De gynaecoloog wilde een cerclage om een vroeggeboorte tegen te gaan…

Op donderdag 27 december 2018 had ik een reguliere check in het ziekenhuis. Ik was op dat moment 15 weken zwanger. Bij de laatste echo werd al gezegd dat ze zullen starten met cervixmetingen (opmeten van de lengte van de baarmoedermond) vanaf 16 weken. Er is nooit gezegd dat ik een zwakke baarmoedermond heb, maar persoonlijk denk ik van wel. Luister maar naar mijn verhaal… 

 

Ik heb aangegeven dat ik graag vandaag zou willen starten met de eerste meting, al ben ik nu nog geen 16 weken. Hey, ik ben er nu toch en iets in mij zei: “Vraag om die meting, check het nu!” De gynaecoloog stemde toe en ik mocht plaats nemen op de stoel. Mijn vriend zat naast me en keek mee met de echo. We zagen gelijk al een kloppend hartje van een levendige baby. De scanner deed z’n werk, maar al snel stopte de arts en zette mijn stoel overeind. Hij keek vrij serieus naar me en zei: ‘Er is nog maar 1,9 centimeter over van je baarmoedermond’ (gemiddeld zou dit 3,5 tot 4 centimeter lang moeten zijn). De rekensom was snel gemaakt! Dit was zeker foute boel… Ze zou gelijk bellen met het Sophia ziekenhuis en overleggen wat het beste voor mij en de baby was. Ze kebden me daar, want ik was daar te vroeg in 2015. Ze liep de kamer uit, ik keek naar mijn vriend en ik barstte in tranen uit! Wat was hier in godsnaam aan de hand?! Waarom overkwam me dit… Weer?! Ik was zo ontzettend bang… Bang dat ik nogmaals mijn kindje zou kwijtraken! Een storm van emoties overviel me…
Na een paar minuten kwam de arts terug met de mededeling dat ik overgeplaatst zal worden naar het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam, aangezien ze daar gespecialiseerd zijn op dit soort vreselijke dingen. Ik mocht geen stap meer zetten en werd gelijk op een bed geplaatst, met de benen iets omhoog. Er ging van alles door mijn hoofd. Moest ik vanaf nu complete bedrust? Mocht ik niet meer werken? Kon er iets aan worden gedaan? 

 

 

 

Al vrij snel werd ik opgehaald door twee ambulancebroeders, werd ik op een brancard gelegd en vervoerd naar het Sophia ziekenhuis. Ondertussen heeft mijn vriend wat spulletjes en kleding thuis gehaald, omdat ik minimaal één nachtje zou moeten blijven ter observatie en intern overleg. Eenmaal aangekomen, werd er bloed geprikt en temperatuur en bloeddruk gemeten. Gelukkig waren die waardes allemaal goed, toch nog iets positiefs!
De arts kwam direct bij me zitten en ze begon over een cervixcerclage (een bandje dat door de baarmoederhals wordt aangebracht). Dit om eventueel vroeggeboorte te voorkomen. Dit klonk als muziek in mijn oren, want je wil er alles aan doen, zodat de baby veilig kan blijven zitten. Er zaten ook risico’s aan vast, zoals het breken van de vliezen. Dit risico was klein, maar wel aanwezig. “Tja… als ik dit niet doe, weet ik bijna zeker dat het mis zal gaan”. Ik vertrouwde mijn eigen lichaam niet en ik wilde niet constant met de grote angst lopen of mijn baarmoeder wel het gewicht van de baby aankon. Elke operatie had risico’s. Het hele leven bestond uit risico’s en die risico’s moesten genomen worden! Dus JA! “Kom maar op met dat bandje!” 

 

 

De dag erna was het zover; het plaatsen van de cerclage. Volledige narcose deden ze liever niet bij zwangeren, dus het werd een ruggenprik. Wel een gek idee dat je 100% bij bewustzijn bent en vanaf je middel niets meer voelt. Tenminste, dat was de bedoeling! Ik voelde helaas nog van alles tijdens de ingreep, maar ik gaf aan dat ik het vol kon houden. De assistente zag mijn gezicht en zei: ‘Nee meid, wij willen niet dat je iets voelt en zeker geen pijn hebt, want we zijn zeker nog een kwartier ongeveer bezig.’
“Oh maar een kwartier moet wel lukken hoor!” Ze kwam aan met een kapje voor mijn mond, waardoor ik dus geen pijn meer zou hebben (lees; lachgas!). “Nou, vooruit dan maar”, dacht ik. Jeeeeeezus! Wat een spul dat lachgas! Ik was compleet van de wereld en belandde in een andere wereld voor een paar minuten, maar geen pijntje meer gevoeld. Ik kwam goed bij en wist alleen nog dat ik erg onder de indruk was van dat gas. De gynaecoloog kwam naar mij toe en vertelde dat de operatie heel goed geslaagd was! Poehhh, wat een opluchting en wat was ik blij dat ik dit gedaan heb. En vooral dat ik goed heb geluisterd naar mijn intuïtie! Zodra de ruggenprik uitgewerkt was en ik had geplast, mocht ik naar huis in de avond. En oh, wat is het dan toch fijn om weer thuis te zijn!  

 

 

 

Na deze ingreep ben ik vrij snel hersteld. Voor mijn gevoel kon ik de wereld weer aan. Nou, er werd toch dringend geadviseerd om niet meer te gaan werken. Ik ben tandartsassistente waarbij je veel loopt en staat. Dat was dus not done! Geen traplopen en GEEN seks… OMG! Tja, je moest er wat voor over hebben. En ze zeggen toch; je krijgt er straks zoveel moois voor terug! Owee, als dit niet zo was. 

 

JUUL 

 

Het bekende boekje Rupsje Nooitgenoeg heeft in ons huis plaatsgemaakt voor het boek Chemocasper

Je kent ze wel. Die kinderuitspraken. Lekker ongenuanceerd, vaak kort door de bocht en lekker op de man af. Van die uitspraken waarvan je weet dat je ze moet opschrijven om er later nog een heel hard om te kunnen lachen.

Zomer 2018. We staan in de badkamer. “Mama, als jij toch geen baby meer neemt, waarom zitten die borsten er dan nog?” Ik lach. Tja, dat is een goeie vraag. Dat is uiteindelijk toch ook gewoon de reden dat die dingen er zitten. Om je pasgeboren baby van melk te voorzien. Decennia lang de enige voedselvoorziening voor je spruit. Het hele stukje over vrouwelijkheid en seksualiteit laten we voor het gemak maar even achterwege.

Januari 2019. Stiekem verschijnt er nu een glimlach op mijn gezicht. Een paar maanden later.  Een paar maanden waarin deze vraag ineens een hele andere lading heeft gekregen. Wat is het toch ook heerlijk praktisch voor een kind. Papa die zijn bal toch niet meer nodig had. Mama die haar borsten ook al gebruikt heeft waar ze voor bedoeld waren. Als je er zo over nadenkt, is het allemaal zo kinderlijk eenvoudig. De onschuld, onbevangenheid en zonder al te veel zorgen.

In 2012 werd ik mama. Niet pas bij de bevalling, maar al vanaf het moment dat het streepje blauw kleurde. Zo gewenst, maar tegelijkertijd ook doodeng. Ik hoor mijn moeder nog zeggen: “Je riep al dat je moeder wilde worden op je 14e!” Ik  weet eigenlijk niet of ik ooit vooraf bedacht heb wat voor een moeder ik wilde zijn. Had ik een plan? Tenslotte wil iedereen toch gewoon een goede moeder zijn? Met kinderen die van haar houden. Kinderen die bij je kruipen als ze het nodig hebben. Die boos op je zijn als je weer eens te veel gaat opvoeden. Kinderen die je een schuine blik geven wanneer je raar door de woonkamer danst. Moeder worden maakt je onzeker. Kan ik dit wel? Doe ik het wel goed? Doen anderen het ook zo? De eerste onzekerheden uitten zich in de kraamtijd. Eet hij genoeg? Is hij warm genoeg? Ademt hij nog wel? Iedereen heeft een mening over wat het beste is voor je kind.  En in het begin wil je misschien ook nog van anderen horen wat het beste is. Gewoon omdat je het allemaal nog even niet weet. Gaandeweg het ouderschap heb ik weestand gekregen tegen al die mensen die het beter weten. Tegen de eindeloze discussie over borstvoeding, over ergonomische draagzakken en inenten. Waar oorlogen eigenlijk altijd gaan over religie en ideologie, lijken deze onderwerpen in de wereld van het ouderschap voldoende te zijn om een ware volksopstand te ontketenen. Laat iedereen toch gewoon in zijn waarde. Het ouderschap is niet iets waar je je al te veel mee moet bemoeien. Deel het ouderschap, praat erover, bevraag elkaar. Luister en verwonder, maar hou het bij jezelf. Praat over wat voor jou werkt, misschien heeft de ander er wat aan, misschien ook niet. Weet je, uiteindelijk komt het er op neer dat die andere moeders ook maar gewoon wat doen. Volg je gevoel, kijk naar je kind en heb vertrouwen in jezelf. Een goede moeder staat ook wel eens te janken tegen de koelkast, gooit met de deuren of pakt haar kind net even iets te hard bij de hand wanneer je voor de zoveelste keer met een vloerpeuter in de supermarkt staat.

Mijn kinderen zitten niet in een glazen doosje. Ik ben geen curlingouder zoals Juf Ank dat zo mooi omschreef in De Luizenmoeder. Vallen, opstaan, knuffel en weer door. De wereld is groot, soms boos, soms lief, soms onbegrijpelijk en oneerlijk, maar door er in te stappen leren ze te lopen. Eerst aan de hand maar gaandeweg telkens een vinger minder. Zomaar, van de een op de andere dag heeft een of ander lot besloten dat we onze kinderen moeten leren wat kanker is. Je tast af wat het doet, hoe reageren ze? Wat doet het met ze? Hoe pak ik dit aan? Je weegt je woorden zorgvuldig af om het verhaal zo duidelijk mogelijk te houden. Want dat is waar het om gaat. Duidelijkheid, helderheid en eerlijkheid. Hoe harder we de koe bij de horens grijpen hoe beter ze het begrijpen. Gewoon zwart wit met een beetje kleur om het visueel aantrekkelijk te maken. Drie kinderen, drie behoeftes. Ieder op zijn eigen manier. Inmiddels lijkt het in huis alweer de normaalste zaak van de wereld. De boeken van Rupsje Nooitgenoeg en het Mooiste Visje van de Zee hebben plaatsgemaakt voor Chemocasper en Radiorobbie. Het gevecht tussen de kankercellen en de chemopoppetjes vinden hun weg op het tekenpapier. Daddy Finger en  Baby Shark Sudududu zijn aan de kant gezet door Paultje en de Draak. En het voelt goed. Het gaat goed. Mama is trots! Tenslotte zijn het de kinderen die deze belachelijke situatie een beetje mooier maken. Die je afleiden wanneer je gedachte weer eens afdwalen, die je op de been houden, die zorgen dat je verder moet!

MARCIA (klik hier voor haar Instagram)

Flesvoeding, welke soorten zijn er en wat moet je weten?

Als borstvoeding geven niet lukt of je bent er mee gestopt, dan ben je aangewezen op kunstvoeding, ofwel flesvoeding. Tegenwoordig zijn er tal van verschillende soorten flesvoeding te koop. Wat zijn de verschillen en waar moet je op letten? En zijn huismerken anders dan A-merken? Ik vertel het allemaal in deze blog. 

 

 

Flesvoeding is eigenlijk onder te verdelen in twee categorieën. Voeding tot 6 maanden en voeding vanaf 6 maanden. Voeding tot 6 maanden heet ook wel volledige zuigelingenvoeding, omdat een baby in deze periode alleen borstvoeding of deze flesvoeding nodig heeft. Voeding na 6 maanden heet opvolgmelk. Vanaf 1 jaar is opvolgmelk niet meer nodig en kan je kindje gewone melk drinken.

 

 

De ingrediënten van flesvoeding zijn wettelijk vastgelegd. Er is dus in feite geen verschil tussen A-merken en huismerken. Maar als je kijkt naar de ingrediënten en verpakkingen dan zit er wel verschil tussen sommige merken. Dit komt omdat bepaalde merken extra stoffen toevoegen aan hun flesvoeding. De hoeveelheid van deze stoffen is ook wettelijk vastgelegd. De European Food Safety Authority (EFSA) is de Europese autoriteit voor voedselveiligheid. Zij geven aan dat deze extra stoffen niet beter (of slechter) zijn voor de gezondheid. Deze extra stoffen zie je ook vaak op de verpakking vermeld bijvoorbeeld als ‘verrijkt met’.

 

 

De prijs van A-merken is een stuk hoger dan huismerken. Dit ligt niet aan het feit dat er andere of goedkopere ingrediënten in zitten, maar A-merken besteden meer geld aan onderzoek, reclame en promotie. Van huismerken zie je ook nauwelijks reclame voorbijkomen. Sommige mensen zweren bij huismerken maar andere vinden een A-merk bijvoorbeeld minder klonteren.

 

Naast de standaardvoeding die vaak nummer 1 heet zie je vaak een pak met H.A. erop in het schap staan. Dit is hypo-allergene voeding. Deze is wel gemaakt van koemelk, maar de eiwitten zijn in kleine stukjes opgeknipt. Dit heet ook wel eiwithydrolysaat. Omdat de eiwitten opgeknipt zijn zorgen ze in het lichaam minder snel voor een allergische reactie. Kindjes die namelijk een aanleg hebben voor koemelkallergie krijgen een allergische reactie op de koemelkeiwitten. Deze voeding is dus geschikt voor baby’s met een verhoogde kans op koemelkallergie.
Voor baby’s met koemelkallergie is speciale flesvoeding verkrijgbaar. In deze voeding zijn de koemelkeiwitten helemaal in stukken gebroken en kunnen dus geen allergische reactie meer veroorzaken. Na het vaststellen van een allergie kan een arts deze voeding voorschrijven. Als alternatief voor koemelk is er ook flesvoeding op basis van geitenmelk beschikbaar. Het is wel zo dat mensen met een koemelkallergie ook allergisch voor geitenmelk kunnen zijn. Dit komt omdat de koemelkeiwitten sterk lijken op geitenmelkeiwitten en dus dezelfde reactie in het lichaam kunnen uitlokken. Deze voeding kan dus niet gebruikt worden bij koemelkallergie. Verder zijn er geen speciale voordelen van geitenmelk ten opzichte van koemelk. Het is dus een persoonlijke keuze als je voor geitenmelk kiest.  

 

 

Er bestaat ook biologische flesvoeding. Deze is gemaakt van biologische melk en bevat vaak minder extra toegevoegde stoffen omdat deze stoffen meestal niet biologisch zijn. Als biologische voeding beter bij je levensstijl past is dit een goed alternatief voor de standaardvoeding. Ook biologische voeding en geitenmelk voldoen aan de wettelijke regels.

Bevallingsverhaal: Het ziekenhuis liet me 4 uur wachten totdat ik gehecht kon worden… Foutje, bedankt!

Mijn bevalling. Nou dát was me toch een tegenvaller! Moet jij binnekort bevallen? Sla deze blog dan maar even over… 

 

 

Mijn zwangerschap was KUT. Vreselijk vond ik het. Misselijk en depressief, ik vond er niks aan. Door alle roze wolk hysterie voelde ik me nogal een vreemde eend in de bijt want ja, wie geniet er nou niet van?! Ik dus. Maar goed aan alles komt een eind dus ook aan deze zwangerschap. Thank God! Omdat mijn zwangerschap zo ruk was had ik op de één of andere manier mijn bevalling echt verheerlijkt. Dat je vliezen dan breken en je je man belt die halsoverkop naar huis komt en je liefdevol kust. “Kom schat we gaan dit avontuur samen aan!” Samen puffend en hand in hand het kind laten komen. En dan tranen van geluk als hij er dan eindelijk is! Net zoals in de film. Maar niks is zoals in de film. Mijn stomme zwangerschap niet, maar mijn bevalling al helemaal niet! Tijdens mijn zwangerschap studeerde ik nog. Op de dinsdag van mijn tentamenweek had ik weer een afspraak bij mijn verloskundige. Maar eigenlijk vond ik die vrouwen helemaal niks. Ze hadden voor mij een te hoog boomknuffelaar-gehalte. Toen ik over pijnstilling begon was de reactie: “We wachten het wel af, soms kan het heel mooi opbouwen en dan heb je dat niet nodig.” “Toedels”, dacht ik, “waarom zou ik mezelf dat in godsnaam aan doen, rare hippie?” En natuurlijk wil ik niet thuisbevallen al die zooi hoef ik echt niet in mijn bed.

 

 

Ik had al een paar keer gebeld omdat ik me niet lekker voelde, maar dat werd afgedaan als blaasontsteking en ik hoefde niet langs te komen volgens de telefoniste. Ook dat vond ik stom. Alles en iedereen was stom en dom. En terecht bleek tijdens de controle, mijn bloeddruk was veel te hoog en ik mocht meteen door naar het ziekenhuis. Hup aan de bloeddrukmeter en dat een uurtje of wat. Inclusief die doppen op mijn buik waar ik spontaan alweer jeuk van krijg als ik er aan denk. In het ziekenhuis werkte toen de beste vriendin van mijn zusje, zij was aan het promoveren op de afdeling waar ik lag en kon me dus alles uitleggen en vertalen. Hoe hoger mijn bloeddruk werd, hoe lager mijn IQ kennelijk dus ik kon deze dame goed gebruiken! Op naar de afspraak met de verloskundige. “Bloeddruk is te hoog. We gaan je inleiden.” Inleiden?! Wat dan?! Dat kan helemaal niet, want ik heb nog tentamens dacht ik. En terwijl mijn hoofd alles probeerde te verwerken plande mijn man de inleiding in, op donderdag, want dat was handiger met zijn werk. Aangezien het inleiden waarschijnlijk wel een paar dagen zou duren, omdat ik pas 37 weken was kwam dat dan beter uit want de baby zou dan ongeveer in het weekend geboren worden. Wist hij veel… 

 

 

Nou wij weer naar huis en ik begreep er nog steeds niks van. Mijn hoofd zat vol watten. Maar ik besefte me wel dat ik dus niet de ‘romantische’ bevalling kreeg waar ik zo veel over gefantaseerd had. Woensdag ben ik met mijn moeder de stad in gegaan om wat kleinere kleertjes te kopen en een verschoningskussen, want dat had ik nog geen eens in huis. Ik pakte mijn koffertje in. Op donderdag mocht ik om 7 uur bellen of er plek was om te komen bevallen. Ik denk dat het redelijk logisch is dat ik die nacht niet echt goed en veel geslapen heb. Mijn man wel. Eikel. Maar goed, wij dus bellen er was plek. We mochten komen. Mega zenuwachtig was ik, mijn man doodkalm. Die nam overal zijn tijd voor. Te frustrerend! Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen mochten we wachten. Het was die dag erg druk. De dame die na mij binnenkwam werd naar huis gestuurd en ze mocht een dag later komen bevallen. Wat was ik blij dat ik mijn man redelijk stellig verzocht had iets sneller te handelen. Op zijn zachts gezegd. Nou hup, baarhok in. De procedure werd uitgelegd: ik kreeg drie keer twee tabletjes en dan hopelijk zou mijn baarmoedermond verweken. Ik begreep er niet veel van en ik vond het allemaal best. Pillen erin en terug naar de zaal waar er weer geen bed voor mij was. Zit je daar op een houten stoel… 

 

Na een tijdje kreeg ik mijn bed, vers uit de wasstraat. Hij was nog zeiknat. Beter dan een stoel, prima. Aan de bloeddruk meter. Ik haat die dingen nu echt als ik ze zie. De controle kwam en ik bleek 4 centimeter ontsluiting te hebben. Ik hoefde geen medicijnen meer, want het ging super goed zo! Mijn zusje geappt dat het toch maar eens zo kon zijn dat de baby vandaag kwam. Zij zou erbij zijn. Gelukkig maar! “Ik heb al 4 centimeter”, zei ik, “en ik voel niks, als dit zo door gaat stelt bevallen echt niks voor!” Wist ik veel… Iets was op een gegeven moment niet meer goed: de hartslag van de baby of iets met mij, ik weet het niet meer. Maar ik moest naar de verloskamer om mijn vliezen te breken in de hoop dat ik weeen zou krijgen en de bevalling echt kon beginnen. Nou zo gezegd, zo gedaan. Ik word die kamer in gerold, onderbroek uit en haaknaald erin. Een verpleger hield mijn hand vast. Ik hoorde mijn zusje zeggen: ‘Loukie heeft een hele grote personal space, doe maar niet!’ Mijn engel! Ik kan totaal niet tegen dat soort acties van vreemden, lief bedoeld maar bewaar dat maar voor iemand anders. In ieder geval, plop plop, vliezen kapot en nou afwachten! Hrt was 16.00 uur. Spannend, wat gaat er allemaal gebeuren?! Nou véél kan ik je vertellen! Mijn god wat een ellende!

 

 

Meteen kwam ik terecht in een weeenstorm. Ik had totaal geen idee wat me overkwam en ik werd niet goed! Misselijk en verward lag ik te creperen! “Een ruggenprik”, gilde ik, “een ruggenprik!!” Gelukkig kwam de anesthesist best snel. Ik zweer je dat ik een krans om de beste man zag verschijnen toen hij binnen kwam met de medicijnen. Tegelijkertijd stond er een nieuwe verpleegkundige naast mijn bed met een  verhaal dat ze vroeger naast mijn schoonmoeder woonde en dus mijn familie kende, was dat een probleem? ‘Het boeit me geen ene reet’, zei ik, ‘ik wil die ruggenprik!’ Helaas wierp mijn redder in nood één blik op mij en zei: ‘deze mevrouw is al te ver, die kan geen prik meer krijgen’. Ik denk dat ik toen heel hard “neeeeeee” gilde. Net zoals in de film strekte ik mijn hand uit terwijl mijn redding van me weg genomen werd. “Wat een hel! WTF, ik zit pas op 5 centimeter”, dacht ik, “dus hoe moet ik dan de komende uren doorkomen?!!?” Woedend was ik en mijn vuist belandde zo in de zak van mijn man die een beetje beduusd naast mijn bed stond. Had hij maar ergens anders moeten staan. Alles was toch zijn schuld en nou moet ík die baby eruit zien te krijgen. Eikel. ‘Nou’ zegt de verpleegkundige die naast mijn schoenmoeder is opgegroeid, ‘als deze mevrouw zich niet aanstelt kan ze wel eens heel ver zijn.’ Als deze mevrouw zich niet aanstelt?! Wat denkt je wel niet, trut?! Dat ik voor mijn lol zo lig te krijsen? Nee, ze maakte zich echt niet geliefd bij mij. Met moeite kreeg ze de verloskundige zo ver om me te controleren, want mevrouw zat in de overdracht dus eigenlijk had ze geen tijd voor mij. “En zo snel kon het toch niet gaan hoor.” Ook al zo’n kutwijf. Nou hup, hand erin en wat blijkt ik had 10 centimeter ontsluiting en mocht gaan persen! ‘Ha, zien jullie wel, ik zei het toch!’ Ik kan me trouwens niet voorstellen dat ik me erg geliefd heb gemaakt daar, maar dat terzijde. Risico van het vak lijkt me.

 

 

Goed om 16:30 mocht ik persen. De baby vond het helemaal niks en moest er snel uit. De bloeddrukmeter gooide ik van mij af. ‘Dat die te hoog is weten we nu wel hoor!’ Er moest een knip in, een dubbele. Mijn zusje had van haar vriendin gehoord dat het geluid van die knip het meest vreselijke is en stond met haar handen over haar oren te schreeuwen: ‘Hij komt eraan, hij komt eraan!’ ‘Doe jij eens even rustig je helpt haar helemaal over de zeik’, zei de verloskundige. ‘He, doe jij eens even aardig tegen mijn zusje!’, riep ik tussen het persen door. Nou knippen zaten erin. Ik perste nog een keer en zoals mijn man het omschrijft: vliegt de baby er zo snel uit dat de verloskundige net op tijd is om hem te vangen. Dat was om 16:38. Ik kreeg een vies plakkend babytje op mij en hij scheet me meteen helemaal vol. Liefde op het eerste gezicht denk ik? Ik had geen idee wat me was overkomen en liet alles maar gebeuren. Na een paar minuten wist ik uit te brengen: ‘Hoe ziet hij er eigenlijk uit?!’ Hij werd voor mij opgetild en ik zag mijn kleine man. Al hoewel, zo klein was hij helemaal niet, 3680 gram en dat met 37 weken. Hij was dus te zwaar en we moesten een nachtje blijven. Fijn. Daar lag ik op apegapen, onder de baby meuk en poep met een verloskundige in opleiding die tussen mijn benen naar de ravage zat te kijken. Als alles aan flarden ligt, stoppen ze een vinger in je kont om een algehele ruptuur uit te sluiten. Zij twijfelde, haar begeleider ook en de gynaecoloog moest ook oordelen. De derde vinger verdween in mijn hol en ik zei: ‘Joris, zorg eens dat ze hiermee ophouden. Ik houd hier helemaal niet van, dat weet je.’ Het was zo druk dat ze mij pas rond 8 uur konden hechten. Kennelijk lag half Nijmegen in het Radboud te baren. Omdat ze zo laat begonnen deed het hechten erg veel pijn, alles was dik en opgezet en ik voelde iedere prik ondanks de drievoudige extra verdoving. Mijn ogen draaiden weg en mijn bloeddruk daalde gigantisch. Snel maakte de verloskundige het af. Omdat onze zoon te dik was, moesten we een nachtje blijven om zijn glucose te controleren. Ik moest gaan voeden en kolven. Zitten op één bil door de pijn zat ik de hele nacht aan die zuignoppen, VRE-SE-LIJK! Het oude buurmeisje van mijn schoonmoeder heeft me de hele nacht geholpen en zelfs nadat ze klaar was met werken kwam ze nog langs om mij te helpen voeden. Ze leek opeens een stuk minder een trut… (Twee weken kon ik amper lopen en zitten. Het ziekenhuis heeft excuses aangeboden voor de gang van zaken. Ze hadden mij nooit zo lang mogen laten liggen, dan was de pijn veel minder geweest. Maar wat koop je daarvoor, niks.). 

 

 

 

LOUKIE (klik hier voor haar Instagram)  

Bevallingsverhaal: phoee, wanneer valt dat ballonnetje eruit en kunnen we beginnen!?

7 Juni had ik een afspraak bij de gynaecoloog samen met mijn vriend. Ik werd de vorige keer gevraagd om samen met hem te komen. We keken naar ons meisje via de echo, en alles leek goed en ze was al goed ingedaald. Maar met mij ging het iets minder, ik had al vanaf 22 weken last van nierstuwing en sliep daardoor erg slecht. Ook mijn bekkenklachten namen met de dag toe. Ik was er klaar mee. De hele zwangerschap heb ik me nooit echt goed gevoeld, het begon met misselijkheid en overgeven vanaf week 4, pas met 18 weken werd dit minder. Ook had ik de eerste 12 weken bijna dagelijks een migraine aanval. Rond 22 weken kreeg ik te horen dat de pijnscheuten die ik had nierstuwing* bleek te zijn. Daarnaast had ik de hele zwangerschap het gevoel dat ik niet helemaal me zelf was, maar misschien komt dat gewoon omdat ik zoveel “pijntjes” had en dat was ik natuurlijk niet gewend. Maar goed, alles voor de kleine (nou ja, niet zo kleine) meid. 

 

 

De gynaecoloog zag aan me dat ik er klaar mee was en stelde gelijk voor om me dinsdag 12 juni (!) in te leiden. What?! Dit had ik stiekem wel gehoopt, maar als je dan zo’n datum (wat al super snel was) te horen krijgt, krijg je toch een raar gevoel van binnen en er gaat ineens van alles door je heen. Toch waren we hier heel blij  mee en stemden hier mee in, want onze meid liep steeds al 3 a 4 weken voor op groei en gezien mijn smalle bekken was de kans op een keizersnede heel groot als we zouden wachtten tot ze zelf zou komen. En dit was iets wat ik absoluut niet wilde. 

Dinsdagochtend 12 juni belde ik om 07:00 naar het ziekenhuis om te horen of ze plek hadden voor mij. Helaas, de afdeling lag vol en er was geen plek. Ze zouden me later die dag terug bellen als er plek was. Grrrrrr, op dat moment kon je me niet kwader krijgen, de hele nacht slaap je al slecht omdat je denkt: morgen is de grote dag, en dan krijg je dit te horen. Om 10:00 ging toch de telefoon en we mochten komen. Eerst de ontsluiting checken. Yes, al 3 centimeter!! Dat scheelt weer. Waren die rotvoorweeën toch nog ergens goed voor geweest. Er werd een ballon katheter ingebracht en we moesten wachten tot die er uit zou vallen, dan zouden ze mijn vliezen kunnen breken, konden we aan de weeënopwekkers en kon de bevalling echt beginnen. Het ballonnetje was geplaatst en op dat moment ben je dus officieel opgenomen in het ziekenhuis en mag je het terrein niet af. De hele dag hebben we liggen wachten op ons bed totdat dat ding er uit zou vallen. Zonder resultaat. We zijn die avond om 20:00 lekker gaan slapen in de hoop dat hij er misschien ’s nachts er uit zou vallen. De volgende ochtend werden we om 08:00 wakker en het ballonnetje zat er nog steeds. Ik had enkel wat lichte menstruatie pijn meer niet. Ik ging naar het toilet en PLONS daar was het ballonnetje. Jippieeeee EINDELIJK!! 

We hebben nog even rustig ontbeten en om 10:00 werden we naar de verloskamer gebracht en werden mijn vliezen gebroken. Het bleef maar stromen, wàt een vruchtwater! Tijdens mijn controles werd altijd al gezegd dat ik veel vruchtwater en een grote buik had, maar zo veel had ik niet verwacht. Om 12:00 werd het infuus ingebracht na jawel, drie keer verkeerd prikken. Elk half uur kwamen ze de weeënopwekkers ophogen en na drie keer ophogen voelde ik nog niks. Er klopte iets niet. Mijn vriend zag het vocht op de grond druppelen en er lag een plasje op de grond. Op de bel gedrukt, en daar kwam de verloskundige: “Duizendmaal sorry, maar het infuus was niet vast gekoppeld”. Are you serious?! Leuk, ander half uur voor niks gewacht. Want weeën had ik nog niet zelf aangemaakt na het vliezen breken. Het apparaat werd ingesteld op de laagste stand en de verloskundige was de deur nog niet uit en ik voelde het al aan komen. Dit waren dus èchte weeën. Voor mijn gevoel ging het ineens heel snel. Ik zat al gauw op 6 centimeter ontsluiting. Er werd nog een lunch gebracht, want mijn idee was om nog lekker even te lunchen zodat ik als het echte werk begon ik wat energie had. Leuk idee, maar de weeën gingen natuurlijk gewoon door en ineens belandde ik in een weeënstorm. Geen seconde rust er tussen. “Laat dat eten maar”, dacht ik. Ik ben onder de douche gaan staan, want ik had mega rugweeën, ondertussen stond mijn vriend me bij met af en toe een slokje water en een dextro tablet. Ik heb continu rondgelopen en op een balansbal gehangen om de weeën op te vangen. Liggen vond ik de HEL. Ik had me voorgenomen geen pijnbestrijding te nemen tot ik op het moment van 9 naar 10 centimeter het niet meer goed kon handelen. Ik was zo moe en smeekte of ik van het infuus mocht en of de opwekkers uit mochten, want pijnbestrijding was geen mogelijkheid meer omdat ik er al bijna was. Ik had ondertussen 9 centimeter ontsluiting en mocht op bed gaan liggen. Van mijn bed was een baarkruk gemaakt en ik voelde ineens persdrang. Wat was dat een fijn gevoel, eindelijk geen weeën meer, eindelijk geen pijn meer. Ik mocht in het begin lichtjes mee drukken, totdat de echte persweeën begonnen. Om 16:50 mocht ik beginnen met persen. In het begin ging het erg moeizaam, omdat Noëlla steeds terug schoot als ik perste. Goed, toch maar een knip. EEN KNIP?! Dit was niet wat ik voor ogen had maar goed, het moest en op dat moment kon het me niets schelen. “Je moet nu echt alles geven en blijven persen tot de wee afzakt”, zei de verloskundige. Ik hoorde ze ondertussen overleggen dat de gynaecoloog toch maar moest komen om ons te helpen. En ik begon wat in paniek te raken. Ik deed keihard mijn best maar Noëlla lag scheef in mijn bekken en dat maakte het extra moeilijk. De vacuümpomp kwam er aan te pas en uiteindelijk is ons allermooiste meisje Noëlla om 17:42 geboren. Daar lag ze dan eindelijk op mijn borst, ondertussen moest de nageboorte nog geboren worden en moest ik nog gehecht worden. Ik was compleet van de wereld, dus wie en wat er allemaal om me heen gebeurde? Geen idee meer. We moesten nog 24 uur blijven omdat Noëlla om de twee uur een prikje in haar voetje moest om haar suikerwaardes in de gaten te houden vanwege haar hoge geboortegewicht. Ze woog 3800 gram en was 53 cm lang. Vrijdagochtend 15 Juni zijn we uiteindelijk naar huis gegaan. 

Inmiddels is Noëlla alweer bijna 9 maanden, en kijk ik terug op een pittige maar toch ook een mooie bevalling, het belangrijkste is dat onze dochter gezond geboren is.

 

 

 

LARISSA

Normale baby’s leren lopen, mijn kleine baby leerde vliegen *

Eind januari 2013 ontdek ik dat ik zwanger ben. Wij hebben drie kinderen en het lag niet in de planning om er nog een kindje bij te krijgen. We waren eigenlijk al compleet, maar dit kindje is zo welkom. Een week later heb ik bloedverlies. Om zekerheid te krijgen, bel ik de verloskundige en we kunnen die dag nog langs komen. Er blijkt niks aan de hand te zijn, ik ben zeven weken zwanger en we zien een sterk kloppend hartje. Het bloeden stopt, en ik voel mij goed. Drie weken later, ik ben 10 weken zwanger, zit ik op het toilet en ik voel iets uit mij glijden. Intuïtief steek ik mijn hand in de toiletpot en pak het eruit. Ik kan niet precies zien of het ons kindje is en bel de verloskundige. Ik mag weer langs komen en hetgeen wat ik uit het toilet heb gehaald moet ik meenemen.  Het blijkt een bloedstolsel te zijn. Na een echocontrole zien we nog steeds een mooi kloppend hartje. We worden weer naar huis gestuurd. Vanaf die tijd heb ik continue bloedingen.  Elke week krijgen we een echo, om ons gerust te stellen, en om ons kindje in de gaten te houden. We krijgen te horen dat de placenta aan de zijkant van mijn baarmoeder zit, net niet voor de uitgang. Dit is waarschijnlijk de reden van de bloedingen, maar zeker weten doen ze het niet.  

 

 

 

Na 18 weken zwangerschap breken mijn vliezen. De bloedingen die ik al die weken heb gehad, hebben voor een zwakke plek in mijn vliezen gezorgd, waardoor er een scheur in kwam. Ik word doorgestuurd naar de gynaecoloog. Ze maken ook daar weer een echo en een CTG om weeënactiviteit te meten. Er zijn geen weeën te bespeuren, en ik word naar huis gestuurd met de woorden dat het nu vanzelf op gang zou komen. Vruchtwater vult zichzelf weer aan, maar ook bij bijna elke beweging die ik maak lekt het weer weg. Er breekt een tijd aan van elke dag naar het ziekenhuis gaan. Elke dag wordt er een echo gemaakt. Tot er op een gegeven moment een gynaecoloog zegt dat het haar verbaast dat ze elke keer nog een krachtig kloppend hartje ziet. Ik moet het zien uit te zingen tot 24 weken, daar voor doen ze eigenlijk geen moeite om een baby in leven te houden. Ook krijgen we te horen dat mocht onze baby het redden tot 24 weken, hij waarschijnlijk niet gezond ter wereld komt. Dit omdat mijn vliezen zijn gebroken, maar de baby het vruchtwater nodig heeft om de longen te laten rijpen en om in te bewegen. We zouden dus niet weten of de spieren en gewrichten allemaal goed ontwikkelen.

 

 

 

28 april 2013, mijn broer is jarig, maar ik ga niet mee. Mijn vriend gaat er heen met de kinderen, en ik ga op bed liggen, want ik voel me niet lekker. Op een gegeven moment merk ik dat er weeën op gang komen. Ik ben dan 19.5 weken zwanger. Mijn vriend komt naar huis, maar laat de kinderen achter bij mijn moeder. Ik moet mij melden op de verlosafdeling van het ziekenhuis, en mijn vriend gaat natuurlijk mee. Mijn buurvrouw en tevens vriendin zet ons af, wij gaan naar binnen. Ik moet zoals verwacht blijven en ik mag in een aparte kamer gaan liggen. Hier komt bij elke beweging die ik maak bloed vrij. Tot er op een gegeven moment een heel groot stolsel vrij komt, die eruit geduwd moet worden. Er wordt door de verpleging zo hard op mijn buik geduwd dat ik het uitschreeuw van de pijn. De gynaecoloog komt om een echo te maken, het stolsel was zo groot dat het een liter bloed bevatte en ze wil kijken hoe het met de baby gaat. Het hartje klopt nog steeds krachtig, en de baby beweegt ook nog steeds. Ze gaat in gesprek met mijn vriend, ze zegt hem dat hij op dit moment geen keus meer kan maken of ze de baby nog proberen te redden. Hij is nu nog niet levensvatbaar dus de keus is gemaakt en ze kiezen voor de moeder. Ze besluiten om de baby nu meteen te halen, en mij naar de OK te brengen. Ik kan nog net afscheid nemen van mijn vriend en zeggen dat hij iemand moet bellen om hem bij te staan. Ik wil niet dat hij dit alleen doet. Hij belt mijn vriendin op en die komt er meteen aan. Het is inmiddels half 1 ’s nachts. Eenmaal op de OK aangekomen willen de doktoren mij klaarmaken, maar ik blijk geen ontsluiting te hebben en ze brengen mij naar de IC. Mijn lichaam moet het zelf doen. Op de IC is er alleen nog plek op de zaal. Ze halen een oudere man uit een aparte kamer om plaats te maken voor mij. Mijn vriend en vriendin worden opgehaald en ze mogen bij mij blijven. Vanaf dit moment wordt alles wazig voor mij. Ik verlies veel bloed, ik krijg bij elkaar zes infusen in mijn armen en er moet een slagaderinfuus aangelegd worden. Hiervoor moeten ze een arts oproepen, die niet aanwezig is in het ziekenhuis. Mijn vriend en vriendin worden naar de gang gestuurd, omdat er een katheter ingebracht moet worden. Er wordt ze verteld dat het vijf minuten zou duren, maar ondertussen komt de arts binnen die het slagaderinfuus komt aanleggen. Omdat er geen ruimte meer is in mijn armen, wordt deze in mijn voet geprikt. Eerst mijn rechter voet, wat niet lukt, daarna in mijn linker voet. Ik krijg het vaag mee. Mijn vriend staat nog steeds op de gang en heeft er ondertussen de beveiliging bij staan omdat hij flipt. Het zou maar vijf minuten duren, ondertussen zijn we  driekwartier verder. Ze mogen na het aanleggen van het infuus in mijn voet weer naar binnen, maar ik krijg het bijna niet mee. Mijn bloeddruk is ondertussen gezakt naar 21/17. Er worden nog steeds echo’s gemaakt, onze baby houd nog steeds vol en laat nog steeds een kloppend hartje zien. Ik zak steeds verder weg door het bloedverlies. Ik krijg amper nog de weeën mee. Onze baby moet NU gehaald worden. Met een team van zes mensen drukken ze keihard op mijn buik en ik voel mijn baby naar buiten glijden. Op 29 april 2013 rond 4.15 uur wordt onze zoon geboren. We noemen hem Cayden, wat vechter betekent. Vlak voordat hij geboren wordt, is hij door alle medicatie die ik kreeg direct overleden. Er was verder niks mis met hem, mijn lichaam kon de zwangerschap niet aan. Cayden is in besloten kring gecremeerd en zijn urn staat nu bij ons thuis. Ook draag ik een hanger met zijn as. Ik was 19 weken en 6 dagen zwanger en uitgerekend op 17 september 2013. Op 17 september 2014, precies een jaar na zijn uitgerekende datum, kreeg ik te horen dat ik de volgende dag zou worden ingeleid voor de geboorte van zijn zusje, ons regenboogkindje.

 

 

 

ELJA

 

Wintersport met een baby, kan dat!? Esmee deelt haar ervaring!

Kou. IJskoud. Sneeuw. Uitglijden. Glad. IJs. Wind in je gezicht. Gele sneeuw. Vallen. Regen. File. Zomaar een aantal steekwoorden van dingen die je tegenkomt als je op wintersport gaat. Klinkt geweldig toch? Klinkt in mijn oren als de ideale situatie om een baby mee naar toe te nemen. Dus dat doen wij dan maar he. Op reis naar de kou met een baby van zeven maanden. Top idee. Als je niet zo van de sarcasme bent, stop dan met lezen. Niet klagen niet, gewoon einde verhaal. 

 

Dus. Terwijl ik dit type vertoeven wij in het Oostenrijkse zonnetje (klinkt al een stuk positiever toch). Overdag genieten wij van de mooie pistes, het lekkere eten, een heerlijk witbiertje in het zonnetje en ‘s avonds spelen we heel veel spelletjes. Dikke prima. Maar we zijn wel met onze lieve baby op stap. Nu moet ik er bij zeggen dat we met opa’s en oma’s op pad zijn, dus ik mag echt niet klagen. Ze passen op Sophie zodat wij lekker kunnen skiën en zo. Top. Nu ga ik weer verder met klagen. Zo ben ik. Hier een aantal dingen die met een (lief, knap, schattig, leuk) baby’tje nét ietsjes anders zijn als je op wintersport gaat. 

De combinatie van een bloedvergiftiging én een hersenvliesontsteking is dodelijk. Raken we Myléna kwijt!??

Op 01-08-2018 is na een vrij vlotte bevalling onze dochter en zusje Myléna geboren. Alles ging dit keer zo mooi en goed in vergelijking met haar broer. Dat mijn man en ik nog tegen elkaar zeggen: “Dit gaat te goed, er moet nog wat misgaan.” Ook de kraamweek was een stuk beter dan bij Merano. Wel is ze veel afgevallen en ziet ze lang geel. Niks ongewoons bij een borstvoedingskindje. Toch zei ons gevoel dat er iets niet klopte, maar we dachten aan iets als verborgen reflux. Op vrijdag zwaaien we onze kraamhulp uit. Die nacht heeft Myléna de hele nacht liggen kreunen en wil ze niet eten, wij dachten aan krampjes. Ik doe geen oog dicht omdat ik haar aldoor probeer te troosten. Mijn man Mike laat mij op een gegeven moment slapen en neemt de kinderen over. Na een paar uur proberen we Myléna te verschonen. Mike legt haar neer en ik zeg nog: “Wat heeft ze een nare en aparte kleur…” Haar navel bloedt en ze reageert niet op het verschonen. We besluiten de dokter te bellen. We dachten zelf nog steeds aan krampjes. De doktersdienst belt terug, vraagt me haar onmiddellijk te temperaturen. Shit, 39 graden… Ondertussen word ik direct doorgeschakeld met de meldkamer en komt er een ambulance gezien het feit dat ze ook nog suf is. De motorambulance arriveert snel en hij hoort ons verhaal aan, bekijkt haar en doet haar aan de monitor. Een hartslag van 240! Hij belt het ziekenhuis om de kinderarts te melden dat Myléna komt en vraagt daarna een ambulanceauto te komen. Wij bellen ondertussen onze ouders om opvang te regelen voor Merano. Ik rijd mee in de ambulance en Mike volgt ons met eigen auto.