Verloskundige Karlijn: “Deze papa werd het allemaal teveel!”

“Man down”

Het is vrijdagochtend als mijn dienst begint. Mijn collega belt me rond 7:45u en vraagt me naar ons lokale ziekenhuis te komen om haar af te lossen, ze is met een bevalling bezig en haar dienst zit er bijna op. Ik zorg dat ik gauw een hele snelle douche pak en regel dat mijn man de kids naar school en naar de opvang breng.

Rond 8:30u kom ik het ziekenhuis binnen gelopen. Ik kan meteen aan de bak, want de bevalling van Fien is in volle gang. Ze heeft het zwaar… mijn telefoon gaat iets naar negenen. Het is de volgende met weeën die belt. Het is Laure, haar vliezen zijn eerder die nacht gebroken en haar weeën zijn inmiddels goed begonnen. Ze zou het fijn vinden als er iemand komt. Aangezien ik “vast” sta, bel ik een collega. Zij gaat langs. Een uurtje later belt deze collega mij terug. Alles nog redelijk rustig daar. Laure heeft beginnende weeën, maar omdat haar vliezen al gebroken zijn, besloot mijn collega nog geen inwendig onderzoek te doen. Ze doet wel de andere controles en vertelt de toekomstige ouders opnieuw te bellen als de weeën korter op elkaar komen.

Rond 11:45 belt de partner van Laure. Het zet goed door, fijn als ik kan komen. Inmiddels is de baby hier geboren en maak ik vaart hier af te ronden. Ik kom rond 12:15u bij Laure en Bob thuis aan. Daar tref ik Laure rustig op haar zij in bed aan. Ze oogt relaxed, maar zegt ook direct dat ze wat druk voelt. Ik besluit direct even te checken hoeveel ontsluiting ze heeft.

Ze oogt alsof ze 5-6 cm heeft, maar schijn bedriegt. Ze blijkt volledige ontsluiting te hebben, daarbij zit haar baby al heel diep in haar bekken. Ik leg uit dat nu nog in de auto te stappen onverantwoord is. We blijven thuis. Laure vind het prima, ze zag het toch al niet zitten nu nog in de auto te stappen naar het ziekenhuis. Het is haar eerste kindje en ze vertelt me dat het precíes zo ging bij haar zussen.

We maken ons op voor een thuis bevalling. Ik zet partner Bob ook aan het werk, ik laat hem de kraamzorg bellen voor partus-assistentie (extra handen voor bij de thuisbevalling). Ik pak mijn andere tassen en baarkruk uit de auto en vraag Bob hydrofiele doeken te pakken, een kruik te maken en 2 vuilniszakken klaar te leggen voor de was en afval. Samen verbouwen we de slaapkamer nog een beetje door het bed op te schuiven, zodat we ruimte hebben om de kruk naast het bed te zetten.

We zitten 1 hoog in een klein appartement in Amsterdam.

Na 15 min krijgt Laure persdrang. Laure is heel relaxed en heeft vertrouwen. Bob oogt nerveus en gespannen. Logisch ook, het is ook was als het ineens zo’n vaart neemt en je bijna vader wordt!

Na even op de kruk geperst te hebben, gaan we even verder op het bed. De baby kan de bocht in het bekken goed maken en we zien al redelijk snel een hoofdje komen. Maar daar stagneert het een beetje. Dus alle trucjes komen uit de kast, houdingsveranderingen, blaas legen, andere manier van persen proberen. De kraamzorg komt binnen, altijd fijn een paar extra handen bij een thuisbevalling! Uiteindelijk gaat Laure toch even op de rug persen. Dit werkt voor haar eigenlijk het best. De baby komt millimeter voor millimeter dieper.

Bob zit naast haar op een krukje. Als de het hoofdje van de baby bijna staat, merk ik dat Bob een beetje wit wegtrekt. Bij de volgende wee en aanmoediging dat de baby er bijna is, zegt hij: “ik voel me niet goed”. Direct daarop zakt hij in elkaar. Hij begint een beetje te shaken, waardoor ik aan Laure vraag of hij medisch gezien gezond is en of hij bekend is met epilepsie. Nee, dat is hij gelukkig niet. De kraamzorg ontfermd zich ook om Bob. We proberen contact met hem te maken.

Dat lukt niet voor zeker anderhalve minuut. Hij is onspreekbaar

Karlijn

Een selectie betaalbare kidsfashion door onze Joyce

Kids Fashion by Joy

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, als het hierom gaat ben ik echt niet de meest hippe insta mom out there! Verre van zelfs, hoewel in BoBo, Minirodini en ga zo maar door allemaal echt prachtige kidsmerkjes vindt, vind ik het ook heel erg prijzig. En ja, ik heb nou eenmaal van alles twee nodig dus tel maar uit. En stiekem ben ik er daarnaast misschien ook wel gewoon te nuchter voor. Je zal mij dus veel vaker voor een leuk Zara oufitje voor de kids zien gaan. Leuke items voor een redelijke prijs, ik ben er gek op!

Vandaag deel ik twee leuke outfitjes met jullie. Heerlijk vooreen goed lente weertje! En voor de tweeling moeders onder jullie, ik vind dit ook enig naast elkaar dus zo hebben ze niet altijd hetzelfde aan maar vloeken ze ook niet met elkaar haha!!

Witte sweater ZARA

Regenboog sweater ZARA

Jogging broekje ZARA

Witte broek ZARA

All Stars via Zalando

De Rapley methode, wat is het? En is dit niet gevaarlijk?

Als het gaat om voeding voor je kindje worden er veel keuzes aan je voorgelegd. Borst- of flesvoeding? Zelf koken of potjes? En ook de keuze pureren of de Rapley methode? Wat de Rapley methode precies inhoudt ga ik uitleggen.

De Rapley methode is bedacht door Gill Rapley en wordt toegepast voor de eerste hapjes vanaf 6 maanden. Bij deze methode bied je geen gepureerd eten aan en ook niet met een lepel. Maar geef je je baby hele stukken eten. Bijvoorbeeld een stronkje broccoli of een partje appel. Maar ook een rijstwafel of een broodkorst kan zo aangeboden worden. De bedoeling is daarnaast dat je baby vanaf het begin mee eet met wat jij zelf ook eet, maar dan wel afgestemd op zijn ontwikkeling. Ook moet het eten zo klaargemaakt worden dat je baby eten zelf kan oppakken en in zijn mond kan stoppen.

Er zijn een paar belangrijke punten waar je aan moet denken voordat je deze methode gaat toepassen. Je kindje moet ten eerste goed rechtop kunnen zitten, bijvoorbeeld in een kinderstoel. Ook moet je kindje zelf eten vast kunnen houden en dit naar zijn mondje kunnen brengen. Als je kindje dit nog niet kan is er namelijk een kans dat hij te weinig te eten binnen krijgt. Simpelweg omdat er minder eten binnenkomt als je kindje zelf eet dan wanneer jij hem met een lepeltje eten geeft. Sommige kindjes hebben deze motorische vaardigheden nog niet met 6 maanden.

Het Voedingscentrum beveelt aan om vanaf 4 maanden te beginnen met oefenhapjes. Dit is wel gepureerd eten met een lepel omdat je kind dus motorisch nog geen hele stukken aan kan. In principe hebben kinderen pas vanaf 6 maanden vaste bijvoeding nodig. Maar het verschilt echt per kind wanneer hij/zij hieraan toe is. De Rapley methode begint dus echt pas vanaf 6 maanden.

Door het aanbieden van gepureerd eten met een lepeltje dat geleidelijk aan grover wordt ontwikkelen baby’s geleidelijk hun fijne mondmotoriek. Bij de Rapley methode worden grotere stukken voedsel aangeboden voordat de mondmotoriek daarvoor ontwikkeld is. Dit zou ertoe kunnen leiden dat kinderen zich sneller verslikken en minder voedingsstoffen binnen krijgen omdat het eten minder goed lukt.

Een voordeel van de Rapley methode zou zijn dat kinderen sneller met de pot mee eten. Een onderzoek uitgevoerd in 2016 benoemt deze verschillen maar geeft ook aan dat het aanbieden van zowel gepureerd eten als grotere stukken wordt aanbevolen. Je zou hierbij dus het grootste gedeelte van het eten kunnen pureren en dit steeds minder pureren naarmate je kindje ouder wordt. Hierdoor weet je zeker dat je kindje voldoende (ijzerrijke) voeding binnenkrijgt. Daarnaast kan je oefenen door af en toe wat grotere stukken aan te bieden. Zoals een stukje appel of komkommer. Laat nooit je kindje eten zonder toezicht omdat er ook bij gepureerd eten een risico op verslikken is.

Naast groente en fruit heeft je kindje ook andere voedzame voedingsmiddelen nodig. Dit is misschien lastiger om in zijn geheel aan te bieden. Houd hier ook rekening mee als je alleen de Rapley methode toepast.

De grootste angst die ouders hebben bij de Rapley methode is dus de kans op verslikken in grote stukken eten. Door te hoesten komt het eten weer terug en is er geen reden om in paniek te raken. Ook in gepureerd eten kunnen kinderen zich verslikken.

Ronde voedingsmiddelen die ook niet zacht worden zoals tomaatjes, druiven en knakworstjes kunnen in de luchtpijp blijven hangen bij het verslikken. Snijd deze dus altijd in twee of vier stukjes.

Tot op heden is er nog geen grootschalig onderzoek gedaan of de Rapley methode de voorkeur heeft boven het aanbieden van gepureerd eten met een lepel. Wat er tot nu toe aan onderzoek gedaan is toont geen specifieke voordelen van de Rapley methode qua ontwikkeling van mondmotoriek. Het grootste voordeel zou zijn dat kinderen beter verschillende soorten voedsel leren herkennen en eerder mee eten met de pot. Echter is er onvoldoende bewijs om wetenschappelijke conclusies te kunnen trekken. Er moet daarnaast ook nog onderzoek gedaan worden naar de impact van de Rapley methode op de inname van voedingsstoffen en energie.

Als je je er fijn bij voelt is de Rapley methode kan je dit zeker proberen. Maar als je het geen prettig idee vindt dan zijn gepureerde hapjes of een combinatie daarvan ook prima.

Ik ben benieuwd of jullie zelf ervaring hebben met de Rapley methode?

Bronnen:

https://www.consumentenbond.nl/kindervoeding/rapley-methode

https://onlinelibrary.wiley.com/doi/pdf/10.1111/nbu.12191

https://link.springer.com/article/10.1007/s13668-017-0201-2

 

Onze huisstyliste: “Het is nu tijd voor de Maxi Dresses!

Je kan er niet omheen deze zomer! Ideaal voor dagen waarbij het nog geen 30 graden Celsius is, dan draag je hem gewoon met een stoer cowboylaarsje. En als het kwik dan toch die smeulende temperatuur aantikt pak je een leuk slippertje en een bikini eronder en je bent ready voor het strand! Kortom een alleskunner die Maxi Dress want ‘s avonds een feestje? Stiletto eronder en je bent op chique, ideaal al zeg ik het zelf! Dus hang een aantal van deze jurken in jouw kledingcollectie. Hieronder staat fantastische inspiratie. 

Laat die warme dagen maar komen!

“Ooooooh, mama, roept de vrouw, gevolgd door ‘Hhhhnnnnnnggg’. Het vijfde kindje komt eraan!

Turkse baklava in de vroege ochtend

Bzzz bzzz bzz. Het is even stil en dan begint het geluid opnieuw. Bzzz bzzz bzzz.

Het duurt even voordat ik doorheb dat ik mijn ogen open moet doen. Ik knipper even en in mijn rechterooghoek zie ik mijn telefoonscherm oplichten in de donkere slaapkamer. Huh, ik heb toch geen dienst? Snel knijp ik mijn ogen dicht tegen het felle witte licht. Bzzzz bzzz bzzz, trilt de telefoon opnieuw. “Anoniem belt” staat er in het beeld. Mijn hand grist de telefoon van het nachtkastje en met een schorre stem pak ik op. Het is een collega. Ze verontschuldigt zich direct dat ze me wakker belt terwijl ik vrij ben, maar ze staat dubbel….Ik kijk op de klok, 04:30. Buiten is het nog donker. En ik logeer ook nog eens bij mijn vriend, ruim 25 minuten rijden naar het desbetreffende adres in de stad van onze praktijk.

Het gaat om 40 jarige mevrouw Ekici, 39 weken en twee dagen, zwanger van haar vijfde kindje. Ze heeft weeën om de 5 minuten maar het lijkt vlot te gaan. Collega geeft aan dat ze zelf met een andere bevalling bezig is en geen tijd heeft om te gaan. Ze vraagt of ik kan gaan kijken.

Ik beloof een huisbezoek te doen bij Esra en we spreken af dat ik haar bel met meer nieuws. Zodra ik mijn lenzen in heb en mijn tanden gepoetst, ren ik de trappen af naar beneden en start de auto.

Ik ken de route op mijn duimpje. Het Veluwse dorp uit, langs het kanaal en dan al slingerend door het platteland terug naar de stad.

Ruim 20 minuten later, als ik de wijk in kom waar ik moet zijn, belt de collega opnieuw. ‘Marlies, waar ben je? Want Amir belde net alweer, het lijkt heel hard te gaan!’. Ik zeg dat ik er echt bijna ben, trap het gaspedaal harder in en 5 minuten later parkeer ik de auto voor de deur.

Ik pak mijn verlostas uit de kofferbak en neem ook snel een set instrumentarium mee, en loop in een draf naar nummer 78. De deur staat al op een kier, maar ook zonder het huisnummer te zien weet ik waar ik moet zijn. “Ooooooh mama mama mama”, hoor ik iemand roepen, gevolgd door luid gepuf.

Op de bank gedrapeerd ligt Esra. Haar ravenzwarte haar krult om haar gezicht door het zweet, haar lange zachtroze pyjamajurk zit strak om de bolle buik. Er komt weer een wee, en opnieuw vult de kamer zich met haar oerkreten. Tijdens de wee gooit ze haar hoofd in haar nek en wiebelt ze met haar voeten, netjes gehuld in pantoffeltjes met kant. Haar hoofddoek is afgegleden en ligt naast haar op de bank.

Op tafel staat een etagere met allerlei lekkers, de afgelopen dagen versgebakken door de vier oudste dochters van Amir en Esra.

Het is bloedje heet in de kamer, dus ik ontdoe me snel van mijn winterjas. Amir grijnst: “jij zei dat het huis 22 graden moest zijn als baby komt, dus ik doe nu precies wat jij zegt!”.

Zodra we controles hebben gedaan, weten we dat Esra 7 centimeter ontsluiting heeft. Haar vliezen zijn nog niet gebroken. Het babyhartje klinkt goed.

Dit is nou de grootste illusie als je kind naar de basisschool gaat!

“Is deze vacature niks voor jou? Je wilt toch nu wel wat met je opleiding gaan doen?” Ik keek via de interne vacaturebank al een tijdje uit naar een nieuwe baan. “Het is fulltime, maar misschien lukt dat je wel nu de kinderen bijna naar school gaan.” Mijn collega’s wisten van mijn ambities en regelmatig werd ik getipt over een interessante vacature of uitgenodigd voor een kopje koffie. Aan alle kanten werd ik gestimuleerd om eindelijk een vervolgstap te zetten. Ze zagen het in mij, ik zag het in mij. En fulltime was misschien wel een mogelijkheid, nu ik meer ruimte kreeg en de kinderen uit de luiers waren. Niet voor niks had ik gestudeerd naast mijn baan en gezin.

Dementie

Moe was ik nog steeds wel. Maar dat waren toch alle moeders? Vergeetachtig was iets nieuws. “Ach ja, dat heb ik ook sinds de kinderen en is nooit meer helemaal goed gekomen,” lachte mijn oudere collega mij bemoederend toe. Maar toch voelde dit anders. Zelfs al had ik ’s ochtends de agenda doorgenomen, wist ik begin van de middag al niet meer dat we naar de tandarts moesten. Ik begon zelfs te twijfelen aan mijn geheugen. Ik kreeg angst en was bang dat er iets mis was met mijn hersenen. Had ik misschien een vroege vorm van dementie?

Slaaptekort

Na 2,5 jaar sliep onze jongste zoon eindelijk goed door. Ik had in al die maanden geen enkele week helemaal kunnen doorslapen. Er zaten nachten tussen waarbij ik ieder kwartier werd gewekt, nachten waarbij ik vóór 3 uur aan de beurt was en mijn man de 2e helft van de nacht, nachten waarbij ik de enige was die hem kon troosten, nachten waarbij ik het ook niet meer wist. Bij iedere verkoudheid, ieder tandje, ieder krampje zaten we rechtop. Het was slopend. Maar nooit heb ik me er 1 dag voor ziekgemeld. Ondanks dat ik vaak als een geest over de afdeling zweefde kon ik toch functioneren. Jaar na jaar werd ik met ‘goed’ tot ‘zeer goed’ beoordeeld. Dus een carrière stap lag voor de hand.

De illusie van het basisschool tijdperk

Inmiddels zat 1 zoon op de basisschool en mijn jongste zoon nog op de kinderopvang. De route van en naar werk, die ik aflegde per trein, verlengde zich nu er een extra adres was om rekening mee te houden. Dat er nu 1 naar school ging voelde absoluut niet als een verlichting. Integendeel, dat was een illusie. De race tussen de verschillende locaties en daarbij ook de activiteiten die zowel de opvang als school van mij vroegen, vond ik maar moeilijk te combineren. Ik wilde namelijk álles doen. Dus ook die oudercommissievergadering bijwonen en ook die voorleesmoeder zijn. Toen er iemand voor een andere commissie werd gevraagd en ik mij uiteraard had aangemeld, stond mijn man erop dat ik dit terugdraaide. Hij voorzag dat mijn drang om overal aan te willen bijdragen, ten koste van mezelf zou gaan. Daarbij kwam nog dat onze oudste zoon het totaal niet naar zijn zin had op de naschoolse opvang. Mijn hart brak toen hij vroeg: “Mama, waarom heb je dit voor mij gekozen?”

Lisette kwam als kraamverzorgster 19 jaar te laat, oeps

Ik ben Lisette, 25 jaar oud en werk 1,5 jaar als kraamverzorgende. Hiervoor heb ik vier jaar op een kinderdagverblijf gewerkt. Ik heb een neefje waar ik een soort van tweede moeder voor ben. Ik vind het heerlijk om op hem te passen, dit doe ik al vanaf dat hij drie maanden oud is. Ik heb al bijna zeven jaar een leuke vent aan mijn zijde. 

Als kraamverzorgende sta je vanaf 8 uur in wacht voor een eventuele dienst. Dit betekent dat je vanaf dat moment inzetbaar bent. Ik werk deze week zes dagen, want we werken allemaal om het weekend. Ik was zojuist gebeld, dus ik bel mijn collega van de planning terug. In eerste instantie had zij een Engelstalig gezin voor mij, maar ik ben niet zo goed in de Engelse taal. Ik zou niet de zorg kunnen bieden die ik zou willen. Gelukkig was er toch nog een Nederlands gezin voor mij. Ik kleed mij aan en stap in mijn witte pakje in de auto. Ik voer het adres van de kraamvrouw in. Helaas niet in mijn regio, maar dat maakt mij niet zo veel uit.

De jongen die vorige jaar de boel kort en klein sloeg, doet nogmaals schoolexamen, en ik surveilleer… DEEL II

Een aantal vragen voor het einde van deel één, zucht hij nogmaals diep, staat vervolgens op en mompelt iets in de trent van: “Dit gaat hem toch niet worden!”. Hierna loopt hij het examenlokaal uit. Ik loop hem achterna. In de aula pakt hij zijn telefoon, belt zijn moeder. Ik “schrik” van zijn houding richting zijn moeder. Scheldend, tierend en op een zeer bedreigende toon sommeert hij haar om hem direct op te komen halen. Hij loopt met grote passen door de gang en eist dat een van mijn collega’s zijn lokaal open maakt waar nog spullen liggen. Opmerkelijk is dat de toon nog altijd niet vriendelijk is, maar anders dan zojuist aan de telefoon. Ergens klinkt toch een soort van respect in zijn eis. Ik kies ervoor om bij hem in de buurt te blijven en loop hem dus achterna. Inmiddels zijn er meer collega’s aanwezig om escalatie te voorkomen of te kunnen assisteren indien het wel tot een escalatie zal gaan komen. Ik hoor hem weer tekeergaan tegen zijn moeder, de toon wordt steeds heftiger en bedreigender. Vervolgens hangt hij op, neemt hij een stoel en gooit die in de richting van de PC’s achter in het lokaal, waarna hij het lokaal weer verlaat en in de aula gaat zitten. Zijn moeder is op dat moment onderweg om hem te halen. Verschillende collega’s doen een poging het gesprek met hem aan te gaan. Allen wijst hij af. Duidelijk, maar met een soort respect. Uiteindelijk loopt hij naar buiten en ik besluit een poging te wagen, vanwege mijn eerdere besluit hem nabijheid te blijven geven. Ik vraag of ik iets voor hem kan doen. Dat kan ik niet. Hij geeft aan alleen maar weg te willen. Ik zeg tegen hem dat ik trots ben en dat het niet geeft. Hij denkt hier anders over. Hij heeft een kutdag, een kutweek. Hij heeft gefaald. Hij is teleurgesteld. Ik besluit hem te laten en geef hem aan beschikbaar te zijn wanneer hij erover wil praten. Dit wil hij niet, hij loopt naar de weg, waar zijn moeder komt aanrijden.

Ik baal. Het is hem weer niet gelukt. Toch ben ik trots. Trots op het feit dat hij het tóch weer heeft geprobeerd. Trots op het feit dat hij zich over zijn faalangst heeft durven heenzetten in de hoop dat het nu wel zou lukken. Trots dat hij zijn woede-uitbarsting heeft volgehouden tot buiten de examenzaal. Toch baal ik. Ik had het hem zo gegund. Ik had hem zo gegund dat hij zou ervaren dat hij dit kon volbrengen, een mooi resultaat zou halen, hij ervan af was, trots was. Helaas is dit waar we dagelijks mee dealen in ons onderwijs. Een mooie kans, die VMBO examens met een echt diploma. Maar voor sommige leerlingen simpelweg niet haalbaar of niet passend. Voor hen maken we andere trajecten. Ook heel mooie. Trajecten die bij dit soort leerlingen beter passen. Trajecten op maat. Want dat is wat speciaal onderwijs, speciaal maakt.

Bijzonder: Een vrouw van 46 jaar oud gaat bevallen en verloskundige Karlijn is daar bij

Charlotte zit tegenover me tijdens haar eerste afspraak bij mij op de praktijk. Ze is nu acht weken zwanger van haar eerste kind. Haar partner is er niet bij, die is in het buitenland vertelt ze. Als ik vraag naar hoe het met haar gaat, straalt ze. “Ik voel me heerlijk, het is eindelijk gelukt!”. Daarmee doelt Charlotte op de zwangerschap. Ze is 46 en had al jaren een zwangerschapswens. Acht jaar is ze bezig geweest om zwanger te worden. “Na acht jaar is het nu zover, eindelijk zwanger.” Charlotte vertelt me over de lange weg die ze hebben moeten afleggen. Onderzoeken, puncties, medicijnen, het was een lang traject. Uiteindelijk bleek ze dusdanig onvruchtbaar, dat ze haar zwangerschapswens over de grens in vervulling moesten laten gaan. “We kozen ervoor om naar Spanje te gaan”, vertelt ze me. Aldaar heeft ze eerst IVF en daarna een paar keer ICSI ondergaan. Maar toen dit allemaal geen resultaat gaf, zijn ze overgegaan tot eiceldonatie. Een moeilijke keuze, zo vertelt ze me. Maar haar zwangerschapswens was zo groot, dat ook deze hobbel werd genomen. En nu is Charlotte in verwachting van een eicel van een vrouw van 25 jaar. Haar partner is wel “gewoon” de vader. Als ik vraag hoe dit voor Charlotte is, lacht ze. “Ach, het is een heel proces geweest. Als je me acht jaar geleden had gezegd dat ik zwanger zou worden van een eicel van een andere vrouw, had ik je voor gek verklaard. Maar dit is dus hoe diep het kan zitten, de wens om moeder te worden”. En ik begrijp haar wel… 

 

 

 

Tijdens de intake hebben we het over haar medische geschiedenis, over de geschiedenis van de eiceldonor (waar ze best wat informatie over heeft) en haar partner. We hebben het over de prenatale testen die ze eventueel kan doen en over waar de zorg rondom haar zwangerschap zal gaan plaatsvinden. Charlotte heeft officieel een medische indicatie, doordat ze zwanger werd van een eicel-donor. Maar ze kiest er heel bewust voor om bij de verloskundige onder zorg te zijn. “Ik wil net als mijn vriendinnen, ook zo graag bij jullie onder zorg”, geeft ze aan. Dit begrijp ik, al heb ik ook de plicht haar in te lichten over de risico’s die haar zwangerschap met zich zou kunnen mee brengen. Zo heeft ze bijvoorbeeld een iets verhoogde kans op een hoge bloeddruk en een zwangerschapsvergiftiging. Deze kent ze, want ze heeft heel grondig onderzoek gedaan naar dit onderwerp al voor ze zwanger werd middels een donor-ei. Ik beloof haar goed in de gaten te houden tijdens de controles die zullen komen.

 

Een half jaar later is Charlotte 38 weken en 2 dagen zwanger als haar vliezen spontaan breken. Ik heb dienst op deze druilerige maandagmiddag. Het is 14u en ik ga bij haar langs, haar weeën zijn inmiddels ook rustig aan begonnen. Charlotte lacht als ze me ziet: “het is zover Karlijn!”, zegt ze. Ik ga naast haar zitten op de skippybal, waar ze haar weeën opvangt. Ze doet het heel goed, ze zucht de weeën rustig weg. Als ik haar na 45 minuten na mijn binnenkomst voor het eerst onderzoek heeft ze 1 centimeter ontsluiting. Een beetje teleurgesteld is Charlotte wel, want ze hoopte op iets meer. Ik leg haar de verschillende fases van de bevalling uit. Charlotte zit nu nog in de latente fase en we spreken af dat ik over een uur of drie terugkom.

 

 

 

Rond 18u ben ik opnieuw thuis bij Charlotte en haar man. Een ander plaatje nu, want Charlotte moet hevig zuchten bij iedere wee. Ze komen nu ongeveer iedere 2-3 minuten en ik. zie zo al dat Charlotte inmiddels in de “actieve fase” is beland. Als ik haar onderzoek blijkt ze 5 centimeter ontsluiting te hebben. Charlotte kijkt me opgelucht aan. “Heb ik die weeën niet voor niks gehad!”. Ze willen graag naar het bevalcentrum in de buurt. Ik bel en we zijn welkom. Tegen 19u komen we daar aan. Ik laat Charlotte en haar man even alleen acclimatiseren als ik een telefoontje krijg van een andere zwangere. En als ik na 5 minuten terug kom op de kamer heeft Charlotte mij duidelijk nodig. Samen zuchten we de weeën weg, terwijl haar man op haar onderrug duwt. Dit helpt haar goed, want ze heeft fikse rugweeën. Na 2,5 zo door te puffen samen krijgt Charlotte drukgevoel. Ik voel naar haar ontsluiting en ze heeft 9,5 centimeter ontsluiting. Ik laat haar het laatste randje nog even wegzuchten op haar zij, wat niet gemakkelijk is voor Charlotte. En ze vraagt me om iets tegen de pijn. “Ik wil niet meer, ik kan echt niet meer Karlijn”, zegt ze. Ik begrijp haar wanhoopsgevoel goed, dit is een moeilijk moment, waar nagenoeg iedere barende doorheen moet. Ik spreek haar moed in, zeg haar dat ze het kan en dat ze er écht bijna is. Niet lang daarna golft haar buik en drukt ze onbedaarlijk mee met de wee. Het teken dat ik weet dat ze nu echt volledige ontsluiting heeft.

 

 

 

Charlotte wilde graag op de baarkruk bevallen, dus ik stimuleer haar op de kruk plaats te nemen. Maar ze ziet het niet zitten om van bed te verplaatsen naar de kruk. De meeste vrouwen vinden verandering van positie heel vervelend in dit stadium. Toch wil ze ook graag de baarkruk proberen, dus tijdens een korte pauze van de wee help ik haar op de kruk. Na 48 minuten persen, zie ik een hoofdje komen met veel haartjes. Als ik dit aan Charlotte vertel zie ik een verandering in haar ogen. Zo van: oké, dit gaan we doen! Ze perst nog een paar keer en dan laat ik haar zuchten. Het hoofdje van de baby “staat” nu (dit noemen we zo als het hoofdje bijna geboren wordt, meestal de volgende wee). Al zuchtend wordt haar kindje twee weeën later geboren. Ze pakt haar kindje zelf aan, zoals ze van te voren gewenst heeft. Als ik haar twee uur later achter laat in het bevalcentrum, ligt haar kleine meisje gulzig te drinken aan haar borst. Ik kijk naar Charlotte en haar man, zo’n liefdevol stel, in de wolken met hun dochter. “Ben je daar eindelijk schatje, je bent zo welkom”, hoor ik ze zeggen. Tevreden doe ik de deur achter me dicht. Liefde vermenigvuldigd zich écht, als je het deelt.

 

 

VERLOSKUNDIGE KARLIJN (klik hier voor haar)