Onze blogger Tim is afgelopen nacht vader geworden en wil hier meteen wat over kwijt!

Op het moment dat ik deze blog aan het typen ben lig jij boven op bed. Je bent moe en op, je lichaam doet je zeer en je ogen kunnen niet meer open blijven, omdat je wederom het mooiste hebt gedaan wat je kan doen. Want als ik nu namelijk naar mijn linkerkant kijk zie ik onze dochter liggen. Onze dochter van nog geen 12 uur oud die nu voor het eerst alleen in haar box ligt terwijl ik haar met arendsogen in de gaten houdt. Jij hebt in een ongelooflijk tempo vannacht haar op de wereld gezet en als ik vannacht afspeel in mijn hoofd als een film dan vind ik mijn rol in het creëren van onze perfecte dochter marginaal. Voor negen maanden lang was jij mijn tijger, heb jij geluk ervaren van de prachtige groei van leven in je buik, maar ook de keerzijde hiervan heb jij helaas moet meemaken. 

Met 38 weken werd ik opgenomen met zwangerschapsvergiftiging, het escaleerde snel … DEEL I

38 weken en 1 dag zwanger, 18:50 uur 

Ik lag op de bank en werd gebeld door mijn verloskundige. Omdat ik voor het weekend een te hoge bloeddruk had wilde zij deze nog een keer controleren. Ze vertrouwde het zelf niet helemaal omdat ik al een tijdje een hoge bloeddruk had. Ze had mij vrijdag naar huis gestuurd met een onder druk van 95 en ik kreeg het advies om rustig aan te doen. Dit deed ik ook. Ik was ontzettend moe. 

Dit begon allemaal rond de 28ste week van mijn zwangerschap. Toen wisten wij ook door middel van een groei echo dat ons kindje erg klein was, onder het gemiddelde. elke week kregen wij een echo om te zien hoe onze kleine frummel het maakte. Gelukkig was dit elke keer goed maar hij was gewoon aan de kleine kant. 

Rond de 34 weken begon mijn bloeddruk op te spelen en sommige dagen voelde ik mij daardoor erg slecht en onzeker maar vooral erg moe.

Zo ook die vrijdag, toen ik op controle ging , ik had weer een te hoge bloeddruk en omdat de verloskundige er zelf geen fijn gevoel bij had moest ik maandag meteen terug komen om deze nog eens te meten, 

Zo gezegd zo gedaan. 

Maandag avond 19:15 stond ik bij de praktijk, shit een onderdruk van 98 . Ik werk zelf als verzorgende IG in de ouderenzorg dus ik wist zelf dat dit niet best was. 

Ik moest naar ziekenhuis Langedijk in Breda om daar wat dingen te laten controleren. 

Maandag avond 21:00 kwam ik aan in het ziekenhuis samen met mijn man en mijn moeder. 

in het ziekenhuis werd ik aan de monitor gelegd, er werd bloed geprikt en urine gecontroleerd. 

Mijn bloed was toen nog goed maar ik had duidelijk teveel eiwit verlies in me urine. 

Zwangerschap vergiftiging of tewel pre eclampsie vroeger gingen daar de moeders aan dood zei die gynaecoloog, Thanks man dat je me dit zo verteld en hoe nu verder dan? En de paniek sloeg wel toe bij ons. 

Ik mocht niet meer naar huis en zou dinsdag ochtend 2 okt ingeleid worden maar omdat ik al 38+1 zwanger was wilde hij kijken of ik al iets van ontsluiting had, ik ging daar stiekem best wel van uit, zou toch leuk zijn als hij zou zeggen mevr u heb al 3 cm maar er was niets Precies niets. Alleen een baby die heel laag lag, maar dat had ik zelf ook al wel gevoeld. 

Toen stond ik op en waarschijnlijk door het inwendige onderzoek is er iets gescheurd in mijn vliezen. Ik verloor dus ook vruchtwater. 

Hij vertelde me dat we een kamer krijgen en dat We morgen zouden gaan starten met weeën op wekkers  om de bevalling op gang te helpen. 

Deem en ik werden naar de bevallings kamer gebracht, ga ik hier dan bevallen dacht ik? 

Mijn moeder zou die avond naar huis gaan omdat ze morgen zouden gaan starten en ik haar graag bij de bevalling wilde hebben. Ik friste me wat op en op het punt dat me moeder eigenlijk naar huis wilde gaan begon ik mij steeds slechter te voelen, man wat had ik een stekende pijn boven in me buik (dit was dus dat band gevoel) 

Wist ik veel wat ik bij zoon bevalling moest voelen, het is ons eerste kindje, maar al snel wist ik wel dat dit niet goed was en wist ik ook dat mijn moeder niet meer naar huis mocht.

En toen op dat moment ging het allemaal heel snel mis. 

Mijn bloedplaatjes, nier en lever functies daalde en ik werd meteen aan verschillende infusen gelegd. 

Ik had een band gevoel en ontzettend veel pijn boven in me rug bij me schouder bladen, ging wazig zien en Ik wilde alleen maar dat die pijn heel snel minder werd. Mijn bloeddruk werd om de 10 min gemeten. Die zag er ook niet best uit, een bloeddruk van uiteindeljk 190/130

Uiteindelijk met medicatie kregen ze die in de nacht wel wat naar beneden maar niet zoals het zijn moest. 

We moesten wat proberen te slapen. Maar hoe dan? Ik voelde me zo slecht en kon alleen maar aan onze baby denken. Hij is al zo klein en dan nog alle medicatie die ik krijg…. sterk zijn! 

Zo als ik al vertelde werk ik als verzorgende IG in de ouderenzorg. Heb dus best wat ervaring in de zorg, ik riep ook het harst dat ze bij mij nooit aan moeten komen met een katheter of een ruggenprik, die mening had ik al voordat ik zwanger werd. Roep dat dus nooit hè, ik kreeg 3 x een katheter en een ruggenprik. Ik was hier zo doods bang voor, dit is mijn werk en zou dat nooit zelf willen. Maar ik had geen keus en liet het allemaal maar over mijn heen komen. 

Ja echt 3x gekatheteriseerd pff en het viel nog best mee ook! 

Dinsdag ochtend 2 okt

38+2 dagen zwanger 

De artsen waren in de nacht al gestart om de bevalling op te wekken, ik moest zo snel mogelijk bevallen. 

Ons kindje maakte het wonder boven wonder goed in mijn buik. Maar het moet allemaal niet heel lang meer gaan duren.

door de medicatie die ik kreeg moest hij na de bevalling dan ook meteen onderzocht worden en even in een coveuse, nou bij die gedachte brak ik. Ik wil hem bij me houden voor altijd. 

Je bent erg ziek vertelde ze en door de medicatie moet je kindje eerst onderzocht worden en moeten we kijken hoe hij het gaat doen buiten je buik. 

De artsen en verpleegkundige vertelde mij dat ik zieker was dan dat ze allemaal dachten,

Nja het zal wel ik wil gewoon zo snel mogelijk bevallen maar het duurde maar en het duurde maar. 

De couveuse waar jij in zit voelt zo ver weg, terwijl ik ‘m aanraak

Daar lig je dan, in een veel te grote couveuse. Je lijkt er nog kleiner in dan je al bent. Veel te klein, maar oh zo sterk. Ik ben er voor je denk ik, maar deze woorden maken me onzeker.

Ik ben er voor je bij de onderzoeken. Maar stiekem heb ik ook iemand nodig tijdens de hersenscans of de hartecho’s. Waar de tijd stil lijkt te staan als de artsen je aan het onderzoeken zijn. Wat waren deze momenten spannend.

Ik ben er voor je als je bang bent. Maar ik kan me zo goed voorstellen dat alles op dit moment beangstigend voor je is. Dat is het voor mij namelijk ook.

Ik ben er voor je als je pijn hebt. Maar ik moet zelf 5  dagen na je geboorte naar huis, dus ik kan niet iedere minuut meer bij je zijn. Wat als je pijn hebt als ik er net niet ben? Inmiddels is voor mij de couveuse tijd iets langer terug. het gaat zeer goed (gelukkig!). 

Ja, ik ben er voor je. Op de momenten dat ik in het ziekenhuis ben. Ik vertel je wat ik weet over wat je die dag gaat meemaken. Dag voor dag, dat is genoeg voor dat moment.

Ja, ik ben er voor je. Als ik zie dat je onrustig bent, dan stem ik af met de verpleging of de arts. Ook al is het midden in de nacht dan spring ik de auto en sta ik naast je couveuse.

Ja, ik ben er voor je. Tijdens het buidelen praat ik zachtjes heel veel tegen je. Dat ik zo trots op je ben. Wat we allemaal gaan doen als je thuis bent. Dat alles goed komt, ook al hebben we nog niet alle puzzelstukjes op tafel liggen. Hoop, vertrouwen en liefde dat geef ik je mee.

Ja, ik ben er voor je, ook als je mij niet ziet. Een geurdoekje, een knuffel, zachte kleertjes die met liefde zijn uitgekozen en alles wat ik je maar kan geven op dat moment.

Een traan liep over mijn wangen toen, ik ben er voor je maar voor mijn gevoel doe ik nog steeds te weinig. Een traan loopt over mijn wang, nu, want ik kon er niet altijd letterlijk voor je zijn. Besef is er achteraf wel, dat dit hoort bij een couveuseperiode, dat dit ‘normaal’ is. 

 

 

 

SIGI

Jools werd geboren met 28 weken en 720 gram

Na enkele jaren werd onze droom eindelijk vervuld, we waren zwanger! Helaas had ik enkele weken later heel wat bloedverlies en werd me vijf weken platte rust voorgeschreven. We waren zo bang dat het mis zou gaan, maar de rust gaf ons kleine vruchtje toch de kans om zich mooi in te nestelen. Met 24 weken zwangerschap wilden we een tripje met z’n tweeën maken, voordat onze kleine meid ons leven voorgoed zou veranderen. Alvorens te vertrekken, moesten we even op controle bij de gynaecologe. Eenmaal daar merkte ze op dat ik verscheidene symptomen van zwangerschapsvergiftiging had en ze stuurde ons ter observatie naar het ziekenhuis, slechts voor 24 uur. Deze 24 uur werden echter een 4-tal weken… Vier weken vol onzekerheid, twijfel, verdriet maar vooral hoop! Want hoe zou ze het allemaal gaan doen als ze eenmaal daar was, zou ze ademen, zou ze zware of enge dingen op haar pad tegen komen en hoe zouden wij daar dan mee omgaan. Vier weken lang de spanning van hoelang ik haar nog bij mij mocht hebben, hoelang kon mijn lijf haar meer bieden dan de couveuse en artsen dat konden. Ons meisje groeide echt niet meer en toen haar hartslag tijdens een monitorsessie te lang te laag was, hebben de dokters besloten om haar ter wereld te brengen. We wisten twee dagen op voorhand dat de keizersnede op vrijdag de 13e zou doorgaan, verschrikkelijk vonden we dat, mijn lichaam begon met trillen en dat is pas gestopt twee dagen na haar geboorte. Wat een zenuwslopende dagen en uren en toen was het 13 januari, 11 uur.

Uiteindelijk is Jools om 11.59 geboren met 720 amgr. De dokters zeiden, terwijl ze haar haalden, dat ze zo fel trappelde en da ze ademde! Onmiddellijk werd ze meegenomen. De artsen hadden ons heel goed voorbereid op deze dag, wat er in welke volgorde zou gebeuren. Gelukkig mocht mijn vriend na enkele minuten bij onze dochter, dit was een goed teken! Ze had na een minuut een Apgar-score van 8 en na vijf minuten zelfs een 9! Jan mocht enkele foto’s nemen en liep steeds van het kleine lokaaltje waar de kinderartsen zich om Jools bekommerden naar me toe en terug om “verslag” uit te brengen. Hij wilde graag bij me blijven, maar ik stond erop dat hij Jools vergezelde tijdens haar transport naar de neonatologie. Ik heb haar zelf pas na zes enorm lange uren mogen zien. Op de foto’s leek ze zo perfect en helemaal niet zo klein. Wat was de shock groot toen ik haar dan in de couveuse zag liggen met het CPAP-maskertje op. Ik kon haar hoofdje en lijfje nauwelijks zien. Nooit van mijn leven had ik zo’n minimensje gezien. De dagen en weken die volgden waren bijzonder heftig. Het brak ons hart om wakker te worden zonder haar in mijn buik en in onze kamer. We voelden ons niet compleet. Terwijl we de plakkers op haar borst en de slangetjes in haar neus zagen, rolden de tranen over onze wangen. Konden we maar meer voor haar betekenen. Onze hoop hing af van een monitorscherm. Zoveel vragen: “Waarom moest ze dit ondergaan?”, “miste ze mijn lichaam?” en “ligt haar bedje wel lekker?”

Haar medische waarden bepaalden volledig onze dag

Zalig waren de momenten dat ze haar vingertjes om de onze krulde en dat we mochten buidelen. Urenlang deden we dat, ik overdag , papa ’s avonds. We voelden dat we ons steeds meer gingen hechten aan elkaar en we hoopten dat ze wist dat wanneer we haar teruglegden, dat we in ons hart steeds bij haar bleven. Hartverscheurend was het om haar ’s avonds welterusten te wensen, haar couveuse af te dekken en steeds het ziekenhuis alleen te moeten verlaten. De verpleging heeft ons steeds fantastisch bijgestaan en ook de psychologe op de neonatologie heeft ons meer vertrouwen gegeven, vertrouwen in ons sterke, dappere meisje, maar ook in onszelf. Onze familie en vrienden waren een enorme steun, ze kookten, deden ons huishouden en maakten kleine kleertjes voor Jools. Bij het bereiken van elke mijlpaal waren we, samen met de verpleging, door het dolle heen. De eerste keer zonder CPAP, het gewicht van1 kilogram, haar eerste zonder optiflow, de eerste keer aan de borst, haar eerste flesje, de eerste keer in bad, haar eerste keer in een warmtebedje en op naar de normale bedjesafdeling. Maar de allergrootste mijlpaal was na 67 dagen naar huis! Hier hadden we zo naar uit gekeken en toen het moment uiteindelijk daar was, waren we zo blij en tegelijkertijd ook zo zenuwachtig. Gaan we dit wel kunnen, zo zonder artsen en verpleegkundigen? We mochten naar huis met een waakmonitor. Tien weken hebben we deze gebruikt, deze bracht ons ergens toch rust en zekerheid. Ook zijn we onmiddellijk gestart met  fysio, ter stimulatie van haar spiertjes.

Wat is ze nu een vrolijk grietje van twee jaar oud. Al komen de emoties en herinneringen aan deze intense tijd nog regelmatig boven, haar schaterlach doet ons al het verdriet van de neo-periode weer zo vergeten. We zijn zo dankbaar dat we onze meid mogen zien opgroeien. Nooit de hoop opgeven mama’s en blijven geloven in de kleine vechtertjes is onze boodschap… Als zij zo sterk voor ons vechten, waarom zouden wij dan ons hoofd laten hangen? Hoe moeilijk de dagen ook waren, we hebben er steeds bewust voor gekozen om met positieve energie de couveuse te openen, we zijn ervan overtuigd dat Jools dit kon voelen en dat dit haar ook weer extra energie gaf. En onthoud: Het geluk zit daadwerkelijk in de kleine dingen. 

 

SIGI

 

Bevallingsverhaal: Ik vond bevallen zo tof dat ik jaloezie voel naar mensen die nog moeten bevallen

17 januari 2019, een belangrijke dag! In de ochtend tekenen we het koopcontract voor ons nieuwe huis, in de middag heb ik een afspraak bij de verloskundige en in de avond een afspraak met de hypotheekadviseur. Ik ben 40+2 weken zwanger, voel me ontzettend goed maar ben natuurlijk ook wel erg benieuwd naar ons meisje. Bij de verloskundige kiezen we ervoor om te gaan strippen. Nadat ik me even over een drempel moest zetten, ging dit wonderbaarlijk goed. De letterlijke woorden van de verloskundige zijn dan ook: ‘Jou zie ik hier de komende tijd niet meer terug meisje. Ik kan helemaal om haar kleine koppie heen en voel een flinke bos met haar. Jij gaat heel binnenkort bevallen, neem je rust vanmiddag’. Rond 15:00 kreeg ik een soort van krampjes in mijn buik. Zal dit het zijn? Om de frequentie bij te houden, stuur ik 💗 naar mijn vriend. Ze komen al vrij snel om de 5 minuten. Hij geeft aan naar huis te kunnen komen, maar dat is nog niet nodig. Dit kan ik makkelijk zelf redden en anders zit hij tussen de weeën door ook maar te wachten. Als hij om 17:00u thuiskomt, wordt het iets heftiger en wil ik hem het liefst bij me hebben. Met koken staat hij te lang in de keuken dus we bestellen nog snel een frietje. Rond 18:00u komt de verloskundige kijken. We beginnen met het opmeten van mijn bloeddruk, vanmiddag nog perfect en nu te hoog. Ze vertelt dat we boven gaan kijken of ik ontsluiting heb en als daarna de bloeddruk nog steeds te hoog is, gaan we richting het ziekenhuis. 3cm ontsluiting, YES! Dit had ik totaal niet verwacht. Helaas is de bloeddruk nog te hoog dus we pakken onze tassen en gaan richting het ziekenhuis. 15 minuten rijden, maar wat een gave rit. We kletsen over dat het nu gaat gebeuren, we maken grappen, lachen heel hard en bellen zelfs midden voor het ziekenhuis nog even de hypotheekadviseur af. Op de parkeerplaats volgt er weer een wee, ze worden toch wel krachtiger. Er wordt een rolstoel geregeld, maar daar moet ik niks van hebben. Ik kan prima lopend weeën wegpuffen. Op de verloskamer is het nog een beetje onwennig. Ik trek wat andere kleding aan en ga nog even richting het toilet. De verloskundige vraagt wat ik ging doen op het toilet en wil daarna gelijk mijn ontsluiting checken. 8CM! 8CM? Hoe dan? Een half uur geleden was dit nog 3cm, heerlijk! De kraamzorg wordt gebeld met de mededeling dat ze op moet schieten. Na een half uur toch wat heftige weeën weg te hebben gepuft, gaat de verloskundige weer checken. 10cm ontsluiting!! Ik mag mee gaan persen. Nu al? Mijn hoofd is er nog niet klaar voor en het eerste half uur kom ik er niet echt in. Ik kan de flow en de goede houding niet vinden. De verloskundige spreekt me streng toe, dit kan en moet beter! Je wilt haar toch bij je hebben? JA, IK WIL NIKS LIEVER DAN DAT! En ineens heb ik de flow te pakken. Een wee, 4x persen en ik dut in. Door dat kleine dutje tussendoor heb ik bij de volgende wee weer energie om alles op alles te zetten.. Na een uur en een kwartier persen wordt de schaar erbij gepakt. De verloskundige vertelt: ‘We gaan een knip zetten in de volgende wee, daarna zet jij alles op alles en hebben jullie een dochter’. 

Die knip klonk spannend, maar deed geen zeer en dat nare geluid waar ik bang voor was bleef ook uit. Ik zette alles op alles en om 22.53 werd haar hoofdje geboren, daarna stopte de wee. Even wat paniek bij mij want ik zag ineens een hoofdje vol haar tussen mijn benen en de rest kwam niet mee. De verloskundige stelde mij gerust.. ‘Dit is niet erg maar bij de volgende wee MOET haar lijfje er uit, dus werken voor je leven’. Nog een laatste zetje en dan…

Dan glibbert er een heel mooi, klein lijfje uit mij (best feeling ever) en krijg ik een prachtig, huilend kindje op mijn borst. Het mooiste gevoel van de wereld, wij zijn ouders van Saar Janne Visser, roepnaam Saar. 50 cm en 3533 gram aan liefde. Wat een ervaring en wat een prachtige bevalling. We voelen ons intens gelukkig. Nadat Saar is bekeken en aangekleed kunnen we de leukste telefoontjes van ons leven plegen. Wat een feest is dat! Iedereen is dolgelukkig en benieuwd. Als ik ben gedoucht en er beschuit met muisjes is gegeten, kunnen we naar huis. Helaas moet de kraamzorg onze kamer nog schoon maken dus hier moeten we op wachten.

Gelukkig komen we de tijd wel door met knuffelen en verwonderen. Wat een prachtig meisje is het. Om 01:30u kunnen we naar huis. Thuis worden we ontvangen door de opa’s en oma’s en ook omi en tante zijn er. Iedereen wil even kijken naar ons meisje. Samen met de kraamverzorgster maken we de wieg in orde en dan kan het beginnen. De eerste nacht alleen met onze baby..

Ik vond de bevalling echt een prachtige ervaring en kijk er met een heel trots gevoel op terug. Ik merk zelfs dat ik een soort van jaloezie voel richting mensen die nog moeten bevallen en de kraamweek nog tegemoet gaan. Het is allemaal zo mooi en intens. Wij zaten hier echt op een grote roze wolk. Saar is nu 8 weken oud en het is een ontzettend lief en tevreden meisje. Het is één groot feest om voor haar te mogen zorgen!

Bevallingsverhaal: Eigenwijze Sterrenkijker

Vierenhalf jaar geleden zat ik met zestien weken zwangerschap al thuis in verband met mijn heftige bekkeninstabiliteit. Ik werkte als horecamedewerker in een revalidatiecentrum en de diensten waren gewoon echt te heftig. Zo kwam ik grotendeels thuis te zitten en twee keer per week therapeutisch aan de receptie.

Met 39 weken was ik het HE-LE-MAAL zat! Ik was op, ik wilde niet meer langer (ik denk dat het merendeel dit wel herkent). Er werd afgesproken dat ik met 40.4 zou worden ingeleid als de kleine druktemaker zich niet eerder zou melden. Het was dinsdagavond. Onze druktemaker werd ineens enorm rustig, zo rustig dat ik hem een hele dag niet meer had gevoeld. Wij zaten te genieten van een avond lekker weer, toen ik het mij ineens besefte. Ik durfde het bijna niet te vertellen aan Pim omdat ook de buren nog op visite waren. Maar ik was zo ongerust. We hebben de verloskundige gebeld en mochten gelijk door naar het ziekenhuis voor een CTG. En natuurlijk, eenmaal aan de CTG begon onze druktemaker weer te rollebollen. Een enorme opluchting. De gynaecoloog stelde voor om mij te strippen omdat ik op ongeveer één centimeter ontsluiting zat. De hele nacht heeft het ongelooflijk gerommeld van binnen. Maar geen teken van weeën. Wanneer begint het nou eindelijk eens? Hoe lang kan ik dit nog aan? Ik had ondertussen enorme olifantenpoten van de warmte, en ook mijn hoofd, armen en rug hadden meer weg van een zeekoe dan van een mooie zwangere Sanne.

 

 

Ik had mij laten vertellen dat ananassen eten zou kunnen helpen de bevalling op gang te brengen, laat ik nou gek zijn van ananas! Ken je dat, zo veel ananas eten dat je tong er van gaat prikken? De hele woensdag liep ik rond met een verbrande tong. Nog een tweede tip was seks! En dan vooral het gedeelte waarin de vrouw op haar hoogtepunt komt. Wij gingen met volle moed aan het werk, en vielen daarna vredig in slaap. Raad je het al? De volgende ochtend rond een uur of vier werd ik wakker met krampen in mijn rug en buik. Verder slapen was geen optie, dus had ik het geweldige plan om mijn haar te gaan wassen. Dan heb ik dat in ieder geval alvast gehad wanneer de baby er is. Hoe naïef kun je zijn hè?! Maar goed, het werd mijn eerste bevalling dus wist ik veel! Eenmaal uit de douche heb ik een kopje koffie gezet en ben ik op de bank gaan liggen. Ik doe zelfs af en toe een slaapje. Tot ik wakker werd van nog hevigere krampen. Ze kwamen om de paar minuten en ik vond het tijd worden voor de weeën-timer-app. De koffie was ondertussen koud geworden maar de app gaf aan dat mijn bevalling echt bezig was. Ik riep Pim wakker en vroeg hem de verloskundige te bellen. We hadden afgesproken om gelijk naar het ziekenhuis te komen omdat wij buiten het bezoekgebied woonden. Aangezien er in het verleden iets goed mis is gegaan bij een nicht van Pim, door een fout van de verloskundige uit het dorp, wilde ik dus perse bij onze huidige verloskundige blijven.

 

 

 

Toen we groen licht kregen om langzaam naar het ziekenhuis te komen, wilde ik opstaan om me om te kleden. Ik voelde een “plop” onderin mijn buik en toen ik recht stond, stroomde er een golf bruin-groen water-slijm langs mijn benen naar beneden. Ik schrok en commandeerde Pim de verloskundige nog eens te bellen. Ik ben mij wat gaan opfrissen in de badkamer. Toen Pim riep dat we “GELIJK” naar het ziekenhuis moesten komen, heb ik de boel, de boel gelaten en ben in mijn vieze pyjama en badjas de auto ingestapt. Thank god, er lag een matrasbeschermer uit het kraampakket op de bijrijdersstoel. Iedere hobbel of bocht was mij te veel, de rit van vijftien minuten leek wel een uur te duren. Op de parkeerplaats van de EHBO kwamen wij erachter dat er €0,50 in de rolstoel moest. We hadden heel de auto volgeladen, maar een muntje van €0,50 was ver te zoeken. Pim ging naar de receptie om er toch nog één te regelen en ik stond daar maar in mijn vieze badjas heen en weer te waggelen op de parkeerplaats, leuk te lachen naar de voorbijgangers.

 

 

 

Eenmaal op de verlosafdeling, in mijn mooie blauwe rolstoel, kreeg ik een verloskamer toegewezen. Ze kwamen mij gelijk wassen en de troep uit mijn ondergoed controleren. Ik mocht nog even gaan douchen voordat ik aan de kabels werd gelegd. Want daarna werd het wat moeilijk om uit bed te komen. Ik werd getoucheerd, werd aan de CTG gelegd, ook de baby kreeg een draadje op zijn fontanel en mijn bloeddruk werd goed in de gaten gehouden. Ik had de hele zwangerschap al een te lage bloeddruk, dus waarschijnlijk had het daar mee te maken. Drie centimeter ontsluiting. Dat schoot niet op. De weeën werden met de minuut erger. Ik kon niet meer in een normale positie blijven liggen. Na een uur of twee werd ik nog eens getoucheerd, bijna vijf centimeter ontsluiting.

 

 

 

Echt ik werd gek! Van te voren had ik mij voorgenomen om de bevalling zonder pijnbestrijding te ondergaan. Maar het werd mij echt te heet onder de voeten. Ik smeekte om pijnstilling. Ik kreeg de keuze tussen een ruggenprik of morfinepomp. Dat laatste klonk mij het meest aangenaam, ook omdat het anders nog zo’n tien uur zou kunnen duren voordat ik kon gaan bevallen. Iets met uitwerking of iets dergelijks. Ze hadden mij alleen niet verteld dat ik ook een blaaskatheter zou krijgen omdat ik niet meer uit bed mocht komen. Wat een fijne keus had ik gemaakt! Ik heb zelfs nog kunnen doezelen en het haalde echt de scherpe randjes van de weeën af. Opeens werd ik wakker uit een klein slaapje en ik merkte dat er iets stond te gebeuren. Ik riep naar Pim dat hij nu echt de “high-tea” moest gaan klaar zetten, het zou niet lang meer gaan duren. Kun je nagaan hoe goed die morfine zijn werk deed. De gynaecoloog kwam mij toucheren en gaf groen licht om met de volgende wee mee te gaan persen. Er kwam nog een vrouwelijke witte jas binnen. Ik had gelezen dat je bij tien centimeter ontsluiting persweeën zou krijgen en dat dat niets voorstelde bij die verschrikkelijke weeën. Niks van waar, ik kreeg geen persweeën, maar wist ik veel dat ik dat moest aangeven. Ik deed braaf wat ze zeiden. Ik perste met iedere wee mee. Na twee uur persen was ik op. Ik had mijn haren helemaal niet hoeven wassen weet je? Het water stond op mijn wiebeltenen. De gynaecoloog gaf aan dat ze mij gingen helpen door middel van een vacuümpomp. Bij de volgende week kreeg ik een knip en konden ze de pomp gaan plaatsen, JEZUS, wat een (letterlijk) KUTGEVOEL! De wee daarop zou hij geboren worden werd mij gezegd. PLOP! Daar was de pomp, maar geen baby… Die zat klem tussen mijn bekken. Ze gingen het nog één keer proberen, zo niet… de O.K. werd al gereed gemaakt. Ondertussen stond er een hele rij met toeschouwers naar mijn opengeknipte, met apparaat aangesloten baargat te kijken. No, never, nooit niet dat ik na al deze ellende ook nog een keizersnee zou krijgen. Er kwam een soort oerkracht vrij en toen ze de pomp weer hadden vastgezogen aan het hoofdje van de baby en ik een wee kreeg, gaf ik alles wat ik nog in mijn mars had en bleef persen totdat ik een glibbering naar beneden voelde glijden. “JAAAA”, werd er geroepen. Er werd een klein, blauw, verfrommeld baby’tje op mijn borst gelegd.

 

 

Javaj Smeets a.k.a. “eigenwijze sterrenkijker” is geboren op 21 augustus 2014 om 18.16 uur. Maar na een tijdje werd er mij verteld dat ze het nog geen bevalling mochten noemen. Er moest nog iets geboren worden. De placenta! Ook daar hebben we zo’n twee uur over gedaan en wéér werd er een O.K. klaargemaakt. En wéér gaf ik alle kracht die ik in mij had, want om nou mijn kleine frummel achter te laten? Gelukkig werd bij de laatste poging ook de placenta geboren en konden ze eindelijk beginnen met schoonmaken en hechten! Ik heb de bevalling als zwaar ervaren, geen haar op mijn hoofd of hechting down under dat ik nog eens zou gaan bevallen. Maar als je er dan achter komt dat je twee jaar later plots toch zwanger bent? Dat lees je volgende maand in mijn blog “Een Gelukje”.

 

 

 

Liefs, 

 

 

 

SANNE (klik hier voor haar Instagram)  

 

Bijzonder: Een vrouw van 46 jaar oud gaat bevallen en verloskundige Karlijn is daar bij

Charlotte zit tegenover me tijdens haar eerste afspraak bij mij op de praktijk. Ze is nu acht weken zwanger van haar eerste kind. Haar partner is er niet bij, die is in het buitenland vertelt ze. Als ik vraag naar hoe het met haar gaat, straalt ze. “Ik voel me heerlijk, het is eindelijk gelukt!”. Daarmee doelt Charlotte op de zwangerschap. Ze is 46 en had al jaren een zwangerschapswens. Acht jaar is ze bezig geweest om zwanger te worden. “Na acht jaar is het nu zover, eindelijk zwanger.” Charlotte vertelt me over de lange weg die ze hebben moeten afleggen. Onderzoeken, puncties, medicijnen, het was een lang traject. Uiteindelijk bleek ze dusdanig onvruchtbaar, dat ze haar zwangerschapswens over de grens in vervulling moesten laten gaan. “We kozen ervoor om naar Spanje te gaan”, vertelt ze me. Aldaar heeft ze eerst IVF en daarna een paar keer ICSI ondergaan. Maar toen dit allemaal geen resultaat gaf, zijn ze overgegaan tot eiceldonatie. Een moeilijke keuze, zo vertelt ze me. Maar haar zwangerschapswens was zo groot, dat ook deze hobbel werd genomen. En nu is Charlotte in verwachting van een eicel van een vrouw van 25 jaar. Haar partner is wel “gewoon” de vader. Als ik vraag hoe dit voor Charlotte is, lacht ze. “Ach, het is een heel proces geweest. Als je me acht jaar geleden had gezegd dat ik zwanger zou worden van een eicel van een andere vrouw, had ik je voor gek verklaard. Maar dit is dus hoe diep het kan zitten, de wens om moeder te worden”. En ik begrijp haar wel… 

 

 

 

Tijdens de intake hebben we het over haar medische geschiedenis, over de geschiedenis van de eiceldonor (waar ze best wat informatie over heeft) en haar partner. We hebben het over de prenatale testen die ze eventueel kan doen en over waar de zorg rondom haar zwangerschap zal gaan plaatsvinden. Charlotte heeft officieel een medische indicatie, doordat ze zwanger werd van een eicel-donor. Maar ze kiest er heel bewust voor om bij de verloskundige onder zorg te zijn. “Ik wil net als mijn vriendinnen, ook zo graag bij jullie onder zorg”, geeft ze aan. Dit begrijp ik, al heb ik ook de plicht haar in te lichten over de risico’s die haar zwangerschap met zich zou kunnen mee brengen. Zo heeft ze bijvoorbeeld een iets verhoogde kans op een hoge bloeddruk en een zwangerschapsvergiftiging. Deze kent ze, want ze heeft heel grondig onderzoek gedaan naar dit onderwerp al voor ze zwanger werd middels een donor-ei. Ik beloof haar goed in de gaten te houden tijdens de controles die zullen komen.

 

Een half jaar later is Charlotte 38 weken en 2 dagen zwanger als haar vliezen spontaan breken. Ik heb dienst op deze druilerige maandagmiddag. Het is 14u en ik ga bij haar langs, haar weeën zijn inmiddels ook rustig aan begonnen. Charlotte lacht als ze me ziet: “het is zover Karlijn!”, zegt ze. Ik ga naast haar zitten op de skippybal, waar ze haar weeën opvangt. Ze doet het heel goed, ze zucht de weeën rustig weg. Als ik haar na 45 minuten na mijn binnenkomst voor het eerst onderzoek heeft ze 1 centimeter ontsluiting. Een beetje teleurgesteld is Charlotte wel, want ze hoopte op iets meer. Ik leg haar de verschillende fases van de bevalling uit. Charlotte zit nu nog in de latente fase en we spreken af dat ik over een uur of drie terugkom.

 

 

 

Rond 18u ben ik opnieuw thuis bij Charlotte en haar man. Een ander plaatje nu, want Charlotte moet hevig zuchten bij iedere wee. Ze komen nu ongeveer iedere 2-3 minuten en ik. zie zo al dat Charlotte inmiddels in de “actieve fase” is beland. Als ik haar onderzoek blijkt ze 5 centimeter ontsluiting te hebben. Charlotte kijkt me opgelucht aan. “Heb ik die weeën niet voor niks gehad!”. Ze willen graag naar het bevalcentrum in de buurt. Ik bel en we zijn welkom. Tegen 19u komen we daar aan. Ik laat Charlotte en haar man even alleen acclimatiseren als ik een telefoontje krijg van een andere zwangere. En als ik na 5 minuten terug kom op de kamer heeft Charlotte mij duidelijk nodig. Samen zuchten we de weeën weg, terwijl haar man op haar onderrug duwt. Dit helpt haar goed, want ze heeft fikse rugweeën. Na 2,5 zo door te puffen samen krijgt Charlotte drukgevoel. Ik voel naar haar ontsluiting en ze heeft 9,5 centimeter ontsluiting. Ik laat haar het laatste randje nog even wegzuchten op haar zij, wat niet gemakkelijk is voor Charlotte. En ze vraagt me om iets tegen de pijn. “Ik wil niet meer, ik kan echt niet meer Karlijn”, zegt ze. Ik begrijp haar wanhoopsgevoel goed, dit is een moeilijk moment, waar nagenoeg iedere barende doorheen moet. Ik spreek haar moed in, zeg haar dat ze het kan en dat ze er écht bijna is. Niet lang daarna golft haar buik en drukt ze onbedaarlijk mee met de wee. Het teken dat ik weet dat ze nu echt volledige ontsluiting heeft.

 

 

 

Charlotte wilde graag op de baarkruk bevallen, dus ik stimuleer haar op de kruk plaats te nemen. Maar ze ziet het niet zitten om van bed te verplaatsen naar de kruk. De meeste vrouwen vinden verandering van positie heel vervelend in dit stadium. Toch wil ze ook graag de baarkruk proberen, dus tijdens een korte pauze van de wee help ik haar op de kruk. Na 48 minuten persen, zie ik een hoofdje komen met veel haartjes. Als ik dit aan Charlotte vertel zie ik een verandering in haar ogen. Zo van: oké, dit gaan we doen! Ze perst nog een paar keer en dan laat ik haar zuchten. Het hoofdje van de baby “staat” nu (dit noemen we zo als het hoofdje bijna geboren wordt, meestal de volgende wee). Al zuchtend wordt haar kindje twee weeën later geboren. Ze pakt haar kindje zelf aan, zoals ze van te voren gewenst heeft. Als ik haar twee uur later achter laat in het bevalcentrum, ligt haar kleine meisje gulzig te drinken aan haar borst. Ik kijk naar Charlotte en haar man, zo’n liefdevol stel, in de wolken met hun dochter. “Ben je daar eindelijk schatje, je bent zo welkom”, hoor ik ze zeggen. Tevreden doe ik de deur achter me dicht. Liefde vermenigvuldigd zich écht, als je het deelt.

 

 

VERLOSKUNDIGE KARLIJN (klik hier voor haar)  

 

Bevallingsverhaal: op het moment dat Semmy eindelijk op m’n borst ligt, poept ze me helemaal onder, haha

 

Twee jaar geleden ben ik bevallen van een meisje genaamd Semmy. Het was een enorm zware bevalling, maar waar ik toch niet verkeerd op terug kijk.

Na 41 weken en 2 dagen moesten mijn man en ik ons melden in het Ikazia ziekenhuis in Rotterdam. Natuurlijk had ik niet veel geslapen, want ik was super nerveus. Eten ging ook moeizaam, terwijl ik wist dat het wel handig was als je een inspanning moest leveren. Maar tevergeefs. 

Om 08:00 ’s ochtends hebben wij ons gemeld in het ziekenhuis. Even aan de monitor en toen werd ik gehaald. Ze gingen een ballonnetje plaatsen. Alles behalve prettig vond ik dit. Wat een vervelend gevoel zeg, ik vond het een soort pijn doen. Wellicht kwam dat omdat ik die vrouw niet zo vriendelijk vond, dus kon ik mij niet ontspannen. 

Na het plaatsten van het ballonnetje kregen we de vraag of we wilden blijven wachten of naar huis wilden, want het kon zomaar nog lang duren voor het ballonnetje eruit zou vallen. 

Nou huphup wij gingen lekker naar huis. Maar ehm, wat voel ik nou? Wat doet m’n buik? Is het nou begonnen? O wauw het is echt al begonnen. We waren net drie straten van het ziekenhuis vandaan!!! Hoe is het mogelijk!  Toch hadden we ervoor gekozen de reis verder naar huis te vervolgen, want dat ballonnetje moest er natuurlijk nog uit en dat kon nog wel duren.

Tijdens de autorit werden m’n weeën echt al wel heftig. We stopten nog even om een croissantje te kopen, maar ik kon niet eens meer door de winkel lopen dus bleef ik in de auto wachten.

Thuis het croissantje gegeten, want ja eten is belangrijk met zo’n inspanning. En toen maar in bad. Dat zou verzachtend werken. Dus niet! Inmiddels toch maar weer naar het ziekenhuis gebeld want m’n weeën waren al bezig vanaf 09:30 en het was inmiddels 11:00. Ik wilde absoluut niet thuis bevallen, dus wij gingen maar weer terug naar het ziekenhuis.

Maar man o man, wat een weeën al. In het ziekenhuis aan de monitor en wat zeiden ze: “goh je hebt echt al weeën, dat is snel.” 

Applaus, dat voelde ik al lang. 

We gingen naar een kamertje toe. Daar lag nog een zwangere dame en haar man zat er bij. Zij lag er vanwege bloeddruk en niet omdat ze al ging bevallen.

Mijn weeën werden steeds heftiger en heftiger en m’n telefoon moest ik weg leggen. Geen zin meer om te antwoorden, want die weeën moesten weggepuft worden. Maar hoe moet dat? Ik raakte een beetje in paniek. Het deed zo’n zeer. 

Gelukkig kwam de verpleging bij die andere zwangere dame kijken en zij hoorde mij kreunen en piepen waardoor ze daarna bij mij kwam kijken. Zij heeft met mij eventjes gepuft, waardoor ik snapte hoe ik het moest doen.

Gelijk een inwendig onderzoek (18:30)en wat bleek nog steeds 2-3 cm. 

Pffff wat gaat dit traag zeg. Ik word gek. Ik heb al 9 uur weeën en het schiet niet op. Wat wel fijn is dat de verpleging m’n vliezen had gebroken en ik daarna naar de verloskamer mocht. 

Ze bood me een bal aan voor onder de douche. Je weet wel zo’n soort skippybal. 

Vreselijk leek mij dat, maar toch was het zó fijn. Het enige waar ik van baalde op dat moment was dat ik het koud had. Waarom kon die douche nou niet warmer?! 

Rond 20:45 kwam de verpleging om weer een inwendig onderzoek te doen. Jippie!! Maar helaas nog steeds 2-3 cm. Ze vraagt me of ik heb gedacht aan pijnstilling omdat het al zo lang duurt. Al bijna 12 uur vol in de weeën en nog steeds maar zo weinig ontsluiting. 

Ik schreeuwde nog niet: “geef mij die ruggenprik!!!!”. 

Zo gezegd zo gedaan, ruggenprik gekregen en alles werd rustig. Hoe chill is dat. Ik kon de wereld weer aan. Nou dus niet! Met de baby ging het niet goed in m’n buik. Bij elke wee zakte haar hartslag enorm. Wat betekende dat ik niet op m’n rug mocht liggen, maar steeds van m’n linker op rechterzij. Makkelijk gezegd, maar door m’n ruggenprik werken m’n benen niet dus moet ik steeds geholpen worden. Best geinig hoor. 

Op een gegeven moment gaat het zo slecht met Semmy in m’n buik dat ze bloed uit haar hoofdje moeten tappen. Ja je begrijpt het goed. Ze zit dan nog in m’n buik. Wat een bloederige bende werd dat zeg. Vanuit dat monstertje met bloed konden ze haar zuurstof testen en er was nog geen reden tot paniek. 

Rond 02:00 in de nacht, raakt m’n ruggenprik uitgewerkt en ik ga weer kapot van de pijn. Eindelijk mocht ik niks meer krijgen voor de pijn i.v.m. Semmy. Ze zagen ook wel dat dit niet werkte, dus ik kreeg een klein beetje. 

Om 04:15 kreeg ik het verlossende woord: je hebt tien centimeter ontsluiting. Ik was in de Gloria!! Yes eindelijk!!! 

Maar helaas zei ze: “ze is nog niet genoeg ingedaald, dus je moet nog een uurtje wachten .” Nee super chill dit. Mij eerst blij maken en vervolgens met persdrang zeggen dat ik nog een uurtje moet wachten. Oké dat uurtje kon er eigenlijk ook nog wel bij want inmiddels was ik dus al 18,5 uur bezig. 

Rond 05:15 kwamen de gynaecologen, verpleegkundigen en weet ik veel wie er nog meer stonden. Het laatste stukje is begonnen. Nog 1 sneetje op Semmy haar hoofd maken om te kijken hoeveel zuurstof ze nog heeft en hoe lang ik eventueel mag persen. 

Het spande erom, want alles was ook al gereed voor een spoed keizersnede. En het enige dat ik dacht was: “zolang ze er maar veilig uit komt, alles voor haar!”

Ik kreeg te horen dat alles goed was, dus de kamer werd gereed gemaakt. Ik voelde mij ineens zo misselijk worden, dus ik kreeg een kotsbakje. Die toch maar weer afgeslagen, want hee die heb ik niet nodig. Maar na twee tellen, kwam er toch een lading hahaha. De verpleging vertelde dat je lijf dit doet, het is klaar om te bevallen. 

Go go go!!! Pers haar eruit. Ai dit durf ik niet was m’n eerste gedachte. Nee dit kan ik niet. Wat nou, wat nou. Maar Liz jij hebt het nu in de hand, jij kan er voor zorgen dat het klaar is. Zet alles op alles. Lekkere peptalk voor mezelf in m’n hoofd en daar ging ik. 

Na twee persweeën stond haar hoofdje al. En na de laatste pers was ze daar. 

Het was een fantastisch emotioneel moment. Wat was ze mooi. Wat was ze klein!!!! 2790 gram. Kleine uk. En op het moment dat ik heerlijk naar haar lig te kijken op m’n borst, poept ze me helemaal onder. 

Dat geeft niet lieve kleine Semmy. Je hebt mij mama gemaakt. Mijn dag kan niet meer stuk! (En douchen moest ik toch wel haha).

Bevallingsverhaal: ons kindje komt NU met 25 weken en ik heb totale rust… DEEL II

En dan… Dan ineens ben je ouders geworden van een piepklein mensje. Perfect, met alles erop en eraan, maar wat ook veel weg heeft van een pasgeboren konijntje. Zijn huidje was vuurrood, plakkerig en doorschijnend. Mocht onze zoon dit later teruglezen, zal ik hem uiteraard vertellen dat hij niet écht op een konijntje leek. Er werd naar zijn naam gevraagd. Het was bijzonder en ook apart om zijn naam voor de eerste keer uit te spreken. ‘Boris’ en direct erachteraan wilde ik zeggen ‘nog niet verder vertellen hè’. We zaten nog zo in de modus dat we de naam geheim wilden houden. Terwijl ik werd gehecht, kreeg Boris allerlei toeters en bellen aan zijn kleine lijfje. Een infuus in zijn armpje en navel, een maagsonde en lange sprietjes in zijn neusje voor de CPAP, plakkertjes op zijn borstje voor de hartbewaking, een saturatiemeter rond zijn voetje en een bandje rondom zijn hoofdje om de  bloedflow in zijn hersenen te kunnen meten.  Ik kreeg te horen dat hij een goede start had, met een APGAR-score van 9/9/9. Voor zo’n klein baby’tje is dat heel uniek. Hij woog 820 gram en was 34 cm lang.

Boris werd in een reiscouveuse naar de NICU gebracht en mijn man ging met hem mee. Even later was ik stabiel genoeg om ook naar Boris toe te gaan. De couveuse waar Boris in lag leek wel een sauna, lekker warm en vochtig. Ze proberen met zo’n couveuse de baarmoeder na te bootsen. We zijn nog even bij hem gebleven en gingen daarna naar de kamer, het was inmiddels 12u ’s nachts. Toen we de lift uitkwamen, stonden daar onze ouders, mijn broer en broertje. Via de verpleegkundige hadden ze al gehoord dat Boris een goede start had, een kleine geruststelling. Mijn broer is normaal een hele week van huis, ik was dan ook verbaasd om hem te zien. ‘Hee, was je in de buurt? Wat leuk dat je er bent!’. Dit geeft ook wel aan dat de hele situatie niet echt tot me doordrong. ‘Huh? Waren jullie bang dat Boris het niet zou halen? Serieus, hoezo dan?’.

Toen het bezoek weg was, bleven we alleen achter op de kamer. Tijd om alles even te laten bezinken was er niet, er werd gelijk een kolfapparaat de kamer op gereden. Ik hoef denk ik niet uit te leggen dat ik hier niet bepaald enthousiast van werd. Maargoed, alles voor je kind!

Verder hebben we echt een topnacht gehad waarin we goed konden uitrusten voor de volgende dag. Elk uur controles omdat mijn bloeddruk laag was en ik verhoging had. Ook had ik een morfinepompje gekregen, maar daar ging ik een beetje van hallucineren. Ik dacht dat er constant helikopters opstegen (het geluid van mijn infuus), de klok tikte keihard (?) en het kolfapparaat wat elke 2-3 uur werd aangeslingerd praatte tegen me, moedigde me aan (juist, ja).

Na het douchen en ontbijt zijn we naar Boris toe gegaan. Volgens de verpleegkundige deed hij het echt heel goed en was het een vechtertje. Ze waarschuwde ons wel dat de kans groot was dat hij na een dag of 3 aan de beademing zou moeten. Meestal gaan de eerste dagen bij zo’n kleintje goed, dan leven ze nog op adrenaline. Na die eerste dagen hebben ze vaak meer hulp nodig, zoals kunstmatige beademing. In de tweede week worden ze vaak ziek, vanwege alle infusen die ze hebben. Elke ‘opening’ is een verhoogd risico op infectie. We kregen een mapje mee waarin alle complicaties werden benoemd en toegelicht. We besloten dit mapje pas te lezen als Boris daadwerkelijk een complicatie zou krijgen.

Omdat Boris het zo goed deed, mochten we buidelen. Het moment dat hij op mijn borst werd gelegd, was heel bijzonder en tegelijkertijd ook bizar. Ik had mijn baby op m’n borst, terwijl ik pas 25 weken zwanger was en hij 24 uur geleden nog in mijn buik zat. Heel eerlijk, liefde op het eerste gezicht was het niet. Het oer-moedergevoel ontbrak. Uit alle macht probeerde ik dit op te ‘wekken’, maar het was er gewoon nog niet (spoiler-alert: het is dubbel en dwars goed gekomen hoor!). We zaten nog niet in het stadium dat we ontzettend uitkeken naar ons kindje, dat we niet meer konden wachten van nieuwsgierigheid. Dat de babykamer klaar was, alle kleertjes gewassen in de kast hingen, mijn buik in de weg zat en de box al in de woonkamer stond. Sterker nog, ik had pas 4 pakjes in de kast hangen, maatje 56 en 62. Die buik? Die werd pas net een beetje zichtbaar. De babykamer stond in dozen in de garage. Toevallig bezorgd op de geboortedag van Boris, de vorige dag. Nou, dat moedergevoel dus, die liefde op het eerste gezicht, dat was vast ook nog ergens ingepakt. Rustig afwachtend tot de tijd rijp was om uitgepakt te worden. Waarschijnlijk liet ik dit gevoel (onbewust) ook nog niet toe. Bang dat het extra pijn en verdriet zou doen, mocht Boris deze hele strijd toch verliezen.

De eerste dagen gingen voorbij. Dagen waarin elk uur spannend en kritiek is. ’s Ochtends weet je niet of hij de middag haalt, en ’s middags weet je niet of hij de avond haalt. ’s Nachts bellen naar de nachtdienst en vragen hoe het met Boris gaat. Zodra je wakker wordt bellen, voor het slapengaan bellen… Die constante zorg, die constante dreiging dat het elk moment achteruit kan gaan, het is slopend. Achteraf weet je dat het goed is gegaan, maarja, daar heb je op het moment zelf niks aan. Achteraf kijk je een koe in z’n gat. Op het moment dat je er middenin zit, weet je niks. Geen zekerheid en geen garanties. Bij elk klein dingetje ben je bang dat het de verkeerde kant op gaat. Als zijn temperatuur één tiende lager is, ben je bang dat hij ziek wordt (prematuren krijgen een lagere temperatuur bij infectie). Iets minder alert? Idem dito.

Bij binnenkomst van de NICU keken we direct naar de monitor. Wat waren de cijfers? Heeft hij veel hartslag- of zuurstofdalingen gehad? De monitor vertelt je hoe het met je kind gaat, de monitor is je houvast.

We logeerden in het Ronald McDonald-huis en wat was dat fijn. Zo dicht mogelijk bij je kind zijn en elk moment van de dag naar hem toe kunnen, terwijl je ook je plekje samen hebt. Mijn zusje en zwager kwamen langs en ze hadden zo’n geboorteballon meegenomen. Ik ben nog nooit zo blij geweest met een cadeau. Zulke ballonnen hoorden bij geboortes en het stond voor mij symbool dat Boris er nu echt was. Hij deed ertoe, hij was een echt mensje, hij hoorde bij ons en we waren blij dat hij er was.

De dagen vorderden en Boris bleef het heel goed doen. Voorheen werd de situatie per uur bekeken, nu werd er in dagen gepraat. Zijn voeding werd elke dag opgehoogd (hij startte met 12 x 1,5cc(!) ) en de infusen werden afgebouwd. Af en toe had hij wat extra zuurstof nodig, maar dat was niet erg. Tegen de verwachting in, hoefde hij niet beademd te worden, hij deed het (met een klein beetje hulp) op eigen kracht. De infecties en alle andere complicaties waar we op voorbereidt en bang voor waren, kwamen niet. Ondertussen mochten en konden we ook steeds meer zelf doen. Zijn luiertje verschonen, voeding via de sonde geven of hem zelf uit de couveuse pakken om te buidelen, inclusief alle slangen en lijnen. Zijn luiertje verschonen duurde de eerste weken 10-15 minuten (niet overdreven). Het was zo inspannend voor Boris, dat hij hartslagdalingen en/of zuurstofdalingen kreeg. Daarom moesten we regelmatig een pauze inlassen. Als hij (of beter gezegd, de monitor) aangaf dat het weer beter ging, konden we verder. Na 4 weken werd hij overgeplaatst naar de High Care. Twee weken later kregen we het bericht dat hij een stapje dichter naar huis toe mocht, naar het Amphia Ziekenhuis in Breda. Dit was een figuurlijk stapje dichterbij, want het Amphia was voor ons even ver rijden als het Sophia. Dat was wel heel moeilijk, want het betekende dat we hem nu letterlijk achter moesten laten. Bijna 60 kilometer afstand en een uur rijden tussen ons in. We stonden hier maar niet te veel bij stil, we konden er niets aan veranderen. We konden alleen maar hopen dat hij zo snel mogelijk mee naar huis zou mogen.

Stapje voor stapje ging het steeds beter met Boris. De mijlpalen bij prematuur baby’s zijn zo anders dan bij op tijd geboren baby’s. Alles gaat met kleine stapjes. Het gewicht van 1 of 2 kilo bereikt, van een couveuse naar een warmtebedje of van een warmtebedje naar een gewoon wiegje, geen zuurstof meer. Het moment dat Boris zonder medicatie kon, een aantal dagen geen hartslag- en zuurstofdalingen liet zien en toen van de monitor af mocht. Het eerste badje, het leren drinken… Allemaal mijpalen waar je normaal gesproken niet over nadenkt, en dat is eigenlijk maar goed ook.

Uiteindelijk heeft Boris ruim 11 weken, precies 80 dagen in het ziekenhuis gelegen.  Bij 36+6 mochten we Boris mee naar huis nemen. Wat waren we gelukkig en dolblij. Hier hadden we zo lang naar uitgekeken! De maxi-cosi, die al weken leeg in zijn kamertje stond, mochten we eindelijk mee naar het ziekenhuis nemen. Er kwam een eind aan de dagelijkse ritten naar het ziekenhuis, aan de telefoontjes naar de verpleging. We hoefden niet meer te bellen om te vragen hoe het met Boris ging. Nu konden we in de box kijken of naar boven lopen om te kijken hoe het met hem ging. Mijn lach was die dag niet meer van mijn gezicht af te slaan. Eindelijk met z’n drietjes thuis. Eindelijk!

Het is een hele heftige tijd geweest. Een tijd waarin je leeft tussen hoop en vrees. Gelukkig kunnen wij zeggen dat het allemaal goed is afgelopen. Boris is ons wonderkindje en heeft, voor zover we nu kunnen zeggen, niets overgehouden aan zijn extreme vroeggeboorte. Van de artsen begrijpen we dat dit echt heel bijzonder en uniek is. Zelf beseffen we dit ook heel goed. We hebben zoveel narigheid en verdriet gezien en gehoord op de afdeling. Baby’s die gereanimeerd werden, aan de beademing moesten of er juist vanaf werden gehaald, het eerste schorre huiltje die zo’n baby dan liet horen. Artsen en verpleegkundigen die alles doen om het leven van een ieniemienie baby te redden en daar helaas niet altijd in slagen. Gelukkig is dat leed ons bespaard gebleven. Het mapje van de complicaties is dicht gebleven, onaangeroerd. Boris, ons wonder!

PS deze naam zat al een aantal jaar in ons hoofd. We zeiden tegen elkaar ‘als we ooit kinderen krijgen en het is een jongetje, dan noemen we hem Boris’. We wisten toen nog niet dat ‘Boris’ ‘glorieuze strijd, strijder’ betekent. Hoe toepasselijk!

PPS omdat Boris het vanaf het begin zo goed heeft gedaan, bleef bij ons de vraag in ons hoofd zitten of het, achteraf gezien, echt nodig is geweest om hem te halen. Zijn bloedkweken waren negatief, dus hij had geen infectie. Een aantal weken later hebben we dit tijdens de nacontrole bij de gynaecoloog gevraagd. Hij heeft onze twijfel weg kunnen nemen. De navelstreng was onderzocht en hier waren al tekenen van infectie te zien. Als Boris 10 uur later was gehaald, was hij ziek ter wereld gekomen en had het er allemaal heel anders uitgezien. Wat ben ik ongelooflijk blij en dankbaar dat iets in mij zei dat ik een extra CTG aan moest vragen.

Vanaf de bevalling heb ik nu precies een jaar PTSS

Om te beginnen met een veel gestelde vraag, hoe is het nu met je? Nou om heel eerlijk te zijn, ik heb goede dagen met intens gelukkige momentjes. Maar ook heb ik dagen waarop de ene trigger na de andere komt, en ik geen grip meer op de PTSS heb, maar het mij in zijn greep houd. En dat laatste is iets waar ik zo mee worstel. Ik wil na een jaar zo graag kunnen zeggen; joh het gaat best oké met mij. Ik heb meer goede dagen dan slechte. Maar helaas is niets minder waar. Misschien komt het ook wel omdat ik nog steeds enorm veel zorgen om Jake heb. We af en aan opnames en ziekenhuisbezoeken hebben met onze kleine vechter. Het is gewoon nog niet klaar met alles. En ik kan helaas nog niet zeggen dat ik een super gezond kindje heb. Vrolijk is hij wel. En jeetje zeg, wat doet mij dat goed.  

Terugkomend op het feit dat de PTSS mij in zijn greep houdt. Hoe zie je dat dan voor je? Nou simpelweg oké aan een dag beginnen, en vervolgens gebeurd er out of the fucking blue iets en ben ik volledig van slag. Om maar een voorbeeld te geven. Ik scrol door mijn Instagram foto’s en hoppa weer een foto van een beademde Jake. Moet ik dan maar alles verbergen en nooit meer onder ogen durven komen?  Totaal niet! Ik ben sinds we niet zwanger konden worden en we het hele traject in gingen altijd eerlijk geweest. Over alles. Juist door dat te doen, houd je het toegankelijk voor je omgeving. Maar dat terzijde dat komt zo nog aan bod. Ik heb juist geleerd met alle ontelbare EMDR sessies om je angsten en verdriet onder ogen te komen. De lading te dekken en er op een ‘ontspannen’ manier naar te kijken. Het beeld, foto of herinnering aan te kunnen. En dat kan ik op zich ook wel. Alleen lang niet altijd. Vraag mezelf oprecht af of ik genoeg  EMDR gehad heb, of het wel goed genoeg gewerkt heeft, of dat dit iets is wat ‘bij mij hoort’ voor de rest van mijn leven. Ik probeer hier momenteel vorm aan te geven. Omgaan met de triggers die mij terughalen naar die traumatische momenten. Omgaan met enorme woede uitbarsting met zinloze aanleidingen. Ik wil dat ik grip heb op die situaties. Alleen het lukt mij gewoon (nog) niet. Ik beleef vreselijk angstige en verdrietige momenten op zo’n intense manier. Door gewoon alleen al naar hem te kijken en ik die zelfde oogjes zie die mij voor het eerst aankeken nadat zijn beademing gestopt was. Door met hem te douchen, god wat een moment is dat elke keer. Doodsbang dat hij valt. Gelukkig doet Gino dit meer dan ik. Maar dat huid op huid contact is elke keer nog wel een ding hoor. Daardoor vermijd ik het eigenlijk. Of als hij eet. Veel te gulzig is, en zich weer verslikt. Dit gebeurd helaas dagelijks, en dat helpt absoluut niet mee. Maar ik moet wel. Ik schuif het al zo vaak af op Gino. Maar ook hij is binnenkort weer een maand op oefening en dan moet ik wel. Ik had zo gehoopt dat dit alles na een jaar toch wel beter te handelen was.

Door het afgelopen jaar ben ik zoveel gevoeliger geworden. Kijk dat ik een emotionele doos ben is niets nieuws, dat was ik voorheen ook. Ik jankte al als ik een zielige reclame op tv zag. Maar ik heb een soort extra heftig empathisch vermogen cadeau gekregen waar ik mezelf zo mee kwel. Verhalen en emoties van anderen komen te sterk binnen. Kunnen mij enorm van slag brengen. Verhalen van andere te vroeg geboren kindjes, heftige bevallingen of andere dingen. Ik kan het niet meer zo 1, 2, 3 loslaten. Op m’n werk, als we bij een patiënt kanker ontdekken, schiet ik soms vol. Ik heb echt moeite mijn professionele rol te behouden. Terwijl we daarvoor een gezellig gesprek hebben gehad over een bijna pensionering. En ineens zo’n uitslag. Het vreet aan mij. Als een spons neem ik alles in mij op. En dit werkt door in mijn stemming van die dag. En gek genoeg als die stemming dan al, noem het voor het gemak emotioneel instabiel is, komen de triggers alleen maar sneller. Ik ben dan ineens zo veel vatbaarder. Een vraag van een collega hoe het met de gezondheid van Jake gaat, ik breek letterlijk in tweeën. Het ene moment jank ik alles bij elkaar. En het andere moment probeer ik zo sterk te blijven en alles in te houden dat het er later uitkomt. Meestal in de auto van werk naar huis. Ben ik dan niet meer geschikt als verpleegkundige ? Omdat ik er meer last van heb dan dat het mij energie oplevert? Ik word er maar onzeker door. De dag er na kan het trouwens ineens weer een goede dag zijn en krijg ik wel positieve energie van  mijn werk. Dat maakt het alleen maar verwarrend voor mezelf. Een collega zei zelfs, zou je niet tijdelijk stoppen met je werk? Elke keer een ziek kind en ziekenhuis opnames. Ging het maar zo makkelijk.

En dan die omgeving waar ik het over had. Ik kaart het zo vaak aan als voorbeeld. Als je een gebroken arm of been hebt, weet iedereen dat je zoveel weken in het gips zit. Dat je daarna moet herstellen, maar als het goed is, je er weer bovenop komt. Maar hoe zit dat dan met psychisch lijden? Wie zegt wanneer je er van af bent. Of het ooit beter wordt? En hoe je er precies mee om moet gaan? Door open en eerlijk over alles te zijn krijg je soms ook ongevraagd een hele shitload aan ‘goedbedoeld advies’ over mij heen. Lief, en oprecht. Maar weetje wat het is met een traumatische ervaring,  je hebt het in je eentje beleefd. En als je het er dan over hebt of foto’s laat zien. Is het soms voor de ander te heftig. Wordt er gezegd, jeetje dat zou ik echt niet aankunnen hoor. Lieve schatten, dat kon ik ook niet. Maar we moesten toch ook? Een goedbedoelde tip voor als je iemand met PTSS kent; vraag er juist naar! Wat beleef je op angstige momenten. Wat kan ik er aan doen om je te helpen? Of simpelweg, wat leid je positief af? En hoe kan ik het enigszins verlichten? Overnemen hoeft niet. Dat gun ik mijn ergste vijand niet eens. Niet dat ik die heb, maar voor het idee. Erover praten kan zo helpen. Ik heb inmiddels heel wat mama’s en lieve instavriendinnen ontmoet waar ik dagelijks contact mee heb. Die worstelen met hetzelfde probleem. Herkenning en erkenning kan zo helpen. Je hoeft je er echt niet voor te schamen. Dat doe ik ook niet(meer). Het is ten slotte ook maar iets wat je overkomen is. Je hebt er nooit om gevraagd. Het was er, en nu moet je er mee leren dealen.

Als je gelukkig voelen niet vanzelfsprekend is beleef je de momenten dat je het wel ervaart zoveel intenser. Ik kan van de kleine geluksmomentjes zo veel meer genieten. Met Jake naar de kinderboerderij, ook al vind ik dat het daar stinkt, de lach op zijn gezicht als ik een kip nadoe. Die momenten. Maken mijn dag. Een fijne dag als gezin. Het kan soms zo binnenkomen. En ja, dan jank ik weer van geluk. Haha, en ik maar denken dat die tranen van mij toch wel een keer op zouden zijn. Misschien wel een positieve wending aan een levenslang gevecht tegen de trauma’s. Ik probeer het soms maar zo te bekijken. Het komt wel goed hoor. Ooit. En anders vind ik vanzelf wel een manier om hier mee om te gaan.

Liefs Lisa