehad, gelukkig bleef broertje( ja hoera een gezonde jongen!) netjes op zijn plek zitten.

De maanden kropen voorbij, in deze 9 maanden ben ik 4 keer echt buiten geweest( de tuin telt even niet mee he) voornamelijk in een rolstoel.

Met 38.3 waren ze dan eindelijk daar; De weeën! Helaas zette dit niet door, dus vond de gynaecoloog het wel welletjes en zei: “als jij met 38.6 nog niet bent bevallen doen we een geplande keizersnede”. Eerst overheerste teleurstelling, daarna ook wel opluchting de eerste keizersnede was zo goed gegaan en een erg fijne ervaring geweest..

.. Little did i know..

Kleine disclaimer: Wil je geen horrorbevalling lezen, stop dan hier met lezen.

De dag van de keizersnede brak aan, ik had zoals elke nacht elke 2 uur lopen kotsen en was tegen de ochtend in slaap gevallen. Mijn vriend zou de wekker zetten en mij wakker maken, hij sliep op de bank om nog enigszins iets rust te krijgen. Wij moesten ons om 7u melden in het ziekenhuis, om 5.45u klopte mijn moeder op het raam, zij zou namelijk op Lily passen. Mijn vriend schrok wakker  jep door de wekker heen geslapen, dit werd hem niet in dank afgenomen kan ik je vertellen. Gehaast en met veel zin gingen wij ons klaarmaken om naar het ziekenhuis te gaan.

Eenmaal in het ziekenhuis wordt ik aan de CTG gelegd en krijg ik een katheter, ik grap nog dat dit het meest vervelende  is van de hele bevalling. Daarna stuur ik mijn moeder nog een foto met ‘yes het vervelendste van de bevalling is al voorbij’ big smile…..

Om precies 8u worden we opgehaald om naar de O.K te gaan. De gynaecoloog zegt nog dat ze er zin in heeft en dat ik wel erg ontspannen oog. Ik antwoordt met dat ik gewoon heel erg veel zin heb om mijn zoon eindelijk te ontmoeten. Ik krijg de ruggenprik en na een paar minuten doet de gynaecoloog een pijnprikkel test om te kijken of de ruggenprik goed zit.

Ze start bij de linkerkant van mijn buik, ik voel niks en praat gewoon door, daaarna geeft ze de laatste pijnprikkel en ik schiet bijna door het plafond, wat een ontzettende pijn!  De ruggenprik zit dus niet goed, kan gebeuren, misschien is het nog niet helemaal ingewerkt aan de rechterkant, we wachten nog even en dan doet ze opnieuw de pijn prikkel, ook dit keer doet het ontzettend veel pijn. Ik merk dat de mensen om mij heen wel redelijk nerveus beginnen te worden. Er word besloten dat ik een kapje krijg met lachgas voor net dat extraatje. Ook met het kapje bleef ik pijn houden, ik begon nu zelf ook wel nerveus te worden, er werd besloten dat ik een roesje met narcose vloeistof zou krijgen omdat de baby er nu toch wel echt uit moest. De anesthesist legt uit dat ik door dit roesje in slaap wordt gebracht en dat ze me dan laten bijkomen als onze zoon geboren wordt.

Dit liep totaal anders: Ik word in slaap gebracht maar word na een aantal minuten alweer wakker. De pijn die ik voelde kan ik niet eens omschrijven, je voelt letterlijk dat er in je wordt gesneden. In mijn beleving heb ik gegild maar heeft niemand mij gehoord. Mijn vriend vertelde later dat ik als een wilde heb bewogen. Door het wilde bewegen ben ik snel onder narcose gebracht en pas wakker gemaakt toen onze zoon James al was geboren. Zijn geboorte heb ik niet meegemaakt. Toen ik wakker werd was ik compleet in paniek ( je word uit een narcose wakker zoals je erin gaat),  ik besefte niet eens dat James geboren was.

Gelukkig kreeg ik James nadat ik wakker was gelijk op mijn borst, ik was verward, ik vroeg 100 keer of alles wel goed ging met hem, ook bood ik mijn excuses aan, omdat ik me  schuldig voelde dat ik zo in paniek was.

Het enige wat ik wilde in de uren na de bevalling was kroelen met James en Lily zo snel mogelijk zien.

In de avond kwamen de opa’s en oma’s even snel kijken, niet te lang en allemaal apart want dit kon ik nog niet aan.

Een aantal dagen later mag ik naar huis, om daar verder te herstellen van dit trauma. Lichamelijk voel ik me slecht en geestelijk ben ik vooral erg moe, ik huil veel, maar kroel ook veel met James, hij ligt geen seconde niet op mijn borst, t liefste met Lily ernaast.

James is geboren op 22 augustus 2018. Een aantal dagen na de bevalling wilde ik graag de geboortekaartjes versturen omdat ik toch ook wel behoefte had aan afleiding, even iets anders dan denken aan, en gewoon vol trots James showen, want hoe heftig en traumatisch de bevalling ook was, ik voelde gelukkig wel gelijk jij bent mijn kind, en ik hou zoveel van jou, die band was er gelukkig direct.

Maar dan: De kaartjes zijn de deur nog niet eens uit of ik word op een ochtend wakker in een plas bloed.  Ik strompel naar de wc, ik ga zitten en het voelt alsof er allemaal tennisballen uit mijn lichaam stromen, ik gil naar mijn vriend en ga dan knock out. Op bed kom ik weer bij, de noodverloskundige is er en het ambulancepersoneel komt net binnen, ik mompel nog dat ze Lily weg moeten halen terwijl ik in de ambulance word getild. De rit in de ambulance herinner ik me met flarden, wat ik wel nog duidelijk voor me kan halen is dat er word gezegd’ we rijden gelijk door naar de O.K haar bloeddruk is 55/40 en ze ziet al blauw’. Daarna is het weer alles zwart, tot het moment dat ik de O.K op wordt gereden: Ik herken de arts die bij mijn bevalling was en het enige wat ik kan mompelen is ’ik wil niks voelen, ik wil echt niks voelen’.

Wanneer ik bijkom uit de narcose hoor ik wat er is gebeurt: Er was een stuk placenta achter gebleven en deze was gaan groeien, waardoor ik in totaal 2L bloed ben verloren. Tijdens de operatie heb ik een bloedtransfusie gekregen en later op de uitslaapkamer kreeg ik de tweede bloedtransfusie.

Eenmaal thuis begon het echte herstel. Herstellen van de zwangerschap, van de traumatische bevalling en van de gebeurtenissen daarna. Het was allemaal veel zwaarder dan we ons ooit voor hadden kunnen stellen. Erop terugkijkend was het een regelrechte nachtmerrie, bijna alles wat fout kon gaan ging fout. Maar wanneer ik dan kijk naar James besef ik steeds weer: Wat er ook is fout gegaan onze lieve blije, baby maakt alles  – maar dan ook echt alles-  weer goed.

 

 

 

LISANNE 

Een duo-dag, deze ouders zweren er bij!

Duo-dag

Van jongs af aan, heb ik het geluk dat ik het met mijn broers prima kan vinden. Mijn ene broer was wat sneller volwassen dan mijn andere broer en ik feestte er lustig op los met ‘de andere broer’. Niet veel later vonden we allebei het geluk in de liefde.

Tijdens gezellige avonden met alcoholische versnaperingen, grapten we wel eens dat het leuk zou zijn als we tegelijkertijd zwanger zouden worden.

Augustus 2017 raakten we zwanger en waren hard op zoek naar een gezinswoning. We wilden terug naar mijn geboortedorp en alsof het voorbestemd was, konden we een huis kopen op tweehonderd meter afstand van mijn broer en schoonzus. Ons geluk kon niet op, toen zij ook zwanger bleken te zijn.

Drieënhalve maand verschil tussen de uitgerekende data.

Al snel kwam het onderwerp “Duo-dag” weer ter sprake. Maar nu terwijl de zwangeren nuchter waren en er serieus over gesproken kon worden.

Zou het wat zijn? 

Mijn schoonzus en ik zouden beiden minder gaan werken, dus er was ruimte.

De eerste maanden ging ons meisje (na menig rolberoerte van de kosten) één dag in de week naar de kinderopvang. Vanaf dag één stond dat me tegen. De eerste dag was dat logisch, ik voelde me een slechte moeder en kon alleen maar huilen. Het gevoel ging alleen niet weg. Ons meisje was anderhalve dag van slag, dronk slecht en er was elke week wel iets wat niet lekker liep.

Ja, we waren voor het eerst ouders en wellicht waren we te beschermend. Uiteraard zijn er ook dingen die wel goed gingen en ons meisje was één dag in de week omringt door andere kinderen, waardoor ze aandacht moest delen. Maar toch was het vooruitzicht zoveel prettiger.

Ons meisje ging af en toe al naar haar oom en tante en de band ontstond al snel. Ons meisje had nauwelijks last van eenkennigheid en voelt zich prima op haar gemak als ze bij hen is.

We telden de dagen af tot het verlof van mijn schoonzus was afgelopen. Als je net een bevalling achter de rug hebt, heb je al je handen vol aan je eigen meisje en moet er tijd en ruimte zijn om aan elkaar te wennen. Als mijn schoonzus weer ging werken, zouden de duo-dagen beginnen.

Toen was het zover. Dag opvang, hallo nichtjesdagen. Twee dagen in elkaars gezelschap 

Twee totaal verschillende meisjes, karakters en behoeftes. Het was enorm wennen in het begin. Niet één, maar twee meisjes waren jouw zorg. Soms kom je armen en knuffels tekort. Vinden ze het een goed idee om in canon te huilen en te schreeuwen en loop je met twee meisjes in je armen de woonkamer heen en weer.

Ons nichtje leek zo klein en poppig toen ze hier voor het eerst kwam en toch besluipt je dan af en toe het gevoel van angst, want het is toch een ander meisje en niet van jezelf.

Ons meisje leek zo groot naast haar en was al met andere dingen bezig dan haar nichtje.

Maar al snel went het. En de kosten die het scheelt is ook mooi meegenomen.

En ze zijn zo verschrikkelijk leuk samen. Ze hebben hun eigen gesprekken, grapjes en streken. En ze stralen als ze elkaar zien.

Ze vermaken zich prima samen en verzinnen hun eigen spelletjes. Ze zoeken elkaar op als ze op het speelkleed liggen.

Ik smelt nog steeds als ik de foto zie, waarbij ze elkaars handje vasthouden.

Oh, en ze slapen zo heerlijk rustig. Allebei in hun bedje, terwijl ik op mijn gemak kan koken, het huishouden kan doen of een serietje kan kijken. 

De uiterlijke kenmerken zijn verschillend, maar je ziet overeenkomsten. Vooral in hun blikken en reacties.

Natuurlijk zijn er verschillen in opvoeding, maar de normen en waarden komen veel overeen. Er is wel eens een meningsverschil, maar we weten dat we het met veel liefde doen. En lang leve de groepsapp, er is altijd wel iemand die kan reageren.

En natuurlijk vindt ons meisje het speelgoed waar ze nooit naar omkijkt, ineens reuze interessant als haar nichtje er mee wil spelen. Maar eerlijk zal ze alles delen, de volgende dag is het speelgoed van ons nichtje namelijk de pineut. Gelukkig hebben beide huishoudens meer dan genoeg speelgoed en kunnen ze voorlopig nog wel even vooruit.

De woonkamer lijkt ontploft als nichtje wordt opgehaald en mijn bed roept op woensdag iets eerder.

Daarnaast is mijn telefoon nu niet meer gevuld met alleen maar foto’s van ons meisje.

En zeg nou zelf, hoe fijn is het dat je fluitend naar je werk kan gaan, omdat je meisje bij mensen is waar je veel om geeft en met wie je zelf wat hebt gefeest in het verleden?

Misschien worden ze wel beste vriendinnen en worden hun toekomstige feestjes die ze samen afgaan, hopelijk net zo goed als de onze. De zorgen daarover komen gelukkig pas over een jaar of vijftien.

Maar voorlopig is het gewoon heerlijk genieten van de meisjes en knipperen we niet te snel met onze ogen. Want voor je het weet zijn het twee peuters die samen aan hun tafeltje zitten en ruzie maken over de kleurpotloden, wat ze vervolgens goedmaken met een knuffel.