Ruilde fashionista Maike Beunk haar krulset, make-up en top feestjes in voor bankhangen met de baby?!

Het moet op de helft van mijn zwangerschap zijn geweest. Mijn lunchdate met één van mijn beste vriendinnen.

Ik: ‘Maar je kent me. Ik hou van het Bourgondische leven. Terrasjes, lang tafelen met vrienden in een goed restaurant en een feestje op zijn tijd. Dat maakt mij gelukkig. Ik wil dat echt niet kwijt hoor.’

C: ‘Ik weet het. Dat kan ook nog steeds wel.’

Ik: ‘Ik neem haar gewoon overal mee naartoe. Dan wordt ze een makkelijke baby. En ze gaat regelmatig uit logeren naar de opa’s en oma’s.’

C: ‘Ja, je ziet het dan vanzelf wel Maike.’

Ik: ‘Maar denk jij dat dat niet zo gaat zijn dan?’

C: ‘Het wordt anders. Je gaat je nieuwe leven met kind vaker wel dan niet verkiezen boven die avondjes met vrienden.’

Ik: ‘Maar dat vind je dan leuker? Thuis met je kind zitten?’

C: ‘Ja. Daar ligt je geluk.’

Ik kon me er niks bij voorstellen. Wel de liefde voor je kind. Absoluut, dat wel! Maar dat mijn leven net zo ‘burgerlijk’ zou worden als dat van mijn vriendinnen zag ik nog niet gebeuren. Het merendeel van hen was al jaren moeder. Ik was de ‘laatbloeier’. Ging voor de carrière, werkte het grootste gedeelte van de week en in het weekend of de avonden hing ik rond in de stad met vrienden die ook drukker bezig waren met werken en sociale contacten dan het stichten van een gezin. Niet dat ik daar niet van droomde, maar ik was single, had een eigen bedrijf en genoot ook nog wel heel erg van de vrijheid. Mijn vriendinnen met kinderen waren mijn vertrouwde basis maar onze levens lagen ver uiteen. Ik riep mijn gehele zwangerschap heel hard hoe ik als moeder zou zijn. ‘Makkelijk, jong en nog net zo met uiterlijk en mode bezig als destijds. Ik zou desnoods mijn wekker om 5 uur ’s ochtends zetten om te make-uppen en de carmen set in te draaien. Mijn ouders zeiden vaak ‘Wacht jij nou maar af. Je kunt dit wel allemaal roepen maar in de praktijk zal het heel anders zijn’.

En daar was Pippa. Een lief klein hoopje geluk. Maar wel een hoopje geluk, dat zelf nog niet zo gelukkig was. Of het nou kwam door de 16 dagen die ik overtijd ging, wat achteraf te lang voor haar geweest blijkt te zijn. Door de heftige bevalling of mijn onzekerheden tijdens de zwangerschap. Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ze angstig was. Ze vertrouwde niks. Het badje niet, het bedje niet en voor mij gevoel zelfs mij niet. Wekenlang troostte ik haar, knuffelde ik haar, droeg ik haar en liet ik haar voelen dat ik haar in elke situatie beschermen zou. Geduld hebben en mezelf compleet wegcijferen is wat ik deed. Ik liep 6 van de 7 dagen in joggingpak rond. Ik was al blij als ik aan het einde van de dag überhaupt gedoucht had. En een uitje met vriendinnen? Ik moest er niet aan denken haar uit handen te geven. Toen Pippa een maand oud was vroegen mijn beste vriendinnen me mee uit eten. Ik barstte in tranen uit. Ik wilde niet, was zo bang dat het vertrouwen dat ik met haar aan het opbouwen was weer op nul zou staan als ik haar een avondje alleen liet. Dus daar ging mijn plan om er altijd tiptop uit te zien en om de kleine overal mee naartoe te slepen en ‘makkelijk’ te maken. Mijn kind bleek andere behoeften te hebben. Rust, regelmaat en moederliefde. En dat gaf ik haar. Maandenlang. Ik ben dan ook enorm dankbaar voor het feit dat Pippa is uitgegroeid tot een vrolijk, grappig en bovenal tevreden meisje.

En daardoor kom ik ook weer toe aan mijzelf. De mascara zit weer vaker wel dan niet op mijn ogen. Maar mijn uiterlijk is wel bijzaak geworden. En dat vind ik heerlijk. Je denkt toch niet dat ik mijn wekker om 5 uur ’s ochtends ga zetten voor een laagje plamuur of krultang? Nee, slaap is heilig nu. Dan maar minder in de ‘plooi’. Ik durf en ga ook weer meer weg. Dan gaat Pippa uit logeren bij de Opa’s en Oma’s. Zeker niet wekelijks, maar wel maandelijks. Etentjes, een nachtje Amsterdam of een klein feestje. Vaak heb ik van tevoren heel veel zin. Even geen moeder maar de oude Maike zijn. Maike als individu. Tijdens het etentje, weekendje of feestje ervaar ik dat ook echt zo. Ik geniet van het ‘jong’ zijn. Maar zodra ik de volgende dag wakker word wil ik maar één ding. Zo snel mogelijk naar mijn dochter toe. De woorden van mijn vriendin snap ik nu als geen ander. Thuis bij Pippa. Daar ligt mijn geluk.

Bevallingsverhaal: “Wat een horror, maar na een aantal uren gaf ik aan dat ik het zo weer zou doen, mooie moedernatuur he!”

Zaterdag 6 mei 2017. 39 weken en 6 dagen zwanger. In de ochtend lunch ik nog gezellig met een vriendinnetje. Dit zal echt de laatste keer zijn dat we elkaar zien zonder baby en dikke buik. Een vrouw op het terras vraagt me nog wanneer de baby komt. ‘nou morgen, hoop ik!’. We gaan naar huis nemen afscheid en ik maak die dag mijn wekelijkse buik foto’s. Normaal doe ik dat op zondag maar stel je nou eens voor dat ons meisje er dan al is. Die dag telde ik al weken af dus het zou toch wel nog even kunnen duren. Na het bewerken van de foto’s doe ik nog even een dutje. Wel heb ik wat last van mijn buik maar niets bijzonders.

Mijn man belt me einde middag vanuit zijn werk dat hij naar huis komt en vraagt hoe het gaat. Ik gaf aan dat ik wat buikpijn had maar verder niets. Mijn man komt naar huis en neemt een broodje mee. Rond 19.00 krijg ik toch met regelmaat wat meer krampen en zet voor de zekerheid de weeën timer aan. Dit heb ik niet meteen gezegd tegen mijn man omdat ik het zelf ook niet wist. Daaruit bleek dat het toch wel beginnende weeën waren. Het gekke is, maanden weken en dagen ben je bezig met hoe de bevalling begint (ik tenminste). Maar als het dan zo ver is , is het ineens echt. Dat is heel gek.

Na een uurtje kwamen de weeën toch wel met regelmaat en hebben we de verloskundige gebeld. Die gaf aan dat er zeker iets aan de hand is. Als het sneller achter elkaar komt moeten we weer bellen. Krap een uur later merk ik dat ze toch wel al sneller komen en besluit toch te bellen. De verloskundige heeft haar dienst over gedragen aan een andere en die gaf aan wel even te komen. Vervolgens belt ze dat ze aan het verkeerde adres staat. We waren pas verhuisd dus het nieuwe adres stond niet goed vermeld. Oeps… De vrouw die open deed is zelf 3 maanden geleden bevallen. We hadden haar maar even geappt dat ze het tegen anderen even stil moest houden.

De verloskundige was binnen en we gingen al snel bekijken hoe het er voor stond. Uit vele verhalen wist ik dat het lang kon duren dus ik stelde me nergens op in. Na inwendig onderzoek bleek ik op 4 cm te zitten. Dat was een fijn bericht! Al bijna op de helft en ik heb er tot nu toe weinig last van gehad. Niet wetende dat het nog 1000x erger wordt, maar lang leven de onwetendheid. Omdat ik in het ziekenhuis wilde bevallen konden we meteen gaan. Ondertussen belden we mijn moeder en schoonmoeder op om ze op de hoogte te brengen maar dat ze vanzelf wel hoorde als de baby er was. Ik merkte dat de weeën wat heftiger kwamen maar nog te doen.

Bij het ziekenhuis aangekomen was er totale rust. Het was zaterdag avond 21.00 dus alles was dicht en weinig mensen. Dat is voor een barende vrouw wel erg fijn. Geen mensen die je aanstaren oid. Bij de ingang pakte de verloskundige een rolstoel. Ik denk dat ik haar half uitgelachen heb. Je denkt toch niet dat ik in een rolstoel ga zitten. Ik kan prima lopen. Ze gaf aan dat het wellicht wel fijn is als we die hebben als we naar huis zouden gaan . Ik was in de veronderstelling dat ik wel lopend het ziekenhuis uit zou gaan , sure… Daar kom ik nog wel op terug.

In de lift gaat mijn telefoon nog over. Het is mijn schoonmoeder. Dit was gek want we hadden duidelijk aangegeven niet gebeld te worden . Ik was licht geïrriteerd. Achteraf liep mijn schoonmoeder als een kip zonder kop door het huis en belde me door alle opwinding per ongeluk. Arme vrouw, ook nog haar eerste kleinkind.

We installeerde ons in de kamer. Allemaal prima. De weeën waren nog te handelen en ik appte een vriendin. Die niet wist dat de bevalling was gestart. Rond 23.30 kreeg ik weer een onderzoek. Dat ze dit doen tijdens een wee was mijn niet bekend. Ik dacht ze voelt even snel en is klaar. Helaas wacht ze op een wee, of twee en kan dan pas beoordelen. Niet heel prettig. Ik zat 4/5 cm. Dat was na een snelle start wel een domper. De verloskundige stelde voor om mijn vliezen te breken. Dan zou het wat sneller gaan. Kom maar op dacht ik. Direct na het breken van de vliezen kwam er paniek! De weeën werden direct wel 10 x heviger. Iets wat mijn lijf en geest even niet aan kon. Die had ik niet zien aankomen en ik had echt andere mensen nodig om me rustig te houden. Uiteindelijk lukte dat enigszins. Maar jeetje wat een pijn. Ik heb nog geroepen dat ik niet snap waarom mensen dit vrijwillig doen. En gedacht dat ik nooit meer kinderen wil. Iets wat elke vrouw denkt denk ik. 

Ik had mijn ademhaling onder controle en was rustig. Als ik me op mezelf concentreerde lukt het me op de weeën op te vangen maar ik heb wat gevloekt in mezelf.

Quote van de dag : ‘ slaapt ze nou ?’

Mijn man vroeg aan de verloskundige of ik sliep. Nou zei de verloskundige ik denk niet dat ze slaapt Haha. Grapjas, blijkbaar lag ik zo stil dat het zo leek. Alles was behalve waar.

Ook een dingetje wat ik niet wist. Als je vliezen zijn gebroken dacht ik nou dat water is er uit klaar. Je lichaam blijft vruchtwater aan maken dus bij elke wee kwam er steeds weer wat mee. Je ligt dus ook nog lekker met je blote kont in de nattigheid. Gelukkig verschoonde ze dit regelmatig.

Rond 01.00 zat ik op 7 cm dus er zat schot in! Ik ben de hele bevalling niet uit best geweest, enkel om te plassen . Wat overigens echt zwaar was. Uit bed met weeën, zwaartekracht en pijn.

Ook kreeg ik voldoende water aangezien ik veel dorst had en mijn mond totaal was uitgedroogd van het puffen. Op foto’s is de zien hoe de vellen aan mijn lippen hingen, volgende keer toch maar vaseline smeren. Tijdens de hele bevalling en weeën was Valerie ontzettend beweeglijk, wat erg pijnlijk was. Ook had ze een aantal keren de hik. Na 1,5 uur (rond 1 uur) was het weer eindelijk tijd om te kijken hoe ver ik was. Het breken van de vliezen had zijn werk gedaan. 7-8 cm. Het einde was in zicht. Het was nu bijna zover. Na een uur of anderhalf werd er weer gekeken en had ik 9 cm. Yes nog 1 cm. Het bleek dat mijn blaas vol zat. Ondertussen kreeg ik ook persweeën maar die moest ik nog weg puffen. Ik vergelijk persdrang alsof je moet overgeven maar de druk naar beneden wordt gezet ipv naar boven. Dat gevoel wat je lichaam geeft is niet tegen te houden. Wat een geweld is dat. Omdat mijn blaas vol was stelde mijn verloskundige voor om te gaan plassen. Dan zou ik als het goed is volledige ontsluiting krijgen. Nou succes… Ga maar eens met 9 cm persdrang uit bed om naar de wc te gaan. Dat lukte dus niet dus besloot ze om een katheter in te brengen. Dat heeft ze zo netjes en voorzichtig gedaan dat ik er niets van voelde! Wel is het niet te doen om persweeën op dat moment weg te puffen. Echt vreselijk. Maar goed , 10 cm! Nu kon het beginnen. Ik mocht af en toe een beetje mee persen. In het begin was dit even lastig want hoe doe je dat. Het bleek al snel dat de Valerie het allemaal niet zo fijn vond. De harttonen daalde af en toe. Ik moest op mijn linkerzijde gaan liggen en mocht niet mee persen. Mee puffen was de enige optie. Niet fijn kan ik je zeggen. Uiteindelijk is er voor gekozen om de verloskundige van het ziekenhuis er bij te roepen. Ik kreeg een ctg band en de baby kreeg plakkers op haar hoofd. Daarop was te zien dat het niet te lang meer moest duren. Ik mocht mee persen en ik voelde het hoofd al zakken maar ze was er nog niet. De verloskundige van het ziekenhuis gaf me duidelijke instructies hoe ik mijn benen vast moest houden. Auw nee dat doet zeer. Maar het ging nog steeds niet goed. Ik hoorde haar zeggen: ‘Ik ga je even verdoven, we gaan plaats maken’. Huh wat? Ga je me inknippen dan, vroeg ik nog. Waarop ze zei” Ja ik wou het iets vriendelijker zeggen schat, maar ja we gaan je inknippen. Hmm Slik.. Ze zette de knip zodat Valerie er snel uit zou komen. Waar ik overigens niets van gevoeld heb! De gynaecoloog keek al om te hoek of het goed ging.  Maar ik had geen keuze en dat liet ze me ook weten. Benen goed vastpakken en mee persen zo hard je kan. Na de knip heb ik een paar x geperst. Daarna zei ze bij de volgende wee is jullie meisje er. Volgende wee? Nu! Ik heb er niet opgewacht en heb zo hard geperst totdat er ineens een warm glibberig meisje op mijn buik lag. Wat een ontlading en wat een bijzonder moment was dat. Ik was direct alle heftige pijn kwijt en moest echt op adem komen. Met ons meisje ging alles goed en ook met mij ging het goed. In totaal heb ik maar 38 min persweeën gehad waarvan ik in totaal maar 5 x echt heb geperst. Dat is dus helemaal niet lang en veel achteraf. Ik kijk terug op een hele goede bevalling en over drie maanden komt nummer 2. Hopelijk gaat deze net zo voorspoedig.  Valerie is geboren om 7 mei 2017 op de uitgerekende datum. Ze was 54 cm en 3775 gr.

Na een aantal uren gaf ik trouwens al aan dat ik het zo weer zou doen, mooie moedernatuur he!

Tijdens mijn zwangerschap had ik een angststoornis

Lang heb ik getwijfeld of ik dit kwetsbare stukje van mezelf wel of niet op papier zou zetten en zou delen met de wereld. Ik vond redenen om het niet te doen, waarvan schaamte de belangrijkste was. Maar de redenen om mijn verhaal wel te delen wegen zwaarder: dit platform wordt door veel (wens-) mama’s gelezen en ik kan me voorstellen dat er medelotgenoten onder de lezeressen zijn die wel een stukje herkenning en bemoediging kunnen gebruiken. Ik weet dat ik dat erg prettig vond tijdens mijn zwangerschap.

Goed, daar komt ‘ie:
Tijdens mijn zwangerschap had ik een angststoornis. Ik ben altijd al een typje geweest dat zich snel zorgen maakt. Ik wil alles perfect doen en dus vooral geen (fatale) fouten maken. Spanningen zo nu en dan waren voor mij dan ook ‘normaal’. 

 

 

Op een prachtige dag in februari ontdekten mijn man en ik dat we een kindje verwachtten. We waren verrukt en blij, want na 10 of 11 rondes proberen begon de moed mij al een beetje in de schoenen te zakken. Het mooie, overduidelijke streepje op de zwangerschapstest was meer dan welkom! De eerste weken verstreken en behalve dat ik wat vermoeidheidsklachten had, zat ik goed in mijn vel.
Ergens in week 6 of 7 van de zwangerschap moest ik naar de tandarts. “Gewoon een simpele controle”, dacht ik. Ik had mijn sportoutfit al aan, om na mijn tandartsbezoekje naar de sportschool te gaan. Terwijl ik zat te wachten op de tandarts, riep een assistente mij om wat foto’s te maken van mijn gebit. ‘O ja, dat is inderdaad al weer even geleden,’ grapte ik nog tegen haar. Ik nam plaats op de stoel in een aparte ruimte en voor ik het wist waren de foto’s gemaakt. Maar terwijl ik op de stoel zat voor de gebitsfoto’s zag ik een deur die leidde naar een apart hokje in de kamer en op die deur zat een sticker. Een gele driehoek moet een zwart uitroepteken met daaronder een soort waarschuwingsboodschap dat zwangere vrouwen geen röntgenfoto’s mochten laten maken. Je raadt het al: paniek. Waarom hadden ze die rotsticker niet op de deur naar de fotoruimte geplakt, zodat je de sticker al vanuit de wachtkamer kon zien?! Ik vroeg de assistente of het kwaad kon voor mijn baby. Ze keek twijfelachtig en lichtelijk geschrokken. Ze zei dat ze het niet precies wist. Even later stelde ik aan de tandarts dezelfde vraag. Hij keek ook geschrokken en zei dat ik het voortaan aan alle zorginstanties moet vermelden dat ik zwanger ben. Ik moest zelf nog wennen aan het feit dat ik zwanger was, laat staan dat ik me realiseerde dat ik dat nieuws met zorgverleners moest delen. Thuis barstte ik in huilen uit. Mijn man vertelde dat ik de verloskundige – die ik dus nog nooit had ontmoet, omdat ik nog niet eens mijn eerste afspraak had gehad – maar moest bellen. De verloskundige probeerde me gerust te stellen en zei dat het kleine frummeltje nog achter mijn bot verscholen zat dus niets van straling had meegekregen. Toch bleef ik maar malen ‘wat als…?!!’. Ik lag in bed, huilde en voelde me verschrikkelijk schuldig naar mijn zooo gewenste kindje. Relativeren lukte niet.

‘Je moet er van genieten, ze zijn zo snel groot’, deze zin MAAKT. ME. GEK.

Tijdens mijn zwangerschap, maar ook na de geboorte van Isa, kreeg ik zo vaak te horen: ‘geniet ervan’. Ondanks het verblijf in het ziekenhuis, ‘geniet van de momentjes met Isa’, ze groeien zo hard, de tijd gaat zo snel, ‘geniet zolang het nog kan’. Hele normale opmerkingen en waarschijnlijk ontzettend goed bedoeld. Ik betrapte me er gisteren op dat ik een kaart schreef naar een vriendin die mij vertelde dat ze zwanger is en ik onder aan de kaart schreef: ‘Geniet van de zwangerschap’. Ik zeg het zelf dus ook.

Een verre vliegreis met een baby van zes maanden. Hoe regel je dat slim?! Zo!

Vliegen en op vakantie met een baby van zes maanden. Hoe dan?!

Ons vakantie-avontuur begon eigenlijk al toen mijn man, Ferdy, voorstelde om met zijn drietjes naar Aruba te gaan. Van verschillende stellen had hij gehoord dat het Riu Palace Hotel echt fantastisch is en daar had hij zich dan ook aardig in vastgebeten.

Van mij had het niet zo gehoeven: zo lang vliegen. Eenmaal in Aruba, het land van de azuurblauwe zee en de witte stranden, was ik echter blij dat Ferdy geboekt had!

De voorbereidingen

Ferdy had gelukkig beloofd dat hij de leiding zou nemen in het treffen van voorbereidingen. En ook al was ik uiteindelijk degene die alle inkopen deed en de koffer inpakte, nam die belofte een hoop stress bij me weg: ik hoefde het niet allemaal alleen uit te zoeken.

We zouden gaan vliegen met TUI. Op zich een fijne vliegmaatschappij, maar in hun vliegtuigen zijn geen ‘baby-bassinets’ aanwezig zoals bijvoorbeeld wel in de vliegtuigen van KLM. Dat maakte dat we ook een plannetje moesten maken hoe we Noah zouden laten slapen in het vliegtuig. Ooit hebben we zo’n slaaptentje gekocht en we overwogen nog even om deze mee te nemen in het vliegtuig, maar toen we dat ding eenmaal hadden uitgeklapt wisten we dat dat nooit zou gaan passen. Dus dat werd slapen op schoot!

Ferdy belde af en toe met de vliegmaatschappij om wat vragen te stellen. Er stond bijvoorbeeld in de informatie dat we een paraplu-buggy mee mochten nemen tot aan de gate en dat dat gratis was. Noah is echter nog te klein voor een buggy, hij ligt nog lekker in de kinderwagen. Mocht deze dan ook mee? En moesten we daar extra voor betalen of niet? Daar kregen we helaas geen duidelijk antwoord op, dus besloten we maar gewoon genoegen te nemen met het idee dat we er waarschijnlijk extra voor zouden moeten betalen. We besloten dat we de kinderwagen bij het inchecken met de koffers tegelijkertijd zouden inleveren en dat we hem daarvoor zouden sealen tegen beschadigingen. (Hoe we het uiteindelijk gedaan hebben, lees je verderop!).

Ruim van tevoren maakte ik lijstjes met alles wat ik nodig had voor ons en voor Noah, waarop onder andere stond: Extra luiers, extra melkpoeder, voldoende flessen en spenen, zonnebrilletje, UV-pakje, goede zonnemelk, flessenborstel, afwasmiddel etc. Werken met lijstjes schept voor mij altijd een prettig overzicht in de chaos en op deze manier had ik voldoende tijd om inkopen te doen én om daarvoor nog uit te zoeken welke producten ik voor Noah zou willen gebruiken. Zonnebrilletjes zijn er namelijk genoeg in omloop, maar helaas heeft niet elk brilletje een goed UV-filter of zit het stevig om het koppie van de baby. Ik ben uiteindelijk uitgekomen bij een heel fijn merk, n.a.v. een advies van een opticien uit ons netwerk. Heel fijn brilletje! Qua zonnemelk is de keuze ook reuze. Ik wilde een product zonder ‘rotzooi’, met zowel een UV-A als UV-B filter. Ik heb letterlijk een half uur in de drogist gestaan om de etiketten te lezen en te kijken voor welke ik zou gaan, om vervolgens uiteindelijk bij de apotheek een speciale baby zonnemelk te kopen voor het gevoelige huidje (Noah had erge last van eczeem). Deze beviel ook goed en smeerde lekker.

De vlucht

We zouden om 11.30u opstijgen, dus vertrokken rond 7.00u richting Schiphol. Ferdy had Valet-parking geregeld: je komt op Schiphol, laadt je auto uit, neemt nog even wat dingen door met de valet, geeft hem vervolgens de sleutel van je auto en hij parkeert hem. I-de-aal! Geen gezeul met koffers in een shuttlebusje. Dat vonden soms al lastig als we met zijn tweeën op vakantie gingen, allebei met eigen koffer en eigen handbagage! Laat staan nu met een baby. Je voelt je letterlijk een pakezel.

Bepakt en bezakt (2 koffers, luiertas, handbagage koffertje, cameratas, kinderwagen en baby in draagzak) liepen we door de draaideuren van Schiphol de vertrekhallen binnen. Bij de stand waar je je koffer kan laten insealen, kochten we een speciale, herbruikbare beschermzak voor de kinderwagen, zodat we de kinderwagen niet hoefden te sealen. Vervolgens liepen we naar de incheckbalie. De medewerker die onze handbagage labelde, had aanmerkingen op de luiertas. ‘Jullie zijn met twee volwassenen dus eigenlijk mag je maar twee stuks handbagage, mevrouw.’ Ik wees haar op het zinnetje in de informatie die ons vertelde dat we voor Noah 10 kg extra gewicht mee mochten nemen in het vliegtuig. Ze zei dat ze hoopte voor ons dat ze er geen punt van zouden maken en verwees ons naar de bagageband. Daar vertelde de medewerkster die achter de balie zat hetzelfde als de dame die de handbagage had gelabeld: we mochten maar twee stuks handbagage meenemen. Ook haar wezen we op de informatie die we hadden gekregen. Ze keek vertwijfeld en zei dat zij dacht dat dat om gewicht in het bagageruim ging. Verder maakte ze er geen punt van, maar waarschuwde ons voor het personeel bij de gate, die vaak strenger zijn of iets dergelijks.

Fer besloot het erop te wagen om toch 3 stuks mee te nemen naar de gate. Mocht het echt niet, zouden we voor het boarden vast wel te horen krijgen dat we de luiertas nog in de handbagagekoffer moesten proppen. (Niet dat dat zou passen, maar oké).

Nadat we de twee grote koffers op de bagageband legden, was de kinderwagen aan de beurt. We verwachtten de pinpas te moeten trekken om de wagen mee te laten gaan, maar kregen enkel te horen dat we de kinderwagen bij een andere afdeling (odd-luggage) moesten afgeven en dat het verder goed was. Dat was een meevaller!

Bij de gate vroegen we voor het boarden of we de luiertas als derde ‘stuk’ handbagage mee mochten nemen. Daar waren ze heel vriendelijk. ‘Ja, natuurlijk! Alle spulletjes voor de baby moet je toch goed bij de hand hebben!’

Nadat we geboard waren begon het vliegen dan eindelijk! Tijdens het opstijgen gaven we Noah een flesje, zodat zijn oortjes niet teveel pijn zouden gaan doen. Hij heeft niet gehuild, dus ik vermoed dat het gewerkt heeft! Noah sliep op schoot voor de luttele uurtjes dat hij sliep. We legden dan een kussentje op ons schoot zodat zijn hoofdje lekker lag (en niet op die puntige knieën) en legden een lekker dekentje over hem heen. Helaas heeft hij op de heenreis niet veel geslapen. Waarschijnlijk kwam dit ook door het jongetje van zo’n anderhalf dat voor ons zat en het minder naar zijn zin had dan Noah (zachtjes uitgedrukt). Soms stond ik in gedachten op om naar de geërgerde passagiers te seinen dat het niet ons kind was dat zo aan het krijsen was, maar meeleven met de moeder van dit verdrietige jongetje won het van mijn eigen ergernis. Het had namelijk net zo goed ons schatje kunnen zijn, natuurlijk.

Noah was gedurende de vlucht erg vrolijk, vond het tv-schermpje in de stoelen voor ons reuze interessant en wekte ook veel interesse bij de stewardessen. Op een bepaald moment zat ik helemaal in mijn film en vroeg Ferdy zijdelings of ik het goed vond dat een stewardess even met Noah knuffelde. Normaal ben ik niet zo van mijn kind met vreemden laten knuffelen, maar ik verwachtte niet dat ze met een parachute uit het vliegtuig zou springen en mijn kind zou meenemen, dus ik vond het prima. Hadden wij ook heeeel even onze handen vrij (we hadden Noah natuurlijk om en om op schoot). Achteraf had ik gewild dat ik geen ‘ja hoor, prima’ had gezegd, want de stewardess in kwestie begon Noah best wel te claimen. Hij zat lekker bij mij, toen ze langskwam met haar limonade-karretje. ‘Als ik hier zo mee klaar ben, kom ik hem wel weer even lekker ophalen,’ zei ze vastbesloten. Gauw klikte ik Noah in de gordel bij me, want het zou niet lang meer duren voor de daling ingezet zou worden. Toen ze weer bij me langskwam om Noah van me los te peuteren, zei ik vlug: ‘O, ik heb hem net in de gordel vastgezet.’

Al met al was het een bijzondere, maar goede vlucht, waarin Noah helaas maar 3,5 uur had geslapen van de totaal 11 uur vliegen (met tussenstop op Curaçao). We landden om 18.30u lokale tijd in Oranjestad, dus 0.30u Nederlandse tijd. Je begrijpt: Noah was zo klaar als een klontje. Hij viel in de bus richting het hotel dan ook tegen Ferdy aan in slaap, in de draagzak. De eerste dagen was zijn ritme ook aardig verstoord en werd wakker als het eigenlijk nog nacht was. Hij had dus, net als wij, last van een jetlag. Maar hij sliep overdag veel, waardoor hij binnen no time de slaap die hij niet had gepakt in het vliegtuig weer had ingehaald. Meestal moesten we voor zijn slaapjes terugkeren naar de koelte van de hotelkamer. Op enkele momenten sliep hij echter in de wagen, terwijl wij met een boekje op een stretcher in de Arubaanse wind lagen, met een heerlijk drankje in onze hand en uitzicht op de azuurblauwe zee! Dat waren echt de gouden uurtjes van ontspanning.

We hebben echt genoten van onze tijd met zijn drietjes. Noah was zo lief, rustig en vrolijk! Mensen hoefden hem maar wat aandacht te geven of hij toverde alweer een grote lach op zijn gezichtje.

Hoewel een vakantie met een baby zoooo anders is dan een relaxte luiervakantie met zijn tweetjes (je moet natuurlijk constant rekening houden met slaap- en voedingstijden en hebt hem bovendien ook nog eens te vermaken), had ik het voor geen goud willen missen. De foto’s die we hebben zullen een mooi plekje krijgen in huis, als bijdrage aan onze mooie herinneringen!

Bevallingsverhaal: “Ik bleek een bloedstollingsafwijking te hebben, dat we Jolie hadden kunnen verliezen, hakte erin”

“Hoe dichter ik bij de bevalling van mijn tweede kindje kom, hoe meer ik weer bezig ben met mijn eerste bevalling. 

Thuis of in het ziekenhuis… Toen ik net zwanger was had nog geen idee. Maar hoe dichter ik bij de uitgerekende datum kwam, hoe duidelijker ik wist wat ik wilde. Ik wilde dicht bij mijn gevoel blijven, dicht bij mezelf. Alles zo natuurlijk mogelijk. Ik vertrouwde op mijn lichaam. Ik wilde thuis bevalllen, zonder poespas. Geen dokters aan mijn bed, geen pijnbestrijding. Mijn eigen bed, mijn eigen douche, mijn eigen vertrouwde omgeving. Op eigen kracht en intuïtie. Mijn man mocht erbij zijn, en oké, ook de verloskundige. Verder wilde ik ook dat niemand wist dat ik aan het bevallen was. De geboorte van onze dochter zou een complete verrassing zijn voor de rest van de wereld! 

Het liep totaal anders. Ik was 41 weken zwanger en er was nog geen baby. Het idee van inleiden stond me enorm tegen, dat leek me zo synthetisch. Ik wilde graag zolang mogelijk wachten, totdat het vanzelf op gang zou komen. Ik droeg haar nu al zo lang bij me, een weekje extra kon er ook nog wel bij.

De verloskundige stond erachter, de gynaecoloog in het ziekenhuis was minder enthousiast. In Rotterdam is het gebruikelijk om bij 41 weken in te gaan leiden en daar wordt dan ook op aangestuurd. Ik was erop voorbereid, maar toch ging de zin ‘kans op acute babysterfte’ door merg en been. Ik vroeg de gynaecoloog of het onverantwoordelijk was om te wachten tot 42 weken. Ze vond in mijn geval van niet. Ik had vanaf 41 weken dagelijks controle gehad. De baby deed het goed en was lekker bewegelijk. So far so good. Mijn lijf maakte echter nog geen aanstalten om te gaan bevallen. Zelfs strippen lukte niet, beneden zat alles nog potdicht.

Ik heb tot de ochtend dat ik zou worden opgenomen in het ziekenhuis om ingeleid te worden vurig gehoopt dat het vanzelf zou beginnen. Maar niets. Zondagochtend vroeg, ik was toen precies 42 weken zwanger, meldden we ons in het ziekenhuis. We hadden de knop omgezet en besloten er positief in te gaan. Ik wilde zo graag ‘stiekem’ bevallen, maar omdat ik zover overtijd was, wist iedereen dat ik dat weekend ingeleid zou worden. Ik postte zelfs een foto vanuit het ziekenhuis op Instagram! Het zou wel eens een paar dagen kunnen gaan duren hadden ze gezegd, dus we hadden tassen vol eten, drinken en vermaak mee. De camera voor foto’s en video’s. Een soort weekendje weg naar het ziekenhuis, waarvan we terug zouden komen met onze baby. Wat een avontuur! 

Ik moest aan de CTG, vervolgens kreeg ik pillen ingebracht die voor ontsluiting moesten gaan zorgen. Ik sliep nog een uurtje en moest toen weer aan de CTG. En toen ging het opeens snel.

Ik zat vrolijk rechtop in bed te kletsen toen de arts en verpleegkundige enigszins gespannen binnen liepen. Het ging niet goed met de baby. De hartslag daalde bij iedere wee (welke weeën? ik had nog amper wat gevoeld…). Ik moest een spoedkeizersnede. ‘Ok! Wanneer?’ Ik dacht dat ik ergens die middag zou worden ingepland. ‘Nu.’ zei de arts. ‘Het is geen code rood, maar je moet wel over een minuut of 10 op de operatietafel liggen.’

In plaats van in paniek te raken, kwam er een bepaalde rust over me. Ik zei tegen mijn man dat hij snel iets moest eten en onze ouders in moest lichten. Ik kreeg weeënremmers en een katheter en vervolgens werd ik bijna rennend door de gang naar de OK gereden. Ik lachte vriendelijk naar iedereen die ons passeerde. Nog even en ik zou mijn baby op mijn borst hebben liggen! Ik was angstig voor de ruggenprik, dus dat zei ik ook maar eerlijk. Maar ook daar lukte het me om rustig te blijven. Al het gevoel uit mijn onderlichaam trok weg, terwijl er een arts rustig tegen me bleef praten zodat ik niet in paniek zou raken.

‘Daar komt de baby, kijk maar even!’ Ik zie mijn man volschieten en hoor een baby huilen. Ik word direct overspoeld door liefde. Daar was ze eindelijk! Jolie! De tranen stromen over mijn wangen. Ze wordt direct meegenomen voor onderzoek. Mijn man twijfelt, hij wil mij niet achterlaten op die tafel, maar natuurlijk moet hij met haar mee! 

Ze doet het goed, onze dochter. Ze heeft ondanks de foetale nood geen zuurstoftekort gehad. Wel blijkt ze dysmatuur te zijn, te klein voor de zwangerschapsduur. Ze was te zwak voor de bevalling. Hoe het komt is niet met zekerheid te zeggen. Mijn navelstreng was aan de dunne kant, mijn placenta waarschijnlijk niet goed aangelegd. De hele zwangerschap was ze aan de kleine kant geweest, maar het was nooit zorgelijk. Alle echo’s en controles waren goed. En toch kreeg ze niet genoeg voeding (meer) in mijn buik. Gelukkig kwam na haar geboorte de borstvoeding goed op gang en haalde ze haar achterstand ruimschoots in. Na 5 dagen zat ze alweer op haar geboortegewicht!

Het heeft een paar dagen geduurd totdat de klap bij mij binnenkwam. We hebben zoveel geluk gehad. Of ik nou thuis of in het ziekenhuis had willen bevallen, je belt pas als de weeën om de 5 minuten komen. Vooral de kraamhulp was hier vrij duidelijk over: voor Jolie had het dan mogelijk al te laat geweest. Had ik nog een paar dagen doorgelopen, dan had ze wellicht gestorven in mijn buik. Na haar heb ik 4 miskramen gehad en is er een bloedstollingsafwijking bij mij gevonden. Een afwijking die de oorzaak kan zijn van afwijkingen aan de placenta. Als je daar over nadenkt, hebben we sowieso geluk gehad dat ze de 42 weken heeft gehaald. 

Nu ik weer zwanger ben, word ik extra goed in de gaten gehouden. Vanaf 28 weken krijg ik extra groeiecho’s. Ik weet uit ervaring dat dat niet alles zegt, maar ik heb er wel vertrouwen in dat het dit keer goed komt. Ik slik de hele zwangerschap medicatie voor mijn bloedstollingsafwijking en deze baby is tot nu toe groter dan gemiddeld. Mijn moeder grapte al: ‘Omdat zij wel goed te eten krijgt!’

Ik heb het de eerste maanden na mijn bevalling moeilijk gehad. Het feit dat we haar hadden kunnen verliezen, hakte erin. Jolie is nog steeds een klein en tenger poppetje, maar ze groeit goed op haar eigen lijntje. Inmiddels heb ik het een plekje gegeven. Ze is er en ze is gezond. En iedere dag besef ik weer hoe dankbaar ik daarvoor ben!”

 

 

LINDAÂ