Onze kleine Ediz heeft in totaal zes verschillende hartafwijkingen

Graag wil ik mijzelf eerst even kort voorstellen: mijn naam is Emmily, ik ben 24 jaar en woon samen met mijn man en prachtige zoon (13-10-2018) in Grootebroek. Momenteel geniet ik nog eventjes van mijn zwangerschapsverlof en daarna ga ik weer part-time aan het werk. Naast mijn grootste hobby, moeder zijn, ben ik gek op schoonmaken en kijk ik het liefst in de avond uurtjes naar Netflix films/series. 

Wie droomt er niet van.. Een perfecte zwangerschap, een droom bevalling en een heerlijke kraamweek. 

Daar zit je dan met je partner vol spanning mee te kijken hoe de echoscopiste je kleine frummel aan het onderzoeken is met de 20 weken echo. “Ik kom zo bij jullie terug, ik haal even mijn collega erbij om mee te kijken”. Dat waren haar woorden.. Zenuwslopende minuten, want waarom? Is er iets niet goed? Haar collega keek mee en kwamen met het slechte nieuws dat ze een afwijking zagen aan het hartje van de kleine.

Op dat moment valt de grond letterlijk en figuurlijk onder je voeten vandaan. Dit soort nieuws wil je niet horen, nooit niet. Omdat we niet wisten hoe of wat bleven de vragen in mijn hoofd rond dwalen want wat is de afwijking? Is het ernstig? Kan hij er wel mee leven?

De artsen kwamen met de uitslag, beide hartkleppen van de linkerkamer en de linkerkamer zelf waren te smal. Maar ze waren positief. “Laat moedernatuur zijn werk doen” kregen we te horen. Met 30 weken kwamen we nog een keer terug en we kregen positief nieuws: alles zag er een stuk beter uit. Met een positief gevoel gingen we naar huis.

Tot die ene controle. Ik voelde me goed, had nergens last van en ook de kleine bewoog lekker. Tijdens het luisteren naar de hartslag bleek dat deze te hoog was waarna we in een rollercoaster belandden. Met loeiende sirenes zijn we naar het ziekenhuis vervoerd. Doodsbang en vol onzekerheid. Die dag zou ik nog geen moeder worden maar aan medicatie beginnen in de hoop dat dit nog wat zou doen. Ik zat immers nog onder de 38 weken dus bevallen zou een risico zijn. 

Inmiddels had ik mezelf wel voorbereid dat het geen droombevalling zou gaan worden. Toch was het weer een klap toen er in plaats van verbetering verslechtering werd ontdekt. Ik kon linea recta richting de OK.

Toen ik die dag om drie over vijf gehuil hoorde was dat het mooiste geluid wat ik had kunnen horen. Onze Ediz was geboren. Na de geboorte werd hij direct weggebracht, mijn partner ging mee. “Blijf bij hem” zei ik. Ik red me wel. Na een tijdje mocht ik naar hem toe op de intensive care voor te vroeg geboren baby’s. Wat was hij schattig en knap. Onvoorwaardelijke liefde.

Na de bevalling was het gedoe nog niet over. Zijn hartslag bleef te hoog. Toen Ediz drie dagen oud was kreeg hij een medicijn met de bijwerking dat je vergeet te ademen. Ik wist niet waar ik het zoeken moest toen hij stopte met ademen, alle emoties en hormonen gierden door mijn lijf heen. Het meest nare moment van mijn leven. 

Op dag 5 werd hij voor het eerst geopereerd. Achteraf gezien heb ik geen idee hoe we die dag doorgekomen zijn. Ik was zo ongelofelijk bang. De opluchting toen alles achter de rug was was enorm. Daar lag mijn kleine lieve frummeltje aan zoveel apparaten. Hij was zo sterk en deed het zo goed. Wat waren wij trots op onze vechter.

Bij thuiskomst was ik niet alleen moeder geworden maar ook verpleegster van een hartpatiënt. Dit was een enorme omschakeling. 

Ons avontuur is helaas nog lang niet voorbij. 

Onze kleine Ediz heeft in totaal 6 verschillende hartafwijkingen en zal zijn hele leven onder controle staan bij de (kinder)cardioloog. Het is voor ons iedere controle weer spannend en afwachten of het anog steeds goed zit. Gek genoeg zie je ondanks de littekens aan de buitenkant vrij weinig aan Ediz. Hij is een vrolijk, relaxt ventje en slaapt het liefst de hele dag. 

Ik wil jullie bedanken voor het lezen en dat ik mijn verhaal mocht delen met jullie.

EMMILY 

Bevallingsverhaal: ons kindje komt NU met 25 weken en ik heb totale rust… DEEL II

En dan… Dan ineens ben je ouders geworden van een piepklein mensje. Perfect, met alles erop en eraan, maar wat ook veel weg heeft van een pasgeboren konijntje. Zijn huidje was vuurrood, plakkerig en doorschijnend. Mocht onze zoon dit later teruglezen, zal ik hem uiteraard vertellen dat hij niet écht op een konijntje leek. Er werd naar zijn naam gevraagd. Het was bijzonder en ook apart om zijn naam voor de eerste keer uit te spreken. ‘Boris’ en direct erachteraan wilde ik zeggen ‘nog niet verder vertellen hè’. We zaten nog zo in de modus dat we de naam geheim wilden houden. Terwijl ik werd gehecht, kreeg Boris allerlei toeters en bellen aan zijn kleine lijfje. Een infuus in zijn armpje en navel, een maagsonde en lange sprietjes in zijn neusje voor de CPAP, plakkertjes op zijn borstje voor de hartbewaking, een saturatiemeter rond zijn voetje en een bandje rondom zijn hoofdje om de  bloedflow in zijn hersenen te kunnen meten.  Ik kreeg te horen dat hij een goede start had, met een APGAR-score van 9/9/9. Voor zo’n klein baby’tje is dat heel uniek. Hij woog 820 gram en was 34 cm lang.

Boris werd in een reiscouveuse naar de NICU gebracht en mijn man ging met hem mee. Even later was ik stabiel genoeg om ook naar Boris toe te gaan. De couveuse waar Boris in lag leek wel een sauna, lekker warm en vochtig. Ze proberen met zo’n couveuse de baarmoeder na te bootsen. We zijn nog even bij hem gebleven en gingen daarna naar de kamer, het was inmiddels 12u ’s nachts. Toen we de lift uitkwamen, stonden daar onze ouders, mijn broer en broertje. Via de verpleegkundige hadden ze al gehoord dat Boris een goede start had, een kleine geruststelling. Mijn broer is normaal een hele week van huis, ik was dan ook verbaasd om hem te zien. ‘Hee, was je in de buurt? Wat leuk dat je er bent!’. Dit geeft ook wel aan dat de hele situatie niet echt tot me doordrong. ‘Huh? Waren jullie bang dat Boris het niet zou halen? Serieus, hoezo dan?’.

Toen het bezoek weg was, bleven we alleen achter op de kamer. Tijd om alles even te laten bezinken was er niet, er werd gelijk een kolfapparaat de kamer op gereden. Ik hoef denk ik niet uit te leggen dat ik hier niet bepaald enthousiast van werd. Maargoed, alles voor je kind!

Verder hebben we echt een topnacht gehad waarin we goed konden uitrusten voor de volgende dag. Elk uur controles omdat mijn bloeddruk laag was en ik verhoging had. Ook had ik een morfinepompje gekregen, maar daar ging ik een beetje van hallucineren. Ik dacht dat er constant helikopters opstegen (het geluid van mijn infuus), de klok tikte keihard (?) en het kolfapparaat wat elke 2-3 uur werd aangeslingerd praatte tegen me, moedigde me aan (juist, ja).

Na het douchen en ontbijt zijn we naar Boris toe gegaan. Volgens de verpleegkundige deed hij het echt heel goed en was het een vechtertje. Ze waarschuwde ons wel dat de kans groot was dat hij na een dag of 3 aan de beademing zou moeten. Meestal gaan de eerste dagen bij zo’n kleintje goed, dan leven ze nog op adrenaline. Na die eerste dagen hebben ze vaak meer hulp nodig, zoals kunstmatige beademing. In de tweede week worden ze vaak ziek, vanwege alle infusen die ze hebben. Elke ‘opening’ is een verhoogd risico op infectie. We kregen een mapje mee waarin alle complicaties werden benoemd en toegelicht. We besloten dit mapje pas te lezen als Boris daadwerkelijk een complicatie zou krijgen.

Omdat Boris het zo goed deed, mochten we buidelen. Het moment dat hij op mijn borst werd gelegd, was heel bijzonder en tegelijkertijd ook bizar. Ik had mijn baby op m’n borst, terwijl ik pas 25 weken zwanger was en hij 24 uur geleden nog in mijn buik zat. Heel eerlijk, liefde op het eerste gezicht was het niet. Het oer-moedergevoel ontbrak. Uit alle macht probeerde ik dit op te ‘wekken’, maar het was er gewoon nog niet (spoiler-alert: het is dubbel en dwars goed gekomen hoor!). We zaten nog niet in het stadium dat we ontzettend uitkeken naar ons kindje, dat we niet meer konden wachten van nieuwsgierigheid. Dat de babykamer klaar was, alle kleertjes gewassen in de kast hingen, mijn buik in de weg zat en de box al in de woonkamer stond. Sterker nog, ik had pas 4 pakjes in de kast hangen, maatje 56 en 62. Die buik? Die werd pas net een beetje zichtbaar. De babykamer stond in dozen in de garage. Toevallig bezorgd op de geboortedag van Boris, de vorige dag. Nou, dat moedergevoel dus, die liefde op het eerste gezicht, dat was vast ook nog ergens ingepakt. Rustig afwachtend tot de tijd rijp was om uitgepakt te worden. Waarschijnlijk liet ik dit gevoel (onbewust) ook nog niet toe. Bang dat het extra pijn en verdriet zou doen, mocht Boris deze hele strijd toch verliezen.

De eerste dagen gingen voorbij. Dagen waarin elk uur spannend en kritiek is. ’s Ochtends weet je niet of hij de middag haalt, en ’s middags weet je niet of hij de avond haalt. ’s Nachts bellen naar de nachtdienst en vragen hoe het met Boris gaat. Zodra je wakker wordt bellen, voor het slapengaan bellen… Die constante zorg, die constante dreiging dat het elk moment achteruit kan gaan, het is slopend. Achteraf weet je dat het goed is gegaan, maarja, daar heb je op het moment zelf niks aan. Achteraf kijk je een koe in z’n gat. Op het moment dat je er middenin zit, weet je niks. Geen zekerheid en geen garanties. Bij elk klein dingetje ben je bang dat het de verkeerde kant op gaat. Als zijn temperatuur één tiende lager is, ben je bang dat hij ziek wordt (prematuren krijgen een lagere temperatuur bij infectie). Iets minder alert? Idem dito.

Bij binnenkomst van de NICU keken we direct naar de monitor. Wat waren de cijfers? Heeft hij veel hartslag- of zuurstofdalingen gehad? De monitor vertelt je hoe het met je kind gaat, de monitor is je houvast.

We logeerden in het Ronald McDonald-huis en wat was dat fijn. Zo dicht mogelijk bij je kind zijn en elk moment van de dag naar hem toe kunnen, terwijl je ook je plekje samen hebt. Mijn zusje en zwager kwamen langs en ze hadden zo’n geboorteballon meegenomen. Ik ben nog nooit zo blij geweest met een cadeau. Zulke ballonnen hoorden bij geboortes en het stond voor mij symbool dat Boris er nu echt was. Hij deed ertoe, hij was een echt mensje, hij hoorde bij ons en we waren blij dat hij er was.

De dagen vorderden en Boris bleef het heel goed doen. Voorheen werd de situatie per uur bekeken, nu werd er in dagen gepraat. Zijn voeding werd elke dag opgehoogd (hij startte met 12 x 1,5cc(!) ) en de infusen werden afgebouwd. Af en toe had hij wat extra zuurstof nodig, maar dat was niet erg. Tegen de verwachting in, hoefde hij niet beademd te worden, hij deed het (met een klein beetje hulp) op eigen kracht. De infecties en alle andere complicaties waar we op voorbereidt en bang voor waren, kwamen niet. Ondertussen mochten en konden we ook steeds meer zelf doen. Zijn luiertje verschonen, voeding via de sonde geven of hem zelf uit de couveuse pakken om te buidelen, inclusief alle slangen en lijnen. Zijn luiertje verschonen duurde de eerste weken 10-15 minuten (niet overdreven). Het was zo inspannend voor Boris, dat hij hartslagdalingen en/of zuurstofdalingen kreeg. Daarom moesten we regelmatig een pauze inlassen. Als hij (of beter gezegd, de monitor) aangaf dat het weer beter ging, konden we verder. Na 4 weken werd hij overgeplaatst naar de High Care. Twee weken later kregen we het bericht dat hij een stapje dichter naar huis toe mocht, naar het Amphia Ziekenhuis in Breda. Dit was een figuurlijk stapje dichterbij, want het Amphia was voor ons even ver rijden als het Sophia. Dat was wel heel moeilijk, want het betekende dat we hem nu letterlijk achter moesten laten. Bijna 60 kilometer afstand en een uur rijden tussen ons in. We stonden hier maar niet te veel bij stil, we konden er niets aan veranderen. We konden alleen maar hopen dat hij zo snel mogelijk mee naar huis zou mogen.

Stapje voor stapje ging het steeds beter met Boris. De mijlpalen bij prematuur baby’s zijn zo anders dan bij op tijd geboren baby’s. Alles gaat met kleine stapjes. Het gewicht van 1 of 2 kilo bereikt, van een couveuse naar een warmtebedje of van een warmtebedje naar een gewoon wiegje, geen zuurstof meer. Het moment dat Boris zonder medicatie kon, een aantal dagen geen hartslag- en zuurstofdalingen liet zien en toen van de monitor af mocht. Het eerste badje, het leren drinken… Allemaal mijpalen waar je normaal gesproken niet over nadenkt, en dat is eigenlijk maar goed ook.

Uiteindelijk heeft Boris ruim 11 weken, precies 80 dagen in het ziekenhuis gelegen.  Bij 36+6 mochten we Boris mee naar huis nemen. Wat waren we gelukkig en dolblij. Hier hadden we zo lang naar uitgekeken! De maxi-cosi, die al weken leeg in zijn kamertje stond, mochten we eindelijk mee naar het ziekenhuis nemen. Er kwam een eind aan de dagelijkse ritten naar het ziekenhuis, aan de telefoontjes naar de verpleging. We hoefden niet meer te bellen om te vragen hoe het met Boris ging. Nu konden we in de box kijken of naar boven lopen om te kijken hoe het met hem ging. Mijn lach was die dag niet meer van mijn gezicht af te slaan. Eindelijk met z’n drietjes thuis. Eindelijk!

Het is een hele heftige tijd geweest. Een tijd waarin je leeft tussen hoop en vrees. Gelukkig kunnen wij zeggen dat het allemaal goed is afgelopen. Boris is ons wonderkindje en heeft, voor zover we nu kunnen zeggen, niets overgehouden aan zijn extreme vroeggeboorte. Van de artsen begrijpen we dat dit echt heel bijzonder en uniek is. Zelf beseffen we dit ook heel goed. We hebben zoveel narigheid en verdriet gezien en gehoord op de afdeling. Baby’s die gereanimeerd werden, aan de beademing moesten of er juist vanaf werden gehaald, het eerste schorre huiltje die zo’n baby dan liet horen. Artsen en verpleegkundigen die alles doen om het leven van een ieniemienie baby te redden en daar helaas niet altijd in slagen. Gelukkig is dat leed ons bespaard gebleven. Het mapje van de complicaties is dicht gebleven, onaangeroerd. Boris, ons wonder!

PS deze naam zat al een aantal jaar in ons hoofd. We zeiden tegen elkaar ‘als we ooit kinderen krijgen en het is een jongetje, dan noemen we hem Boris’. We wisten toen nog niet dat ‘Boris’ ‘glorieuze strijd, strijder’ betekent. Hoe toepasselijk!

PPS omdat Boris het vanaf het begin zo goed heeft gedaan, bleef bij ons de vraag in ons hoofd zitten of het, achteraf gezien, echt nodig is geweest om hem te halen. Zijn bloedkweken waren negatief, dus hij had geen infectie. Een aantal weken later hebben we dit tijdens de nacontrole bij de gynaecoloog gevraagd. Hij heeft onze twijfel weg kunnen nemen. De navelstreng was onderzocht en hier waren al tekenen van infectie te zien. Als Boris 10 uur later was gehaald, was hij ziek ter wereld gekomen en had het er allemaal heel anders uitgezien. Wat ben ik ongelooflijk blij en dankbaar dat iets in mij zei dat ik een extra CTG aan moest vragen.

Gyan is 27 weken en heeft een schimmel op een vreselijke plek

Wonderen bestaan! Ik wil jullie graag meenemen in ons verhaal. Ik ben Gaby en moeder van vijf prachtige kinderen, Gyan, Ruby, Djulian, Djazz en Mexx. Van drie kindjes ben ik moeder, maar zij zullen mij nooit mama noemen…. Ik zal jullie de aankomende tijd maandelijks een stuk van ons verhaal vertellen. Lets begin by the beginning. 

 

 

 

Onze liefde wilden we graag bezegelen met een kindje van ons samen. Ik werd zwanger en dit ging helaas na twee maanden mis. Lucky me, want vrij snel raakte ik weer zwanger. De eerste drie maanden vond ik door de miskraam doodeng, maar toen die drie maanden voorbij waren konden we ons geluk niet op. Bij 16 weken wisten we dat we een zoon zouden krijgen, wat waren we gelukkig.
De weken vlogen voorbij, ik groeide en groeide en wat vond het heerlijk om zwanger te mogen zijn. Het gezellige getrappel in mijn buik en me de hele dag speciaal en trots voelen. En man, man, die voorbereiding op alles, die ‘koopziekte’, HEERLIJK! De stoerste kleertjes, de mooiste wagen, de babykamer, alles was klaar voor onze kleine man. 

Ik ben moeder van een prematuur

‘Je moet nu je man bellen en zeggen dat hij de eerste vlucht terug naar Nederland pakt, hou er maar rekening mee dat je binnen nu en twee dagen kan gaan bevallen’. Dit waren de woorden van de verpleegkundige aan mijn bed in het ziekenhuis. Toen drong het pas tot me door, ik was 31 weken zwanger en vanwege bloedverlies opgenomen. Ik zag er de ernst nog niet van in, het komt vast wel goed, ik word zo weer naar huis gestuurd. Maar na een achtbaan van vijf dagen was ze daar toch, de kleine Isa. Geboren met 31+5 weken. 

Bevallingsverhaal: onze dochter zag paars na de geboorte

Nadat de gynaecoloog en de cardioloog in overleg de spelregels voor mijn bevalling hadden uitgeschreven, kreeg ik een datum om ingeleid te worden. Onze lieve dochter zou geboren worden op 38 weken, na een helse zwangerschap en vier weken ziekenhuisopname. Op 37w+6d installeerden we ons om 10u ‘s ochtends in de verlosafdeling van Gasthuisberg. Wij waren er klaar voor: dinosaurus koeken, sportdrankjes, boeken en een gezelschapsspelletje. Ik had zelfs een nieuwe Fitbit die nog in de verpakking zat om mee te spelen! Voor wetenschappelijke doeleinden uiteraard. We waren helemaal klaar om ons klein meisje te leren kennen. We wisten dat het wel even kon duren, aangezien ik nog geen millimeter ontsluiting had of ook maar iets verweekt was. 

10 u – Eerste shift – Kathleen de vroedrouw van de ochtend heette ons hartelijk welkom met een eerste dosis prostaglandynes. Als ontbijtje, zeg maar. Met die prostaglandynes zouden we de bevalling in gang zetten. Wij waren toch wel lichtjes in paniek op dat moment, maar lieve Kathleen was de zachte stem die we nodig hadden. Het pittige aan ingeleid worden, is dat de weeën op één keer onnatuurlijk snel en straf komen, we zaten binnen geen tijd op een regelmatige drie minuten. Ik waggelde rond, zong hele musical soundtracks terwijl ik op mijn bal zat te wiebelen en Maarten werkte op zijn computer. Ik was ‘in the zone’ en had hem nodig, maar wel op een veilig afstandje. Gevalletje ‘hou je in stilte bezig’. Na een tweede dosis medicatie werden de weeën een pak intenser. Op naar de..

Tweede shift – 14u – Indra de vroedvrouw nam het over en had dadelijk in de gaten dat ik wel erg veel moeite had alles weg te puffen. Ze stelde luidop in vraag waarom ik geen epidurale zou mogen om me door de bevalling te helpen. Dat was door de artsen aanbevolen omdat het erg effect zou hebben op mijn hart en bloeddruk. Omdat ik als dood was de geboorte van mn dochter te missen als ik flauwviel was ik daar braaf in meegegaan. Indra was de soort vroedvrouw die al 20 jaar kinderen op de wereld gezet heeft, met een nultorerantie voor nonsens.

In overleg (vooral met mezelf, aangezien Maarten al bijna zijn veto gebruikte toen ik het ook maar opperde) besloot ik te douchen als laatste redmiddel tegen de pijn. Grote fout. Maarten had gelijk. Ik zat nog maar vier minuten onder de douche of ik viel flauw, begon erg te bloeden en over te geven. Lastig dat ik met m’n koppige kop de douche aan de overkant van de gang in gegaan was. Maarten zijn ademhaling versnelde lichtjes en Indra sleepte de anesthesist aan. Ze stuurde de gynaecoloog en de cardioloog snel een berichtje dat ze toch een epidurale voor me zou regelen. Meer een ‘wist-je-dat’-je dan een vraag. Na vier keer prikken midden in een weeënstorm (‘stilzitten hoor mevrouw, dit is milimeterwerk’) en het bijhalen van een nieuwe anesthesist zat de epidurale en was ik verdoofd tot aan mijn boezem.

Toen werd het dan helemaal geweldig! Ik was me zo bewust van alles wat er aan het gebeuren was. Na vier jaar vechten was ik aan het bevallen van onze eigen dochter. Ik lag te genieten, voor de laatste keer het galopje van haar hart te beluisteren op de monitor. Om 9 uur ‘s avonds hoorde ik een plop en een ‘woesj’. Mijn water was gebroken van het lachen. Geen haak meer nodig om aan mijn vliezen te liggen peuteren, hoera, (ik had die al van die ochtend in de gaten vanuit mijn ooghoek)

Tegen tien uur ‘s avonds, begon Lientje’s hartritme te dippen en had ik nog steeds maar drie centimeter ontsluiting. De druk van de bevalling was te veel aan het worden voor ons klein meisje. We waren al tien uur bezig en ze kon niet meer goed om met de weeën. De gynaecoloog kwam voorbij met de instructie te stoppen met eten en drinken. Ze zouden snel moeten kunnen ingrijpen als Lien nog meer begon weg te glippen. Waarschijnlijk werd het een keizersnede tijdens de ..

Derde shift – 22 uur – Tzigane meldde zich met gezwinde tred aan als vroedvrouw van de nacht. Een grotere spring-in’t-veld hadden we nog nooit aan mijn bed gehad. Na vier jaar fertiliteit en een ziekenhuisopname van meer dan een maand wil dat wel wat zeggen. Tzigane meende het serieus, niks geen keizersnee. Op duidelijke toon gebood ze ons in bed te kruipen – haha, alsof ik daar niet al vier uur lag met draden uit mijn rug- en haar de rest te laten doen. Zij zou om de zo veel tijd aan het wieltje van de weeënopwekkers komen draaien en zou vanuit haar kamertje aan de overkant Lientjes hartritme in de gaten houden. Kleine meid had intussen al een monitortje rond haar hoofd (hoe die daar aangebracht wordt, bedenk je zelf maar) om haar goed te kunnen opvolgen. Tzigane was er zeker van dat we er een vaginale bevalling van zouden kunnen maken, om het herstel van een keizersnee te vermijden. Had ik al vermeld dat Tzigane het serieus meende?

Het spannende was dat ik tegen dan al vanalles voelde doorheen de epidurale. Ik voelde mijn weeën weer en met elke wee voelde ik baby Lien zakken. Pijnlijke boel, maar eerlijk waar het geweldigste wat ik ooit heb meegemaakt.Terwijl Maarten super hard zijn best deed om te doen alsof hij sliep, lag ik te doezelen, heerlijk in mezelf. Aan het genieten van elke wee, voelde ik me sterker, gelukkiger en meer klaar dan ooit om ons meisje op haar neusje te zoenen.

Een uurtje na middernacht kwam de assistente even voelen hoe veel ontsluiting ik had. Met een verward gezicht haalde ze Tzigane er bij om even te voelen, ze kon er zelf niet goed bij. Tzigane kwa even poolshoogte nemen (zo’n dingen mag je in een bevallingsverhaal behoorlijk letterlijk nemen). Heel haar gezicht klaarde op en voor ik het weet stond ze aan Maarten te schudden. Handen wassen, tanden poetsen, broek aantrekken meneer.. uw baby komt er aan. De assistent voelde niks van baarmoederhals omdat ik op die laatste twee uur van 3 naar 10 centimeter ontsluiting gegaan was. Geen baarmoederhals meer over, het was baby-tijd! De medische ploeg was alleen echt bezorgd over Lientje en er werd een legertje aan mensen in groene pakjes opgetrommeld om de bevalling bij te staan. Ze moest nu echt dringend komen. In de kamer: een assistent, een vroedvrouw, een gynaecologe, een supervisor en twee pediaters. Dat Maarten de weg naar mijn hoofd vond in al dat gedrum bewijst dat een echte scout altijd de weg vindt!

De eerste drie rondjes persen heb ik niet volop beseft wat ik aan het doen was. Ik kon maar niet geloven dat het voor echt was, tot Maarten vroeg of hij even mocht gaan kijken in de zuidelijke regionen en lichtjes bleek om de neus terug kwam met de mededeling dat onze dochter een volle kop haar had. Helemaal in shock dat hij haar hoofdje had kunnen zien, besefte ik dat het tijd was de baby er uit te persen en dat de generale repetitie voorbij was. De vijf mensen rond mijn bed deden op dat moment aan als een soort Amerikaans cheerleader team met een hysterisch bezorgde ondertoon, dus toen ik merkte dat één van hen bijna gps-achtige instructies gaf leek me dat wel ideaal en besloot ik me daar op te focussen. En op Maarten, die hielp met mijn benen stevig vasthouden en de sterke armen voorzag die ik nodig had om in bij te komen tussen elke perswee.

Na twintig minuutjes persen, wat gemakkelijk twintig seconden had kunnen zijn naar mijn gevoel, lag Lientje in mijn armen. Stilletjes. Paars. Niet responsief. Zwaar aan het ademen. De pediaters grabbelden haar weg en Maarten rende haar achterna, zijn ogen wild die van mij aan het zoeken. Terwijl mijn gynaecologe haar snit en naad vaardigheden boven haalde en mij een steekje hechting gaf en ik beviel van lien haar placenta, had ik helemaal geen idee wat er gebeurd was. Ik zag een gebruikte zuignap liggen en blijkbaar was ik in alle haast toch een heel klein beetje gescheurd.

Hii, this is Hubs writing. I was never been able to do much during the birthing part besides trying to remotely look like her rock and be scared to death at the same time. It’s not like the fire was a problem, growing up on a farm you kind of het used to stuff like that. The thing that was scaring me however is that Helen had suffered through so much during her pregnancy and that Baby Girl wasn’t coping well with delivery. She was born purple and non responsive which I didn’t realise because it was all happening so fast. They denied me cutting the cord -rude- and whisked her away after ten seconds, telling me to follow. I shot Helen a worried look but she was comfortably resting oblivious to all the worrying that was going on. I ran to follow them, almost losing them in the crazy haste. While they started helping our little Lien to breathe with a mask, I was asked to rub her warm and hold her hand. Boom – forever in love. I will never forget the way her little hand felt in mine.

Meanwhile she was still purple and wasn’t reacting to the doctors prodding her. They started to worry even more and we’re gonna do a saturation measurement for twenty minutes. To intubate or not to intubated was the question on everyone’s mind. Twenty minutes passed and she slowly started turning pink but still wasn’t doing much better. De doctor and I were just staring at her. Staring at each other. Unsure what to do. Remember Tzigane? The awesome midwive (go read up on my wife’s birth story)? She entered the room and saw our hesitant figures. Promptly she grabbed a tube and handed it to the doctor. Time to intubate and get her to the NICU. But that was not how baby girl saw her first night here, as the doctor tried to fit the tube through her nose she started to grunt and squirm. I couldn’t really tell you how she looked at that moment because my eyes were all blurry with happy tears! After a few quick measurements and a weigh-in.. we were all set to go cuddle with mommy!

Hoi, de wederhelft hier om mijn rol in Lientje haar verhaal te doen. Persoonlijk heb ik niet veel kunnen doen behalve doodsangsten uitstaan en er uit zien als een rots in de branding. Al het bloed, slijm en andere lichaamsvochten waren niet zozeer het probleem. (als je opgroeit op een boerderij heb je al veel gezien) Wat het meeste speelde in mijn hoofd was dat Heleen al zo veel had afgezien en Lientje haar hartje wat raar deed.

Soit. Kind er uit, paars, niet responsief. Dat had ik allemaal niet door omdat het zo snel gebeurde. Lientje heeft 10 seconden bij Heleen gelegen en dan knipten ze snel de navelstreng door zonder het te vragen! Onbeleefd, maar noodzakelijk zou bleek. Als snel nam de pediater Lientje mee en moest ik volgen. Na een ongeruste blik op Heleen, die nog zalig lag na te puffen, liep ik de gang op en was hen bijna kwijt. In het kamertje legden ze ons Lientje aan een beademingsapparaat. Waarom wist ik niet, maar ik mocht haar wel warm wrijven en haar handje vast houden. BAM, instant verliefd. Haar vingertjes die heel zachtjes in die van mijn knepen zal altijd één van mijn meest tederste herinneringen blijven.

Lientje was paars, ademde veel te snel en had niet geweend. Ze reageerde ook niet op al het porren en trekken van de pediaters. Artsen probeerden de saturatie in haar bloed te meten, maar dat verliep niet zo vlot omdat ze zo klein was. We moesten sowieso 20 minuutjes wachten om te zien hoe ze zou evolueren,. To intubate or not to intubate (en naar neonato)

Haar paars werd langzaam roze en net op dat moment kwam de gynaecoloog binnen met Heleen haar gsm: “Trek foto’s voor uw vrouw meneer”. En als de dokter iets zegt, doe je dat ook.

Na 25 minuten was de pediater aan het twijfelen. Ze was zichtbaar bezorgd omdat de resultaten onduidelijk waren. Op dat moment stonden we daar met ons 2 te staren naar de monitor die moest zeggen of er genoeg zuurstof in haar bloed zat. Tzigane kwam binnen en zag de impasse van de pediater en mijn vertwijfelde, ongeruste blik. De pediater vroeg zich of ze toch niet moest intuberen. Tzigane pakte een buisje (3mm want 3,5 is te groot) en de pediater probeerde het in haar neus te steken. Op dat moment besloot Lientje dat ze dat niet leuk vond want het buisje was nog veel te groot en begon te reageren. Haar eerste geïrriteerde kreuntjes en kresjes en de tranen sprongen in mijn ogen. De pediater was tevreden (uw kind weent, proficiat), niet in de couveuse en geen draden door haar neus. Tijd om te wegen en te meten! 2730 gram en 46cm later stonden we bij mama om voor de eerste keer met ons drie samen te knuffelen.

Tien minuutjes gingen voorbij en ik had gevraagd of ik de placenta even mocht zien. Die kreeg ik in een kom op mijn schoot. Twintig minuten gingen voorbij. Ik zat nog steeds alleen in mijn verloskamer, kansberekening aan het doen. Wat was de kans dat ik op mijn gezicht viel als ik nu van de tafel sprong en naar mijn dochter rende? Reëel, leek me, aangezien ik nog in mijn been kon knijpen zonder te knipperen. Dertig minuten gingen voorbij. Een dokter kwam voorbij om te zeggen dat Lien geïntubeerd zou worden om haar te helpen ademen en daarna zou opgenomen worden op de neonatologie. Maarten zou met haar mee gaan. Veertig minuten gingen voorbij. Maarten kwam trots als een otter binnen met onze dochter in zijn armen. Die dappere meid had intuberen toch wat overdreven gevonden en was stilletjes opgeknapt toen ze een poging deden.

Hoe cliché het ook is, mijn wereld was onmiddellijk twee keer zo groot en eventjes toch zo klein als ‘wij drie alleen’. Lientje was uitgeput maar wij mochten even genieten van ons kersvers gezin, voor de pediater terug kwam en ons toelating gaf boven te gaan verder knuffelen op onze eigen kamer. Om zes uur ‘s ochtends vielen Maarten en Lientje even in slaap maar ik lag verder te genieten.. van een knalroze zonsopgang boven Gasthuisberg. Het was mijn dochter haar verjaardag!

 

Onze dochter kreeg met 4.5 maanden een hersenbloeding

Al heel lang wisten mijn partner en ik dat onze dochter ergens last van had. Want de eerste paar maanden van haar leven huilde ze ontzettend veel. Abnormaal veel. En niet normaal huilen. Nee, het was krijsen. En continu overstrekken. Ik verwaarloosde mijzelf, want overdag kon onze dochter alleen bovenop iemand slapen. Dus liet ik haar slapen en ging zelf niet naar de wc, nam geen douche en at niet. Als mijn partner niet hoefde te werken, hielp hij zoveel mogelijk mee, maar wat was het zwaar. Wij gaven het aan bij het consultatiebureau, bij de huisarts, bij de osteopaat, bij de fysiotherapeut, bij de kinderarts, bij de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Er werden wat ‘standaard’ dingetjes onderzocht. Een werveltje bekneld, reflux of koemelkallergie? We hebben van alles geprobeerd; andere voeding, medicijnen, fysiotherapie, noem het maar op. Steeds kregen we hoop dat iets zou werken, maar dat deed het niet. Regelmatig werden we zelfs een beetje weggewuifd. ‘Jullie zijn zeker voor de eerste keer ouders? Jullie zijn overbezorgd’. Het was ‘gewoon een huilbaby’. Drie weken voor de bewuste dag heeft een kinderarts zelfs nog tegen ons gezegd dat we moesten ‘stoppen onze dochter te behandelen alsof er iets met haar was’.  

“Wat, een zwangerschapsvergiftiging?! En mijn placenta zag al wit?!”

1 Maart 2018, ik was moe zwak en misselijk. Ik tikte momenteel de 36 weken aan. “Het zal er wel bij horen”, dacht ik. Ik waggelde fluitend door mijn hele zwangerschap. Ja, ik was af en toe wat sneller moe, maar ik had geen echte geen klachten tot nu. Ik was kapot, volgens mijn vriend wilde ik nog teveel doen. “Neem nou eens rust”, zei hij elke dag. Ik vond het onzin. Het huis moest en zal nog schoner worden. Met de nesteldrang werd mijn poetsgedrag alleen maar erger. Maar ook al deed ik niks, de hoofdpijn en de vele hartkloppingen bleven en ik hield steeds meer vocht vast. Ik was tot nu maar acht kilo aangekomen. Het weekend ging voorbij en de klachten werden alleen maar erger. Ik ging mezelf maar eens wegen en ineens was er 10 kilo bij. Huh? Ik paste niks meer aan mijn voeten en ik voelde me echt beroerd.

Normaal heb je 9 maanden om je voor te bereiden op moederschap, ik had een paar uur…

Mijn naam is Irene en ik ben 27 jaar, twee jaar ben ik nu moeder. Mijn bevallingsverhaal hoor je bijna nooit terug, niet in Nederland en ook niet in het buitenland. Ben je er klaaar voor?!

 

 

 

4 juli 2016 de dag dat mijn vriend jarig was. We waren 11 maanden samen en hij sliep die nacht bij mij om op 12 uur op zijn verjaardag te toasten. 5.00 Uur in de morgen, ik schoot wakker en hield het niet meer van de pijn, ik gilde het letterlijk uit en vroeg mijn vriend de HAP te bellen. Ik had zoveel pijn dat ik er gewoon niet van kon praten, dus liet ik mijn vriend die nog half in slaap was het woord doen. We mochten meteen naar de HAP komen en gelukkig ook meteen naar binnen bij de dokter. De dokter vroeg wat mijn klachten waren, maar ik kon het gewoon niet omschrijven, ik was totaal overdonderd door de pijn en gaf een vage uitleg met hier en daar een gil tussendoor. Ze deed onderzoek bij mij, ik ben hartpatiënt dus ik moest even wat verplichte testjes doen. Ze drukte op bepaalde punten in mijn buik. Ik ben de slankste niet, omdat ik flink vocht vast houd vanwege mijn hartklachten en medicatie. Ze dacht aan nierstenen en wilde mij pijnstilling meegeven en adviseerde mij als de pijn over twee dagen niet minder was, mijn eigen huisarts te bellen. Iets in mij zei dat het niet klopte. Ik zei haar dat ik daar niet mee akkoord ging. Ze stuurde mij door naar de eerste hulp voor een echo om te kijken of ik vergruisd kon worden. 

 

 

Ik wachtte ongeduldig met mijn vriend in een kamertje voor de echo. De pijnscheuten gierden door mijn lichaam.
Ik kon niet zitten, liggen of staan. Ik wist totaal niet wat ik met mijzelf aan moest. Een man en zijn echomachine kwamen binnen en een verpleegkundige probeerde een positie met mij te vinden om mij toch een soort van te kunnen laten liggen. Nou daar kwam de echo dan. Ik keek ongeduldig naar mijn vriend en die stelde mij gerust met zijn blik. Opeens ging het licht aan in de kamer en raakte iedereen in de kamer in paniek. De man was wit en bleef naar het scherm staren, een verpleegkundige liep snel de deur uit en ik hoorde haar op de gang hard roepen om hulp. Na enig moment zei de arts: “Mevrouw u bent zwanger”. Waarop ik antwoordde dat dat niet kon, want ik had iets meer als een jaar terug te horen gekregen dat ik onvruchtbaar was en geen kinderen zou kunnen krijgen. Hij draaide het beeldscherm om en zei: “Kijk hier is het ribbenkastje en er klopt een hartje.” Op die woorden braken mijn vliezen en schoot bij iedereen de paniek binnen. Ik begon te huilen, mijn vriend raakte in paniek en de verpleegkundigen in de kamer waren ineens verzesvoudigd. Ik werd op het bed rennend naar de gynaecologie gereden. Daar moest ik op een ander bed gaan liggen. Mijn vriend werd op een stoel naast mijn bed gezet en hem werd verteld dat we onze familie moesten inlichten. De gynaecoloog vertelde mij: “Irene je gaat bevallen en wel nu, we weten niet hoe lang je zwanger bent en of het goed gaat met de baby”. Ik was zo overdonderd en in paniek, want ik had NIKS gevoeld, ja ik was stevig, maar een babybuik had ik niet. Ik slikte zware medicatie. Ik heb echt van alles gegeten zoals sushi, schimmelkaas en noem maar op. Van alles ging er door mijn hoofd en ik kon alleen maar voor me uit staren. Opeens hoorde ik de verpleegkundige roepen naar mijn vriend: “Meneer gaat het wel?” Ik keek opzij en zag iemand in grote paniek die totaal niet wist wat hem overkwam. Ik riep hardop mezelf bij elkaar: “Irene kom op”. Ik zei mijn vriend dat alles goed kwam, maar dat we dit nu even samen moesten doen en dat ik zonder zijn hulp dit niet kon. Hij zei dat onze moeders onderweg waren en ojee, daar kwamen ze al. Ik had mijn eerdte persweeën. Ja, ik had toen mijn vliezen braken al gelijk 10 centimeter ontsluiting. 

 

 

 

Tot grote frustratie van de verpleegkundige en gynaecoloog hield ik mijn persweeën op, want ik had mijn moeder of schoonmoeder nodig of mijn vriend of… naja iemand van ons. “Want wat als het kindje dood is?”, ging er door mijn hoofd. Na twintig minuten kwam eindelijk mijn moeder binnen vallen. Ik kan je vertellen: persweeën ophouden is absoluut geen pretje, en achteraf gezien had ik het nooit moeten doen! Mijn moeder en mijn vriend stonden aan mijn hoofdeinde en hebben mij door vijf persweeën heen geholpen en daar was die dan, ons kindje, een jongen! Mijn vriend en mijn moeder en inmiddels binnen gestormde zusje en schoonmoeder waren door het dolle heen. Ik keek voor me uit. Er lag een baby op mijn buik. Na wel geteld vijf seconden, werd door papa de navelstreng doorgeknipt en onze zoon werd meteen weer mee genomen. Waar naar toe wist ik niet, niemand van mijn kring eigenlijk. In die vijf seconden kreeg ik ook nog de vraag of ik het kindje wilde houden of dat ik liever wilde dat het mee genomen werd. Ik was al overdonderd ,maar deze vraag gaf me een klap in mij gezicht. Ik zei dat ik  hem wilde houden.

 

 

 

Mijn zoontje was weg, mijn vriend was hem zoeken met mijn moeder en mijn schoonmoeder stond naast mij. Ik werd gehecht, want ik was ingeknipt (jeetje, wat een smerig geluid is dat trouwens). De afgelopen maanden gingen door mijn hoofd. Hoe kon dit gebeurd zijn, waarom heb ik niks gemerkt, waarom heeft het ziekenhuis niks gemerkt? Ik heb in die nrgen maanden twee a drie keer per week het ziekenhuis bezocht voor controles, behandelingen, CT-scans en dergelijke. Het schuld gevoel bekroop mij meteen. Ikhad niks voor dit hummeltje. Wat als er wat ergs mee was? Dan was dat zeker mijn schuld. Ik kon wederom alleen maar voor me uit kijken en had ieder scenario in meijn hoofd afgespeeld over ons zoontje. Na een uur kwam mijn vriend terug en vertelde mij dat alles oké was, alleen hij was verslaafd aan mijn medicatie waaronder prednison. Hij lag aan allerlei apparaten en er werd gekeken wanneer wij naar hem toe konden. 

De uren verstreken, wij moesten een naam gaan bedenken en spullen gaan regelen en waar gingen we wonen?

Mijn vriend wist dat ik geen kinderen kon krijgen maar 3 weken voor de geboorte hadden wij een gesprek over wat als wij wel een kindje konden krijgen wat voor namen we leuk vonden.

We hebben het echt alleen maar over jongens namen gehad en Sven vonden we allebei leuk toen.

Is het toeval ik heb geen idee, maar maakte de keuze voor een naam wel veel makkelijker.

Sven zo gaat het wondertje heten hadden we besloten.

Spullen waren zo geregeld nog geen uur later kwam mijn zusje met een grote zak kleding binnen wandelen.

Tja het wonen, ik woonde nog op kamers 3 hoog en mijn vriend woonden nog thuis.

Bij mijn ouders was er niet echt plek, dus we gingen bij mijn vriend zijn ouder wonen.

Na 4 uur wachten werd ik als “mama” want ja zodra een baby op je buik licht dan zijn er meteen moeder gevoelens, erg ongeduldig en wilde Sven graag zien.

De verpleegkundige vertelde ons dat het niet lang meer zou duren.

Een uur later was ik het zat, ik had mijn eigen zoon eigenlijk alleen goed kunnen bekijken via een foto.

Ik liep de gang op en ben ontzettend boos geworden, een kinderarts bedaarde mijn boze hormonen bui en 5 min later kwam Sven de kamer binnen in zijn bedje met allemaal apparatuur aan zijn kleine lichaam.

De paniek sloeg weer toe maar de kinderarts vertelde dat het redelijk goed ging, hij moest alleen afkicken en zijn hartje werd in de gaten gehouden.

We moesten een paar dagen blijven ter controle en ons voor te bereiden op terugkeer naar huis.

Hij werd op mijn borst neergelegd en de bom sloeg in.

Ik was mama en voor dit hummetje moesten wij gaan zorgen.

Ik heb uren gehuild en naar Sven in zijn bedje gekeken en gedacht “hoe ga ik, en hoe ga ik dit samen met mijn vriend doen?”

Ik was hier zo niet op voorbereid, wij waren hier zo niet op voorbereid.

Maar naast al die gedachten, kwamen bij mij ook de vragen en ik vroeg om mijn cardioloog.

Want hoe kon dit over het hoofd gezien zijn door het zieke huis?

Ik gaf wekelijks bloed af en urine, ik heb tig ct. scans en Cat scan laten maken.

Ik kreeg als antwoord mevrouw u komt bij ons voor hart klachten, dus kijken alleen maar naar u hart.

Op scans is duidelijk terug te zien dat ik zwanger ben, maar blijkbaar vond niemand de behoeften mij in te lichten terwijl al die scans niet mogen als je zwanger bent.

Mijn vertrouwen in het ziekenhuis verdween meteen na deze antwoorden en ik wou naar huis met mijn zoon.

Voor mijn gevoel waren we daar niet veilig helaas ging dat niet en moesten wij 4 dagen blijven.

Na 4 dagen gingen wij naar huis, of naja mijn vriend zijn huis. Er was daar met alle liefde een baby kamer klaag gezet en alles was klaar gemaakt om ons te kunnen ontvangen. Eenmaal aangekomen kwam ook gelijk de kraam hulp ( jip voor de laatste 3 dagen toch nog met een omweg kunnen regelen), deze vrouw was een engel en begreep onze situatie heel erg goed. Ik heb door alle kraam tranen heen super veel steun van haar ontvangen en zij heeft ons de basis heel goed  geleerd.

Nu 2 jaar verder is onze zoon kern gezond, hebben we een huisje met een eigen plekje voor hem. We zijn super trots op hem en elke dag tovert hij bij ons een glimlach. Waarom ik dit verhaal deel is omdat er veel onbegrip voor is. Ja het is mogelijk zwanger te raken en het niet te weten. Iedereen heeft zijn of haar eigen verhaal maar dat maakt ons niet een mindere moeder of vader!

 

De gynaecoloog wilde een cerclage om een vroeggeboorte tegen te gaan…

Op donderdag 27 december 2018 had ik een reguliere check in het ziekenhuis. Ik was op dat moment 15 weken zwanger. Bij de laatste echo werd al gezegd dat ze zullen starten met cervixmetingen (opmeten van de lengte van de baarmoedermond) vanaf 16 weken. Er is nooit gezegd dat ik een zwakke baarmoedermond heb, maar persoonlijk denk ik van wel. Luister maar naar mijn verhaal… 

 

Ik heb aangegeven dat ik graag vandaag zou willen starten met de eerste meting, al ben ik nu nog geen 16 weken. Hey, ik ben er nu toch en iets in mij zei: “Vraag om die meting, check het nu!” De gynaecoloog stemde toe en ik mocht plaats nemen op de stoel. Mijn vriend zat naast me en keek mee met de echo. We zagen gelijk al een kloppend hartje van een levendige baby. De scanner deed z’n werk, maar al snel stopte de arts en zette mijn stoel overeind. Hij keek vrij serieus naar me en zei: ‘Er is nog maar 1,9 centimeter over van je baarmoedermond’ (gemiddeld zou dit 3,5 tot 4 centimeter lang moeten zijn). De rekensom was snel gemaakt! Dit was zeker foute boel… Ze zou gelijk bellen met het Sophia ziekenhuis en overleggen wat het beste voor mij en de baby was. Ze kebden me daar, want ik was daar te vroeg in 2015. Ze liep de kamer uit, ik keek naar mijn vriend en ik barstte in tranen uit! Wat was hier in godsnaam aan de hand?! Waarom overkwam me dit… Weer?! Ik was zo ontzettend bang… Bang dat ik nogmaals mijn kindje zou kwijtraken! Een storm van emoties overviel me…
Na een paar minuten kwam de arts terug met de mededeling dat ik overgeplaatst zal worden naar het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam, aangezien ze daar gespecialiseerd zijn op dit soort vreselijke dingen. Ik mocht geen stap meer zetten en werd gelijk op een bed geplaatst, met de benen iets omhoog. Er ging van alles door mijn hoofd. Moest ik vanaf nu complete bedrust? Mocht ik niet meer werken? Kon er iets aan worden gedaan? 

 

 

 

Al vrij snel werd ik opgehaald door twee ambulancebroeders, werd ik op een brancard gelegd en vervoerd naar het Sophia ziekenhuis. Ondertussen heeft mijn vriend wat spulletjes en kleding thuis gehaald, omdat ik minimaal één nachtje zou moeten blijven ter observatie en intern overleg. Eenmaal aangekomen, werd er bloed geprikt en temperatuur en bloeddruk gemeten. Gelukkig waren die waardes allemaal goed, toch nog iets positiefs!
De arts kwam direct bij me zitten en ze begon over een cervixcerclage (een bandje dat door de baarmoederhals wordt aangebracht). Dit om eventueel vroeggeboorte te voorkomen. Dit klonk als muziek in mijn oren, want je wil er alles aan doen, zodat de baby veilig kan blijven zitten. Er zaten ook risico’s aan vast, zoals het breken van de vliezen. Dit risico was klein, maar wel aanwezig. “Tja… als ik dit niet doe, weet ik bijna zeker dat het mis zal gaan”. Ik vertrouwde mijn eigen lichaam niet en ik wilde niet constant met de grote angst lopen of mijn baarmoeder wel het gewicht van de baby aankon. Elke operatie had risico’s. Het hele leven bestond uit risico’s en die risico’s moesten genomen worden! Dus JA! “Kom maar op met dat bandje!” 

 

 

De dag erna was het zover; het plaatsen van de cerclage. Volledige narcose deden ze liever niet bij zwangeren, dus het werd een ruggenprik. Wel een gek idee dat je 100% bij bewustzijn bent en vanaf je middel niets meer voelt. Tenminste, dat was de bedoeling! Ik voelde helaas nog van alles tijdens de ingreep, maar ik gaf aan dat ik het vol kon houden. De assistente zag mijn gezicht en zei: ‘Nee meid, wij willen niet dat je iets voelt en zeker geen pijn hebt, want we zijn zeker nog een kwartier ongeveer bezig.’
“Oh maar een kwartier moet wel lukken hoor!” Ze kwam aan met een kapje voor mijn mond, waardoor ik dus geen pijn meer zou hebben (lees; lachgas!). “Nou, vooruit dan maar”, dacht ik. Jeeeeeezus! Wat een spul dat lachgas! Ik was compleet van de wereld en belandde in een andere wereld voor een paar minuten, maar geen pijntje meer gevoeld. Ik kwam goed bij en wist alleen nog dat ik erg onder de indruk was van dat gas. De gynaecoloog kwam naar mij toe en vertelde dat de operatie heel goed geslaagd was! Poehhh, wat een opluchting en wat was ik blij dat ik dit gedaan heb. En vooral dat ik goed heb geluisterd naar mijn intuïtie! Zodra de ruggenprik uitgewerkt was en ik had geplast, mocht ik naar huis in de avond. En oh, wat is het dan toch fijn om weer thuis te zijn!  

 

 

 

Na deze ingreep ben ik vrij snel hersteld. Voor mijn gevoel kon ik de wereld weer aan. Nou, er werd toch dringend geadviseerd om niet meer te gaan werken. Ik ben tandartsassistente waarbij je veel loopt en staat. Dat was dus not done! Geen traplopen en GEEN seks… OMG! Tja, je moest er wat voor over hebben. En ze zeggen toch; je krijgt er straks zoveel moois voor terug! Owee, als dit niet zo was. 

 

JUUL