Bevallingsverhaal: een knip en een pomp en daar was onze zoon

“”

Maandenlang keek ik uit naar het moment dat ik ontspannen thuis zat en de weeën van het ene op het andere moment zouden beginnen of mijn vliezen spontaan zouden breken, of ik hield me bezig met opletten tijdens het plassen: zou ik de slijmprop al verliezen? Ik droomde van een thuisbevalling en had deze al zo goed als het kon uitgedacht in mijn bevalplan. De thuisbevalling zonder poespas, pijnstilling en alles doen op eigen kracht kon ik vergeten. Onze baby gaf een heel duidelijk signaal af: je kunt zolang wachten als je zelf wilt, maar ik kom niet vanzelf.

Met behulp van een ballonkatheter werd mijn baarmoedermond rijp gemaakt. De volgende dag mocht ik mij om 07:00ur in het centrum voor geboortezorg melden om ingeleid te worden. Wat vond ik dit spannend… gisteren wist ik gewoon al dat mijn baby vandaag geboren zou worden. Dat was een gek idee, maar na 41 weken en 4 dagen zwangerschap was ik er toch echt al wel klaar voor om eindelijk onze zoon of dochter te mogen ontmoeten.

Daar lag ik dan ineens in het ziekenhuis met alle bijbehorende poespas. Om 08:00 werd de eerste controle uitgevoerd. Het ballonnetje werd verwijderd, vliezen werden gebroken en ik kreeg oxytocine om de weeën op te wekken. Daarna ging alles heel snel, te snel. Ik kreeg een weeënstorm. De weeën kwamen zo snel en zo heftig dat ik deze niet kon opvangen. Daar lag ik dan: miss anti ruggenprik die halverwege de dag vroeg om een ruggenprik. Ik voelde me schuldig, alsof ik faalde, maar wat was ik er uiteindelijk blij mee. Wat een verademing, ik kon weer lachen, praten en zelfs proberen om mijn ogen even dicht te doen. Tussen de weeën door lag ik te trillen en te klappertanden in bed. Niet omdat ik het koud had, maar, zo verklaarde de verpleegkundige, vanwege de weinige energie (dankzij niet kunnen slapen van de zenuwen en de energie zuigende weeën), en door de adrenaline.

De ontsluiting verliep voorspoedig, elke controle was positief, de verloskundige verwachtte zelfs dat we voor het avondeten weer thuis zouden zijn. Dit was positief en hoopgevend, maar zij kon ook niet voorspellen dat ze hier compleet naast zou zitten. Om 16:30 kregen we te horen dat ik volledige ontsluiting had. Starten met persen werd echter afgeraden: de baby lag te hoog. De persdrang was ook totaal niet aanwezig, de persweeën daarentegen wel. Dat betekende afwachten en ondertussen weeën wegpuffen. De hartslag van de baby bleef uitstekend het was nu letterlijk afwachten tot het echte werk zou beginnen. Om 20:15 begon ik een beetje druk te voelen en kon ik me niet meer inhouden, de baby moest eruit. Daar staan dan ineens drie man sterk om je heen te roepen dat je tijdens je wee drie keer moet in- en uitademen en vooral zo lang mogelijk moet persen. Ademhalen was nog nooit zo moeilijk, hoe doen andere vrouwen dit? Zachtjes hoorde ik mijn vriend me aanmoedigen.

Na driekwartier vond er overleg plaats met de gynaecoloog. Het duurde allemaal best wel lang en er zat weinig schot in. De verpleegkundige bereidde ons voor op een mogelijke keizersnede. Ik kon alleen maar denken: “prima, als ik hier maar vanaf ben, ik kan niet meer, de energie is op”, en “hadden jullie dit niet wat eerder kunnen bedenken?”.

We kregen tot 21:30uur de tijd, dan zou de gynaecoloog komen kijken hoe het er voor stond en zou er een beslissing gemaakt worden: of een keizersnede of een vacuümpomp. Aangemoedigd door de verloskundige, verpleegkundige, verloskundige in opleiding en mijn vriend bleef ik ondertussen doorgaan. Ik gebruikte alle kracht die ik in mij had en verbaasde mezelf met een soort oerkracht. Om 21:30 ging alles in rap tempo. De gynaecoloog was positief verbaasd en kon ons vertellen dat de vacuümpomp voldoende zou zijn. Ik werd ingeknipt en de pomp werd op het hoofdje van de baby bevestigd. Ik moest nog twee weeën benutten en toen schoot de baby in de armen van de gynaecoloog. Een jongetje, een compleet, gezond mooi jongetje. Wat een verrassing! Onze zoon is op 1 november 2018 om 21:42 geboren. Twee minuten later had de gynaecoloog de volledige placenta al in haar handen. Vol verbazing keek ik naar die onsmakelijke zak in haar handen en vroeg: “is dat al de placenta?”. Ik geloofde het niet, omdat ik wist dat dit meestal wel een poosje duurde en vrouwen daar ook nog wat moeite voor moeten doen. Het was toch echt daadwerkelijk de volledige placenta al. Ik kon achterover leunen, mijn kind knuffelen, huilen van geluk en ontlading. Ondertussen werd de boel van onderen dicht gestikt en besefte ik me dat ik nu echt mama ben, wat een prachtige, maar verantwoordelijke titel!

Tevreden, moe, gelukkig en emotioneel kon ik om 02:00 uur eindelijk mijn ogen dicht doen en deelde ik voor het eerst in mijn leven een kamer met mijn complete gezinnetje.

YENTL

‘Uit de 20-wekenecho bleek ons meisje te klein’, mama Lisa had een naar voorgevoel DEEL II

DEEL I nog niet gelezen!? Klik hier!

 

 

In de auto zei ik nog: “Laten ze het er maar uithalen, ik kan niet meer en wil eigenlijk ook niet meer”. Dus bij de uitslag van de suikertest en schildklier, die overigens goed waren, sprak ik letterlijk uit: “Ik ben zo bang dat de ze dood gaat in mij buik, ik voel mij echt niet goed!”. Ga maar liggen dan gaan we gelijk even kijken, werd er weer door een andere gynaecoloog gezegd (zo gaat dat blijkbaar…. je hebt steeds weer een ander waarbij je op controle komt). Op het beeldscherm zagen we een bewegelijke dame met hartslag. “Kijk, niets aan de hand. Het goed met jullie actieve dame. Als we ook maar iets van indicatie hebben dat het niet goed gaat of je baby in gevaar is nemen we je op, maar daar ziet het nu echt niet naar uit”. Voor het eerst waren we gerustgesteld. We kregen letterlijk en figuurlijk weer wat lucht. Het beklemmende, drukkende gevoel wat ons in de greep had nam iets af. Tot die donderdag 21 februari in diezelfde week nog. Ik stond die morgen op en zou naar een vriendin gaan met Cas. Ik voelde haar rond 7:00 normaal gesproken bewegen. Die ochtend voelde ik haar niet ’s morgens. Ik werd onrustig, maar ik was immers druk met spullen pakken en drukte dat gevoel weg. ’s Middags bracht ik Cas naar mijn moeder, want ik ging naar mijn diplomauitreiking. Het eerste wat mijn docent vroeg: “Hoe gaat het nu met jullie kinderen?”. Nou met Cas goed, maar met deze en wees nog naar mijn buik wat minder. Kort vertelde ik haar het verhaal. Eindelijk had ik na al die jaren mijn diploma in handen. Toch kreeg ik het gevoel van 100% blijdschap niet. De onrust bleef maar in mijn lijf. ’s Avonds bracht ik Cas naar bed en ging zelf ook liggen. De paniek kon ik nu niet meer weghouden. Ik had haar de hele dag niet gevoeld. Op mijn linker zij liggen, drukken op mijn buik, heen en weer rollen. Ergens werd ik een soort nijdig! “Kom op nou, dame!!!! Laat eens van je horen…..” Die nacht hebben we weer geen oog dicht gedaan. We twijfelden nog om te bellen naar het WKZ, maar nu weerhield iets mij. Ze zal wel slapen. We besloten de volgende ochtend te bellen als ik haar nog niet had gevoeld. De morgen van 22 februari 2019 brak aan. Ik belde direct het WKZ, want ik had nog geen beweging gevoeld. Aan de telefoon zei ik nog: “Misschien bel ik voor niets, maar ik ben er niet gerust op…”. Iets voor half 8 zaten we al in de auto en we zeiden nog tegen elkaar dat we het maar beter even konden laten checken. Deze mindfuck moest ophouden. De onzekerheid en angst was ons echt teveel nu. Dit keer konden we ons melden op de verlosafdeling. We moesten even plaats nemen in een zitje dat zich bevond tussen de verlosafdeling en de neonatale afdeling. Mijn blik viel direct op de neonatologie en ik kreeg gelijk de gedachte dat we daar vandaag wel eens terecht zouden kunnen komen. Na een dikke tien minuten die uren leken te duren, werden we opgehaald door Barbara. Zij nam ons weer mee naar beneden waar ik direct kon gaan liggen voor een echo. Mijn man nam onbewust-bewust plaats op een stoel waar hij het echo scherm niet kon zien. Barbara vroeg hem erbij, zodat hij het wel zou kunnen zien. Ik voelde de gel zich verspreiden en zag onrust in de blikken van mijn man en Barbara. Toen kwamen na een minuut de woorden van Barbara: “Ik kan geen hartslag meer vinden”. Deze ene zin had de hele toekomst die we voor ogen hadden weggemaaid. Ik krijste het uit van ongeloof, verdriet en pijn! Ik smeekte Barbara dat zij mijn meisje moest redden. Ze moest mij helpen. Maar ze kon niets meer. Mijn meisje, mijn kleine meisje was ons allemaal ontglipt.

“Ooooooh, mama, roept de vrouw, gevolgd door ‘Hhhhnnnnnnggg’. Het vijfde kindje komt eraan!

Turkse baklava in de vroege ochtend

Bzzz bzzz bzz. Het is even stil en dan begint het geluid opnieuw. Bzzz bzzz bzzz.

Het duurt even voordat ik doorheb dat ik mijn ogen open moet doen. Ik knipper even en in mijn rechterooghoek zie ik mijn telefoonscherm oplichten in de donkere slaapkamer. Huh, ik heb toch geen dienst? Snel knijp ik mijn ogen dicht tegen het felle witte licht. Bzzzz bzzz bzzz, trilt de telefoon opnieuw. “Anoniem belt” staat er in het beeld. Mijn hand grist de telefoon van het nachtkastje en met een schorre stem pak ik op. Het is een collega. Ze verontschuldigt zich direct dat ze me wakker belt terwijl ik vrij ben, maar ze staat dubbel….Ik kijk op de klok, 04:30. Buiten is het nog donker. En ik logeer ook nog eens bij mijn vriend, ruim 25 minuten rijden naar het desbetreffende adres in de stad van onze praktijk.

Het gaat om 40 jarige mevrouw Ekici, 39 weken en twee dagen, zwanger van haar vijfde kindje. Ze heeft weeën om de 5 minuten maar het lijkt vlot te gaan. Collega geeft aan dat ze zelf met een andere bevalling bezig is en geen tijd heeft om te gaan. Ze vraagt of ik kan gaan kijken.

Ik beloof een huisbezoek te doen bij Esra en we spreken af dat ik haar bel met meer nieuws. Zodra ik mijn lenzen in heb en mijn tanden gepoetst, ren ik de trappen af naar beneden en start de auto.

Ik ken de route op mijn duimpje. Het Veluwse dorp uit, langs het kanaal en dan al slingerend door het platteland terug naar de stad.

Ruim 20 minuten later, als ik de wijk in kom waar ik moet zijn, belt de collega opnieuw. ‘Marlies, waar ben je? Want Amir belde net alweer, het lijkt heel hard te gaan!’. Ik zeg dat ik er echt bijna ben, trap het gaspedaal harder in en 5 minuten later parkeer ik de auto voor de deur.

Ik pak mijn verlostas uit de kofferbak en neem ook snel een set instrumentarium mee, en loop in een draf naar nummer 78. De deur staat al op een kier, maar ook zonder het huisnummer te zien weet ik waar ik moet zijn. “Ooooooh mama mama mama”, hoor ik iemand roepen, gevolgd door luid gepuf.

Op de bank gedrapeerd ligt Esra. Haar ravenzwarte haar krult om haar gezicht door het zweet, haar lange zachtroze pyjamajurk zit strak om de bolle buik. Er komt weer een wee, en opnieuw vult de kamer zich met haar oerkreten. Tijdens de wee gooit ze haar hoofd in haar nek en wiebelt ze met haar voeten, netjes gehuld in pantoffeltjes met kant. Haar hoofddoek is afgegleden en ligt naast haar op de bank.

Op tafel staat een etagere met allerlei lekkers, de afgelopen dagen versgebakken door de vier oudste dochters van Amir en Esra.

Het is bloedje heet in de kamer, dus ik ontdoe me snel van mijn winterjas. Amir grijnst: “jij zei dat het huis 22 graden moest zijn als baby komt, dus ik doe nu precies wat jij zegt!”.

Zodra we controles hebben gedaan, weten we dat Esra 7 centimeter ontsluiting heeft. Haar vliezen zijn nog niet gebroken. Het babyhartje klinkt goed.

Lisette kwam als kraamverzorgster 19 jaar te laat, oeps

Ik ben Lisette, 25 jaar oud en werk 1,5 jaar als kraamverzorgende. Hiervoor heb ik vier jaar op een kinderdagverblijf gewerkt. Ik heb een neefje waar ik een soort van tweede moeder voor ben. Ik vind het heerlijk om op hem te passen, dit doe ik al vanaf dat hij drie maanden oud is. Ik heb al bijna zeven jaar een leuke vent aan mijn zijde. 

Als kraamverzorgende sta je vanaf 8 uur in wacht voor een eventuele dienst. Dit betekent dat je vanaf dat moment inzetbaar bent. Ik werk deze week zes dagen, want we werken allemaal om het weekend. Ik was zojuist gebeld, dus ik bel mijn collega van de planning terug. In eerste instantie had zij een Engelstalig gezin voor mij, maar ik ben niet zo goed in de Engelse taal. Ik zou niet de zorg kunnen bieden die ik zou willen. Gelukkig was er toch nog een Nederlands gezin voor mij. Ik kleed mij aan en stap in mijn witte pakje in de auto. Ik voer het adres van de kraamvrouw in. Helaas niet in mijn regio, maar dat maakt mij niet zo veel uit.

Wat kun je beter niet of juist wel zeggen tegen ‘couveuseouders’? Onze neonatalogieverpleegkundige vertelt

In de omgeving van deze kers verse (couveuse) ouders ontstaat vaak rumoer, familie wil helpen, vrienden trekken de hele poppenkast open, suprise party’s worden georganiseerd of juist het tegenovergestelde gebeurt…. Men weet zich geen houding aan te nemen en neemt afstand of verdwijnen van de aardbodem omdat ze gewoonweg niet weten wat ze kunnen doen of zeggen. Doe ik hier wel goed aan? Is het niet een beetje overdreven? Dit zijn vragen die ik veel voorbij hoor komen als ik met ouders en betrokkenen in gesprek ga. Iedereen wil met goede bedoelingen iets voor ouders betekenen, maar door alle emoties weten mensen vaak niet wat ze kunnen doen of kennen ze geen rem. Dit leek mij een mooi onderwerp voor een nieuwe blog want juist die kleine gebaren… die doen er toe. Uiteraard is het per ouder verschillend wat zij fijn vinden en zijn dit enkel tips en geen regels. Geven ouders specifieke wensen aan, geef hier dan ook gehoor aan. Het gaat uiteindelijk om hun en om hun kindje.  

 

 

 

 

1. Als eerste: Feliciteer de ouders

Ondanks de enorme achtbaan waarin ouders zitten, zijn ze wel trotse ouders geworden van een echte held of heldin (of misschien zijn het er wel twee of drie). Een felicitatie met de geboorte is ook in deze situatie hartstikke welkom, een telefoontje, kaartje of een berichtje is echt van grote waarde.
Geven ouders aan dat zij dit niet willen dan is hiernaar luisteren wel de enige optie. Het wachten op een geboorte kaartje kan soms echt wel even duren omdat de achtbaan die zij nemen best wat bochten, vertragingen en hobbels heeft. Het kaartje duurt soms wat langer dan je gewend zult zijn. Over feliciteren gesproken, ook tussentijds kan dat. Wanneer ouders vertellen wat een stappen hun kleine held gemaakt heeft. Denk aan het bereiken van een bepaald gewicht, voor het eerst buidelen, drinken en het overgaan van een couveuse naar een bedje is ook reden om te feliciteren! Want ouders zijn trots en leven enorm toe naar deze momenten, al lijkt het voor buitenstaanders nog zo ‘gewoon’.  

 

 

 

 

2. Help in en rondom huis

Taken in en rondom huis gaan door, maar zijn voor de ouders nu echt niet belangrijk, het heeft gewoonweg geen prioriteit. Daarbij moeten ouders zich ook helemaal niet druk maken om het huishouden, er zijn oprecht belangrijkere dingen. Maai het gras, zeem de ramen, help met huisdieren, kook een maaltijd of doe een boodschap. Ook al moet je dit (subtiel) aandringen, het is echt fijn als het voor hen gedaan wordt, want zo blijft er meer tijd over om voor ouders in het ziekenhuis te blijven en te buidelen met hun kleine held. Komen ouders tussendoor toch even thuis? Dan zitten ze in ieder geval in een opgeruimde omgeving.

 

 

3. Help met klussen of inkopen doen

Wanneer deze ouders een te vroeg geboren of te klein geboren kindje hebben gekregen zit er waarschijnlijk geen passende kleding in de huidige newborn garderobe. Soms worden de kleintjes zelfs een aantal maanden voor de verwachte datum geboren en is het kamertje nog niet eens af.
Een perfecte kans voor een helpende hand! Help bij het verzamelen van de allerkleinste kleertjes, pak een kwast of rol behang en help met het kamertje in orde maken.

 

 

 

 

4. Praat met de ouders, vergeet ze niet!

Blijf in gesprek! Het allerbelangrijkste is enkel laten weten dat je aan ze denkt. Je kunt daadwerkelijk iets voor ze doen, maar ook gewoon een kaartje of berichtje sturen met de boodschap dat je aan ze denkt is fijn. Juist een kaartje per post geeft het gevoel dat er aan hen wordt gedacht. Dit kaartje kunnen ouders thuis neer zetten of mee nemen naar het ziekenhuis. Bloemen zijn vaak wel een lastig ding. Ouders zijn weinig thuis en in het ziekenhuis zijn bloemen niet toegestaan. Een kaartje is dus echt al voldoende.
Soms hebben ouders even niet de behoefte om wéér te vertellen hoe het gaat, een verhaal nogmaals uit te leggen, dus komt er geen reactie? Vat dit dan niet persoonlijk op. Het is gewoonweg veel voor ouders om steeds uitleg te geven. Maar het feit dat ze weten dat je aan ze denkt is vaak echt al voldoende.

 

 

 

 

5. Help ze met vervoer van en naar het ziekenhuis

Wanneer vader weer aan het werk moet en moeder nog niet mag en kan autorijden is het fijn dat zij niet de hele weg met de fiets of het OV hoeft af te leggen om bij haar kind te komen. Bied aan om moeder (en eventueel vader) te brengen zodat zij bij hun held kunnen zijn.
Ook kost parkeren in het ziekenhuis vaak veel geld, het kan daarom ook financieel helpen als ouders opgehaald en gebracht worden.  

 

 

6. Bied positiviteit en een luisterend oor

De machteloosheid en ongerustheid die de ouders elke dag hebben, overstemmen soms de positieve emoties. Help ouders dan ook even aan positieve energie. In het ziekenhuis op bezoek gaan is niet altijd haalbaar omdat dit voor de kleine held in het verhaal te veel kan zijn. Maar de grote helden in dit verhaal, de ouders verdienen bezoekjes en ook frisse lucht. Stem dit af met ouders en neem ze even mee voor een wandeling tussen de bezoekjes door. Kook een lekkere maaltijd voor ze en breng deze langs.
Er zijn momenten dat het even niet goed gaat, dat er een dag van dips is of dat er weer een ontsteking of infectie is. Een luisterend oor is soms het enige wat de ouders op de been kan houden. De ouders zien de hele dag alleen maar zorgverleners en moeten de verhalen soms kwijt. Luister naar hun onzekerheden, verdriet en geef ze positieve energie! 

 

Liefs,

 

 

 

ROMY (klik hier voor haar Instagram) 

 

Zo introduceerde ik de hond aan onze newborn…

Ik ben al bijna 10 jaar een trotse bezitster van een Engelse Stafford. Je kent ze wel, de honden die altijd negatief in het nieuws komen als er weer eens iemand is gebeten. Ik vind het echt waar, heel erg, gewoon verschrikkelijk dat het die persoon is overkomen, maar een hond bijt niet zomaar. Daar moet heel wat aan vooraf zijn gegaan. De baas “maakt” immers de hond, ben ik van mening. Maar mijn Hummer is écht anders. Zo worden de kleinste keffertjes, met de grootste mond, met een grote boog gepasseerd. Ja, echt waar! Dreigt er gevaar door een andere hond, groot of klein, dan kruipt Hummer naast, achter maar het liefst in mij. Ik vertrouw geen enkele andere hond, dus ik zorg er dan ook zelf voor dat Hummer niet de kans krijgt om de andere hond te pakken of andersom. Maar Hummer en Liv (3 jaar oud), dat zijn echte soulmates op hun manier.  

 

 

 

Mijn bevalling was gepland, dus ik kon Hummer (toen 7 jaar oud) op tijd naar mijn ouders brengen. Zodra ik was bevallen, zorgde ik voor een spuugdoekje met de geur van Liv erop. Terwijl ik nog in het ziekenhuis moest blijven, hebben mijn ouders dat doekje aan Hummer gegeven om alvast “kennis” te maken met haar. Hummer zijn reactie? Hij rook er een paar seconden aan en legde zijn kop van het doekje af. Dat was zijn reactie, maar ja, wat bedoelde hij daarmee?
Geen idee… Voor de bevalling had ik met mijn ouders en vriend (inmiddels ex) besproken hoe ik Hummer wilde betrekken bij de komst van Liv. Liv en ik hebben nog één week na de bevalling in het ziekenhuis moeten blijven, maar ik miste Hummer echt enorm en daarom wilde ik hem zo snel mogelijk weer bij me hebben. Op de dag van thuiskomst is mijn vriend Hummer vrijwel meteen gaan ophalen. Terwijl hij dat deed zat ik met Liv op mijn schoot ingepakt en wel op de bank. Mijn vriend kwam binnen met Hummer aan de lijn en langzaam kreeg hij de ruimte om kennis te maken met Liv. Zoals Hummer altijd naar mij was, was hij wederom erg enthousiast toen ik hem riep. Toen ik hem bij me riep, kwam hij kwispelend en snuffelend de woonkamer binnen getrippeld. Toen hij mij zag, sprong hij op de bank en kreeg ik een warm onthaal van allemaal kussen. Al snel rook en zag hij Liv in mijn armen. Hij snuffelde en snuffelde (nog steeds aan de ketting). Kort daarna kreeg Liv twee likken op haar gezicht, hahahaha. Ja, ik stond dat toe. Hij wurmde zich tussen mij en Liv in en kwam erbij liggen. Inmiddels had ik zijn lijn afgedaan en vanaf toen wilde Hummer alleen nog maar bij Liv zijn. Ik had dit moment precies zo in gedachten en het is precies zo gegaan. Ik had ook niet anders van Hummer verwacht. Wat was ik blij en wat was ik trots op hem. 

 

 

Als Liv van zich liet horen en Hummer lag te slapen, dan kwam hij rechtop zitten, gingen zijn oren overeind staan en ging hij opzoek naar haar. Gewoon, om te kijken waar ze was en om te kijken of ze oké was. Toen de twee vakantieweken voor mijn vriend voorbij waren en hij weer moest gaan werken, nam ik Liv vaak mee als ik Hummer moest uitlaten. Ja, je leest het goed. Ik schuif dit ook echt niet onder stoelen of banken ik zei inderdaad ‘vaak’. Dat betekent dat ik Liv niet altijd meenam als ik Hummer moest uitlaten. Liv was en is nog steeds een goede slaper. Ik maakte Liv nooit wakker voor Hummer zijn eerste ochtend- en laatste avondwandeling.
Deze wandelingetjes duurde maximaal tien minuten en het leek alsof Hummer dit ook besefte. In een soort van galopje deed hij in die tien minuten zijn ding en keerde snel terug naar huis. Liv lag altijd nog te slapen als wij thuis kwamen. Als ik haar meenam, nam ik haar mee in de reiswieg, maxi-cosie of de draagzak. Als Liv en ik ons ontbijt op hadden en wij goed en wel waren aangekleed en ingepakt liepen we een grotere rondje. Na de komst van Liv, liep Hummer opvallend dichterbij Liv in de buurt in plaats van ver voór mij. Uithalen naar voorbij komende honden die uit gewoonte keffen of grommen maakte Hummer niet extra emotioneel of juist heel erg beschermend naar ons. Dat hoor je namelijk ook wel eens als er een baby in het gezin is gekomen. 

 

 

Toen Liv ongeveer 1 jaar oud werd, ging de nieuwsgierigheid en het enthousiasme er bij Hummer wel vanaf. Hummer en Liv zijn vanaf het begin nooit met zijn tweeën in één ruimte geweest. Er was altijd een volwassene bij of ik legde haar in de box. Als ze op de grond lag te spelen, kon hij prima op nog geen meter afstand van haar, op zijn kussen blijven liggen zonder haar op te zoeken. Als ik dan bij Liv ging liggen of Liv zat bij mij op schoot en ik riep Hummer erbij, dan kregen we beide een kus. Hummer kwam dan naast ons zitten of hij liep terug naar zijn kussen. Het valt mij nu op dat het lijkt alsof Hummer, sinds de komst van Liv, weet dat hij op de tweede plaats komt. Want als we hem samen gaan uitlaten en ik leg hem uit dat hij toch echt nog even moet wachten, want ik moet eerst Liv haar jas aan doen, dan loopt hij naar de voordeur of naar zijn kussen en gaat daar zitten wachten tot wij klaar zijn.  Zoals jullie in mijn eerdere blogs hebben kunnen lezen, is mijn dochter Liv meervoudig gehandicapt en is de zorg die zij nodig heeft zeer intensief voor mij. Met heel veel pijn in mijn hart heb ik besloten om Hummer bij mijn ouders te laten verblijven. Ik heb zelf echt niet meer de energie om hem, naast Liv, nog vier a vijf keer per dag uit te laten. Gelukkig kan ik hem altijd komen bezoeken of ophalen als ik me energieker voel.  

Wat ik met deze blog wil zeggen is, bereidt je hond voor op de komst van jullie baby! Wees duidelijk naar elkaar en maak afspraken hierover. Besef goed wie er het eerste was in jullie relatie en ga daar op gepaste manier mee om. Een hond kies je namelijk niet voor even, maar voor heel zijn of haar leven. Er worden bedroevend genoeg honden te koop aangeboden zodra de baby er is. Echt zo sneu! 

  

Groetjes,

 

 

 

 

SOPHIE (klik hier voor haar Instagram) 

 

Mijn baby drinkt karnemelk… Kom maar op met het commentaar!

Drie jaar hard gestudeerd, vooral voor de eindexamens in 2016. Hier hong alles vanaf natuurlijk! Toen gebeurde het… EIN – DE – LIJK afgestudeerd als gegradueerd verpleegkundige! Ik had natuurlijk op veel plaatsen gesolliciteerd maar er sprong één vacature uit. Toen ik de kans kreeg om op die job te mogen gaan werken, heb ik deze met beide armen gegrepen. Let the real life begin!

 

 

 

 

Daar was mijn allereerste werkdag als verpleegkundige. Vol goede moed ben ik begonnen aan mijn werkcarrière.  Verschillende gevoelens gierden door mijn lichaam! Gelukkig werd ik goed opgevangen door mijn collega’s. Bijna 10 maanden heb ik daar gewerkt op een, toch wel, zware afdeling. Hier kwamen verschillende patiënten aan bod. Zoals mensen die te weten kwamen dat ze kanker hadden en misschien een operatie moesten ondergaan tot mensen die palliatief verklaard werden omwille van een onbehandelbare ziekte. Enorm zwaar soms! Mijn thuissituatie leed hier soms wel onder. Wat ik hiermee wil zeggen, is dat mijn man en ik graag aan kinderen wilden beginnen. Mede door de stress raakte ik maar niet zwanger en kregen we telkens weer die teleurstelling te verwerken. Na een tijdje proberen, nam ik ontslag en ben ik in 2017 voor een andere baas gaan werken. Hierdoor was er een hele grote brok stress van mijn schouders gevallen en was ik wel snel zwanger.  

 

 

Hoe ik merkte dat ik zwanger was? NIET! Ik had bijna alle symptomen die konden wijzen op een mogelijke zwangerschap, maar wat wist ik daar nou van? Ik voelde me constant moe, futloos en misselijk. Maar dat lag in mijn ogen aan het vele werken en de ‘stress’ van de nieuwe job. Alles kon ook te maken hebben met het feit dat de grootmoeder van mijn man in het ziekenhuis lag. Dat bracht ook veel stress mee natuurlijk. Op een gegeven moment besloot ik om 5u45 een zwangerschapstest te doen. Nadat ik enkele minuten op het toilet zat, kleurden er twee streepjes heel licht op. Ik was dolgelukkig! Mijn man zat op dat moment in zijn vrachtwagen, klaar om te vertrekken. Ik ben toen naar buiten gelopen – met alleen mijn onderbroek aan – met die test en liet het hem zien. Hij zei me dat hij niks zag staan en vroeg me wat dit betekende. Ik schreeuwde: ‘Ik ben zwanger!!’ Hij vertrok naar zijn werk en ik ben toen weer gaan slapen. Ik heb toen vroeg in de ochtend nog een sms gestuurd naar mijn beste vriendin om te zeggen dat ik een positieve test had gehad. Natuurlijk waren wij allemaal in de wolken. Die dag zelf ben ik naar de huisarts gegaan om bloed af te geven en de dag zelf konden we bellen om te vragen hoe ver ik was in de zwangerschap. Wij zaten op de moment van het bellen bij de grootmoeder van mijn man in het ziekenhuis. Zij was toen absoluut niet goed. Wij hebben toen in het bijzijn van de familie verteld dat we een kindje verwachtten. Het was een dubbel gevoel! Niet leuk omdat je weet dat leven en dood op die moment enorm dicht bij elkaar lagen…

 

 

 

De dag erna heel vroeg in de ochtend kreeg mijn man telefoon van zijn vader met de boodschap dat ‘moeke’ er niet meer was. Ze was stilletjes ingeslapen die nacht. Wat een emoties! Mijn man was stil en emotioneel. Hij is toen naar buiten gegaan om zich af te zonderen. Toen ik buiten kwam en zag hoe hij eraan toe was, heb ik hem vastgepakt om te laten zien dat ik hem steunde! Dit was een moeilijke periode in ons leven. Wij zijn blij dat we het haar nog hebben kunnen vertellen. In onze ogen weet ze dat ze een achterkleindochter heeft en ze zou er immens trots op geweest zijn!
De zwangerschap vorderde en naarmate het einde naderde, begon het besef te komen dat ‘moeke’ haar achterkleindochter nooit zal kunnen vastnemen. Dit deed heel veel pijn in mijn hart! En ik wist dat mijn man dit ook had, maar hij gaf dit niet graag toe. Wij zijn er beiden zeker van dat ze vanuit de hemel meekijkt en waakt over ons allemaal.  

 

 

 

Na de bevalling zat ik op die typische roze wolk. Maar dat duurde niet lang hoor! Wat is het moederschap zwaar! Had ik dat even onderschat. Ik gaf borstvoeding vanaf de geboorte. De eerste paar weken ging dit super goed, maar daarna begon Aurely te huilen en ze liet mijn tepel los. Ze had niet genoeg, maar wat wist ik daar exact van? Weinig… De vroedvrouw die aan huis kwam, zei me dat ik veel water moest drinken en genoeg groentes moest eten zodat Aurely genoeg voedingsstoffen binnenkreeg. Dit alles hielp jammer genoeg niet! Na zes weken borstvoeding heb ik het opgegeven. Ik was helemaal op! Mentaal was dit voor mij echt zwaar, want ik wilde veel langer borstvoeding geven. Het lot besliste daar nu eenmaal anders over. Overgeschakeld op flesvoeding was Aurely nog steeds niet helemaal tevreden na haar maaltijden. Krampjes, teruggeven, reflux en ga zo maar door… Tot mijn beste vriendin met het geniale idee kwam om botermelk te proberen. Zij had al een dochter, die dronk dat ook. Zijzelf had ook van kinds af aan botermelk gekregen als pap. Oké, waarom niet? Het is het proberen waard.
In het begin lustte Aurely het niet zo, maar na een paar keer proberen wel. EIN – DE – LIJK dé oplossing gevonden voor ons meisje! Wat een opluchting! Natuurlijk kregen wij het nodige commentaar dat botermelk niet goed was voor een baby en bla bla bla… Tegen Kind en Gezin hebben wij dit nooit eerlijk durven zeggen, omdat we dan misschien als slechte ouders bestempeld zouden worden. Maar eigenlijk, het is ONZE opvoeding en niemand moet zich hier mee bemoeien!

 

 

Tot voor kort, toen ze een één jaar werd, zijn we overgeschakeld naar opgroeimelk. Dit drinkt zij enorm graag. De laatste keer bij Kind en Gezin is ze gewogen en gemeten en wat schrok ik toen! 78 Centimeter en 9.050 kilogram. Goed gegroeid volgens de verpleegster daar! “Naajaa, en dat dankzij de botermelk”, dacht ik toen.
Wat ik met deze blog wil duidelijk maken is dat ieder zijn eigen opvoeding heegt en dat niemand mag zeggen wat er goed en niet goed is voor jouw baby. Raad geven mag altijd, maar je kiest nog altijd zelf wat je met die raad doet!  

 

 

 

 

DANIELA

 

Bevallingsverhaal: op het moment dat Semmy eindelijk op m’n borst ligt, poept ze me helemaal onder, haha

 

Twee jaar geleden ben ik bevallen van een meisje genaamd Semmy. Het was een enorm zware bevalling, maar waar ik toch niet verkeerd op terug kijk.

Na 41 weken en 2 dagen moesten mijn man en ik ons melden in het Ikazia ziekenhuis in Rotterdam. Natuurlijk had ik niet veel geslapen, want ik was super nerveus. Eten ging ook moeizaam, terwijl ik wist dat het wel handig was als je een inspanning moest leveren. Maar tevergeefs. 

Om 08:00 ’s ochtends hebben wij ons gemeld in het ziekenhuis. Even aan de monitor en toen werd ik gehaald. Ze gingen een ballonnetje plaatsen. Alles behalve prettig vond ik dit. Wat een vervelend gevoel zeg, ik vond het een soort pijn doen. Wellicht kwam dat omdat ik die vrouw niet zo vriendelijk vond, dus kon ik mij niet ontspannen. 

Na het plaatsten van het ballonnetje kregen we de vraag of we wilden blijven wachten of naar huis wilden, want het kon zomaar nog lang duren voor het ballonnetje eruit zou vallen. 

Nou huphup wij gingen lekker naar huis. Maar ehm, wat voel ik nou? Wat doet m’n buik? Is het nou begonnen? O wauw het is echt al begonnen. We waren net drie straten van het ziekenhuis vandaan!!! Hoe is het mogelijk!  Toch hadden we ervoor gekozen de reis verder naar huis te vervolgen, want dat ballonnetje moest er natuurlijk nog uit en dat kon nog wel duren.

Tijdens de autorit werden m’n weeën echt al wel heftig. We stopten nog even om een croissantje te kopen, maar ik kon niet eens meer door de winkel lopen dus bleef ik in de auto wachten.

Thuis het croissantje gegeten, want ja eten is belangrijk met zo’n inspanning. En toen maar in bad. Dat zou verzachtend werken. Dus niet! Inmiddels toch maar weer naar het ziekenhuis gebeld want m’n weeën waren al bezig vanaf 09:30 en het was inmiddels 11:00. Ik wilde absoluut niet thuis bevallen, dus wij gingen maar weer terug naar het ziekenhuis.

Maar man o man, wat een weeën al. In het ziekenhuis aan de monitor en wat zeiden ze: “goh je hebt echt al weeën, dat is snel.” 

Applaus, dat voelde ik al lang. 

We gingen naar een kamertje toe. Daar lag nog een zwangere dame en haar man zat er bij. Zij lag er vanwege bloeddruk en niet omdat ze al ging bevallen.

Mijn weeën werden steeds heftiger en heftiger en m’n telefoon moest ik weg leggen. Geen zin meer om te antwoorden, want die weeën moesten weggepuft worden. Maar hoe moet dat? Ik raakte een beetje in paniek. Het deed zo’n zeer. 

Gelukkig kwam de verpleging bij die andere zwangere dame kijken en zij hoorde mij kreunen en piepen waardoor ze daarna bij mij kwam kijken. Zij heeft met mij eventjes gepuft, waardoor ik snapte hoe ik het moest doen.

Gelijk een inwendig onderzoek (18:30)en wat bleek nog steeds 2-3 cm. 

Pffff wat gaat dit traag zeg. Ik word gek. Ik heb al 9 uur weeën en het schiet niet op. Wat wel fijn is dat de verpleging m’n vliezen had gebroken en ik daarna naar de verloskamer mocht. 

Ze bood me een bal aan voor onder de douche. Je weet wel zo’n soort skippybal. 

Vreselijk leek mij dat, maar toch was het zó fijn. Het enige waar ik van baalde op dat moment was dat ik het koud had. Waarom kon die douche nou niet warmer?! 

Rond 20:45 kwam de verpleging om weer een inwendig onderzoek te doen. Jippie!! Maar helaas nog steeds 2-3 cm. Ze vraagt me of ik heb gedacht aan pijnstilling omdat het al zo lang duurt. Al bijna 12 uur vol in de weeën en nog steeds maar zo weinig ontsluiting. 

Ik schreeuwde nog niet: “geef mij die ruggenprik!!!!”. 

Zo gezegd zo gedaan, ruggenprik gekregen en alles werd rustig. Hoe chill is dat. Ik kon de wereld weer aan. Nou dus niet! Met de baby ging het niet goed in m’n buik. Bij elke wee zakte haar hartslag enorm. Wat betekende dat ik niet op m’n rug mocht liggen, maar steeds van m’n linker op rechterzij. Makkelijk gezegd, maar door m’n ruggenprik werken m’n benen niet dus moet ik steeds geholpen worden. Best geinig hoor. 

Op een gegeven moment gaat het zo slecht met Semmy in m’n buik dat ze bloed uit haar hoofdje moeten tappen. Ja je begrijpt het goed. Ze zit dan nog in m’n buik. Wat een bloederige bende werd dat zeg. Vanuit dat monstertje met bloed konden ze haar zuurstof testen en er was nog geen reden tot paniek. 

Rond 02:00 in de nacht, raakt m’n ruggenprik uitgewerkt en ik ga weer kapot van de pijn. Eindelijk mocht ik niks meer krijgen voor de pijn i.v.m. Semmy. Ze zagen ook wel dat dit niet werkte, dus ik kreeg een klein beetje. 

Om 04:15 kreeg ik het verlossende woord: je hebt tien centimeter ontsluiting. Ik was in de Gloria!! Yes eindelijk!!! 

Maar helaas zei ze: “ze is nog niet genoeg ingedaald, dus je moet nog een uurtje wachten .” Nee super chill dit. Mij eerst blij maken en vervolgens met persdrang zeggen dat ik nog een uurtje moet wachten. Oké dat uurtje kon er eigenlijk ook nog wel bij want inmiddels was ik dus al 18,5 uur bezig. 

Rond 05:15 kwamen de gynaecologen, verpleegkundigen en weet ik veel wie er nog meer stonden. Het laatste stukje is begonnen. Nog 1 sneetje op Semmy haar hoofd maken om te kijken hoeveel zuurstof ze nog heeft en hoe lang ik eventueel mag persen. 

Het spande erom, want alles was ook al gereed voor een spoed keizersnede. En het enige dat ik dacht was: “zolang ze er maar veilig uit komt, alles voor haar!”

Ik kreeg te horen dat alles goed was, dus de kamer werd gereed gemaakt. Ik voelde mij ineens zo misselijk worden, dus ik kreeg een kotsbakje. Die toch maar weer afgeslagen, want hee die heb ik niet nodig. Maar na twee tellen, kwam er toch een lading hahaha. De verpleging vertelde dat je lijf dit doet, het is klaar om te bevallen. 

Go go go!!! Pers haar eruit. Ai dit durf ik niet was m’n eerste gedachte. Nee dit kan ik niet. Wat nou, wat nou. Maar Liz jij hebt het nu in de hand, jij kan er voor zorgen dat het klaar is. Zet alles op alles. Lekkere peptalk voor mezelf in m’n hoofd en daar ging ik. 

Na twee persweeën stond haar hoofdje al. En na de laatste pers was ze daar. 

Het was een fantastisch emotioneel moment. Wat was ze mooi. Wat was ze klein!!!! 2790 gram. Kleine uk. En op het moment dat ik heerlijk naar haar lig te kijken op m’n borst, poept ze me helemaal onder. 

Dat geeft niet lieve kleine Semmy. Je hebt mij mama gemaakt. Mijn dag kan niet meer stuk! (En douchen moest ik toch wel haha).

Mijn baby’tje met Down is echt fantastisch!

Ik ben nu bijna een jaar mama van een kindje met downsyndroom. Wat is het een heftig en mooi jaar voor ons geweest. Eindelijk mocht onze wens in vervulling gaan, maar tegelijkertijd was er veel verdriet en onzekerheid.

 

 

De eerste weken waren zo onzeker. Door de vele echo’s wisten wij dat Ezra lichamelijk gezond is, maar toch. Zijn hartslag daalde vaak in het begin. Het personeel van het ziekenhuis vertelde steeds dat het geen kwaad kon, zolang het maar niet onder een bepaald getal kwam. Nu achteraf geloof ik dat, maar op dat moment is het zo heftig als je die piepjes en alarmbellen hoort. Ook de verwerking voor ons was begonnen. Na vijf dagen mochten wij eindelijk naar huis. Mijn vriend was al meerdere malen naar huis gegaan en kwam dan terug en vertelde wat hem buiten op viel. Mensen schelden met mongool bijvoorbeeld. Eigenlijk verandert heel je kijk op de wereld en let je op andere dingen. Nu begon het pas echt voor mij. De Downwereld… 

 

 

Voor het eerst naar buiten met je kindje, mensen die allemaal in je wagen kijken. Voor het eerst naar het consultatiebureau (andere curves) en het viel me echt op hoe weinig ze weten over Down, voor het eerst naar zwemles en ga zo maar door. Feitelijk gezien hoef je niets uit te leggen, maar dat wil je wel. De eerste weken had ik echt schaamtegevoelens. Ik vond ons mannetje al prachtig, maar toch. Bij zwemles keek iedereen ons aan maar niemand zei wat. Tsja, wat moet je zeggen? “Heeft je kindje down?” En wat als het niet zo is? Het liefst schreeuwde ik het van de daken. Zodat iedereen de andere kant op keek. Op een dag kwam er eindelijk een moeder met die vraag naar mij toe, hèhè. Ze heeft zelf een broer met Down, voor haar was het heel herkenbaar. 

 

 

Voor het eerst weer werken. Ik werk op een regulier kinderdagverblijf. De meeste ouders ken ik al jaren en hun reacties waren hartverwarmend. Er waren ook reacties waar ik de tranen van in mijn ogen kreeg. Wat een grappige oogjes, wat een gek tongetje, wist je het niet dan? Gelukkig heb ik de allerliefste collega’s die mij altijd steunden als het even moeilijk was. Deze reacties had ik natuurlijk niet alleen op het werk, maar ook buiten op straat. Inmiddels kan ik daarmee om gaan. Ik hou machtig veel van dit mannetje en zal hem altijd verdedigen. 

 

 

Ik ben echt een gevoelsmens en vind het heel mooi om processen heel bewust mee te maken. Het rouwproces, want tsja je neemt toch afscheid van een leven wat je voor ogen had en de PTSS-symptomen. Ik vond de herbeleving van de bevalling en alles heel mooi, maar na 12 weken dezelfde dromen en nachtmerries was het genoeg geweest. Gelukkig na een aantal keer erover praten verdwenen de symptomen. Het leven waar je als Downsyndroom ouder in groeit, vind ik ook heel mooi. Het is maar goed dat dat stapje voor gaat. Waar het eerst nog een discussie was of je wel aan Ezra ziet dat hij Down heeft, zie je toch wel duidelijk op straat of iemand Down heeft. Maarja, als je alles eens van tevoren wist. Ik denk als je alles van te voren weet, je ook meer verdriet zou hebben.

 

 

8 Maart hadden wij onze eerste afspraak op de Downpoli. De kinderarts was heel tevreden. Bijna 100 procent van de kindjes hebben luchtwegproblemen en Ezra heeft dat niet. De arts stond zelfs een beetje versteld. We krijgen wel logopedie en fysio aan huis. Dat om spelenderwijs Ezra wat meer in beweging te krijgen. Hij loopt niet achter, maar met zijn Down wel belangrijk om er bovenop te zitten. De logopedie is om zijn tong te leren gebruiken en zijn onderlip wat steviger te maken. Dit om goed te leren praten en kwijlen tegen te gaan. De orthopedagoog gaf ons de tips hoe om te gaan met ondeugend gedrag. Kindjes met Down vinden zichzelf vaak heel grappig, maar dit kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Ook willen we niet dat hij andere kindjes pijn gaat doen. De oogtest is verder goed. Het vervolgonderzoek is binnenkort. Nu gaan we op naar 26 maart. De dag dat Ezra onze kanjer één jaar wordt. Hij is het mooiste wat ons is overkomen. Soms heb ik spijt van alle tranen die gevloeid zijn. De tijd terug draaien kan niet meer. We kunnen alleen maar vol positiviteit naar de toekomst kijken. We gaan ons eerste jaar afsluiten met een knalfeest en heel mooi nieuws. Ezra wordt namelijk grote broer…

 

 

 

ESMERALDA (klik hier voor haar Instagram)