Mijn kindje wil vanaf de geboorte niet eten en krijgt de diagnose: stille ondervoeding, maar klopt dit wel?

Na een voorbeeldige zwangerschap en een vlotte bevalling kwam ons prachtige zoontje Mitz ter wereld. Wat een heerlijk mannetje, wat genoten we van hem.

Maar na 3 weken kreeg hij een huiluurtje en die uurtjes werden steeds langer. Ontroostbaar was hij, overstrekken, gillen en huilen. Dat was het moment waarop ik tegen mijn man zei:  “er klopt iets niet aan deze baby”.

We gingen naar verschillende osteopaten en Mitz bleef huilen. Ook sliep hij nauwelijks en al helemaal niet in zijn bedje, eigenlijk alleen als we hem bij ons droegen. We probeerden van alles, verschillende houdingen, wiegen, wandelen, zingen, noem maar op. We raadpleegden een slaapcoach, een kinderfluisteraar, alles wat we konden bedenken, maar Mitz bleef veel huilen en weinig slapen.

Na 4 maanden werd het huilen iets minder maar zijn groei helaas ook. Ik had al verschillende keren bij het consultatiebureau aangegeven dat Mitz zo snel en kort dronk en ik snapte maar niet waarom hij geen spekbeentjes kreeg zoals alle baby’s om mij heen. Het consultatiebureau gaf aan dat alle kindjes rond deze leeftijd minder groeiden en dat het wel weer goed kwam. Maar na een consult met een lactatiekundige kreeg hij de vreselijke diagnose: stille ondervoeding. Ik had er nog nooit van gehoord en schrok me wezenloos toen ik me ging inlezen.

Hoe had ik dit nou niet kunnen merken? Wat voor slechte moeder was ik dat ik over het hoofd had gezien dat hij niet genoeg binnen kreeg? Hoe had ik dit nou kunnen missen? Ik had zelfs zoveel voeding dat ik mijn melk had gedoneerd aan mijn nichtje. Hoe kon ik nou niet genoeg hebben? Ik nam het mezelf heel erg kwalijk en ben echt zo verdrietig geweest. Ik gaf mezelf de schuld van alles en voelde me heel, heel schuldig, niet alleen naar Mitz toe, maar ook naar mijn man. Het heeft dan ook lang geduurd voordat ik het een plekje kon geven.

Door de diagnose kreeg ik veel stress waardoor mijn voeding hard terugliep. Ik vertrouwde mijn lichaam niet meer en als we overgingen op flesvoeding zou hij vast beter groeien. Plus dat we dan tenminste konden zien wat hij binnenkreeg.

Mitz was al nooit fan van de fles geweest, maar weigerde helemaal als er kunstvoeding in zat. Iedereen zei dat hij even moest wennen, dat hij de fles wel ging accepteren en we worstelden door. Na drie weken brak ik. We konden ons zoontje alleen maar in een bepaalde houding voeden, het leek bijna wel dwingen. Het voelde helemaal niet goed en ondertussen dronk hij nooit zijn flesjes leeg en ging hij ook niet beter groeien.

Dit kon toch niet goed zijn! En kwam dit dan allemaal door de stille ondervoeding? Wat was er aan de hand met ons kindje, waarom wilde hij niet drinken? Hij werd minder vrolijk, speelde niet meer veel en deed al helemaal niks meer in zijn mond. Hij wilde geen fles in zijn mond, maar ook geen speelgoed en zelfs niet zijn eigen handjes. Toen kwamen we erachter dat Mitz slapend de fles veel makkelijker en beter dronk en zijn we dat gaan doen. Het is niet heel praktisch om een slecht slapend kindje alleen maar slapend te kunnen voeden, maar het gaf ons veel minder stress en veel meer rust.

We hebben een pre verbale logopedist in de arm genomen, zij kwam wekelijks aan huis en keek met ons mee. Mitz had voor de zoveelste keer spruw en dat kon ervoor zorgen dat hij veel pijn in zijn mondje had en dat hij daarom niks meer in zijn mondje wilde doen. Ze noemde het een pijntrauma. 

De logopediste gaf ons opdrachtjes en bedacht spelletjes om Mitz zo te helpen weer van alles in zijn mondgebied toe te laten. Schuldig als ik me voelde verlengde ik mijn ouderschapsverlof met een paar maanden, vastberaden om Mitz pas naar de opvang te brengen als hij gewoon de fles accepteerde. Ik deed alle spelletjes en oefeningen en struinde het hele internet af naar tips. En het lukte deels: Mitz accepteerde weer speelgoed in zijn mondje, begon weer op zijn eigen handjes te sabbelen en zijn mondgebied leek in dat opzicht hersteld. Alleen de fles bleef hij weigeren.

De logopediste stelde voor om Mitz te leren uit een bekertje te drinken zodat hij daarop over kon gaan en we zo het flessenprobleem konden omzeilen. Ook boden we vaker eten van een lepel aan, als we die hoeveelheden omhoog konden krijgen kon er misschien wel een fles af.

De weken gingen voorbij waarin we Mitz voornamelijk slapend de fles gaven. Soms had hij een goede periode en werd hij helemaal blij van de fles. Dat duurde dan een dag of vier en dan weigerde hij weer.

Mitz leerde uit een bekertje drinken en van een lepel eten. Hij accepteerde vrijwel alles weer in zijn mond behalve een fles. En hij deed niet meer dan 5 slokjes uit een beker. En niet meer dan 5 hapjes van een lepel. Wat we ook deden, hij at en dronk lang niet genoeg om een fles weg te kunnen laten.

Ondertussen was Mitz bijna 8 maanden en dronk hij al zijn flessen slapend. Hij deed drie slaapjes overdag en s ‘ nachts ging er twee keer een wekker af zodat hij dan ook nog twee flessen kreeg. Door het slapend voeden werd zijn slaapritme vaak verstoord. Soms werd hij wel 2 of 3  keer op een dag wakker van het voeden, dronk hij praktisch niks en sliep hij nauwelijks.

Daardoor bleef Mitz slecht groeien. We werden steeds wanhopiger en op een gegeven moment begon hij af te vallen. We zagen het gebeuren en konden er helemaal niks aan doen. Dat voelde zò ontzettend machteloos.

Ik denk dat ik het wel kan omschrijven als één van de naarste gevoelens die ik in mijn leven heb meegemaakt. Ik hoor het buikje van Mitz rommelen van de honger omdat hij al meer dan tien uren geen eten of drinken had gehad en alles heeft geweigerd. En ondanks dat hij honger heeft kan ik hem op geen enkele manier voeden. Hij blijft maar weigeren en huilen en we krijgen hem niet in slaap. En dit gaat al maanden zo. 

S’ nachts is hij vaak 1,5 tot 2 uur wakker van de honger en als we hem dan eindelijk in slaap krijgen moeten we nog een kwartiertje wachten voordat we hem de fles kunnen geven. Het is slopend.

En ook al weet ik dat het niet zo is, het voelt toch iedere keer weer alsof ik een slechte moeder ben. Alsof we andere keuzes had moeten maken, alsof we falen en geen goede ouders zijn. Ik bedoel, ieder kind eet toch gewoon? Wat is er mis met ons mannetje? Wat hebben we nou fout gedaan? Alles in mijn hele moeder-zijn roept dat er iets niet klopt, hij heeft pijn en ik vermoed verborgen reflux.

Ten einde raad komen we uiteindelijk terecht bij het eetteam van het ziekenhuis. We hopen en verwachten heel erg dat we nu eindelijk geholpen kunnen worden. Omdat hij afvalt wordt hij een week ter observatie opgenomen, we willen liever geen sonde omdat dat vaak traumatisch is en het al onze inspanningen om zijn mondgebied weer te mogen aanraken, dat hij weer dingen in zijn mond accepteerde teniet zou kunnen doen omdat hij dan opnieuw een pijntrauma in zijn mondgebied zou ervaren.

Een aantal verpleegkundigen zien ook kenmerken van verborgen reflux bij Mitz en met een nieuwe fles lijkt het drinken iets beter te gaan en komt hij wat aan. Ondertussen is zijn hele slaapritme ernstig ontregeld. Hij drinkt s ’nachts vaak wakker een fles omdat het dan donker is en er weinig prikkels zijn en wij zijn natuurlijk allang blij dat we er iets in krijgen dus geven hem altijd een fles, soms wel 3 of 4x per nacht.

De kinderarts geeft aan dat uit onderzoek blijkt dat medicatie niet helpt tegen reflux en dat de enige remedie indikken met johannesbroodpitmeel is.

Gewapend met de nieuwe fles en het indikken gaan we weer naar huis. We moeten het indikken twee weken de kans geven, dan zou het effect moeten hebben.

Na vier weken hebben we zijn voeding zo ingedikt dat het wel vloeibaar beton lijkt. En toch zien we nog steeds zijn voeding omhoog komen en spuugt hij met vlagen. De nachten zijn nog steeds slopend, overdag wordt Mitz steeds vaker wakker van de fles en we hebben geen moment rust meer. Hij ontwikkelt een aversie tegen de beker en de lepel en wil alleen nog maar zelf met zijn handjes eten. Maar ook dan zijn het maar 2 of 3 hapjes.

We raken allemaal uitgeput en huilend bel ik de kinderarts dat het zo niet langer gaat en smeek ik haar diverse keren om toch medicatie voor te schrijven tegen reflux, maar ze blijft bij haar standpunt en we krijgen het niet.

Weken gaan weer voorbij en we ploeteren verder. Mitz is ruim 9 maanden als hij voor de eerste keer bloed spuugt. Ik raak in paniek en wenste dat ik eerder op mijn moedergevoel af was gegaan en binnen een half uur zitten we op de eerste hulp. Het spugen is gestopt en we krijgen een collega van onze eigen kinderarts te zien. Ook haar smeek ik om medicatie, maar ze houdt zich vast aan het plan van haar collega. “ Er is vast een bloedvaatje geknapt, dat zien we wel vaker” waren haar woorden. Door mijn tranen heen pak ik mijn spullen en ga ik verslagen met ons zoontje naar huis. Twee weken later spuugt hij weer bloed en krijgen we dezelfde mededeling op de eerste hulp.

Ik ben ten einde raad, wanhopig. Mijn kindje van 10 maanden spuugt nu geregeld bloed en er is geen enkele arts die ons kan helpen?  Ik ben weer in paniek, maar de wanhoop overheerst.

Iedere vrije minuut die ik heb duik ik achter de laptop op zoek naar lotgenoten, professionals die ons wel kunnen helpen en we vragen een second opinion aan de andere kant van het land aan.

Daar kwam eindelijk een diagnose: ernstige verborgen reflux, extreme hypermobiliteit en sensorische informatieverwerkingsproblemen. We kregen daar eindelijk medicatie voor de reflux en het spugen is binnen twee weken voorbij. Maar deze kinderarts geeft aan dat ze inschat dat dit nog wel een jaar gaat duren.

Toen ik dat hoorde stortte mijn wereld in.

Mitz is nu al bijna 14 maanden en drinkt nog altijd zijn flessen slapend en eet nog steeds niks.

Weer duik ik achter de laptop op zoek naar een oplossing, en spreek online veel lotgenoten. Ik realiseer me dan ook heel erg dat het echt nog veel erger kan als ik die verhalen lees.

En dan komt NoTube in beeld. Zou dit dan dè oplossing zijn?

Wordt vervolgd.. 

 

 

INGE

 

Door de komst van Ella werd ik ook gelukkig op werkgebied

Het was de dag van mijn 31e verjaardag dat ik positief testte. Mijn vriend kwam thuis en keek mij wat onwerkelijk aan. Huh, betekent dit dat we nu al…..Jup, dat betekent het inderdaad. We waren net twee maanden bezig en ik was al zwanger, een enorme luxe maar ook heel onwerkelijk.

Op het moment dat ik zwanger werd, werkte ik al 5 jaar bij hetzelfde bedrijf als bouwkundig adviseur. Een stressvolle baan, waar ik eigenlijk nooit met plezier naartoe ging. We waren net voordat ik zwanger werd 5 weken op vakantie geweest. Een lange reis door Amerika, en dat was niet zonder reden. Ik moest er even uit, even loskomen van mijn werk en alle stress die ik daardoor voelde.

Ik vertelde zo’n beetje gelijk op mijn werk dat ik zwanger was. Mijn baas feliciteerde mij en we gingen over tot de orde van de dag. Ik werkte ondanks wat kleine zwangerschapskwaaltjes gewoon door tijdens mijn zwangerschap. Ik was wel ontzettend moe. Al jaren liep ik op mijn werk op mijn tandvlees en dus keek ik erg uit naar mijn verlof.

Mijn zwangerschap verliep zonder problemen.

Het onwerkelijke gevoel, van dat kindje dat in mij groeide, dat bleef. Waar je meestal hoort en leest van andere aanstaande moeders dat ze gelijk al een enorme band voelen met hun ongeboren kindje en genieten van elk trapje, ervaarde ik mijn zwangerschap helemaal niet zo. Ik vond het alleen maar heel onwerkelijk dat er een klein mensje in mij groeide. Onze dochter was bovendien een drukke buikbaby die mijn ribben regelmatig hard wist te raken. Auw!

Ik maakte mezelf daar niet echt druk over en dacht dat mijn gevoel wel zou veranderen als ik eenmaal zou zijn bevallen, maar dat gebeurde niet. Na een zwangerschap van bijna 42 weken en een bevalling van ruim 24 uur werd ze op mijn buik werd gelegd. Een flinke dame van 4400 gram, roze en mollig. Score 10!

Natuurlijk was ik blij, maar de opluchting overheerste. Ik weet nog goed dat ik alleen maar hardop bleef herhalen hoe blij ik was dat het erop zat. Nadat ik wat was bekomen, voorzien van hechtingen, had gedoucht en gegeten mochten we s ’middags al naar huis. Met dat nieuwe mensje, onze kerngezonde dochter, in de Maxi-Cosi.

De eerste uren sliep dochterlief vooral, compleet uitgeput van de beproeving. Die bevalling was voor mij niet leuk, maar voor een kind is het ook niet niks om je door zo’n nauw geboortekanaal te wurmen.  Ze sliep bij mij, bij papa, bij opa en oma. Ik was vooral nog bezig met het verwerken van wat mij zojuist allemaal was overkomen en gaf onze dochter zonder problemen af aan de opa’s en oma’s. Na een drukke dag was het tijd om te gaan slapen.

In die eerste nacht werden we pas echt ouders.

Onze dochter begon met huilen en stopte niet meer. Borst, luier, boertje, borst, luier, boertje. De hele nacht. We probeerde alles wat we wisten, niets hielp. Het machteloze gevoel, dat je dan hebt als ouders, is onbeschrijfelijk en totaal nieuw voor ons.

Na een nacht zonder slaap stond om 8.00 onze reddende engel op de stoep. De kraamverzorgster Rita, wat een topvrouw. Eerlijk gezegd had ik het zonder haar allemaal niet gered. Ik vertelde in tranen over onze nacht. Ze luisterde, observeerde en zag wat er scheelde. Ik had nauwelijks melk, mijn kind had honger. Ik geloof niet dat ik mezelf ooit schuldiger heb gevoeld.

Na een lekkere fles melk was mijn dochter weer net zo tevreden als hoe we haar uit het ziekenhuis hadden meegenomen. In haar kleine nestje lag ze naast mij in ons grote bed. Een klein neusje, prachtig rond toetje en mooie donkere haartjes. Op dat moment viel het kwartje, dit is mijn dochter. Wat is ze mooi en lief. Ze hoort bij mij en ik zal voor altijd haar mama zijn.

Dat was het moment dat de mama in mij werd geboren.

Ik had toen nog geen idee over wat zij allemaal voor mij zou gaan betekenen in dat eerste jaar.

Tijdens mijn verlof stortte ik mezelf vol overgave in het nog nieuwe moederschap. Dat was ook wel nodig want onze dochter had zoals wel meer baby’s enorm last van verborgen reflux en darmkrampjes. Slapen deed ze overdag weinig en als ze het wel deed, dan alleen op haar buik liggend bovenop mij. De rest van de tijd liep ik tussen de voedingen rond met een huilend baby-tje. Gelukkig sliep ze s ’nachts heel goed. Dat was onze redding.

Aan mijn werk dacht ik in die maanden nauwelijks, echt heerlijk!

Tot mijn verlof was afgelopen. Het onvermijdelijke was daar en ik moest weer terug naar mijn werk. Onze dochter zou twee dagen in de week naar het kinderdagverblijf gaan en een dag per week kwam oma oppassen. Voor de rest van mijn 36-uurige contract zette ik ouderschapsverlofuren in.

Na een kort afscheid op het kinderdagverblijf stapte ik met een knoop in mijn maag in de auto naar kantoor. Ik weet nog goed hoe ik die eerste ochtend het kantoor binnenliep alsof ik nooit was weggeweest. Alles was nog precies hetzelfde, helaas.

Mijn werksituatie was voor mijn zwangerschap al allesbehalve ideaal. Het werk dat ik deed vond ik helemaal niet leuk, maar dat was het ergste nog niet. Dat was de werksfeer.

Mijn baas.

Ik noem hem geen werkgever want het was echt een baas. Een man met twee gezichten. Naar de buitenwereld toe joviaal, een gangmaker en graag gezien persoon, voor mij en mijn collega’s was hij, en dan zeg ik het subtiel, nogal moeilijk. Het bedrijf waar ik werkte was klein. Vooral vlak voor ik wegging bestond het enkel nog uit hem, een secretaresse, twee zzp’ers en ik. Collega’s zag ik in die jaren komen en gaan.

Ik zat vaak dagenlang alleen op kantoor. Ik probeerde er tevergeefs alles aan te doen om mijn werk te perfectioneren, geen fouten te maken om zo een confrontatie met mijn baas te voorkomen. Dat lukte natuurlijk niet. Iedereen maakt fouten of vergeet wel eens een leesteken in een rapport van 15 pagina’s. Bijna wekelijks zat ik huilend tegenover hem aan zijn bureau, waar ik moest luisteren naar zijn kleinerende opmerkingen. Destijds voelde ik mezelf vooral slachtoffer en totaal machteloos, nu weet ik dat ik zelf ook een aandeel had. Ik liet het al die jaren allemaal gebeuren. 

Toch bleef ik

Ik zat vast in mijn eigen overtuiging dat ik niet weg kon gaan. Ik had een goed betaalde belangrijke baan, met een vast contract in crisistijd. Ik moest niet klagen. Ook zag ik ergens het beeld van een kartonnen doos onder een brug helder voor me, niet erg aantrekkelijk. Daarnaast voelde ik mezelf enorm verantwoordelijk voor mijn projecten en het succes van het bedrijf. Alsof het mijn eigen bedrijf was. 

Nu weet ik dat ik toen vooral bang was. Bang voor die kartonnen doos, bang voor verandering, bang dat ik een foute keuze zou maken. Niet zo vreemd, want ik had geen idee wat ik zelf eigenlijk wilde doen en waar ik goed in was.

Dus bleef ik, ook na mijn verlof.

Pas toen ik op een sombere dinsdagochtend huilend in de auto zat, op weg naar mijn werk, veranderde er iets.

Ik reed de oprit van de snelweg op en ineens dacht ik: als ik nu mijn auto in de vangrail parkeer, dan hoef ik in ieder geval niet naar mijn werk. Een ongeluk zou voelen als een opluchting. Belachelijk natuurlijk en gelukkig bleef die gedachte maar even. Ik realiseerde me dat dit echt nergens op sloeg. Ik ben meer dan de slaaf van mijn baas, ik ben meer dan die rotbaan. Ik ben moeder.

Dit was niet wat ik mijn dochter wilde meegeven.

Ik besefte mezelf ineens dat ik een rolmodel was geworden voor onze dochter. Ze zag een moeder thuiskomen die gefrustreerd, verdrietig en moe was. Dan geef je maar een boodschap: werken is stom en je wordt er moe en chagrijnig van. Totaal niet wat ik haar wilde meegeven.

Het moest klaar zijn. Ik moest veranderen. Als ik het niet voor mezelf kon doen, dan toch zeker wel voor haar! Na die ene dinsdagochtend besloot ik dat het anders moest, alleen hoe?

Het voelde heel eenzaam om zo te worstelen met mezelf. Aan de ene kant had ik geen idee wat ik wilde en nul vertrouwen in waar ik goed in was, aan de andere kant wist ik een ding wel: ik moest weg waar ik zat. Alleen zou dat mij echt niet lukken. Ik had hulp nodig en via een studiegenoot kwam ik in contact met een loopbaancoach. Ik maakt een concept e-mail en, liet die vervolgens twee weken in concept in mijn mailbox staan.

Pas na een korte vakantie met zijn tweeën naar New York, waar ik door alle stress totaal niet van had genoten, klikte ik de e-mail aan en drukte op verzenden.

Ik was zo opgelucht dat ik het eindelijk niet meer alleen hoefde te doen.

In een coachtraject van een half jaar, stop ik met die vreselijke baan, ontdek wie ik zelf ben en wat ik wil en zet een nieuwe stap in mijn loopbaan. Dat schrijf ik nu zo even op, alsof het mij geen enkele moeite meer kostte, maar dat is natuurlijk onzin. Het weggaan bij mijn oude baas was een zware emotionele strijd en natuurlijk twijfelde ik toen ik op het punt stond om te kiezen voor mijn opleiding tot coach. Gedachten als kan ik dat wel en zitten ze wel op mij te wachten spookte echt nog wel door mijn hoofd, maar ze hadden mij niet langer meer onder controle.

Ik voelde aan alles dat dit was wat ik wilde, dat ik daar op dat moment gelukkig van zou worden. Het was de beste keuze die ik ooit heb gemaakt. Het voelde alsof ik voor het eerst echt voor mezelf kon kiezen.  Nu werk ik alweer een paar jaar met plezier als zelfstandig coach en help ik andere moeders die op zoek zijn naar werkgeluk en meer balans in hun leven.

Werk dat mij ontzettend veel voldoening geeft en, bijkomend voordeel, zonder schreeuwende baas. Het voelt als een heel ander leven. Waarin ik er helemaal kan zijn als moeder en het werk kan doen waar ik gelukkig van word. Een leven waarin ik steeds weer opnieuw mag kiezen voor wat bij mij past.  Allemaal dankzij onze prachtige dochter Ella!

 

 

LINDSEY

 

Alle ouders zitten met dit dilemma: je kind laten huilen of niet?

Als je mama wordt kom je voor heel wat dilemma’s te staan. Bijvoorbeeld de vraag: je baby laten huilen of niet? Er zijn heel wat tegenstrijdige meningen en heel wat discussies over dit onderwerp. Zo heb ik ook een eigen mening. Een mening waar jij misschien niet achter staat, maar dat is niet erg. Net zoals het niet erg is dat ik niet achter jouw mening sta. Ik respecteer iedereen zijn mening, maar dat wilt niet zeggen dat IK het oké vind. Maar ik ga jou ook niet zeggen dat je het anders moet doen, gewoon omdat ik er anders over denk. 

Dus om terug te komen op het dilemma over laten huilen of niet… Ik ben een mama die haar kinderen laat huilen. Dan heb ik het vooral over de nachten. Mijn meisjes sliepen al rond 3 maanden heel vaak de nacht door. Ja, lucky me he? Zo kan je het inderdaad bekijken, maar er waren en er zijn nog steeds nachten dat ze het niet doen. Vooral Auriana dan, want van Eliana heb ik nu geen last meer. Vanaf het begin wou ik mijn kinderen meegeven dat de nachten om te slapen zijn. Dan denk je misschien een baby is nog te klein om dit te snappen, maar dat vind ik dan niet. Als een baby ’s nachts begint te huilen kan het natuurlijk om verschillende redenen zijn. Honger, vuile luier, tandjes… Maar meestal is het vooral aandacht. 

Roos is 42 weken zwanger: “Ik blijf mezelf wijsmaken dat alles goed komt, omdat ik voel dat alles fout gaat.”

Vorig jaar ben ik moeder geworden, maar in plaats van met mijn geliefde dochter naar huis te gaan, heb ik haar in een crematorium achter moeten laten.

29 Augustus 2017

Ik voel in elke vezel van mijn lijf dat er iets gaande is, maar toch sta ik vol ongeloof naar een positieve zwangerschapstest te kijken. Er schiet van alles door mijn hoofd: ‘Maar mijn cyclus is al 69 dagen lang? Wie ovuleert er nou zo laat? Zwanger… Maar dat kan mijn lichaam helemaal niet!’ Na jaren uithongering door emetofobie* heb ik mijn allergrootste droom om moeder te worden allang losgelaten. Ik ben precies vijf weken zwanger als de misselijkheid begint en ik vooral mijn tijd doorbreng op de badkamervloer met mijn hoofd in de wc-pot. Ik val tien kilo af, krijg medicatie om te kunnen eten en denk alleen maar: ‘Hoe doen vrouwen dit? Dit is vreselijk!’ Maar als ik met negen weken een kloppend hartje hoor, en zie dat er een klein mensje in mij groeit, besef ik me waarvoor ik het doe. Zo bijzonder, ik ben stapelverliefd. Met 15 weken voel ik de eerste bewegingen onderin mijn buik. Elke dag worden haar schopjes sterker en al snel kan mijn man ze ook voelen. Ik breng uren door met mijn handen op mijn buik; het is zo’n fijne bevestiging dat het goed met haar gaat. Met 20 weken hebben we onze laatste positieve echo en besluiten we haar geslacht een verrassing te houden tot de geplande thuisbevalling.

Rond 22 weken merk ik dat mijn baarmoeder samentrekt. Ik maak me zorgen, maar mijn verloskundige laat me weten dat het onschuldige harde buiken zijn. Gedurende de weken wordt het steeds erger, zozeer dat ik amper kan bewegen zonder ze te veroorzaken. Het zit me niet lekker en ik ben bang dat ons kindje te vroeg komt. Mijn verloskundige zegt dat ik een gevoelige baarmoeder heb en zolang er geen pijn of bloedverlies is, ik me geen zorgen hoef te maken. Toch doe ik dat wel, want mijn buik wordt om de twee minuten zo hard dat ik amper rechtop kan staan. Het is geweldig om haar te voelen groeien, maar mijn zwangerschap is loodzwaar; ik ben uitgeput. Ook kan ik door bekkeninstabiliteit niet meer bewegen zonder pijn. Ik parkeer mezelf op de bank en tel de dagen af tot ik haar veilig in mijn armen heb. Omdat mijn placenta aan de achterkant van mijn baarmoeder zit kan ik haar goed voelen en zien bewegen. Ze is erg sterk en haar voetjes duwt ze het liefst recht uit mijn buik. Ik geniet van onze dagen samen en voel me intens met haar verbonden. Ik laat haar luisteren naar muziek, noem haar ‘Kleintje’, vertel haar dat ik zo ongelooflijk trots op haar ben en niet kan wachten om haar te zien. Ondanks alle harde buiken verloopt mijn zwangerschap goed, ze groeit perfect en ik stroom over van liefde. Maar het bezorgde gevoel blijft en wanneer mijn verloskundige langskomt ben ik even gerustgesteld om vervolgens in de tussentijd weer ongerust te worden. Ik ben bang dat ik me aanstel en wil niet zeuren, dus bikkel door tot 41.5 weken. Ik blijf mezelf wijsmaken dat alles goed komt, omdat het voelt alsof alles fout gaat. Al weken voel ik me oncomfortabel in mijn lijf en kan ik me geen houding aannemen met mijn enorme gespannen buik. Ook begint er ineens een krampende pijn rechts onderin mijn rug. Gelukkig komt mijn moeder naar mij toe om me mentaal bij te staan.

20 Mei 2018, bijna twee weken voorbij mijn uitgerekende datum

Ons kindje lijkt wel voor altijd in mijn buik te willen blijven en ik denk: ‘Heb ik dat! Nou, zolang jij maar tevreden bent. Ik ben klaar wanneer jij klaar bent, kleintje.’ De hele dag voel ik me raar. Ze beweegt genoeg, maar minder dan normaal, en ik hoop dat het betekent dat mijn bevalling gaat beginnen. Ook overspoelt het bezorgde gevoel me weer en vraag ik mijn moeder drie keer te luisteren naar haar hartslag. Ze duwt haar oor tegen mijn buik en tikt op mijn hand 130 slagen per minuut, opgelucht denk ik: ‘Zie je nou, alles is goed’. Aan het einde van de dag ga ik om 8 uur, na een voetmassage van mijn moeder, uitgeput naar bed. Ik voel ons kindje actief bewegen en besef me hoe ongewoon dat is rond die tijd, maar zie het als een goed teken. Ik kalmeer haar door mijn handen tegen haar rugje te drukken en val in slaap.

Om 22.00 uur schrik ik wakker met hevige rug en buikkramp. Ik denk: ‘Eindelijk!’, maar twijfel ook of de pijn normaal is. Liggen lukt niet meer, dus ga ik zitten op bed. Ik begin onbedwingbaar te trillen en moet meerdere keren poepen wat de pijn doet opbouwen. Ik voel dat ik over moet geven, maar ben zo gefocust op mijn ademhaling om door de pijn heen te komen, dat het niet lukt. Ik heb totaal geen controle meer over mijn lichaam en maak me zorgen over de constante pijn. Ik zeg tegen mijn man: ‘Als dit het begin is, dan weet ik niet of ik het wel volhoud. Er horen toch pauzes tussen weeën te zitten?’ Ik voel me de grootste aansteller ooit. Mijn verloskundige heeft een 4-1-1 regel en ik wil haar niet wakker bellen, dus besluit te wachten. Om 23.20 uur ga ik naar de wc en zie bloed. Ik voel mijn enthousiasme wegzakken en besluit mijn verloskundige te sms-en: ‘Ik bloed, heb constante pijn en voel de baby niet omdat mijn buik zo hard is.’ Zij denkt dat de bevalling begonnen is en raadt aan dat ik weeën ga timen.

Om 23.40 uur neemt de pijn mijn hele lichaam over en kan ik niet meer mijn telefoon vasthouden, dus moet mijn man haar sms-en. Ik kan alleen nog maar op mijn knieën voorovergebogen op ons bed leunen met mijn hoofd in een kussen. Ik focus op mijn ademhaling en denk: ‘Dit is niet te doen! Ik ga dood!’ De pijn wordt met de seconde erger; het voelt alsof ik met een knuppel in mijn buik en rug wordt geslagen. Ondertussen zoek ik wanhopig en gefrustreerd naar weeën. Ik heb het gevoel dat mijn lichaam niet doet wat het hoort te doen. De wanhoop grijpt me naar de keel: ‘Niemand luistert! Mijn pijn stopt niet!’ Ik voel me radeloos en alleen. De pijn zorgt dat ik compleet van de wereld raak en alleen maar kan kreunen. Tijd bestaat niet meer; alles duurt uren en tegelijkertijd een seconde. In de verte hoor ik mijn man zeggen: ‘Verloskundige is onderweg’.

Om 00.50 uur komt ze binnen met een doppler en zet deze tegen mijn buik. Ik hoor een langzame hartslag (70bpm) en weet meteen: ‘Er is wat mis..’ In paniek kijkt ze me aan: ‘Bel 911!’ Mijn man zegt dat het sneller is als we er zelf heen rijden aangezien we dichtbij wonen. Ineens voel ik niks meer en denk alleen: ‘Ik moet mijn kind redden!’ Verdoofd sta ik op, loop de trap af en stap in de auto. Dat is waar de paniek toeslaat en ik alleen maar kan huilen: ‘Nee, alsjeblieft, nee, schiet op!’ Ik druk mijn handen tegen mijn buik om contact met haar te maken, maar voel alleen haar schokkende lijfje. Ik weet dat het te laat is, maar hou hoop. Om 01.00 uur ren ik overstuur de ER in, daar word ik opgevangen in een rolstoel en zeg: ‘Schiet op! Mijn baby gaat dood!’ Ik word naar een bed in een kamer gebracht waar er allerlei mensen rondrennen. Ik laat alles over me heen komen: infuus, katheter, hartslagmeters, echo’s etc. Ze kunnen geen hartslag vinden en de onmacht verstikt me. Ik voel haar dood gaan in mijn buik en er is niets dat ik kan doen om haar te redden.

Om 01.20 uur vinden ze haar hartslag (50bpm) en word ik de operatiekamer ingereden. De wereld beweegt in slowmotion en ik verlies telkens mijn bewustzijn. Huilend lig ik te creperen op de operatietafel terwijl er een verpleegkundige met een doppler in mijn buik duwt. Ze kan geen hartslag vinden en kijkt me met een blik vol wanhoop aan. Ik weet genoeg, mijn baby is dood. Alles gaat me te langzaam, de pijn is nu zo ondragelijk dat het voelt alsof mijn buik gaat ontploffen. Ik blijf herhalen: ‘Waar is de dokter? Ik wil de dokter..’ Om 01:35 uur komt hij binnen en word ik onder narcose gebracht. Alles wordt zwart en de verlossing doet me denken dat ik doodga.

Om 04:30 uur begin ik langzaam wakker te worden. Ik ben verlamd van pijn en kan mijn ogen niet openen, maar hoor bekende geëmotioneerde stemmen. In mijn hoofd schreeuw ik onafgebroken: ‘Is onze baby oké?’ tot ik het kan fluisteren. Mijn man breekt in tranen uit en zegt: ‘Nee, het is een meisje… Ze heeft het niet gered.’ Hij legt uit: ‘Je was bijna dood door een placentaloslating en vijf liter bloedverlies. Ook is je blaas geraakt bij het verticaal opensnijden en was je bijna je baarmoeder kwijt door de inwendige bloeding.’ Ik hoor alleen maar dat ze een meisje is en ben dolblij, tot de rest doordringt en pijn mijn hele wezen overneemt. Ik vraag meteen: ‘Waar is ze?’ waarop mijn moeder antwoord: ‘Ze is hier, wil je haar zien?’ Het voelt zo verkeerd om haar zo ver van mij vandaan te hebben. Mijn man tilt haar op en legt haar op mijn borst. Terwijl ik mijn ogen over haar beeldschone gezichtje laat gaan voel ik mijn hart ontploffen van liefde en verbrijzelen van pijn. Even word ik overspoeld door vreugde en zeg vol trots tegen mijn man: ‘Ze lijkt zoveel op jou!’ Ik blijf wegzakken en vecht om mijn ogen open te houden. Voorzichtig raak ik met mijn vingers haar wang aan, zijdezacht en warm. Het allerliefste kindje waar ik maandenlang op heb gewacht ligt eindelijk in mijn armen, maar ze ademt niet, ze is dood. Ik voel onbeschrijfelijk veel verdriet, maar ben te zwak om te huilen. Een verpleegkundige vraagt: ‘Wat is haar naam?’ en ik zeg zonder na te denken ‘Alba’, want dat is wie ze is. Rond de middag nemen ze haar uit mijn kamer en huil ik ontroostbaar ‘Ik wil mijn baby!’.

Alba, 3374 gram en 49.5 centimeter lang, stil geboren om 01:38 uur op 21 mei 2018, de mooiste en zwartste dag van mijn leven.

ROOS

* Emetofobie is een extreme angst voor overgeven.

Whaaaaaa, mijn vaginaaaa, ik had een totaalruptuur vierdegraads

Ja! Mijn tweede zwangerschap verliep prima, wat last van de gebruikelijke dingen maar verder geen gekke dingen.  Ik was zwanger van 1 kindje, alleen leek het voor de buitenwereld alsof er 2 kindjes in mijn buik zaten, zo HUGE was mijn buik! Ik maakte mij nog steeds niet druk, want mijn eerste kind was ook een flinke kerel bij de geboorte (4080 gram) en daar kwam ik redelijk ongeschonden uit…op een knip na dan maar dat was niets in vergelijking wat mij overkwam toen ik beviel van de tweede kerel…had ik dit maar geweten! 

Naarmate de zwangerschap vorderde en ik bijna 40 weken zwanger was, gokte de verloskundige weer op een 8 ponder….nou oke, laat maar komen dacht ik! Dagen verstreken en er kwam geen schot in de bevallingszaak, de afspraak om ingeleid te worden werd gemaakt bij de gynaecoloog in het ziekenhuis en ik had deze datum in mijn hoofd zitten. Dit gaf rust! Mijn moeder zou de avond ervoor komen om hier te slapen en mijn zoon van toen 2 meenemen naar haar huis zodat wij de ochtend erop rustig naar het ziekenhuis konden gaan om te gaan bevallen, ik was toen 40+6. Nou, het liep even anders…

Het moment dat mijn moeder aanbelde wilde ik net gaan zitten op de bank, maar voelde ineens onderin mijn buik iets knappen, iets wat ik bij mijn eerste niet had gehad. Meteen schoot door mijn hoofd dat mijn vliezen gebroken waren!! Ik liep heeeeeel overdreven rustig naar de toilet, alsof er niets gebeurd was,  om te kijken of er toch niet iets uitliep. Ik ging plassen, niks aan het handje dacht ik. Totdat ik achterom keek en er een groenige drap in de wc lag! Nee, ik had geen spinazie op en onee dat kan je niet zien in de urine dacht ik nog. FUCK, vruchtwater MET poep, nee…niet van mij, maar van die kleine!  Ik riep mijn moeder, zij drentelde de kamer maar door en ving de tweejarige op. Ik belde ondertussen het ziekenhuis en moest meteen komen. Oke, het ging beginnen!

Met vuilniszak en al die auto in, want de bekleding zou maar vies worden…aldus een zenuwachtige kerel langs mij. Ik was de rust zelve, heel bizar. Ik liet alles over mij heenkomen, inclusief scheuten volgekakt vruchtwater. Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen werd ik naar de verloskamers gebracht in een gammele rolstoel.  Ik ging op bed zitten, heel relax ook weer. Nog geen wee te bekennen gelukkig. Het kon allemaal wel even duren zei de verloskundige daar. Oke prima, ik keek ondertussen naar een soort van Miljoenenjacht. Toen ineens een pijnscheut: “ auw fuck, zo voelde het ja” dacht ik nog. Ik drukte op de bel en een mannelijke verloskundige met surinaams accent kwam binnen. Ik dacht oke, boeit mij niet of het een man is, als die baby er maar uit is! Ondertussen kwamen ze om de 3 minuten en ik had totaal geen tijd om op adem te komen. Ze waren gewoon echt zo heftig! Bij mijn eerste had ik een ruggenprik, toen ik die eenmaal had vlogen de centimeters voorbij dus dat wilde ik nu ook. Ik had in 10 minuten tijd 4 cm dus er moest snel gehandeld worden anders zou het niet meer mogen. Ik kreeg een infuus en werd klaargemaakt voor de OK. Echter was daar pas over 15 min plek.  Goed, volhouden en puffen dan maar!  Nou, 15 minuten later kwam de leuke verloskundige binnen met een geweldig accent! Ik moest lachen om die man, en hij begeleidde mij zo supergoed! Totdat ie ging voelen, oke…al 7 centimeter! WTF! Te laat voor een ruggeprik. De weeen volgden elkaar in een raptempo op en ik moest me enorm concentreren op mijn ademhaling. De verloskundige voelde tijdens een wee nogmaals en duwde de baarmoedermond verder weg. Man man ik ging dood dacht ik…Hij ging even weg en de assistente ook. Goed, dat hebben ze geweten want nadien riep ik heel hard dat ik moest poepen (echt, ze weten daar volgens mij nog wie ik ben na 8 jaar…) ze kwamen de kamer ingestormd en voelden het hoofdje al. Ik had mega persdrang en mocht gaan persen . Het was 23.00 weet ik nog. Mijn eerste kind kwam na 1,5 uur persen ter wereld, dus ik dacht oke, we zien wel.  Maar nee, deze kerel was dat niet van plan, die wilde eruit! En snel! Ik had een drang, dat was doodeng! Drie keer persen….toen stond het hoofdje, my god trek dat kind eruit zei ik nog. Nee ik moest puffen, niet wetende dat ik dus van onder finaal aan het uitscheuren was, ik luisterde goed naar de verloskundige en om 23.07 uur werd mijn jongste geboren. 4160 gram in 7 minuten gelanceerd!!!!  Goed, hij werd op mijn buik gelegd en had een beetje opstartproblemen, maar dit was snel weer goed.

Ondertussen wist ik niet dat ik van onder een 4e graags totaalruptuur had, inclusief meegescheurd darmslijmvlies. Toen ik dus vroeg aan de verloskundige hoe het er daar bijstond, schudde hij twijfelend. Hij zei; “meisje, het ziet er van onder niet goed uit, je moet nu naar de OK om gehecht te worden”  Oke, dacht ik, ik zat in een roes dus het kon me niet echt schelen. Eenmaal op de OK kreeg ik een ruggeprik en toen werd ik een uur lang gehecht. Alles, maar dan ook alles van binnen was kapot. Bekkenbodemspieren, kringspier en stukje darmslijmvlies. Ik werd gehecht door een topgynaecoloog en ik moet zeggen dat het haar aardig gelukt is om alles weer netjes te krijgen. Echter heb ik nog mega veel last van urineverlies en soms ook dat andere. Als ik aandrang voel MOET ik een toilet in de buurt anders gaat het fout…Dat is echt zo erg! Soms denk ik wel eens, hadden ze niet beter kunnen inknippen als ze sneller hadden gehandeld. Maar het ging zo verschrikkelijk snel dus dat lukte niet meer. Ik heb bekkenbodemfysio gehad, heeft wel wat opgeleverd maar helemaal de oude word ik daar niet meer. Ik leer ermee leven. Heb een gezond kind en dat is het voornaamste. Een lekker druk, lief manneke. Hij kwam rap op de wereld en zo is hij nog steeds. Het heeft zo moeten zijn denk ik.

 

Bevallingsverhaal: ik durfde het aan, een vaginale stuitbevalling

Ondanks dat mijn moeder alle drie haar kinderen in stuitligging heeft gekregen had ik hier nooit zo bij stil gestaan. Tot het moment dat ik zelf zwanger werd van mijn eerste kindje, een dochter.

Al vroeg in de zwangerschap bleek mijn dochter in stuit te liggen. De verloskundige gaf aan dat dit bij deze termijn nog vaak voorkomt en dat kinderen bijna altijd vanzelf nog draaien.

Toen ons kindje met 34 weken nog niet gedraaid was besloot ik moxa therapie een kans te geven. Dit is een vorm van acupunctuur waarbij een soort wierrookstaaf gemaakt van bijvoetskruid bewogen wordt boven je kleine teen. De baby zou hierdoor gestimuleerd worden om te bewegen en zo hopelijk te draaien naar hoofdligging. Onder het mom van baat het niet dan schaadt het niet begon ik hier vol goede moed aan. Deze behandeling is geheel pijnloos en is thuis zelf uit te voeren zonder risico´s.

Toen na alle volgende echo´s bleek dat ons meisje niet van plan was om te gaan draaien werden we met 36 weken zwangerschap doorverwezen naar het ziekenhuis voor een gesprek met de gynaecoloog over het uitvoeren van een uitwendige versie.

Met een uitwendige versie kan een kind dat in stuit ligt gekeerd worden tot een hoofdligging. Dit heeft voor zowel een keizersnede als voor een vaginale bevalling altijd de minste risico´s waardoor een draaipoging altijd wordt aangeraden bij een stuitligging. De kans op slagen is gemiddeld 65% en uit onderzoek blijkt een uitwendige versie geen verhoogd risico op complicaties te geven.

Na het aanhoren van deze tekst kon ik niet anders dan instemmen met deze uitwendige versie.

En hoewel dit voor iedereen anders zal zijn vond ik de draaipoging echt een verschrikking. Een gynaecoloog en een klinisch verloskundige probeerde de baby van buitenaf te draaien door deze uit mijn bekken te wippen en zo te draaien. Al vrij snel bleek mijn meisje hartstikke vast te zitten en gaf de gynaecoloog aan dat de uitwendige versie niet zou gaan lukken. Na een half uur aan het CTG om te kijken of de baby het allemaal nog goed deed mocht ik naar huis met een stapel folders over de keuzes die je hebt voor een bevalling van een kind in stuit. De kans dat mijn meisje nog zou draaien was nihil, aldus de verloskundige. .

Ondanks dat in mijn omgeving iedereen er vanuit ging dat ik een keizersnede zou kiezen heb ik deze optie geen moment in overweging genomen. Uiteraard zou ik instemmen met een keizersnede als de gynaecoloog dit nodig achtte, maar het liefst wilde ik vaginaal bevallen. Gelukkig is mijn ziekenhuis ook een voorstander van vaginale bevallingen, tenzij medisch noodzakelijk en stonden ze geheel achter mijn keuze. Wel moest ik aan enkele voorwaarden voldoen om vaginaal te mogen bevallen. Zo mocht de baby niet te groot zijn, moest het kindje met beide benen gestrekt naar boven liggen, mocht het kindje niet dwars in de buik liggen en bovenal moest ik er zelf vertrouwen in hebben. Gelukkig bleek ik na enkele echo´s en onderzoeken aan alle eisen te voldoen en mocht ik thuis afwachten tot de bevalling zich zou aandienen.

Helaas diende de bevalling zich niet aan waardoor ik de 40 weken zwangerschap aantikte en ik onder controle van het ziekenhuis kwam te staan. Omdat de ontsluiting bij een stuitbevalling voorspoedig moet verlopen wilde het ziekenhuis liever niet inleiden en werd ervoor gekozen om af te wachten. Met de controle met 41 weken bleek uit de CTG helaas dat we niet verder mochten afwachten omdat ons dochtertje het niet meer goed leek te hebben in de buik. Wel mocht ik nog steeds vaginaal bevallen en de afspraak voor de inleiding werd gemaakt voor de volgende dag.

Na een feestmaal bij mijn ouders thuis en een heerlijk nachtje slapen stonden we de volgende ochtend om 07.00 uur op de stoep bij het ziekenhuis. Er werd een ballonnetje in mijn baarmoeder gebracht en na 12 tot 24 uur zou deze er vanzelf uitvallen. Toen wij 2 uur later ons 10e potje yahtzee aan het doen waren in de kantine van het ziekenhuis, voelde ik opeens dat het ballonnetje eruit viel. Na controle bleek ik inderdaad de vereiste 3 cm ontsluiting te hebben maar helaas kon de rest van de inleiding pas de dag erna plaatsvinden en mocht ik ook niet naar huis waardoor er toch nog vele potjes yahtzee in het ziekenhuis volgde…

De volgende morgen werd om 08.00 het infuus met weeën opwekkers gestart en na een snelle bevalling met een flinke weeënstorm werd na 5 uur onze mooie dochter geboren. Ik kijk erg positief terug op de bevalling. De ontsluiting vorderde goed, de weeën waren heftig en volgde elkaar snel op, maar dankzij de verpleegster en mijn man kon ik me hier doorheen slaan. Ik vertrouwde volledig op mijn eigen lichaam en rekende erop dat wanneer er ook maar iets zou gebeuren wat nadelig zou kunnen zijn voor de baby de gynaecoloog zou ingrijpen. Het beleid van de dienstdoende gynacoloog was dat bij een stuitbevalling er preventief ingeknipt zou worden. Dit om er zeker van te zijn dat de baby snel uitgedreven zou worden, omdat de billen eerst komen en het hoofd als laatst het lichaam verlaat. Ook vond de gynacoloog het noodzakelijk dat ik tijdens het persen mijn benen in beugels zou plaatsen zodat hij goed zicht had op de geboorte en indien nodig tijdig kon ingrijpen. Op het moment zelf heb ik dit als prima ervaren, omdat ik geen onnodig risico wilde lopen op complicaties tijdens de bevalling.

Helaas kwam mijn placenta er niet vanzelf uit waardoor ik uiteindelijk toch nog in de operatiekamer eindigde om deze manueel te laten verwijderen. Ik zat zo op mijn roze wolk dat zelfs dit me niet meer van mijn stuk kon brengen.

Na een nachtje in het ziekenhuis mochten we na controle van de kinderarts naar huis waar we heerlijk van elkaar konden gaan genieten. Met dank aan onze lieve familie, vrienden en geweldige kraamhulp waren we snel gewend aan onze nieuwe rol als ouders.

Als een kind in het laatste trimester van de zwangerschap in stuit heeft gelegen wordt er standaard een controle van de heupen gemaakt met 3 maanden. Deze echo was met 3 maanden goed maar helaas bleek met 8 maanden dat mijn dochter toch heupdysplasie had waarvoor ze een spreidbroekje kreeg. Gelukkig mocht deze na 12 weken alweer af en hebben we verder geen nadelige gevolgen van de stuitligging en bevalling ondervonden. Ik kijk dan ook met positieve gevoelens terug op de zwangerschap en de bevalling.

Toen mijn dochter net 1 jaar was geboren raakte ik opnieuw zwanger. Vanaf het begin voelde ik dat dit weer een stuitkindje zou gaan worden. En ja hoor, vanaf de allereerste echo bleek ook deze baby in stuit te liggen. Ondanks dat het volgens de gynacoloog niet erfelijk is, geloof ik er niet in dat het toeval is dat mijn moeder alle drie haar kinderen in stuit heeft gekregen en ik voor de tweede keer een stuitligging had.

Ook deze zwangerschap verliep weer voorspoedig. Ik had geen kwaaltjes en voelde me net als in mijn eerste zwangerschap erg goed. Voor de zekerheid heb ik ook weer moxa therapie geprobeerd, maar dit zorgde er wederom niet voor dat onze zoon zich omdraaide

Toen ik met 36 weken met zwangerschapsverlof ging kwam weer de doorverwijzing naar het ziekenhuis voor de uitwendige versie. Ditmaal twijfelde ik of ik dit wel wilde. De draaipoging bij mijn eerste zwangerschap vond ik erg vervelend en had ook niet het gewenste effect, waardoor ik hier in eerste instantie niet positief tegenover stond. Uiteindelijk besloot ik toch weer een draaipoging te laten doen, maar net als de eerste keer vond ik dit erg pijnlijk en draaide ook deze baby niet meer.

Gelukkig mocht ik ook ditmaal vaginaal bevallen en omdat mijn eerste bevalling me niet tegengevallen was keek ik er niet tegenop. In tegenstelling tot mijn omgeving heb ik me ook nooit veel zorgen gemaakt om eventuele risico´s. Juist bij een stuitbevalling is er zoveel controle tijdens je bevalling van de verloskundige en een gynaecoloog dat er laagdrempelig wordt ingegrepen als zich complicaties voordoen.

Ook deze baby liet op zich wachten en toen ik met 41 weken lichte krampjes kreeg en naar het ziekenhuis ging voor een CTG mocht ik blijven om te kijken of de bevalling zou doorzetten. Helaas bleek na een nacht heerlijk geslapen te hebben dat de weeën gestopt waren en werd ik voorbereid om weer naar huis te gaan om daar verder af te wachten. Tot ieders verbazing bleek ik bij controle al 5 cm ontsluiting te hebben waardoor ik niet meer naar huis mocht en ik weeopwekkers kreeg om de bevalling op te wekken. Na ruim 3 uur met heftige weeën werd onze prachtige zoon geboren. Bij deze gynaecoloog mocht ik op handen en knieën bevallen. Omdat het mijn tweede bevalling was werd ik ook niet preventief ingeknipt, wat vooral in het herstel erg prettig was.

Ook dit keer kijk ik erg positief terug op mijn bevalling al kwam wederom mijn placenta dit keer niet vanzelf waardoor deze net als bij mijn eerste bevalling manueel verwijderd moest worden in de operatiekamer. Maar dit mocht de pret niet drukken want we waren weer ouders geworden van een gezond kindje en we waren weer dolgelukkig!

We genieten elke dag van ons mooie gezin. Ik weet niet of er ooit een derde kindje mag komen, maar als dit zo is dan ga ik er stiekem vanuit dat dit weer een stuitliggertje zal zijn….

Hoeveel draag ik nog nu mijn dochtertje bijna één jaar oud is? De draagconsulent vertelt!

Mijn jongste dochtertje is nu 11 maanden. En nu ik dit typ denk ik, over vier weken alweer één jaar! Geen baby meer… ‘Gelukkig’ is ze erg klein (ze past maat 68 nog) en kan ik haar hopelijk nog heel lang dicht tegen me aan dragen…. Maar het ‘echte’ dragen is echt veel minder geworden. De eerste maanden was het vooral een life-saver voor huiluurtjes en krampjes. Deze periode had ik niet overleefd zonder mijn draagdoeken. Ik droeg haar toen bijna de hele dag. En deed ze dus ook al haar slaapjes bij mij in de doek. Nu slaapt ze bijna altijd in haar eigen bedje, en sporadisch nog in de doek of draagzak. Dit is dan echt als we een weekend weg zijn of als ze ziek is zoals nu (dan is dicht bij mama toch het allerfijnst).  

Nu ze ouder is, hebben we de doeken minder hard ‘nodig’ dan in de eerste maanden. Maar toch draag ik haar gemiddeld nog een paar keer per week. Ik zal jullie vertellen waar ik het meeste mee draag.
Onze oudste gaat sinds een paar weken naar school en dit kunnen we lopend af. Maar ik vind het nog wel even een ding om met zo’n grote kinderwagen die drukke school in te gaan. Eerst al de voordeur van school openhouden, gelukkig zijn er ook hele lieve ouders die snel naar de deur toe lopen om deze voor mij open te houden. Maar dat doet niet iedereen. En dan moet je nog de school door, naar de klas toe. Onze school heeft één grote ruimte voor groep 1 & 2, en daar zijn ook alle kluisjes voor de jassen en de tassen. En vanuit daar gaan de kinderen naar hun mentorklasjes. Daar sta je dan met die kar een weg te banen tussen de kinderen, ouders en andere kinderwagens.. Ik neem haar dus meestal mee naar school in de draagzak. En vooral tijdens het brengen, bij het halen sta je buiten te wachten en pak ik toch ook wel de kinderwagen. En waarom een zak? Omdat ik deze heel snel aan en uit kan doen. En dat is soms wel prettig in de hectische school-run. Je doet hem om, kind erin, klikt hem vast en klaar. Hij zit altijd goed! 

Onze blogger Tim is afgelopen nacht vader geworden en wil hier meteen wat over kwijt!

Op het moment dat ik deze blog aan het typen ben lig jij boven op bed. Je bent moe en op, je lichaam doet je zeer en je ogen kunnen niet meer open blijven, omdat je wederom het mooiste hebt gedaan wat je kan doen. Want als ik nu namelijk naar mijn linkerkant kijk zie ik onze dochter liggen. Onze dochter van nog geen 12 uur oud die nu voor het eerst alleen in haar box ligt terwijl ik haar met arendsogen in de gaten houdt. Jij hebt in een ongelooflijk tempo vannacht haar op de wereld gezet en als ik vannacht afspeel in mijn hoofd als een film dan vind ik mijn rol in het creëren van onze perfecte dochter marginaal. Voor negen maanden lang was jij mijn tijger, heb jij geluk ervaren van de prachtige groei van leven in je buik, maar ook de keerzijde hiervan heb jij helaas moet meemaken. 

Zo knap hoe deze mama adequaat kan handelen, binnen een afschuwelijke situatie!

Het is maandag ochtend 11 februari, gewoon een ochtend zoals vele ochtenden. Ik ben aan het werk en heb expres onze zoon thuis gehouden omdat hij niet zo lekker is. Normaal gaat hij altijd op maandag naar opa en oma toe, ik ben gastouder en op maandag is het altijd erg druk.  We zijn die nacht al naar de huisartsenpost geweest met onze zoon omdat hij benauwd was, dat is hij wel vaker daar heb ik ook al weleens over geschreven. We kwamen om 07.30 thuis van de huisartsenpost en we werden naar huis gestuurd met dat het allemaal wel mee viel, ik heb onze zoon daarom ook lekker op bed gelegd want door heel de nacht wakke te zijn geweest was hij ontzettend moe.

Om half 10 ga ik even bij hem kijken, gewoon eigenlijk om even te kijken hoe het met hem gaat. Doe ik eigenlijk nooit zo met een ochtend slaapje maar nu toch maar gedaan.. Toen ik binnenkwam in de kamer storten mijn wereld onder mijn voeten vandaan. Daar lag ons lieve ventje, stil dood stil. Helemaal blauw, nee geen blauwe lipjes maar echt geheel blauw. Ik pakte hem natuurlijk meteen op om hem wakker te maken maar hij werd niet wakker. Hij was warm maar ademde niet. Niet even 10 seconde niet maar voor zeker die tijd dat ik in zijn kamer stond niet. Even wilde ik alles aan elkaar gillen en alleen maar huilen maar iets in mij draaide 180 graden om en ik begon met handelen.

Ik heb hem gecontroleerd op slijm in zijn mondje, vervolgens ben ik hem gaan beademen. Iets wat ik nooit hoopte te doen, een werkelijke nachtmerrie daar kwamen wij als gezin in terecht. Na een aantal beademingen reageerde hij nog niet, ik zoek mijn telefoon om 112 te bellen maar shit die ligt nog beneneden. Dan maar op eigen gedachten ( EHBO voor kinderen in de pocket) ik wil Xam zijn broekje uit doen en zijn rompertje omhoog doen om hem te gaan reanimeren. Mijn vingers raken zijn borst al aan en toen keek onze lieve schat mij ineens aan. Paniek in zijn oogjes dat was alles wat ik zag. Ik tilde hem op en wreef flink over zijn rug. Gelukkig daar was hij weer. Nog niet bij bewust zijn merk ik maar hij ademend. Ik ben als een gek naar beneden gerend en heb 112 gebeld. Jeetje dat duurde voor mijn gevoel uren voordat er iemand kwam. Ondertussen zaten mijn gastkinderen beneden te spelen en hadden gelukkig niets door. De ambulance arriveerde en hij werd meteen uit mijn armen genomen. Alle toeters en bellen werken aan hem gemonteerd. Langzaam kwam hij weer bij kennis en begon te huilen. Wauw ventje daar ben je weer. Alles bij elkaar heeft zeker een half uur geduurd. Ik kan je vertellen dat ik afscheid aan het nemen was in tussentijd van hem, alle mooie gedachten van hem schoten door mijn hoofd. 

Terwijl de ambulance onderweg was vertelde ik de gastkinderen dat er een ambulance kwam omdat Xam een beetje ziek was. Er was niks aan de hand, ze moesten alleen even kijken en hun papa en of mama kwam ze halen. Wat fijn was is dat de kinderen een key-koord kregen van de broeders. Heel fijn dat zij meedachten. In tussentijd dat de ambulance broers met onze zoon bezig waren heb ik alle ouders bij kennis gebracht en mijn achterwacht opgebeld zodat ik met Xam mee kon naar het ziekenhuis.

Eenmaal in het ziekenhuis was ons mannetje weer helemaal zichzelf, zo raar is dat!

Het leek wel of ik gelogen had maar nee dat was echt niet hoor. En gelukkig wisten de artsen dat ook wel. Hij werd een nachtje ter observatie gehouden en er werden kweken afgenomen voor het RS virus. Dat was het uiteindelijk niet en de volgende dag konden we veilig naar huis.

Die zelfde week op woensdag middag vond ik hem weer blauw in bed, wel bij bewust zijn en ademhaling gelukkig. Ik heb meteen de kinderafdeling gebeld om te zeggen dat ik weer terug kwam met hem, uiteindelijk heeft hij daar een tijdje gelegen en heeft onze zoon 3 verschillende puffers thuis. En antibiotica tot en met minstens april. 

Ik heb weer heel veel grijze haren erbij kan ik jullie wel vertellen, hopelijk hoef ik dit nooit meer mee te maken met onze lieverd. Maar helaas is dat niet uitgesloten bij artsen. Voor nu gaat alles weer rustig aan. Weer extra bezorgd maar dat moet tijd hebben. Hij rent weer vrolijk rond onze lieve schat.

 

 

JONY