Ouder, stel jij jezelf wel eens de vreselijke vraag: “Wat als …?”

Laatst werd ik ‘s nachts wakker door gegil en gehuil van Sid. Toen ik op z’n kamer kwam, bleek hij enorm hoge koorts te hebben en jammerde hij dat hij hoofdpijn had. Meteen klonken er alarmbellen in mijn hoofd: wat als er echt iets mis is? Wat als hij bijv. hersenvliesontsteking heeft?  

Ik realiseerde me toen ook dat ik sinds ik moeder ben, niet meer zonder zorgen ben. Vanaf de eerste dag stel ik mezelf namelijk geregeld de vraag ‘wat als’ …

Wat als jullie iets overkomt? Wat moet ik dan?

Wat als ik een van jullie verlies? Hoe kan ik dan verder gaan?

Wat als er iets met mij gebeurt? Redden jullie het dan wel?

Wat als papa er niet meer is? Kunnen we dan met z’n drietjes door?

Wat als jullie groot zijn? Hoe gaan jullie worden?

Wat als jullie uit huis willen gaan? Kan ik jullie wel missen?

Wat als jullie ziek worden? Kan ik jullie dan verzorgen?

Wat als jullie de verkeerde mensen tegenkomen? Kan ik jullie dan waarschuwen?

Wat als jullie verkeerde keuzes maken? Kan ik die dan uit jullie hoofd praten?

Wat als jullie verdriet hebben? Kan ik jullie dan troosten?

Wat als mij iets overkomt? Kunnen jullie wel zonder mij?

Wat als we ooit ruzie krijgen? Lossen we dat dan weer op?

Wat als jullie ergens mee zitten? Komen jullie dan met me praten?

Wat als jullie verliefd worden? Delen jullie dat met mij?

Wat als jullie gekwetst worden? Komen jullie dan bij mij jullie uithuilen?

Wat als ik jullie wil beschermen? Kan ik dat mijn hele leven?

Wat als ik boos op jullie ben? Vergeven jullie me dan?

Wat als jullie in moeilijkheden zitten? Komen jullie dan naar mij?

Wat als jullie vragen hebben? Kan ik die allemaal beantwoorden?

Wat als jullie hulp nodig hebben? Kan ik die jullie bieden?

Toen Sid geboren werd, was het volgens mij mijn vader die zei “Zo, nu ben je nooit meer zonder zorgen”. En dat klopt denk ik ook wel. Want hoe goed het ook met mijn twee draken gaat, ik blijf toch altijd alert. Niet in de neurotische zin van het woord hoor, maar toch hoor ik mezelf geregeld ‘Voorzichtig!’, ‘Kijk uit!’ en meer van dat soort dingen roepen. Terwijl ik er dan vaak wel meteen achteraan denk dat ik ze gewoon hun ding moet laten doen. Ja, ze zullen vallen. Ja, ze zullen ziek worden. Ja, ze zullen tegenslagen krijgen. Ja, ze zullen op stap gaan later. En dat moet ook, that’s part of life (Maar toch, als ze hun vader en moeder achternagaan qua feestvieren, dan houd ik mijn hart vast)!

Als moeder heb je een enorme beschermingsdrang. Ik tenminste wel, en ik denk bijna iedere moeder. Geldt ook voor vaders trouwens. Ik denk dat M. niet echt reikhalzend uitkijkt naar de dag dat een of andere opgeschoten knul papa’s kleine meisje komt ophalen op zijn scooter. Want, en daar komt ie weer, wat als … 

Of wat denk je van die situaties dat je je kind kwijt bent? Sjezus, wat een hel is dat. Toen Sid 3 was, liep ik met hem en Liv (die nog in de kinderwagen lag toen) door de HEMA. Bij ons in Tilburg heeft deze twee uitgangen. Je raadt het al: Sid was ineens weg. Maar ja, waar ga je dan heen? Naar de voor- of achterkant van het pand?! Ik begon al wat gehaaster te lopen en wat zwaarder te ademen toen ik hem niet meer in de winkel kon ontdekken. Bij de achteruitgang aangekomen, wist een dame mij te vertellen dat ze zojuist een jongetje op een loopfiets naar buiten had zien gaan. Richting de winkelpassage. Toen sloeg de onrust helemaal toe. Ik heb Liv in de wagen bij haar achtergelaten en ben gaan rennen. Die winkelpassage in. Waar ik dus bij binnenkomst naar links en naar rechts kon gaan. Inmiddels flink in paniek rende ik naar rechts die passage in. Telkens met die welbekende vraag die door mijn hoofd ging: “Wat als hij is meegenomen door een vreemde?”, “Wat als hij hier niet heen is gegaan?”, “Wat als ik hem niet kan vinden?!”… Totdat ik vanuit mijn ooghoek een klein blond mannetje in een winkel zag staan. Ik ben naar binnen gerend en daar stond ie: mijn driejarige peuter, tussen twee verkoopsters in die hem hadden tegengehouden omdat ze het niet vertrouwden zo’n kleintje alleen. Hij was een beetje beduusd, maar verder prima in orde. Ik ben spontaan in huilen uitgebarsten.

En zo zijn er dus nog legio situaties op te noemen waarin de ‘Wat als-vraag’ rijst. Herkennen jullie dat? Maar ik heb iets bedacht. Want wat als ik gewoon eens niet zoveel nadenk over wat er is gebeurd en kan gaan gebeuren? Over hoe het was, hoe het is en hoe het kan zijn?

Wat als ik gewoon eens geniet? Van hoe mijn kids waren, hoe ze zijn en hoe ze gaan worden. Van het feit dat ik hun mama ben. En dat ook altijd blijf. Wat er ook gebeurt.

En Sid? Die had die nacht ‘gewoon’ koorts. Hij was al snel weer helemaal opgeknapt! Gelukkig maar, want wat als …

X

MANON (klik hier voor haar Instagram)  

 

De stiefmoeder van mijn dochter is vreselijk leuk!

Uit elkaar gaan met de vader (of moeder) van je kind(eren) is nooit leuk, ongeacht de reden. Als je zo’n besluit zelf of samen neemt, of dit besluit voor jou wordt genomen, wil je niets liever dan dat er op den duur een fantastisch leuke stiefvader of moeder in het leven van je kind komt. Iemand die lief en zorgzaam is, betrouwbaar is, die om jouw kind geeft, van jouw kind houdt en een aanvulling is in de opvoeding die je samen al hebt vormgegeven. Oké, helpen met spreekbeurten en werkstukken in elkaar flansen, surprises maken voor op school en fungeren als taxichauffeur voor speeldates, sport en dergelijke is ook niet verkeerd. Het oppakken van die kutklusjes maakt je natuurlijk extra fantastisch als stiefouder hé, dat snap je wel.   

 

 

Indy was 2,5 jaar toen haar vader en ik uit elkaar gingen. We gingen allebei onze eigen weg en in het begin was het zeker zoeken hoe we dit zo goed mogelijk met elkaar vorm konden geven, in het belang van Indy. Dat was ons gelukt en daar ben ik nog steeds onwijs blij om. Toen Bart – mijn huidige man – en ik een relatie kregen was het naast dat het super fijn was ook echt wel zoeken. Zeker toen we gingen samenwonen; ineens maakt een andere man ‘officieel’ deel uit van het leven van mijn dochter. Hij vindt ook ineens iets van haar gedrag en haar streken. Er zijn vaak genoeg momenten geweest dat ik dacht ‘Ehm, bemoei je er niet mee, het is mijn kind en ik weet het echt wel beter dan jij ja!’. Om die momenten verder te voorkomen en ons nieuwe gezinsleven vorm te geven hebben we duidelijke afspraken met elkaar gemaakt en besproken wat nu eigenlijk de rol is als stiefvader. Uiteindelijk groeide het mede opvoeden vanzelf, het had alleen wat tijd nodig.

Brief aan mijn toekomstige ik van 50 jaar oud

Het is april 2019 nu, gek he, die goeie oude tijd? 

Vin is 4 jaar, Lilly-Mae is net 1 jaar. Je kunt het je nu niet meer voorstellen maar in deze tijd heb je geleefd op een kwartier slaap per 48 uur. Vin zijn stopwoord is op dit moment “echt?” en Lilly-Mae krijst continu omdat ze blijkbaar op geen enkel moment haar zin krijgt. De dagen zijn lang en je faket vaker een toilet bezoek dan.. Wat anders. Je leeft van wasmand naar stofzuiger en door naar de emmer met sop. Je vliegt van huis naar school, door naar de fysio, naar de tandarts, naar de supermarkt, naar de dokter, naar.. Ja, nouja allerlei plekken waar in ieder geval te veel mensen en te weinig bedden zijn. De kinderen zijn intens. Hilarisch wel, maar ook zo intens. Wat een bofkont ben je ook, met twee van die navelstrengen met roodharige kopietjes van jou eraan. Hopelijk zijn ze inmiddels doorgeknipt. Je hebt minimaal één keer per week een mental breakdown, waarbij je al kwijlend staat te janken en schreeuwen dat je het allemaal niet meer aan kunt. Om vervolgens naar die mooie gezichtjes te kijken en je je weer beseft waarvoor je het allemaal doet. Je raapt jezelf weer bij elkaar en gaat door. Elke. Fucking. Week. Opnieuw. 

Wanneer je even een klaag- of zeurmomentje over je zo zware leven met deze twee rooie draken hebt, krijg je van iedereen te horen “dat je er zo veel voor terug krijgt”. Ik kan het me nu nog niet helemaal voorstellen, maar hoop dat jij inmiddels wel kunt vertellen op welk moment exact je dan iets terug hebt gekregen. Is het geld? Want die centen vliegen er momenteel ook als gekken uit met die twee koters. 

Ik ga er van uit dat je nog steeds een aangetrouwde van Meurs bent, dus je gaat nu richting het 30 jarig jubileum. Geef Roy maar wat van zijn favoriete bezigheid.. Hij doet zijn best. Nu in ieder geval dan, ik weet niet of het over 23 jaar nog steeds zo is. Maar ach, hij bedoeld het allemaal zo goed. En momenteel heb je geen tijd voor fatsoenlijke bedankjes. Je bedenkt je elke dag wel een keer dat een nieuwe boormachine erg handig voor hem zou zijn, maar tegen de tijd dat je een moment vindt om er één voor hem te halen zijn de winkels al gesloten. Hebben jullie nu überhaupt nog wel winkels? 

Afijn, de reden voor deze brief is vooral dat ik een opdracht voor je heb. Boek zo meteen een hotel voor komend weekend, koop het boek, of ebook, (of dat wat jullie nu hebben..) dat je al een poos wil lezen, met een stuk of tien repen chocola en een fles wijn. Zeg tegen Roy en de kinderen (en hopelijk kleinkinderen) dat je dit weekend niet bereikbaar bent en neem dat mega dure haarmasker mee. Nu heb je namelijk wel de tijd om het de volledige 10 minuten in te laten trekken. Slaap het hele weekend, kijk wat tv -als dat nog bestaat- en huil en eet zo veel je wilt.

En als iemand commentaar heeft of aan je vraagt waarom, vertel ze dan dat je “ik” van 23 jaar geleden op dit moment niets liever zou willen dan exact het bovenstaande. Jij zult er nu vast de wereld voor over hebben om de tijd terug te draaien en de kinderen op deze leeftijd te zien. En ik geniet ook heus van ieder moment, maar wat meer tijd voor mezelf klinkt me als muziek in de oren.

Vertel de kinderen dat ik 23 jaar geleden al enorm trots op ze was, zelfs zonder te weten wat ze zouden gaan doen met hun leven. Of ze nou hebben gestudeerd of niet. Ik ben trots. Trots op de persoontjes die ze nu al zijn, dodelijk vermoeiend, maar tegelijkertijd de leukste mensjes van de hele wereld. Ik hou van ze, elke dag weer meer. Dus waarschijnlijk klap jij inmiddels uit elkaar van liefde. Ik hoop dat ze mij, en jou dus ook, dankbaar zijn. Dat ze weten dat ik mijn best heb gedaan. En altijd zal blijven doen. Dat ik mezelf met veel liefde vaak heb weggecijferd voor hun geluk. Ik hoop dat ze gelukkig zijn. En dat jij dat ook bent. Want dat verdienen we.

Dikke kus, je jou van 23 jaar geleden.

Ik heb even rondgekeken en volgens mij ben ik een luie moeder

Soms voel ik mij een beetje tekortschieten als het gaat om het actief, educatief entertainen van onze dochter. Het is misschien tijd om eens uit de kast te komen en te vertellen wat voor moeder ik nou eigenlijk echt ben. Namelijk een luie moeder. Ik voldoe aan een aantal eisen van een loedermoeder, maar bij een loedermoeder denk ik zelf eerder aan een kettingrokende, dagelijks vodkadrinkende moeder van zielige, vieze, verwaarloosde kinderen.

Ik neem nog wel de moeite om af en toe een wasje te draaien en we douchen ook regelmatig. Als ik goed gemutst ben deel ik zelfs mijn eten met onze dochter. Als dat geen liefde is! De term loedermoeder is dus misschien wat overdreven. Maar een luie moeder ben ik zeker.

Wat is een gezonde hoeveelheid aandacht die je aan een peuter zou moeten geven? Ik spreek wel eens ouders die vertellen dat ze het de hele dag zo druk hebben met hun kind. Dan vraag ik me af wat deze ouders allemaal doen met hun kind(eren). Staat de hele dag dan in het teken van samen spelen?

Ik vind het juist goed als kinderen zélf spelen, zodat wij als ouder ook even kunnen bankhangen en kunnen uitrusten ze leren om zichzelf te vermaken en dat ze leren om hun eigen fantasie aan te spreken.

Volgens mij is het belangrijk dat een kind zich gezien en gehoord voelt, dat er genoeg geknuffeld wordt, dat er genoeg gelegenheid is om veilig te spelen en dat er iemand dankbaar reageert als er weer een luchtig thee’tje wordt geserveerd. Daar zijn wij dan ook echt niet te beroerd voor. Maar zodra er van mij gevraagd wordt om een halfuur lang met alle poppen en knuffels thee te drinken op een houten kinderstoeltje, ben ik alweer minder enthousiast.

Bij mijn ouders thuis worden er wekelijks hele poppenverjaarsfeestjes georganiseerd. Ze zingen alle verjaardagshits uit volle borst, iedereen krijgt een stukje van de plastic taart en alle poppen en knuffels die op visite zijn krijgen een kopje thee. Wanneer dat riedeltje klaar is begint het hele feest opnieuw, want dan is de volgende pop of knuffel jarig. Ook mijn schoonmoeder is superactief als ze oppast. Ze spelen uren in de speeltuin, ze puzzelen, kleuren, knippen, plakken en verven tot oma helemaal uitgeput is.

Het is maar goed dat Jessie zulke actieve oma’s heeft en naar de opvang gaat, want ik heb hier dus echt geen tijd voor de kracht niet voor. Kijk, die aandacht, die vind ik belangrijk. Kusjes, knuffels en ons samen af en toe als twee randdebielen gedragen, kan ik zelf ook oprecht geen genoeg van krijgen. Soms doen we dansjes en gaan we (een half uurtje, niet 2 uur) naar de speeltuin. Ik ben ook nooit te beroerd voor een goed gesprek – “Maar waarom woont de slak dan alleen buiten? Heeft hij geen mama? Ik vind het zielig. Mag de slak bij ons wonen?” – of om mee te spelen in een toneelstuk. Dan speel ik een zeer hongerige klant in mijn dochters kookwinkeltje en wordt ik gedwongen om ijs te kopen. Het zijn zeer bijzondere ijsjes, want ze komen uit de oven en kosten gratis eulo. Als ik enthousiast genoeg aan mijn luchtige ijsje lik, geeft de verkoopster mij 5 eulo en krijg ik nog een ijsje. Dat vind ik nou een goeie deal. Ik vind het ook echt superleuk om te zien hoe Jes helemaal in het spel opgaat. Maar na 3 ijsjes heb ik het wel gehad en wil ik gewoon weer even verder met mijn bezigheden, of zitten en dom voor me uitkijken. Dan is het tijd dat ze zichzelf moet vermaken en dat kan ze hartstikke goed. Ik denk dat dit komt door ons luie ouderschap. Ja ik zeg ‘ons’ want mijn man is geen haar beter hoor!

Ik heb eens voorzichtig onderzoek gedaan onder mijn mede-ouders. Ik was benieuwd wat zij zoal doen met hun kroost. Een van de favorieten onder de ondervraagden is puzzelen. Puzzelen is goed voor de ontwikkeling van de hersentjes. In theorie is puzzelen ook leuk. Allemaal vrolijke gekleurde stukjes, je kijkt welke in elkaar passen en voilà, daar is een mooi plaatje van Winnie de Poeh en een Lollifant. Enig. Behalve als ik puzzel met mijn peuter. Mijn peuter denkt namelijk dat bloemen wel in de lucht kunnen zweven en dat hoekstukjes wel in het midden van de puzzel zullen passen. Geen zorgen hoor, volgens mijn moeder was ik vroeger net zo dramatisch slecht in puzzelen en het is helemaal goed gekomen met mij. Ik heb laatst nog een afbeelding van een hooiberg van 5000 stukjes in elkaar gepuzzeld.

Boekjes lezen is ook favoriet onder de ondervraagden. Lezen is goed voor de woordenschat en taal- en spraakontwikkeling. Ik denk ook wel dat het van toegevoegde waarde is, alleen vind ik er dus echt niks aan. Een of twee keer een boekje is leuk, maar na de vierde keer weet ik het wel en na de 46e keer wil ik het boekje in de tuinkachel mieteren.

Boekjes lezen voor het slapengaan lijkt wel een soort fundament van een goede opvoeding. Alsof je per definitie geen toegewijde ouder bent als je geen zin hebt om elke dag boekjes te lezen. Wij lezen niet elke dag boekjes voor en ik vind ons hartstikke toegewijde ouders. Wij lezen soms overdag, soms ’s avonds en soms voor het slapengaan een boekje voor. Ik vind het niet logisch om mezelf op te leggen elke avond een boekje voor te lezen. Als ik dat elke avond doe, rekent Jes er op. Dus als ik dan een keer afwijk van het programma omdat er beneden gezellige visite en een fles Rioja op me wachten, heb ik een hok vol herrie. Ook is het voor iedereen nog specialer als we wel een keer een boekje lezen voor het slapengaan. Een verrast, blij, dankbaar koppie. Dat is toch heerlijk.  Onze dochter is nu 2.5 jaar en kletst de oren van ons kop, in best uitgebreide, goedlopende zinnen, dus als je zelf genoeg praat is elke dag voorlezen niet nodig. Denk ik.

Een andere activiteit wat ouders graag doen is bakken. Samen koekjes of cake bakken. Dat opeten lijkt me vooral een leuke bezigheid. Misschien moet ik deze maar eens proberen.

De activiteit waar ik het meest hekel aan heb is knutselen. Knutselen is goed voor de creatieve geest, goed voor de motoriek en vast voor nog een aantal dingen. Ik ben er ook groot voorstander van dat Jessie regelmatig creatief bezig is, maar waarom moet dat hier? Ze gaat naar de opvang, ze heeft oma’s en tantes. Dat is toch wel genoeg geknutsel in een week?

Naomi je wilde een kind, dus deal met de consequenties: weinig slaap, veel werk en veel troep. Nadat Jes voor de zesde keer vroeg of ze een keer thuis mocht knutselen, zijn we dus vanmorgen naar de action gegaan. We hebben papier, scharen, lijm, verf, kwasten, stempels en nog wat van die zooi gehaald. Natuurlijk moest er ook metéen geknutseld worden, dus daar gingen we dan. Ik ben 10 minuten bezig geweest met de voorbereiding en de veiligheidsinstructies. Daarna moest ik monitoren, ingrijpen en begeleiden om te voorkomen dat ze zichzelf aan haar stoel vast zou lijmen, en toen ze het na 20 minuten zat was heb ik er 10 minuten over gedaan om de troep weer op te ruimen.

Knutselen is níet geschikt voor de luie ouder! Volgende keer als ze weer vraagt of ze mag knutselen zal ik een filmpje voorstellen…

Gelukkig is het weer lente, want buitenspelen is voor peuter en ouder de fijnste bezigheid!

Daar was baby Seth, ik kwam er snel achter dat ik het moederschap niet in mijn eentje kon

Je krijgt er zo veel voor terug.

‘Als je daarmee een kapotte doos en gebroken nachten bedoeld wel’.

50-80% van de moeders hebben na de bevalling last van stemmingswisselingen, die stemmingswisselingen vinden meestal plaats in de derde tot tiende dag na de bevalling en zijn een normale reactie van je lichaam door je hormonen. Bij 10-20% van de moeders houdt dit gevoel maandenlang aan, dan kan het zijn dat er sprake is van een postnatale depressie.

Heftig vond ik het om moeder te worden. Ik keek zo uit naar die roze wolk die iedereen je beloofd maar hij was er totaal niet. Eerlijk? Ik vond er gewoon geen reet aan die eerste weken, wat zeg ik, Seth gaat nu richting zeven maanden en ik begin het eindelijk sinds een paar weken pas echt leuk te vinden.

Kinderwens

Onze eerste zwangerschap is anders gelopen dan we hadden gehoopt, met 23 weken ben ik op 8 oktober 2017 bevallen van ons eerste kindje Vik nadat we slecht nieuws kregen tijdens de 20-weken echo. Maar daarmee werd onze wens voor een kindje alleen maar groter, een gezond kindje die we mee naar huis konden nemen om voor te zorgen.

We zouden mijn lichaam de tijd geven die het nodig had om te herstellen en de onderzoeken afwachten om te zien of de afwijking die Vik had erfelijk was of ‘een foutje van de natuur’. Het was een mega grote stomme oneerlijke fout van de natuur maar niets wat consequenties had voor een eventuele volgende zwangerschap. We waren blij dat ik niet lang daarna opnieuw in verwachting was.

Doodeng vond ik het om opnieuw een kindje in mijn buik te voelen, gespannen gingen wij dan ook naar de 20-weken echo. Tot die tijd waren we een beetje terughoudend in onze blijdschap maar alles zag er goed uit dus we probeerden het verdriet en de angst wat meer los te laten.

En dat lukte ook wel, maar toch merkte ik dat er een afstand bleef tussen mij en de baby in mijn buik. Een afstand die er tussen mij en Vik nooit is geweest. Vanaf de dag dat ik wist dat ik zwanger was van Vik was ik helemaal in de wolken maar dat intens blije gevoel bleef dit keer een beetje vlak. Ik verheugde me wel op zijn komst, maar wilde ook vooral gewoon niet meer zwanger zijn.

Ik was 18 oktober 2018 uitgerekend maar zei vanaf het begin van de zwangerschap dat deze baby eerder zou komen. Hij zou er zijn vóór de eerste verjaardag van Vik. Op 24 september 2018 werd ik voor de tweede keer moeder. De baby waar ik naar uit had gekeken was er, Seth Pelle. Kerngezond.

Roze wolk

Ik hoor het mezelf nog zeggen ‘ook saai, zo’n baby die altijd slaapt’. De eerste twee weken waren fantastisch! Toen ging de baby aan en dat is waar mijn roze wolk eindigde. Vreselijk, dat gehuil. Ik kon het niet aanhoren. Er brak een periode aan waarin Tom, mijn vriend voor werk van huis ging en Seth huilde van zijn ene voeding tot de volgende. Ik was nog niet gewend aan een baby die geen geluid maakte laat staan aan deze baby die mij flink op de proef stelde. Wie was überhaupt deze baby?

Dit was ook de periode waarin ik zelf voor het eerst brak.

Ik voelde het gewoon niet, dat intense moedergevoel. Ook al wist ik dat ik enorm veel van Seth hield, het lukte me niet om dat altijd te voelen en de moeder te zijn die ik me had voorgesteld te zullen zijn.

De eerste periode weigerde ik ook alle hulp, alles zelf doen, ik was toch degene die een kind wilde? Dat kon ik prima alleen. En moe? dat was ik ook niet, viel allemaal nog wel reuze mee zei ik dan. Die lat lekker hoog, baby op tijd verzorgd, het huis opgeruimd en schoon, de boodschappen gedaan en er zelf ook nog een beetje ok uitzien.

Het duurde niet lang voordat ik erachter kwam dat ik het niet in mijn eentje kon. Op dagen dat Tom thuis was ging het wel redelijk met me, dan lukte het me om de show weer op te voeren. Wat was ik blij en gelukkig en wat een prachtige baby hadden we. Maar ook hij wist wel beter. Op dagen dat hij niet thuis was had ik niemand om voor te acteren en wilde ik het liefst mijn huilende baby in zijn bed leggen en de deur dichttrekken. ‘Opgeruimd’. Babyfoon uit en even op adem komen op de bank.

Ondanks mijn enorme schuldgevoel lukte het me niet om aan Seth te hechten en me ook daadwerkelijk echt zijn moeder te voelen. Ik heb vaak gedacht ‘vanaf u ga ik het anders doen’ want ik wilde niets liever dan hem troosten maar dan lukte het me toch weer niet. En er waren ook echt wel momenten waarop ik genoot, wanneer Seth bij me lag te slapen. Verder kon ik het woord genieten niet meer horen, ik vond het maar overschat net als heel die roze wolk.

Vluchtgedrag

Als Tom dan thuis was vluchtte ik de deur uit, drankje in de stad? Naar een vriendin, zelfs naar de supermarkt was een uitstapje en alles greep ik aan om gewoon even weg te zijn van mijn gezin, want naast dat ik geen moeder wilde zijn wilde ik ook helemaal niet denken aan een gezin zijn. De droom van een groot gezin was compleet verdwenen. Ik begreep niet eens hoe mensen voor één kind konden zorgen. Hoe had ik ooit kunnen denken dat ik nog een kindje wilde?

Zo zakte ik steeds dieper in een gat. Ik had hulp nodig, anders dan mijn moeder of zus die een middagje zouden oppassen. Professionele hulp.

Regelmatig stortte ik compleet in, gingen de berichtjes van Tom naar mijn moeder of zus om even te checken hoe het bij mij thuis ging. Toen ik mijn moeder op een dag een berichtje stuurde dat het zo had moeten zijn met Vik, wel een kindje krijgen maar er niet voor hoeven zorgen, liep het emmertje over. Het was tijd, ik moest hulp gaan zoeken. Via het consultatiebureau kwam ik terecht bij infant mental health. Dit is gericht op moeder en kind.

Ik moest gaan leren dat het oké is om ook moeder van Seth te zijn, dat er naast mijn liefde voor Vik nog ruimte genoeg is om van Seth te houden. Dat Seth er niet is om iets te vervangen dat onvervangbaar is. Het voelde, en soms nog, oneerlijk om al zo snel opnieuw zwanger te worden. Ze hadden er nooit alle twee kunnen zijn, ik was al zwanger voor de uitgerekende datum van Vik en daarin ben ik vaak heel hard voor mezelf. Alsof ik Vik tekort doe door Seth en andersom precies zo. Maar ze mogen er allebei zijn, dat wist ik wel maar zo voelde ik het niet altijd.

Ik ben aardig op weg maar ik ben er nog niet. Er zijn nog steeds dagen waarop het me allemaal te veel word. Dagen waarop ik de lat veel te hoog leg maar het lukt me steeds beter om dit op te vangen en eerder aan de bel te trekken.

Het krijgen van een kindje wordt ontzettend geromantiseerd maar laten we eerlijk zijn en zeggen dat het echt heel erg heftig is om moeder te worden. Heel je leven wordt op zijn kop gezet voor en door iemand die je helemaal niet kent. Het voelt wel eigen maar is ook nog zo vreemd.

Wat ik hiermee wil zeggen is dat het helemaal niet gek is als je denkt dat je wel een beetje hulp kunt gebruiken van een professional en dat het hartstikke knap is wanneer je dat zelf ook ziet en die stap durft te zetten.

Ik ging met tegenzin mijn eerste gesprek in en heb zelfs tot in de wachtkamer gedacht om het niet te doen maar ben uiteindelijk heel erg blij dat ik ben gegaan. Het heeft ervoor gezorgd dat ik op een andere manier naar bepaalde situaties kan kijken en me een zekerder gevoel als moeder gegeven.

De eerste maanden met Seth kan ik niet over doen maar de tijd die we nog samen hebben wordt alleen maar mooier.

Gaby tikt op het uur de 24 weken aan met haar tweeling, pfff, maar wat er dan allemaal gebeurt had niemand verwacht DEEL I

In mijn vorige blog (klik hier) schreef ik over onze eerste zoon Gyan die geboren is met 27 weken. Gyan werd naar een tijdje ziek. Een schimmel bleek zijn hersentjes kapot te hebben gemaakt en als hij zou blijven leven zou hij geen menswaardig bestaan hebben. Wij hebben toen het moeilijkste besluit van ons leven moeten maken, stoppen met de behandeling…..
Toen Gyan overleed had ik een enorme drang om weer snel zwanger te worden, mijn moedergevoelens zaten tot de nok, maar ik kon ze nergens kwijt. Alle onderzoeken leken goed, dus dat ik te vroeg bevallen was, was domme, domme pech werd en toen gezegd. ‘Go for it’, dan maar. Toch?! 

 

 

 

Al vrij snel raakte ik weer zwanger, en bij de eerste echo werden we enorm verrast. Het was niet één kloppend hartje, maar twe kloppende hartjes! Wauw, wauw, wauw, dit heeft zo moeten zijn.
23 Weken zwanger en ik kwam voor mijn twee wekelijkse controle. Ze zette het apparaat op mijn buik en het werd direct angstig stil in de kamer. ‘Baarmoedermond verkort…. van maar liefst 5 centimeter naar nog maar 2 centimeter. BAMMM, complete paniek. Er werd direct een pessarium geplaats (ring op de baarmoedermond heen, die de boel dichthoudt en ondersteunt). Ik mocht alleen nog maar plat liggen en eruit om naar het toilet te gaan. Daar lag ik dan in het bezorgde ziekenhuisbed in de woonkamer, vastbesloten om daar ook heeeeeeeeeeel lang te blijven liggen en de kindjes bij mij te houden. Nog geen week later had ik het gevoel dat er iets mis was, al kon ik het niet helemaal plaatsen, aangezien ik nergens last van had. Toch wilde ik naar het ziekenhuis om nagekeken te worden of alles nog goed was. Mijn gevoel klopte, mijn baarmoedermond was verstreken en ik had al 1 centimeter ontsluiting. Ik werd direct met de ambulance naar het AMC gebracht. Hetzelfde verhaal als bij Gyan. Hier kunnen ze te vroeg geboren kindjes opvangen. Aangekomen in het AMC kreeg ik weeënremmers voor de zekerheid. Ook kreeg ik spuiten voor de longrijping van de kindjes. Omdat ik nog geen weeën had, had ik hoop en vertrouwen. Het was zondag en die dinsdag zou ik 24 weken zijn. Vanaf 24 weken zijn kindjes levensvatbaar en gaan de kinderartsen actief behandelen. Het enige wat door mijn hoofd ging was… “Als ik die 24 weken maar haal.”

 

 

 

Maandagavond net voor middennacht en net voordat ik de 24 weken had gehaald kreeg ik mijn eerste weeën. Het enige wat ik toen dacht was; “Yes ik heb het gehaald, onze kindjes hebben een kans.” In de loop van de middag werd ons meisje als eerste geboren: ‘Ruby’. Ruby was direct aanwezig en liet flink van zich horen. Een paar minuten later werd onze zoon geboren ‘Djulian’. Djulian had wat meer moeite om op gang te komen, maar uiteindelijk liet ook hij van zich horen. Man, man, wat een opluchting op dat moment. Zo klein, zo teer maar al zo’n eigen ik. Twee totaal verschillende kindjes, zo bijzonder. Onze eigen Duo Pinoti.
Waarom ik weer te vroeg was bevallen verweet ik aan het verkorten van mijn baarmoedermond. Maar na onderzoek van de placenta is gebleken dat deze ontstoken was. Pas veel later bleek die ontsteking de toevalligheid, maar dat het wel degelijk aan mijn baarmoedermond heeft gelegen. Op dat moment werd er weer gezegd: “Helaas, domme, domme pech.” Djulian was klein, 550 gram. Maar zo mooi en zo compleet. Hij was kleiner dan zijn zusje en hij had het ook zwaarder dan haar. Er volgde een week van ups en downs. Je ziet iedereen knokken voor je kinderen en met liefde verzorgen. Maar hoe machteloos je voelt als ouders is niet te beschrijven. Elke dag als we wakker werden in het Ronald Mac huis belden we op om te vragen of ze een goede nacht hadden gehad. Een normale vraag, maar voor ons een doodenge vraag. Bang voor het antwoord dat zal volgen.  Als ze vertelden dat ze een goede nacht hadden gehad, werd het opstaan iets dragelijker en de looproute naar de afdeling iets lichter.  

 

 

Uren zaten we bij onze kindjes, met onze handen door de twee gaten van de couveuse. We zongen, kletsen tegen ze en hielden ze vast. Een keer hebben we met zijn vieren kunnen buidelen. Tay en ik naast elkaar op de stoel, Ruby bij Tay en Djulian bij mij. Wauw, wat een onbeschrijfelijk moment was dat. Gelukkig is van dit moment een foto gemaakt, dat is gelijk ook de enige foto met zijn viertjes.
Na een week zagen ze op de echo van Djulian dat er lucht in zijn buikholte zat. Dit kon betekenen dat er een gaatje in zijn darm zat. We kregen een gesprek met de kinderarts en de chirurg. Ze verteleden dat ze hem graag een kans wilden geven om hem te opereren, in de hoop dat het mee zou vallen met zijn darmen en het gaatje konden dichten. Als ze niks zouden doen, zou hij ziek worden en daar uiteindelijk aan overlijden. Voor ons was het al snel duidelijk: opereren, een kans is en kans. Toen ons mannetje vertrok naar het OK, begon het wachten. Na een uur kwamen ze al weer terug, ik zag het direct. Geen goed nieuws. Ze vertelden dat toen ze Djulian open maakten een hele zieke darm zagen. Een darm die zo ziek was dat die helemaal verpulverde. Ze heeft hem toen gelijk weer dicht moeten maken. “Wat betekent dit?”, hoor ik mezelf nog vol goede hoop vragen. Djulian is te ziek, hij gaat het niet halen. 

 

 

 

Wat er dan door je heen gaat is niet te beschrijven. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we nog een kind verliezen? Dit mag niet zo zijn…
Please! Djuul leefde gelukkig nog toen hij van de OK kwam en is direct bij ons gelegd. Na een uurtje is hij in onze armen ingeslapen. Het was fijn dat we dat moment met elkaar hadden, maar het was zo super onwerkelijk. In de ochtend was alles nog in orde, om 18.00 uur een gesprek of we akkoord gingen met de operatie, om 22.00 uur ging hij naar de OK en iets over 00.00 uur is hij overleden. Alles is zo snel gegaan, veel te snel om alles te bevatten. Ons kleine mannetje had nog zo’n mooi leven voor zich, wie bepaalt dat dit weer niet zo mag zijn? Dan begint het geregel, de crematie. Maar wat een bizarre was dit: Djulian was overleden en onze kleine meid lag daar nog te knokken. Het verdriet dat Djulian er niet meer was en de blijdschap dat onze meisje nog leefde tegelijk. Verdriet en hoop, twee losstaande gevoelens, maar pfff, wat lagen deze dicht naast elkaar. 

 

 

 

Het afscheid van Djulian was echt heel mooi en het heeft ons een goed en vooral warm gevoel gegeven. Wel spraken we direct met elkaar af dat als Ruby het niet zou redden, we het klein zouden houden. Weer daar staan voor de derde keer zou gewoon echt teveel zijn.
Ruby deed het super! Direct al zonder beademing, wel een ondersteuning voor het ademhalen, maar verder deed zij het zelf. Het was zo bijzonder om te zien hoe goed zij alles door stond. Zo’n klein minimensje en al zo sterk voor 24 weken oud, dat was uniek. Vaak spraken we tegen elkaar uit dat we bang waren dat het te goed ging. Dat je er bijna op wacht wanneer het fout zal gaan… Zo vreselijk. Maar steeds ging er weer een dag voorbij en elke dag groeide onze hoop dat zij het wel zou gaan redden. Tot die ene vrijdag wat alles veranderde…

 

 

WORDT VERVOLGD 

 

 

GABY  

 

Mama’s wij moeten soms even helemaal ontspannen, maar mij gaat het niet goed af, haha

Het is donderdagavond. Ik kom net uit mijn werk en ik ben onderweg naar de schoonheidsspecialiste voor een uurtje me time. Ik weet niet hoe het met jullie zit maar deze moeder vind het echt reuze prettig om af en toe eventjes gewoon helemaal niks te moeten en even met zichzelf bezig te zijn. De hele week sta ik dag en nacht voor iedereen klaar. Iedereen heeft schone kleren in de kast en elke dag gaat iedereen met een gevulde buik naar bed. Ook op mijn werk speel ik geen spelletjes en hou me aan de deadlines. Daarnaast doe ik mijn best om een leuke partner te zijn, en probeer ik ook nog regelmatig te sporten. Trouwens, mijn eigen webshop is ook nog iets waar stiekem best veel tijd in gaat zitten. En als klap op de vuurpijl probeer ik ook nog het huis een beetje aan kant te houden. Als ik het zo teruglees ben ik eigenlijk best druk en heeft de dag te weinig uren om alles gedaan te krijgen. Daarom trakteer ik mezelf eens in de zoveel tijd op een uurtje me time. Dit kan van alles zijn, maar het betekent dat ik dan even helemaal alleen met mezelf bezig ben. Verder kan alles en iedereen me gestolen worden…. Of toch niet?

Deze keer heb ik dus een facial gepland bij de schoonheidsspecialiste. Vanuit mijn werk stap ik in de metro en ik ben er helemaal klaar voor. Twee haltes verder stap ik uit, haal snel nog even wat te eten bij de supermarkt op de hoek en loop naar de salon. In de salon aangekomen wordt me gevraagd om mijn bovenkleding uit te doen en lekker plaats te nemen op de verwarmde ligstoel. “Heerlijk!” denk ik. Ik trek in een recordtempo mijn kleding uit en spring op de stoel. We kunnen beginnen! Hier heb ik zo naar uitgekeken. Ik sluit mijn ogen, haal diep adem en ruik de fijne geur van de olie die me tot rust gaat brengen. De schoonheidsspecialiste drukt op een aantal punten op mijn hoofd op me te ontspannen, maar eigenlijk dwalen mijn gedachten direct af: “Shit, heb ik dat overzicht wel opgeslagen op mijn computer? Moest ik die cijfers niet vandaag inleveren? Had ik disafspraak wel bevestigd? Oh nee, ik had die en die ook nog moeten terugbellen!”

Je kind laten huilen of niet?

Laten huilen

Je baby wel of niet laten huilen – een onderwerp dat vaak ‘gezellige’ discussies op doet laaien.

Het is dan ook een gevoelig onderwerp. Net als borstvoeding, beeldschermen, je kind corrigeren en wel of niet suikervrij opvoeden. Je krijgt van de ‘andere groep’ toch vaak het gevoel dat je de verkeerde keuze maakt als ouder. En dat terwijl wij als moeders zo ontzettend ons best doen in de keuzes die wij maken met het welzijn van ons kind als uitgangspunt.

Dat gezegd te hebben ben ik wel een groot voorstander van goede voorlichting en bewustwording. Dat is dan ook de reden dat, wanneer ik alleen in de keuken sta, ik nog even flink wat slagroom op mijn koffie doe en een hand vol m&m’s naar binnen prop in de hoop dat mijn peuter niets door heeft. Want ondanks dat ik het haar gun ben ik mij bewust dat koffie met slagroom en een zak m&m’s niet het meest verantwoorde ontbijt is voor mijn kind (ik weet het: ook niet voor mij but let’s not go there).

Kijk, het is jouw kind dus jouw keuze. Jij bepaalt. Deze blog is dan ook niet bedoelt om te ‘overtuigen’, ik kom echt niet mijn voet tussen je voordeur zetten om het ‘Laatjekindniethuilen’-woord te verkondigen. Deze blog is bedoelt om te informeren, en wat je er daarna mee doet is helemaal aan jou.

Maar goed, huilen dus:

Het vervelende voor baby’s is dat hun enige manier van vocale communicatie huilen is. 

Een baby kan niet zeggen “Mama, ik heb een rotdag gehad en mijn sok zit niet lekker, kom me kroelen tot ik me weer beter voel en doe dan direct mijn sokje even goed.” – een baby kan alleen maar huilen om aan te geven dat er iets is en/of behoefte heeft aan jouw nabijheid.

Dat doet jouw baby niet om je te manipuleren maar enkel en alleen omdat ze geen andere manier beheersen om dit aan te kunnen geven. 

Dit bewijst ook maar weer dat baby’s nog volop in ontwikkeling zijn want als ze je echt hadden willen manipuleren zouden ze dit veel slimmer aanpakken door bijvoorbeeld in hun bedje klaar te zitten met een fles wijn, je daarmee dronken te voeren en daarna te zeggen “Hey mama, weet je nog dat je mijn hoofd tegen het dak van de auto stootte toen je me in het autostoeltje wilde zetten? Was niet zo leuk hè? Beter ga je nu dus met me spelen en mij heel veel aandacht geven ook al is het *baby checkt zijn horloge* half drie ‘s nachts.”

Dát is manipuleren. 

Een baby heeft negen maanden lang veilig in mama’s buik gezeten, de overgang naar de buitenwereld is dan ook heftig, heel heftig. Hoe fijn is het dan dat papa en mama dichtbij zijn terwijl je zo veel nieuwe dingen moet verwerken en ontdekken? Ze huilen niet om het je lastig te maken maar gewoon omdat ze je nodig hebben.  

En tuurlijk: Jij weet dat het veilig in de slaapkamer is. Maar jouw baby weet dat niet. 

Baby’s huilen om je aandacht trekken wanneer ze zich onveilig voelen, het is een overlevingsmethode, een instinct. Wanneer dit huilen lang genegeerd wordt worden ze stil, ook een manier van ‘overleven’ in een onveilig situatie. Dit noemen ze ‘freeze’: Hoe stiller je bent hoe minder je opvalt.

Uiteindelijk ‘leert’ een kind wel dat hoe hard het ook huilt er niemand komt. Dan worden ze wel stil. 

Er zijn onderzoeken gedaan naar het in slaap laten huilen bij jonge kinderen. Het Nederlands instituut van Psychologen (NIP) zegt hierover dat de methode van ‘laten huilen’ onvoldoende rekening houdt met de huidige kennis en wetenschap over hechting, sensitief ouderschap, en wat normaal slaapgedrag is bij baby’s.

Deze uitspraak lichten ze toe met: ‘Alleen huilen geeft een kind veel stress. Uit onderzoek blijkt dat deze stress schadelijk kan zijn voor de ontwikkeling en een negatieve invloed kan hebben op de hechting.’ “Daarbij komt”, zo schrijven ze, “dat ook als de baby gestopt is met huilen, ze nog lang stress blijven houden. Dat kun je meten door te kijken naar de hoeveelheid cortisol die ze afscheiden.”

Dit alles heeft weer invloed op de ontwikkeling van de hersenen. Creëer je hiermee direct een seriemoordenaar? Vast niet. Zijn er andere dingen die je kan doen wanneer je kind huilt? Absoluut. 

(Ik hoop overigens dat je hebt gezien waar de quote van NIP werd afgesloten. Zou wat zijn als zo’n instituut een uitspraak zou doen over het wel of niet een seriemoordenaar van je kind creëren.)

Wij hebben vaak de neiging om (jonge) kinderen dezelfde level van ontwikkelingseigenschappen toe te kennen als volwassenen hebben. We verwachten dat ze kunnen relativeren: “Stop met huilen, er is niets aan de hand.” en dat ze rekening houden met de behoefte van anderen (‘s nachts geen lawaai en gewoon slapen) maar onze kinderen zijn nog volop in ontwikkeling. 

Baby’s worden geboren met 30% van hun uiteindelijke hersencapaciteit, van de 70% die hier bij gaat komen wordt 50% in de eerste twee levensjaren aangelegd. 

Als ouder zijnde kan je dit positief stimuleren door responsief te reageren op hun behoefte en ze te helpen hun emoties te reguleren – want dit kunnen ze ook nog niet. Je kan ze helpen met het reguleren van hun emoties door te troosten, te benoemen en er gewoon te zijn. 

Mocht je dit nu lezen en het er absoluut niet mee eens zijn: Helemaal prima. Jouw kind, jouw keuze.

Uiteindelijk gaan ze ons als pubers toch genoeg verwijten. Is het niet over het laten huilen dan is het wel over dat mama altijd in de keuken stiekem alle m&m’s opat zonder te delen of hun hoofd te vaak tegen het dak van de auto stootte.

Kom maar weer door met die fles wijn baby!

Mijn kindje wil vanaf de geboorte niet eten en krijgt de diagnose: stille ondervoeding, maar klopt dit wel?

Na een voorbeeldige zwangerschap en een vlotte bevalling kwam ons prachtige zoontje Mitz ter wereld. Wat een heerlijk mannetje, wat genoten we van hem.

Maar na 3 weken kreeg hij een huiluurtje en die uurtjes werden steeds langer. Ontroostbaar was hij, overstrekken, gillen en huilen. Dat was het moment waarop ik tegen mijn man zei:  “er klopt iets niet aan deze baby”.

We gingen naar verschillende osteopaten en Mitz bleef huilen. Ook sliep hij nauwelijks en al helemaal niet in zijn bedje, eigenlijk alleen als we hem bij ons droegen. We probeerden van alles, verschillende houdingen, wiegen, wandelen, zingen, noem maar op. We raadpleegden een slaapcoach, een kinderfluisteraar, alles wat we konden bedenken, maar Mitz bleef veel huilen en weinig slapen.

Na 4 maanden werd het huilen iets minder maar zijn groei helaas ook. Ik had al verschillende keren bij het consultatiebureau aangegeven dat Mitz zo snel en kort dronk en ik snapte maar niet waarom hij geen spekbeentjes kreeg zoals alle baby’s om mij heen. Het consultatiebureau gaf aan dat alle kindjes rond deze leeftijd minder groeiden en dat het wel weer goed kwam. Maar na een consult met een lactatiekundige kreeg hij de vreselijke diagnose: stille ondervoeding. Ik had er nog nooit van gehoord en schrok me wezenloos toen ik me ging inlezen.

Hoe had ik dit nou niet kunnen merken? Wat voor slechte moeder was ik dat ik over het hoofd had gezien dat hij niet genoeg binnen kreeg? Hoe had ik dit nou kunnen missen? Ik had zelfs zoveel voeding dat ik mijn melk had gedoneerd aan mijn nichtje. Hoe kon ik nou niet genoeg hebben? Ik nam het mezelf heel erg kwalijk en ben echt zo verdrietig geweest. Ik gaf mezelf de schuld van alles en voelde me heel, heel schuldig, niet alleen naar Mitz toe, maar ook naar mijn man. Het heeft dan ook lang geduurd voordat ik het een plekje kon geven.

Door de diagnose kreeg ik veel stress waardoor mijn voeding hard terugliep. Ik vertrouwde mijn lichaam niet meer en als we overgingen op flesvoeding zou hij vast beter groeien. Plus dat we dan tenminste konden zien wat hij binnenkreeg.

Mitz was al nooit fan van de fles geweest, maar weigerde helemaal als er kunstvoeding in zat. Iedereen zei dat hij even moest wennen, dat hij de fles wel ging accepteren en we worstelden door. Na drie weken brak ik. We konden ons zoontje alleen maar in een bepaalde houding voeden, het leek bijna wel dwingen. Het voelde helemaal niet goed en ondertussen dronk hij nooit zijn flesjes leeg en ging hij ook niet beter groeien.

Dit kon toch niet goed zijn! En kwam dit dan allemaal door de stille ondervoeding? Wat was er aan de hand met ons kindje, waarom wilde hij niet drinken? Hij werd minder vrolijk, speelde niet meer veel en deed al helemaal niks meer in zijn mond. Hij wilde geen fles in zijn mond, maar ook geen speelgoed en zelfs niet zijn eigen handjes. Toen kwamen we erachter dat Mitz slapend de fles veel makkelijker en beter dronk en zijn we dat gaan doen. Het is niet heel praktisch om een slecht slapend kindje alleen maar slapend te kunnen voeden, maar het gaf ons veel minder stress en veel meer rust.

We hebben een pre verbale logopedist in de arm genomen, zij kwam wekelijks aan huis en keek met ons mee. Mitz had voor de zoveelste keer spruw en dat kon ervoor zorgen dat hij veel pijn in zijn mondje had en dat hij daarom niks meer in zijn mondje wilde doen. Ze noemde het een pijntrauma. 

De logopediste gaf ons opdrachtjes en bedacht spelletjes om Mitz zo te helpen weer van alles in zijn mondgebied toe te laten. Schuldig als ik me voelde verlengde ik mijn ouderschapsverlof met een paar maanden, vastberaden om Mitz pas naar de opvang te brengen als hij gewoon de fles accepteerde. Ik deed alle spelletjes en oefeningen en struinde het hele internet af naar tips. En het lukte deels: Mitz accepteerde weer speelgoed in zijn mondje, begon weer op zijn eigen handjes te sabbelen en zijn mondgebied leek in dat opzicht hersteld. Alleen de fles bleef hij weigeren.

De logopediste stelde voor om Mitz te leren uit een bekertje te drinken zodat hij daarop over kon gaan en we zo het flessenprobleem konden omzeilen. Ook boden we vaker eten van een lepel aan, als we die hoeveelheden omhoog konden krijgen kon er misschien wel een fles af.

De weken gingen voorbij waarin we Mitz voornamelijk slapend de fles gaven. Soms had hij een goede periode en werd hij helemaal blij van de fles. Dat duurde dan een dag of vier en dan weigerde hij weer.

Mitz leerde uit een bekertje drinken en van een lepel eten. Hij accepteerde vrijwel alles weer in zijn mond behalve een fles. En hij deed niet meer dan 5 slokjes uit een beker. En niet meer dan 5 hapjes van een lepel. Wat we ook deden, hij at en dronk lang niet genoeg om een fles weg te kunnen laten.

Ondertussen was Mitz bijna 8 maanden en dronk hij al zijn flessen slapend. Hij deed drie slaapjes overdag en s ‘ nachts ging er twee keer een wekker af zodat hij dan ook nog twee flessen kreeg. Door het slapend voeden werd zijn slaapritme vaak verstoord. Soms werd hij wel 2 of 3  keer op een dag wakker van het voeden, dronk hij praktisch niks en sliep hij nauwelijks.

Daardoor bleef Mitz slecht groeien. We werden steeds wanhopiger en op een gegeven moment begon hij af te vallen. We zagen het gebeuren en konden er helemaal niks aan doen. Dat voelde zò ontzettend machteloos.

Ik denk dat ik het wel kan omschrijven als één van de naarste gevoelens die ik in mijn leven heb meegemaakt. Ik hoor het buikje van Mitz rommelen van de honger omdat hij al meer dan tien uren geen eten of drinken had gehad en alles heeft geweigerd. En ondanks dat hij honger heeft kan ik hem op geen enkele manier voeden. Hij blijft maar weigeren en huilen en we krijgen hem niet in slaap. En dit gaat al maanden zo. 

S’ nachts is hij vaak 1,5 tot 2 uur wakker van de honger en als we hem dan eindelijk in slaap krijgen moeten we nog een kwartiertje wachten voordat we hem de fles kunnen geven. Het is slopend.

En ook al weet ik dat het niet zo is, het voelt toch iedere keer weer alsof ik een slechte moeder ben. Alsof we andere keuzes had moeten maken, alsof we falen en geen goede ouders zijn. Ik bedoel, ieder kind eet toch gewoon? Wat is er mis met ons mannetje? Wat hebben we nou fout gedaan? Alles in mijn hele moeder-zijn roept dat er iets niet klopt, hij heeft pijn en ik vermoed verborgen reflux.

Ten einde raad komen we uiteindelijk terecht bij het eetteam van het ziekenhuis. We hopen en verwachten heel erg dat we nu eindelijk geholpen kunnen worden. Omdat hij afvalt wordt hij een week ter observatie opgenomen, we willen liever geen sonde omdat dat vaak traumatisch is en het al onze inspanningen om zijn mondgebied weer te mogen aanraken, dat hij weer dingen in zijn mond accepteerde teniet zou kunnen doen omdat hij dan opnieuw een pijntrauma in zijn mondgebied zou ervaren.

Een aantal verpleegkundigen zien ook kenmerken van verborgen reflux bij Mitz en met een nieuwe fles lijkt het drinken iets beter te gaan en komt hij wat aan. Ondertussen is zijn hele slaapritme ernstig ontregeld. Hij drinkt s ’nachts vaak wakker een fles omdat het dan donker is en er weinig prikkels zijn en wij zijn natuurlijk allang blij dat we er iets in krijgen dus geven hem altijd een fles, soms wel 3 of 4x per nacht.

De kinderarts geeft aan dat uit onderzoek blijkt dat medicatie niet helpt tegen reflux en dat de enige remedie indikken met johannesbroodpitmeel is.

Gewapend met de nieuwe fles en het indikken gaan we weer naar huis. We moeten het indikken twee weken de kans geven, dan zou het effect moeten hebben.

Na vier weken hebben we zijn voeding zo ingedikt dat het wel vloeibaar beton lijkt. En toch zien we nog steeds zijn voeding omhoog komen en spuugt hij met vlagen. De nachten zijn nog steeds slopend, overdag wordt Mitz steeds vaker wakker van de fles en we hebben geen moment rust meer. Hij ontwikkelt een aversie tegen de beker en de lepel en wil alleen nog maar zelf met zijn handjes eten. Maar ook dan zijn het maar 2 of 3 hapjes.

We raken allemaal uitgeput en huilend bel ik de kinderarts dat het zo niet langer gaat en smeek ik haar diverse keren om toch medicatie voor te schrijven tegen reflux, maar ze blijft bij haar standpunt en we krijgen het niet.

Weken gaan weer voorbij en we ploeteren verder. Mitz is ruim 9 maanden als hij voor de eerste keer bloed spuugt. Ik raak in paniek en wenste dat ik eerder op mijn moedergevoel af was gegaan en binnen een half uur zitten we op de eerste hulp. Het spugen is gestopt en we krijgen een collega van onze eigen kinderarts te zien. Ook haar smeek ik om medicatie, maar ze houdt zich vast aan het plan van haar collega. “ Er is vast een bloedvaatje geknapt, dat zien we wel vaker” waren haar woorden. Door mijn tranen heen pak ik mijn spullen en ga ik verslagen met ons zoontje naar huis. Twee weken later spuugt hij weer bloed en krijgen we dezelfde mededeling op de eerste hulp.

Ik ben ten einde raad, wanhopig. Mijn kindje van 10 maanden spuugt nu geregeld bloed en er is geen enkele arts die ons kan helpen?  Ik ben weer in paniek, maar de wanhoop overheerst.

Iedere vrije minuut die ik heb duik ik achter de laptop op zoek naar lotgenoten, professionals die ons wel kunnen helpen en we vragen een second opinion aan de andere kant van het land aan.

Daar kwam eindelijk een diagnose: ernstige verborgen reflux, extreme hypermobiliteit en sensorische informatieverwerkingsproblemen. We kregen daar eindelijk medicatie voor de reflux en het spugen is binnen twee weken voorbij. Maar deze kinderarts geeft aan dat ze inschat dat dit nog wel een jaar gaat duren.

Toen ik dat hoorde stortte mijn wereld in.

Mitz is nu al bijna 14 maanden en drinkt nog altijd zijn flessen slapend en eet nog steeds niks.

Weer duik ik achter de laptop op zoek naar een oplossing, en spreek online veel lotgenoten. Ik realiseer me dan ook heel erg dat het echt nog veel erger kan als ik die verhalen lees.

En dan komt NoTube in beeld. Zou dit dan dè oplossing zijn?

Wordt vervolgd.. 

 

 

INGE

 

Alle ouders zitten met dit dilemma: je kind laten huilen of niet?

Als je mama wordt kom je voor heel wat dilemma’s te staan. Bijvoorbeeld de vraag: je baby laten huilen of niet? Er zijn heel wat tegenstrijdige meningen en heel wat discussies over dit onderwerp. Zo heb ik ook een eigen mening. Een mening waar jij misschien niet achter staat, maar dat is niet erg. Net zoals het niet erg is dat ik niet achter jouw mening sta. Ik respecteer iedereen zijn mening, maar dat wilt niet zeggen dat IK het oké vind. Maar ik ga jou ook niet zeggen dat je het anders moet doen, gewoon omdat ik er anders over denk. 

Dus om terug te komen op het dilemma over laten huilen of niet… Ik ben een mama die haar kinderen laat huilen. Dan heb ik het vooral over de nachten. Mijn meisjes sliepen al rond 3 maanden heel vaak de nacht door. Ja, lucky me he? Zo kan je het inderdaad bekijken, maar er waren en er zijn nog steeds nachten dat ze het niet doen. Vooral Auriana dan, want van Eliana heb ik nu geen last meer. Vanaf het begin wou ik mijn kinderen meegeven dat de nachten om te slapen zijn. Dan denk je misschien een baby is nog te klein om dit te snappen, maar dat vind ik dan niet. Als een baby ’s nachts begint te huilen kan het natuurlijk om verschillende redenen zijn. Honger, vuile luier, tandjes… Maar meestal is het vooral aandacht.