Mijn hooggevoelige kind noem ik ook weleens ons stickertje

Dit is zo’n onderwerp waar ik al een tijdje over wil schrijven. Ik hoor en lees steeds vaker over hooggevoelige kindjes en hoe elke ouder dit weer op zijn/haar manier beleeft. Evan, mijn middelste van nu 3,5 jaar, is heel fijn gevoelig. Ik vind het wel goed om dit een keer bespreekbaar te maken en te delen wat mijn ervaring hierin is. Ik kan me voorstellen dat er zat ouders zijn met hooggevoelige kindjes die tegen een muur van frustratie en ik gok soms ook van oordelen lopen. Het is alleen best lastig om hierover te schrijven, want hoe vertel je het zo goed en eerlijk mogelijk? Evan is voor ons gewoon Evan met zijn eigen karaktereigenschappen. Zijn hooggevoeligheid hoort bij hem en dat is wat hem zo’n mooie, pure jongen maakt waar ik met heel mijn hart en ziel van hou.

 

 

Handig is om bij het begin te beginnen en dat is het moment waarop Evan geboren werd. De wereld was voor hem spannend, groot en onvoorspelbaar. Onze aandachtsbehoeftige jongen klampte zich erg vast aan ons om de veiligheid op te zoeken. Ik noemde hem dan ook wel eens ‘mijn sticker’. Lekker veilig tegen mama of papa aan geplakt zitten. Elk kind vindt dat fijn, maar Evan net even wat meer. T.o.v. zijn grote zus die we overal mee naartoe konden nemen, die overal sliep en alles prima vond, had Evan andere behoeftes: rust en voorspelbaarheid. En dat gaven wij hem. We kregen wel eens de vraag of opmerking: “Hij moet er gewoon aan wennen, toch?” Dat verlangde ik de eerste tijd ook van hem, omdat ik niet beter wist. Heel even dacht ik dat er een behoorlijke kop op onze jongen zat, in plaats van dat hij gevoelig was. Toen mijn moedergevoel en zijn signalen anders zeiden, zijn we het anders gaan doen. We hielden bij hem strikt de 3 R’s aan (rust, reinheid en regelmaat). Daardoor kreeg Evan rust, wij werden rustiger en ik heb er veel van geleerd: controle en eigen principes loslaten. En niet zo’n beetje ook. Go with the flow!

Bevallingsverhaal: onze dochter zag paars na de geboorte

Nadat de gynaecoloog en de cardioloog in overleg de spelregels voor mijn bevalling hadden uitgeschreven, kreeg ik een datum om ingeleid te worden. Onze lieve dochter zou geboren worden op 38 weken, na een helse zwangerschap en vier weken ziekenhuisopname. Op 37w+6d installeerden we ons om 10u ‘s ochtends in de verlosafdeling van Gasthuisberg. Wij waren er klaar voor: dinosaurus koeken, sportdrankjes, boeken en een gezelschapsspelletje. Ik had zelfs een nieuwe Fitbit die nog in de verpakking zat om mee te spelen! Voor wetenschappelijke doeleinden uiteraard. We waren helemaal klaar om ons klein meisje te leren kennen. We wisten dat het wel even kon duren, aangezien ik nog geen millimeter ontsluiting had of ook maar iets verweekt was. 

10 u – Eerste shift – Kathleen de vroedrouw van de ochtend heette ons hartelijk welkom met een eerste dosis prostaglandynes. Als ontbijtje, zeg maar. Met die prostaglandynes zouden we de bevalling in gang zetten. Wij waren toch wel lichtjes in paniek op dat moment, maar lieve Kathleen was de zachte stem die we nodig hadden. Het pittige aan ingeleid worden, is dat de weeën op één keer onnatuurlijk snel en straf komen, we zaten binnen geen tijd op een regelmatige drie minuten. Ik waggelde rond, zong hele musical soundtracks terwijl ik op mijn bal zat te wiebelen en Maarten werkte op zijn computer. Ik was ‘in the zone’ en had hem nodig, maar wel op een veilig afstandje. Gevalletje ‘hou je in stilte bezig’. Na een tweede dosis medicatie werden de weeën een pak intenser. Op naar de..

Tweede shift – 14u – Indra de vroedvrouw nam het over en had dadelijk in de gaten dat ik wel erg veel moeite had alles weg te puffen. Ze stelde luidop in vraag waarom ik geen epidurale zou mogen om me door de bevalling te helpen. Dat was door de artsen aanbevolen omdat het erg effect zou hebben op mijn hart en bloeddruk. Omdat ik als dood was de geboorte van mn dochter te missen als ik flauwviel was ik daar braaf in meegegaan. Indra was de soort vroedvrouw die al 20 jaar kinderen op de wereld gezet heeft, met een nultorerantie voor nonsens.

In overleg (vooral met mezelf, aangezien Maarten al bijna zijn veto gebruikte toen ik het ook maar opperde) besloot ik te douchen als laatste redmiddel tegen de pijn. Grote fout. Maarten had gelijk. Ik zat nog maar vier minuten onder de douche of ik viel flauw, begon erg te bloeden en over te geven. Lastig dat ik met m’n koppige kop de douche aan de overkant van de gang in gegaan was. Maarten zijn ademhaling versnelde lichtjes en Indra sleepte de anesthesist aan. Ze stuurde de gynaecoloog en de cardioloog snel een berichtje dat ze toch een epidurale voor me zou regelen. Meer een ‘wist-je-dat’-je dan een vraag. Na vier keer prikken midden in een weeënstorm (‘stilzitten hoor mevrouw, dit is milimeterwerk’) en het bijhalen van een nieuwe anesthesist zat de epidurale en was ik verdoofd tot aan mijn boezem.

Toen werd het dan helemaal geweldig! Ik was me zo bewust van alles wat er aan het gebeuren was. Na vier jaar vechten was ik aan het bevallen van onze eigen dochter. Ik lag te genieten, voor de laatste keer het galopje van haar hart te beluisteren op de monitor. Om 9 uur ‘s avonds hoorde ik een plop en een ‘woesj’. Mijn water was gebroken van het lachen. Geen haak meer nodig om aan mijn vliezen te liggen peuteren, hoera, (ik had die al van die ochtend in de gaten vanuit mijn ooghoek)

Tegen tien uur ‘s avonds, begon Lientje’s hartritme te dippen en had ik nog steeds maar drie centimeter ontsluiting. De druk van de bevalling was te veel aan het worden voor ons klein meisje. We waren al tien uur bezig en ze kon niet meer goed om met de weeën. De gynaecoloog kwam voorbij met de instructie te stoppen met eten en drinken. Ze zouden snel moeten kunnen ingrijpen als Lien nog meer begon weg te glippen. Waarschijnlijk werd het een keizersnede tijdens de ..

Derde shift – 22 uur – Tzigane meldde zich met gezwinde tred aan als vroedvrouw van de nacht. Een grotere spring-in’t-veld hadden we nog nooit aan mijn bed gehad. Na vier jaar fertiliteit en een ziekenhuisopname van meer dan een maand wil dat wel wat zeggen. Tzigane meende het serieus, niks geen keizersnee. Op duidelijke toon gebood ze ons in bed te kruipen – haha, alsof ik daar niet al vier uur lag met draden uit mijn rug- en haar de rest te laten doen. Zij zou om de zo veel tijd aan het wieltje van de weeënopwekkers komen draaien en zou vanuit haar kamertje aan de overkant Lientjes hartritme in de gaten houden. Kleine meid had intussen al een monitortje rond haar hoofd (hoe die daar aangebracht wordt, bedenk je zelf maar) om haar goed te kunnen opvolgen. Tzigane was er zeker van dat we er een vaginale bevalling van zouden kunnen maken, om het herstel van een keizersnee te vermijden. Had ik al vermeld dat Tzigane het serieus meende?

Het spannende was dat ik tegen dan al vanalles voelde doorheen de epidurale. Ik voelde mijn weeën weer en met elke wee voelde ik baby Lien zakken. Pijnlijke boel, maar eerlijk waar het geweldigste wat ik ooit heb meegemaakt.Terwijl Maarten super hard zijn best deed om te doen alsof hij sliep, lag ik te doezelen, heerlijk in mezelf. Aan het genieten van elke wee, voelde ik me sterker, gelukkiger en meer klaar dan ooit om ons meisje op haar neusje te zoenen.

Een uurtje na middernacht kwam de assistente even voelen hoe veel ontsluiting ik had. Met een verward gezicht haalde ze Tzigane er bij om even te voelen, ze kon er zelf niet goed bij. Tzigane kwa even poolshoogte nemen (zo’n dingen mag je in een bevallingsverhaal behoorlijk letterlijk nemen). Heel haar gezicht klaarde op en voor ik het weet stond ze aan Maarten te schudden. Handen wassen, tanden poetsen, broek aantrekken meneer.. uw baby komt er aan. De assistent voelde niks van baarmoederhals omdat ik op die laatste twee uur van 3 naar 10 centimeter ontsluiting gegaan was. Geen baarmoederhals meer over, het was baby-tijd! De medische ploeg was alleen echt bezorgd over Lientje en er werd een legertje aan mensen in groene pakjes opgetrommeld om de bevalling bij te staan. Ze moest nu echt dringend komen. In de kamer: een assistent, een vroedvrouw, een gynaecologe, een supervisor en twee pediaters. Dat Maarten de weg naar mijn hoofd vond in al dat gedrum bewijst dat een echte scout altijd de weg vindt!

De eerste drie rondjes persen heb ik niet volop beseft wat ik aan het doen was. Ik kon maar niet geloven dat het voor echt was, tot Maarten vroeg of hij even mocht gaan kijken in de zuidelijke regionen en lichtjes bleek om de neus terug kwam met de mededeling dat onze dochter een volle kop haar had. Helemaal in shock dat hij haar hoofdje had kunnen zien, besefte ik dat het tijd was de baby er uit te persen en dat de generale repetitie voorbij was. De vijf mensen rond mijn bed deden op dat moment aan als een soort Amerikaans cheerleader team met een hysterisch bezorgde ondertoon, dus toen ik merkte dat één van hen bijna gps-achtige instructies gaf leek me dat wel ideaal en besloot ik me daar op te focussen. En op Maarten, die hielp met mijn benen stevig vasthouden en de sterke armen voorzag die ik nodig had om in bij te komen tussen elke perswee.

Na twintig minuutjes persen, wat gemakkelijk twintig seconden had kunnen zijn naar mijn gevoel, lag Lientje in mijn armen. Stilletjes. Paars. Niet responsief. Zwaar aan het ademen. De pediaters grabbelden haar weg en Maarten rende haar achterna, zijn ogen wild die van mij aan het zoeken. Terwijl mijn gynaecologe haar snit en naad vaardigheden boven haalde en mij een steekje hechting gaf en ik beviel van lien haar placenta, had ik helemaal geen idee wat er gebeurd was. Ik zag een gebruikte zuignap liggen en blijkbaar was ik in alle haast toch een heel klein beetje gescheurd.

Hii, this is Hubs writing. I was never been able to do much during the birthing part besides trying to remotely look like her rock and be scared to death at the same time. It’s not like the fire was a problem, growing up on a farm you kind of het used to stuff like that. The thing that was scaring me however is that Helen had suffered through so much during her pregnancy and that Baby Girl wasn’t coping well with delivery. She was born purple and non responsive which I didn’t realise because it was all happening so fast. They denied me cutting the cord -rude- and whisked her away after ten seconds, telling me to follow. I shot Helen a worried look but she was comfortably resting oblivious to all the worrying that was going on. I ran to follow them, almost losing them in the crazy haste. While they started helping our little Lien to breathe with a mask, I was asked to rub her warm and hold her hand. Boom – forever in love. I will never forget the way her little hand felt in mine.

Meanwhile she was still purple and wasn’t reacting to the doctors prodding her. They started to worry even more and we’re gonna do a saturation measurement for twenty minutes. To intubate or not to intubated was the question on everyone’s mind. Twenty minutes passed and she slowly started turning pink but still wasn’t doing much better. De doctor and I were just staring at her. Staring at each other. Unsure what to do. Remember Tzigane? The awesome midwive (go read up on my wife’s birth story)? She entered the room and saw our hesitant figures. Promptly she grabbed a tube and handed it to the doctor. Time to intubate and get her to the NICU. But that was not how baby girl saw her first night here, as the doctor tried to fit the tube through her nose she started to grunt and squirm. I couldn’t really tell you how she looked at that moment because my eyes were all blurry with happy tears! After a few quick measurements and a weigh-in.. we were all set to go cuddle with mommy!

Hoi, de wederhelft hier om mijn rol in Lientje haar verhaal te doen. Persoonlijk heb ik niet veel kunnen doen behalve doodsangsten uitstaan en er uit zien als een rots in de branding. Al het bloed, slijm en andere lichaamsvochten waren niet zozeer het probleem. (als je opgroeit op een boerderij heb je al veel gezien) Wat het meeste speelde in mijn hoofd was dat Heleen al zo veel had afgezien en Lientje haar hartje wat raar deed.

Soit. Kind er uit, paars, niet responsief. Dat had ik allemaal niet door omdat het zo snel gebeurde. Lientje heeft 10 seconden bij Heleen gelegen en dan knipten ze snel de navelstreng door zonder het te vragen! Onbeleefd, maar noodzakelijk zou bleek. Als snel nam de pediater Lientje mee en moest ik volgen. Na een ongeruste blik op Heleen, die nog zalig lag na te puffen, liep ik de gang op en was hen bijna kwijt. In het kamertje legden ze ons Lientje aan een beademingsapparaat. Waarom wist ik niet, maar ik mocht haar wel warm wrijven en haar handje vast houden. BAM, instant verliefd. Haar vingertjes die heel zachtjes in die van mijn knepen zal altijd één van mijn meest tederste herinneringen blijven.

Lientje was paars, ademde veel te snel en had niet geweend. Ze reageerde ook niet op al het porren en trekken van de pediaters. Artsen probeerden de saturatie in haar bloed te meten, maar dat verliep niet zo vlot omdat ze zo klein was. We moesten sowieso 20 minuutjes wachten om te zien hoe ze zou evolueren,. To intubate or not to intubate (en naar neonato)

Haar paars werd langzaam roze en net op dat moment kwam de gynaecoloog binnen met Heleen haar gsm: “Trek foto’s voor uw vrouw meneer”. En als de dokter iets zegt, doe je dat ook.

Na 25 minuten was de pediater aan het twijfelen. Ze was zichtbaar bezorgd omdat de resultaten onduidelijk waren. Op dat moment stonden we daar met ons 2 te staren naar de monitor die moest zeggen of er genoeg zuurstof in haar bloed zat. Tzigane kwam binnen en zag de impasse van de pediater en mijn vertwijfelde, ongeruste blik. De pediater vroeg zich of ze toch niet moest intuberen. Tzigane pakte een buisje (3mm want 3,5 is te groot) en de pediater probeerde het in haar neus te steken. Op dat moment besloot Lientje dat ze dat niet leuk vond want het buisje was nog veel te groot en begon te reageren. Haar eerste geïrriteerde kreuntjes en kresjes en de tranen sprongen in mijn ogen. De pediater was tevreden (uw kind weent, proficiat), niet in de couveuse en geen draden door haar neus. Tijd om te wegen en te meten! 2730 gram en 46cm later stonden we bij mama om voor de eerste keer met ons drie samen te knuffelen.

Tien minuutjes gingen voorbij en ik had gevraagd of ik de placenta even mocht zien. Die kreeg ik in een kom op mijn schoot. Twintig minuten gingen voorbij. Ik zat nog steeds alleen in mijn verloskamer, kansberekening aan het doen. Wat was de kans dat ik op mijn gezicht viel als ik nu van de tafel sprong en naar mijn dochter rende? Reëel, leek me, aangezien ik nog in mijn been kon knijpen zonder te knipperen. Dertig minuten gingen voorbij. Een dokter kwam voorbij om te zeggen dat Lien geïntubeerd zou worden om haar te helpen ademen en daarna zou opgenomen worden op de neonatologie. Maarten zou met haar mee gaan. Veertig minuten gingen voorbij. Maarten kwam trots als een otter binnen met onze dochter in zijn armen. Die dappere meid had intuberen toch wat overdreven gevonden en was stilletjes opgeknapt toen ze een poging deden.

Hoe cliché het ook is, mijn wereld was onmiddellijk twee keer zo groot en eventjes toch zo klein als ‘wij drie alleen’. Lientje was uitgeput maar wij mochten even genieten van ons kersvers gezin, voor de pediater terug kwam en ons toelating gaf boven te gaan verder knuffelen op onze eigen kamer. Om zes uur ‘s ochtends vielen Maarten en Lientje even in slaap maar ik lag verder te genieten.. van een knalroze zonsopgang boven Gasthuisberg. Het was mijn dochter haar verjaardag!

 

Wintersport met een baby, kan dat!? Esmee deelt haar ervaring!

Kou. IJskoud. Sneeuw. Uitglijden. Glad. IJs. Wind in je gezicht. Gele sneeuw. Vallen. Regen. File. Zomaar een aantal steekwoorden van dingen die je tegenkomt als je op wintersport gaat. Klinkt geweldig toch? Klinkt in mijn oren als de ideale situatie om een baby mee naar toe te nemen. Dus dat doen wij dan maar he. Op reis naar de kou met een baby van zeven maanden. Top idee. Als je niet zo van de sarcasme bent, stop dan met lezen. Niet klagen niet, gewoon einde verhaal. 

 

Dus. Terwijl ik dit type vertoeven wij in het Oostenrijkse zonnetje (klinkt al een stuk positiever toch). Overdag genieten wij van de mooie pistes, het lekkere eten, een heerlijk witbiertje in het zonnetje en ‘s avonds spelen we heel veel spelletjes. Dikke prima. Maar we zijn wel met onze lieve baby op stap. Nu moet ik er bij zeggen dat we met opa’s en oma’s op pad zijn, dus ik mag echt niet klagen. Ze passen op Sophie zodat wij lekker kunnen skiën en zo. Top. Nu ga ik weer verder met klagen. Zo ben ik. Hier een aantal dingen die met een (lief, knap, schattig, leuk) baby’tje nét ietsjes anders zijn als je op wintersport gaat. 

Krijg je een jongen of meisje? Hoe kom je daarachter?

Eerst even de feiten

Gemiddeld worden er meer jongens dan meisjes geboren, wereldwijd op elke 100 meisjes en 107 jongens. Per land is het verschil tussen jongens en meisjes anders. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat er in Nederland 1055 jongens worden geboren op elke 1000 meisjes, dat is een gegeven maar hoe zit dat dan?

 

 

Zaadcellen bepalen het geslacht, dit komt niet omdat de zaadcellen die een Y-chromosoom bevatten (mannelijk) sneller zwemmen dan de zaadcellen met een X-chromosoom (vrouwelijk). Tijdens de bevruchting ontstaan er evenveel mannelijke als vrouwelijke embryo’s, maar omdat er meer vrouwelijke embryo’s zijn die het niet overleven worden er meer jongentjes levend geboren. Na de geboorte verandert deze verhouding langzaam omdat mannen eerder sterven dan vrouwen.

 

 

Bakerpraatjes

Nog voor de geslachtsbepaling zou je zogenaamd kunnen weten of je in verwachting bent van een jongen of een meisje. We kennen allemaal wel de bakerpraatjes, beweringen over conceptie, zwangerschap, bevalling en babytijd die vaak berusten op bijgeloof. Draag je je buik in een punt? Dan is het vast een jongen. Een slechtere huid? Ja hoor, een meisje. ‘Ik was zo misselijk tijdens mijn zwangerschap en het is een meisje, dan zul jij ook wel een meisje krijgen’. Onderop tijdens the baby making, zeker een jongen. Er zijn zelfs mensen die aan een zwangere vrouw kunnen zien of zij een jongen of een meisje verwacht.
En dan natuurlijk nog de Chinese geslachtskalender, die klopt altijd! Waarom zou je nog een geslachtsbepaling laten doen, want alles wijst naar team roze of team blauw en zwangere vrouwen hebben altijd gelijk. Shoppen maar! 

 

 

 

Team meisje

Alles in mij riep dat het een meisje zou zijn, bij beide zwangerschappen. Bij de eerste was dat gevoel eigenlijk nergens op gebaseerd, ja misschien een klein beetje op die bakerpraatjes, maar ik zag mezelf gewoon als een echte meisjesmama. Geen idee waarom, maar van jongs af aan had ik dat al. Een echte voorkeur voor het geslacht had ik niet, alleen vond ik een naam kiezen voor een jongen veel lastiger dan voor een meisje en het leek me gewoon makkelijker. Ik ben zelf opgegroeid met een zus en heb geen idee hoe jongens werken anders dan dat ze zand naar je gooien in de speeltuin en veel te wild spelen. “Reden genoeg om team meisje te zijn”, dacht ik zelf. Bij de 20-wekenecho werd ik dan ook verrast met een overcompleet meisje, een jongen dus! In de wolken was ik, meteen een blauwe wolk.
Tijdens mijn tweede zwangerschap wist ik het zeker, ik voelde me zo ontzettend anders dan tijdens mijn eerste zwangerschap. Mijn vriend dacht bij de eerste dat het een jongen was en dit keer weer. De meeste mensen om mij heen (op mijn moeder na die de discussie waarschijnlijk niet met me aandurfde) dachten dat ook, maar zij voelden natuurlijk niet wat ik voelde. Het hele lijstje voor een meid kon ik afvinken! Ik was vreselijk moe, was misselijk, had zin in zoetigheid en sliep vanaf nu alleen nog maar op mijn rechterzij. Zelfs de Chinese geslachtskalender klopte. Ik wist het zeker, dit moest een dametje zijn, het kon gewoon niet anders en de eerste jurkjes werden al geshopt. De 20-wekenecho, de grote check-up van onze dochter. Garanties voor een gezond kindje heb je nooit dat weten we maar al te goed, maar dit zag er goed uit, gelukkig! Alles erop en eraan, inclusief piemel. 

 

 

Blauwe muisjes

Ik ging me dan ook maar gedragen naar de bakerpraatjes voor een jongen, het zit immers een beetje  tussen de oren hè. Zo zwaaide ik de misselijkheid vaarwel, besloot ik om een fantastische haardos te krijgen. Ik besteedde extra aandacht aan mijn uiterlijk, hello pregnancy glow! Mijn ribben moesten het ontgelden en er moest augurk in huis gehaald worden. Oh en niet te vergeten, er moest van plek gewisseld worden in ons bed omdat ik vanaf nu op mijn linkerzij moest slapen met mijn hoofd naar het noorden. Dit kon niet meer mis gaan, boys boys boys. We gaan winkelen, nu! Dominantie, check!

 

 

Dino’s en treinen

Heel eventjes maar heb ik moeten wennen aan het idee. Begrijp me niet verkeerd, want met meiden was ik net zo blij geweest, maar ik ben twintig weken zwanger geweest van een dochter en had ineens een zoon in mijn buik.
De jurkjes gingen dus snel weer retour en maakten plaats voor stoere truien en echte spijkerbroeken.  Printjes met dinosaurussen draaide deze rasechte jongensmoeder -deh, altijd al geweest- haar hand niet meer voor om en er werden wat jongens accenten toegevoegd aan de babykamer. 

Over een tijdje ken ik alle dino’s bij naam, ben ik die stoere mama die wel even uitlegt wat een tricerotops is. Zit ik daar hand in hand met mijn zoon, op het station treinen te spotten en moet ik hem weer ergens uit een boom plukken. Sta ik voor de zoveelste keer met mijn blote voeten op een speelgoed autootje en bouwen we samen torens in de woonkamer. Want dat is toch wat jongensmama’s doen?

 

 

 

Er komt een tijd dat ik hem tijdens het douchen moet uitleggen waarom zijn moeder geen piemel heeft… Have merci! Hij is nog maar klein, dus voorlopig ben ik nog bezig met het ontwijken van zijn plasjes, probeer ik te ontdekken hoe zo’n baby überhaupt werkt en geniet ik van dit fantastische wezentje. Een jongen, mijn eigen jongen!
Bijkomend voordeel, jongens zijn echte mama’s-kindjes. Of is dat ook weer zo’n bakerpraatje? Zou flauw zijn.   

 

 

 

 

VERONIQUE  (klik hier voor haar Instagram) 

 

“Samen zwanger?!” Uhhh, nee hoor!

Ik sta voor de spiegel en ik kijk extra goed om te controleren of het echt wel klopt. Jup, een klein bierbuikje kan ik wel onderscheiden maar niets wat lijkt op een groeiende baby daar binnen. Kijk, dat is mooi. Die kogel heb ik ontweken!

 

 

“Waarom begin je met die opening van je blog?” Ik weet zeker dat die vraag nu door jouw hoofd heen gaat terwijl je dit leest. Eigenlijk een vrij simpel antwoord: ik hoorde laatst iemand het volgende zeggen: ”Mijn man en ik zijn samen zwanger; wij zijn zwanger”. Euh, nee? De vrouw is zwanger, de man helpt de vrouw bij het zwanger zijn en de man zorgt ervoor dat wanneer zijn vrouw zwanger is dat haar niets te kort komt, maar een man en een vrouw zijn zeker niet samen zwanger.
Wij mannen hebben geen kind in onze buik, onze hormonen vermenigvuldigen zich niet waardoor wij ineens mood swings krijgen die we uiten op onze partner en we ervaren ook zeker niet de ongemakken die erbij horen wanneer er een levend mens in je buik groeit die het op sommige fronten zwaarder maakt om je door het dagelijkse leven heen te wurmen. Kijk naar mijn vrouw bijvoorbeeld, bij haar is halverwege de zwangerschap heftige bekkeninstabiliteit geconstateerd. Ik heb hier geen last van hoor, sterker nog, ik heb zojuist op Google moeten opzoeken of mannen überhaupt bekken hebben. Nee, ik heb gekeken maar ik heb van geen van de bekende ongemakken last eigenlijk.