Bevallingsverhaal: onze dochter zag paars na de geboorte

Nadat de gynaecoloog en de cardioloog in overleg de spelregels voor mijn bevalling hadden uitgeschreven, kreeg ik een datum om ingeleid te worden. Onze lieve dochter zou geboren worden op 38 weken, na een helse zwangerschap en vier weken ziekenhuisopname. Op 37w+6d installeerden we ons om 10u ‘s ochtends in de verlosafdeling van Gasthuisberg. Wij waren er klaar voor: dinosaurus koeken, sportdrankjes, boeken en een gezelschapsspelletje. Ik had zelfs een nieuwe Fitbit die nog in de verpakking zat om mee te spelen! Voor wetenschappelijke doeleinden uiteraard. We waren helemaal klaar om ons klein meisje te leren kennen. We wisten dat het wel even kon duren, aangezien ik nog geen millimeter ontsluiting had of ook maar iets verweekt was. 

10 u – Eerste shift – Kathleen de vroedrouw van de ochtend heette ons hartelijk welkom met een eerste dosis prostaglandynes. Als ontbijtje, zeg maar. Met die prostaglandynes zouden we de bevalling in gang zetten. Wij waren toch wel lichtjes in paniek op dat moment, maar lieve Kathleen was de zachte stem die we nodig hadden. Het pittige aan ingeleid worden, is dat de weeën op één keer onnatuurlijk snel en straf komen, we zaten binnen geen tijd op een regelmatige drie minuten. Ik waggelde rond, zong hele musical soundtracks terwijl ik op mijn bal zat te wiebelen en Maarten werkte op zijn computer. Ik was ‘in the zone’ en had hem nodig, maar wel op een veilig afstandje. Gevalletje ‘hou je in stilte bezig’. Na een tweede dosis medicatie werden de weeën een pak intenser. Op naar de..

Tweede shift – 14u – Indra de vroedvrouw nam het over en had dadelijk in de gaten dat ik wel erg veel moeite had alles weg te puffen. Ze stelde luidop in vraag waarom ik geen epidurale zou mogen om me door de bevalling te helpen. Dat was door de artsen aanbevolen omdat het erg effect zou hebben op mijn hart en bloeddruk. Omdat ik als dood was de geboorte van mn dochter te missen als ik flauwviel was ik daar braaf in meegegaan. Indra was de soort vroedvrouw die al 20 jaar kinderen op de wereld gezet heeft, met een nultorerantie voor nonsens.

In overleg (vooral met mezelf, aangezien Maarten al bijna zijn veto gebruikte toen ik het ook maar opperde) besloot ik te douchen als laatste redmiddel tegen de pijn. Grote fout. Maarten had gelijk. Ik zat nog maar vier minuten onder de douche of ik viel flauw, begon erg te bloeden en over te geven. Lastig dat ik met m’n koppige kop de douche aan de overkant van de gang in gegaan was. Maarten zijn ademhaling versnelde lichtjes en Indra sleepte de anesthesist aan. Ze stuurde de gynaecoloog en de cardioloog snel een berichtje dat ze toch een epidurale voor me zou regelen. Meer een ‘wist-je-dat’-je dan een vraag. Na vier keer prikken midden in een weeënstorm (‘stilzitten hoor mevrouw, dit is milimeterwerk’) en het bijhalen van een nieuwe anesthesist zat de epidurale en was ik verdoofd tot aan mijn boezem.

Toen werd het dan helemaal geweldig! Ik was me zo bewust van alles wat er aan het gebeuren was. Na vier jaar vechten was ik aan het bevallen van onze eigen dochter. Ik lag te genieten, voor de laatste keer het galopje van haar hart te beluisteren op de monitor. Om 9 uur ‘s avonds hoorde ik een plop en een ‘woesj’. Mijn water was gebroken van het lachen. Geen haak meer nodig om aan mijn vliezen te liggen peuteren, hoera, (ik had die al van die ochtend in de gaten vanuit mijn ooghoek)

Tegen tien uur ‘s avonds, begon Lientje’s hartritme te dippen en had ik nog steeds maar drie centimeter ontsluiting. De druk van de bevalling was te veel aan het worden voor ons klein meisje. We waren al tien uur bezig en ze kon niet meer goed om met de weeën. De gynaecoloog kwam voorbij met de instructie te stoppen met eten en drinken. Ze zouden snel moeten kunnen ingrijpen als Lien nog meer begon weg te glippen. Waarschijnlijk werd het een keizersnede tijdens de ..

Derde shift – 22 uur – Tzigane meldde zich met gezwinde tred aan als vroedvrouw van de nacht. Een grotere spring-in’t-veld hadden we nog nooit aan mijn bed gehad. Na vier jaar fertiliteit en een ziekenhuisopname van meer dan een maand wil dat wel wat zeggen. Tzigane meende het serieus, niks geen keizersnee. Op duidelijke toon gebood ze ons in bed te kruipen – haha, alsof ik daar niet al vier uur lag met draden uit mijn rug- en haar de rest te laten doen. Zij zou om de zo veel tijd aan het wieltje van de weeënopwekkers komen draaien en zou vanuit haar kamertje aan de overkant Lientjes hartritme in de gaten houden. Kleine meid had intussen al een monitortje rond haar hoofd (hoe die daar aangebracht wordt, bedenk je zelf maar) om haar goed te kunnen opvolgen. Tzigane was er zeker van dat we er een vaginale bevalling van zouden kunnen maken, om het herstel van een keizersnee te vermijden. Had ik al vermeld dat Tzigane het serieus meende?

Het spannende was dat ik tegen dan al vanalles voelde doorheen de epidurale. Ik voelde mijn weeën weer en met elke wee voelde ik baby Lien zakken. Pijnlijke boel, maar eerlijk waar het geweldigste wat ik ooit heb meegemaakt.Terwijl Maarten super hard zijn best deed om te doen alsof hij sliep, lag ik te doezelen, heerlijk in mezelf. Aan het genieten van elke wee, voelde ik me sterker, gelukkiger en meer klaar dan ooit om ons meisje op haar neusje te zoenen.

Een uurtje na middernacht kwam de assistente even voelen hoe veel ontsluiting ik had. Met een verward gezicht haalde ze Tzigane er bij om even te voelen, ze kon er zelf niet goed bij. Tzigane kwa even poolshoogte nemen (zo’n dingen mag je in een bevallingsverhaal behoorlijk letterlijk nemen). Heel haar gezicht klaarde op en voor ik het weet stond ze aan Maarten te schudden. Handen wassen, tanden poetsen, broek aantrekken meneer.. uw baby komt er aan. De assistent voelde niks van baarmoederhals omdat ik op die laatste twee uur van 3 naar 10 centimeter ontsluiting gegaan was. Geen baarmoederhals meer over, het was baby-tijd! De medische ploeg was alleen echt bezorgd over Lientje en er werd een legertje aan mensen in groene pakjes opgetrommeld om de bevalling bij te staan. Ze moest nu echt dringend komen. In de kamer: een assistent, een vroedvrouw, een gynaecologe, een supervisor en twee pediaters. Dat Maarten de weg naar mijn hoofd vond in al dat gedrum bewijst dat een echte scout altijd de weg vindt!

De eerste drie rondjes persen heb ik niet volop beseft wat ik aan het doen was. Ik kon maar niet geloven dat het voor echt was, tot Maarten vroeg of hij even mocht gaan kijken in de zuidelijke regionen en lichtjes bleek om de neus terug kwam met de mededeling dat onze dochter een volle kop haar had. Helemaal in shock dat hij haar hoofdje had kunnen zien, besefte ik dat het tijd was de baby er uit te persen en dat de generale repetitie voorbij was. De vijf mensen rond mijn bed deden op dat moment aan als een soort Amerikaans cheerleader team met een hysterisch bezorgde ondertoon, dus toen ik merkte dat één van hen bijna gps-achtige instructies gaf leek me dat wel ideaal en besloot ik me daar op te focussen. En op Maarten, die hielp met mijn benen stevig vasthouden en de sterke armen voorzag die ik nodig had om in bij te komen tussen elke perswee.

Na twintig minuutjes persen, wat gemakkelijk twintig seconden had kunnen zijn naar mijn gevoel, lag Lientje in mijn armen. Stilletjes. Paars. Niet responsief. Zwaar aan het ademen. De pediaters grabbelden haar weg en Maarten rende haar achterna, zijn ogen wild die van mij aan het zoeken. Terwijl mijn gynaecologe haar snit en naad vaardigheden boven haalde en mij een steekje hechting gaf en ik beviel van lien haar placenta, had ik helemaal geen idee wat er gebeurd was. Ik zag een gebruikte zuignap liggen en blijkbaar was ik in alle haast toch een heel klein beetje gescheurd.

Hii, this is Hubs writing. I was never been able to do much during the birthing part besides trying to remotely look like her rock and be scared to death at the same time. It’s not like the fire was a problem, growing up on a farm you kind of het used to stuff like that. The thing that was scaring me however is that Helen had suffered through so much during her pregnancy and that Baby Girl wasn’t coping well with delivery. She was born purple and non responsive which I didn’t realise because it was all happening so fast. They denied me cutting the cord -rude- and whisked her away after ten seconds, telling me to follow. I shot Helen a worried look but she was comfortably resting oblivious to all the worrying that was going on. I ran to follow them, almost losing them in the crazy haste. While they started helping our little Lien to breathe with a mask, I was asked to rub her warm and hold her hand. Boom – forever in love. I will never forget the way her little hand felt in mine.

Meanwhile she was still purple and wasn’t reacting to the doctors prodding her. They started to worry even more and we’re gonna do a saturation measurement for twenty minutes. To intubate or not to intubated was the question on everyone’s mind. Twenty minutes passed and she slowly started turning pink but still wasn’t doing much better. De doctor and I were just staring at her. Staring at each other. Unsure what to do. Remember Tzigane? The awesome midwive (go read up on my wife’s birth story)? She entered the room and saw our hesitant figures. Promptly she grabbed a tube and handed it to the doctor. Time to intubate and get her to the NICU. But that was not how baby girl saw her first night here, as the doctor tried to fit the tube through her nose she started to grunt and squirm. I couldn’t really tell you how she looked at that moment because my eyes were all blurry with happy tears! After a few quick measurements and a weigh-in.. we were all set to go cuddle with mommy!

Hoi, de wederhelft hier om mijn rol in Lientje haar verhaal te doen. Persoonlijk heb ik niet veel kunnen doen behalve doodsangsten uitstaan en er uit zien als een rots in de branding. Al het bloed, slijm en andere lichaamsvochten waren niet zozeer het probleem. (als je opgroeit op een boerderij heb je al veel gezien) Wat het meeste speelde in mijn hoofd was dat Heleen al zo veel had afgezien en Lientje haar hartje wat raar deed.

Soit. Kind er uit, paars, niet responsief. Dat had ik allemaal niet door omdat het zo snel gebeurde. Lientje heeft 10 seconden bij Heleen gelegen en dan knipten ze snel de navelstreng door zonder het te vragen! Onbeleefd, maar noodzakelijk zou bleek. Als snel nam de pediater Lientje mee en moest ik volgen. Na een ongeruste blik op Heleen, die nog zalig lag na te puffen, liep ik de gang op en was hen bijna kwijt. In het kamertje legden ze ons Lientje aan een beademingsapparaat. Waarom wist ik niet, maar ik mocht haar wel warm wrijven en haar handje vast houden. BAM, instant verliefd. Haar vingertjes die heel zachtjes in die van mijn knepen zal altijd één van mijn meest tederste herinneringen blijven.

Lientje was paars, ademde veel te snel en had niet geweend. Ze reageerde ook niet op al het porren en trekken van de pediaters. Artsen probeerden de saturatie in haar bloed te meten, maar dat verliep niet zo vlot omdat ze zo klein was. We moesten sowieso 20 minuutjes wachten om te zien hoe ze zou evolueren,. To intubate or not to intubate (en naar neonato)

Haar paars werd langzaam roze en net op dat moment kwam de gynaecoloog binnen met Heleen haar gsm: “Trek foto’s voor uw vrouw meneer”. En als de dokter iets zegt, doe je dat ook.

Na 25 minuten was de pediater aan het twijfelen. Ze was zichtbaar bezorgd omdat de resultaten onduidelijk waren. Op dat moment stonden we daar met ons 2 te staren naar de monitor die moest zeggen of er genoeg zuurstof in haar bloed zat. Tzigane kwam binnen en zag de impasse van de pediater en mijn vertwijfelde, ongeruste blik. De pediater vroeg zich of ze toch niet moest intuberen. Tzigane pakte een buisje (3mm want 3,5 is te groot) en de pediater probeerde het in haar neus te steken. Op dat moment besloot Lientje dat ze dat niet leuk vond want het buisje was nog veel te groot en begon te reageren. Haar eerste geïrriteerde kreuntjes en kresjes en de tranen sprongen in mijn ogen. De pediater was tevreden (uw kind weent, proficiat), niet in de couveuse en geen draden door haar neus. Tijd om te wegen en te meten! 2730 gram en 46cm later stonden we bij mama om voor de eerste keer met ons drie samen te knuffelen.

Tien minuutjes gingen voorbij en ik had gevraagd of ik de placenta even mocht zien. Die kreeg ik in een kom op mijn schoot. Twintig minuten gingen voorbij. Ik zat nog steeds alleen in mijn verloskamer, kansberekening aan het doen. Wat was de kans dat ik op mijn gezicht viel als ik nu van de tafel sprong en naar mijn dochter rende? Reëel, leek me, aangezien ik nog in mijn been kon knijpen zonder te knipperen. Dertig minuten gingen voorbij. Een dokter kwam voorbij om te zeggen dat Lien geïntubeerd zou worden om haar te helpen ademen en daarna zou opgenomen worden op de neonatologie. Maarten zou met haar mee gaan. Veertig minuten gingen voorbij. Maarten kwam trots als een otter binnen met onze dochter in zijn armen. Die dappere meid had intuberen toch wat overdreven gevonden en was stilletjes opgeknapt toen ze een poging deden.

Hoe cliché het ook is, mijn wereld was onmiddellijk twee keer zo groot en eventjes toch zo klein als ‘wij drie alleen’. Lientje was uitgeput maar wij mochten even genieten van ons kersvers gezin, voor de pediater terug kwam en ons toelating gaf boven te gaan verder knuffelen op onze eigen kamer. Om zes uur ‘s ochtends vielen Maarten en Lientje even in slaap maar ik lag verder te genieten.. van een knalroze zonsopgang boven Gasthuisberg. Het was mijn dochter haar verjaardag!

 

“Wat, een zwangerschapsvergiftiging?! En mijn placenta zag al wit?!”

1 Maart 2018, ik was moe zwak en misselijk. Ik tikte momenteel de 36 weken aan. “Het zal er wel bij horen”, dacht ik. Ik waggelde fluitend door mijn hele zwangerschap. Ja, ik was af en toe wat sneller moe, maar ik had geen echte geen klachten tot nu. Ik was kapot, volgens mijn vriend wilde ik nog teveel doen. “Neem nou eens rust”, zei hij elke dag. Ik vond het onzin. Het huis moest en zal nog schoner worden. Met de nesteldrang werd mijn poetsgedrag alleen maar erger. Maar ook al deed ik niks, de hoofdpijn en de vele hartkloppingen bleven en ik hield steeds meer vocht vast. Ik was tot nu maar acht kilo aangekomen. Het weekend ging voorbij en de klachten werden alleen maar erger. Ik ging mezelf maar eens wegen en ineens was er 10 kilo bij. Huh? Ik paste niks meer aan mijn voeten en ik voelde me echt beroerd.

Bevallingsverhaal: Het ziekenhuis liet me 4 uur wachten totdat ik gehecht kon worden… Foutje, bedankt!

Mijn bevalling. Nou dát was me toch een tegenvaller! Moet jij binnekort bevallen? Sla deze blog dan maar even over… 

 

 

Mijn zwangerschap was KUT. Vreselijk vond ik het. Misselijk en depressief, ik vond er niks aan. Door alle roze wolk hysterie voelde ik me nogal een vreemde eend in de bijt want ja, wie geniet er nou niet van?! Ik dus. Maar goed aan alles komt een eind dus ook aan deze zwangerschap. Thank God! Omdat mijn zwangerschap zo ruk was had ik op de één of andere manier mijn bevalling echt verheerlijkt. Dat je vliezen dan breken en je je man belt die halsoverkop naar huis komt en je liefdevol kust. “Kom schat we gaan dit avontuur samen aan!” Samen puffend en hand in hand het kind laten komen. En dan tranen van geluk als hij er dan eindelijk is! Net zoals in de film. Maar niks is zoals in de film. Mijn stomme zwangerschap niet, maar mijn bevalling al helemaal niet! Tijdens mijn zwangerschap studeerde ik nog. Op de dinsdag van mijn tentamenweek had ik weer een afspraak bij mijn verloskundige. Maar eigenlijk vond ik die vrouwen helemaal niks. Ze hadden voor mij een te hoog boomknuffelaar-gehalte. Toen ik over pijnstilling begon was de reactie: “We wachten het wel af, soms kan het heel mooi opbouwen en dan heb je dat niet nodig.” “Toedels”, dacht ik, “waarom zou ik mezelf dat in godsnaam aan doen, rare hippie?” En natuurlijk wil ik niet thuisbevallen al die zooi hoef ik echt niet in mijn bed.

 

 

Ik had al een paar keer gebeld omdat ik me niet lekker voelde, maar dat werd afgedaan als blaasontsteking en ik hoefde niet langs te komen volgens de telefoniste. Ook dat vond ik stom. Alles en iedereen was stom en dom. En terecht bleek tijdens de controle, mijn bloeddruk was veel te hoog en ik mocht meteen door naar het ziekenhuis. Hup aan de bloeddrukmeter en dat een uurtje of wat. Inclusief die doppen op mijn buik waar ik spontaan alweer jeuk van krijg als ik er aan denk. In het ziekenhuis werkte toen de beste vriendin van mijn zusje, zij was aan het promoveren op de afdeling waar ik lag en kon me dus alles uitleggen en vertalen. Hoe hoger mijn bloeddruk werd, hoe lager mijn IQ kennelijk dus ik kon deze dame goed gebruiken! Op naar de afspraak met de verloskundige. “Bloeddruk is te hoog. We gaan je inleiden.” Inleiden?! Wat dan?! Dat kan helemaal niet, want ik heb nog tentamens dacht ik. En terwijl mijn hoofd alles probeerde te verwerken plande mijn man de inleiding in, op donderdag, want dat was handiger met zijn werk. Aangezien het inleiden waarschijnlijk wel een paar dagen zou duren, omdat ik pas 37 weken was kwam dat dan beter uit want de baby zou dan ongeveer in het weekend geboren worden. Wist hij veel… 

 

 

Nou wij weer naar huis en ik begreep er nog steeds niks van. Mijn hoofd zat vol watten. Maar ik besefte me wel dat ik dus niet de ‘romantische’ bevalling kreeg waar ik zo veel over gefantaseerd had. Woensdag ben ik met mijn moeder de stad in gegaan om wat kleinere kleertjes te kopen en een verschoningskussen, want dat had ik nog geen eens in huis. Ik pakte mijn koffertje in. Op donderdag mocht ik om 7 uur bellen of er plek was om te komen bevallen. Ik denk dat het redelijk logisch is dat ik die nacht niet echt goed en veel geslapen heb. Mijn man wel. Eikel. Maar goed, wij dus bellen er was plek. We mochten komen. Mega zenuwachtig was ik, mijn man doodkalm. Die nam overal zijn tijd voor. Te frustrerend! Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen mochten we wachten. Het was die dag erg druk. De dame die na mij binnenkwam werd naar huis gestuurd en ze mocht een dag later komen bevallen. Wat was ik blij dat ik mijn man redelijk stellig verzocht had iets sneller te handelen. Op zijn zachts gezegd. Nou hup, baarhok in. De procedure werd uitgelegd: ik kreeg drie keer twee tabletjes en dan hopelijk zou mijn baarmoedermond verweken. Ik begreep er niet veel van en ik vond het allemaal best. Pillen erin en terug naar de zaal waar er weer geen bed voor mij was. Zit je daar op een houten stoel… 

 

Na een tijdje kreeg ik mijn bed, vers uit de wasstraat. Hij was nog zeiknat. Beter dan een stoel, prima. Aan de bloeddruk meter. Ik haat die dingen nu echt als ik ze zie. De controle kwam en ik bleek 4 centimeter ontsluiting te hebben. Ik hoefde geen medicijnen meer, want het ging super goed zo! Mijn zusje geappt dat het toch maar eens zo kon zijn dat de baby vandaag kwam. Zij zou erbij zijn. Gelukkig maar! “Ik heb al 4 centimeter”, zei ik, “en ik voel niks, als dit zo door gaat stelt bevallen echt niks voor!” Wist ik veel… Iets was op een gegeven moment niet meer goed: de hartslag van de baby of iets met mij, ik weet het niet meer. Maar ik moest naar de verloskamer om mijn vliezen te breken in de hoop dat ik weeen zou krijgen en de bevalling echt kon beginnen. Nou zo gezegd, zo gedaan. Ik word die kamer in gerold, onderbroek uit en haaknaald erin. Een verpleger hield mijn hand vast. Ik hoorde mijn zusje zeggen: ‘Loukie heeft een hele grote personal space, doe maar niet!’ Mijn engel! Ik kan totaal niet tegen dat soort acties van vreemden, lief bedoeld maar bewaar dat maar voor iemand anders. In ieder geval, plop plop, vliezen kapot en nou afwachten! Hrt was 16.00 uur. Spannend, wat gaat er allemaal gebeuren?! Nou véél kan ik je vertellen! Mijn god wat een ellende!

 

 

Meteen kwam ik terecht in een weeenstorm. Ik had totaal geen idee wat me overkwam en ik werd niet goed! Misselijk en verward lag ik te creperen! “Een ruggenprik”, gilde ik, “een ruggenprik!!” Gelukkig kwam de anesthesist best snel. Ik zweer je dat ik een krans om de beste man zag verschijnen toen hij binnen kwam met de medicijnen. Tegelijkertijd stond er een nieuwe verpleegkundige naast mijn bed met een  verhaal dat ze vroeger naast mijn schoonmoeder woonde en dus mijn familie kende, was dat een probleem? ‘Het boeit me geen ene reet’, zei ik, ‘ik wil die ruggenprik!’ Helaas wierp mijn redder in nood één blik op mij en zei: ‘deze mevrouw is al te ver, die kan geen prik meer krijgen’. Ik denk dat ik toen heel hard “neeeeeee” gilde. Net zoals in de film strekte ik mijn hand uit terwijl mijn redding van me weg genomen werd. “Wat een hel! WTF, ik zit pas op 5 centimeter”, dacht ik, “dus hoe moet ik dan de komende uren doorkomen?!!?” Woedend was ik en mijn vuist belandde zo in de zak van mijn man die een beetje beduusd naast mijn bed stond. Had hij maar ergens anders moeten staan. Alles was toch zijn schuld en nou moet ík die baby eruit zien te krijgen. Eikel. ‘Nou’ zegt de verpleegkundige die naast mijn schoenmoeder is opgegroeid, ‘als deze mevrouw zich niet aanstelt kan ze wel eens heel ver zijn.’ Als deze mevrouw zich niet aanstelt?! Wat denkt je wel niet, trut?! Dat ik voor mijn lol zo lig te krijsen? Nee, ze maakte zich echt niet geliefd bij mij. Met moeite kreeg ze de verloskundige zo ver om me te controleren, want mevrouw zat in de overdracht dus eigenlijk had ze geen tijd voor mij. “En zo snel kon het toch niet gaan hoor.” Ook al zo’n kutwijf. Nou hup, hand erin en wat blijkt ik had 10 centimeter ontsluiting en mocht gaan persen! ‘Ha, zien jullie wel, ik zei het toch!’ Ik kan me trouwens niet voorstellen dat ik me erg geliefd heb gemaakt daar, maar dat terzijde. Risico van het vak lijkt me.

 

 

Goed om 16:30 mocht ik persen. De baby vond het helemaal niks en moest er snel uit. De bloeddrukmeter gooide ik van mij af. ‘Dat die te hoog is weten we nu wel hoor!’ Er moest een knip in, een dubbele. Mijn zusje had van haar vriendin gehoord dat het geluid van die knip het meest vreselijke is en stond met haar handen over haar oren te schreeuwen: ‘Hij komt eraan, hij komt eraan!’ ‘Doe jij eens even rustig je helpt haar helemaal over de zeik’, zei de verloskundige. ‘He, doe jij eens even aardig tegen mijn zusje!’, riep ik tussen het persen door. Nou knippen zaten erin. Ik perste nog een keer en zoals mijn man het omschrijft: vliegt de baby er zo snel uit dat de verloskundige net op tijd is om hem te vangen. Dat was om 16:38. Ik kreeg een vies plakkend babytje op mij en hij scheet me meteen helemaal vol. Liefde op het eerste gezicht denk ik? Ik had geen idee wat me was overkomen en liet alles maar gebeuren. Na een paar minuten wist ik uit te brengen: ‘Hoe ziet hij er eigenlijk uit?!’ Hij werd voor mij opgetild en ik zag mijn kleine man. Al hoewel, zo klein was hij helemaal niet, 3680 gram en dat met 37 weken. Hij was dus te zwaar en we moesten een nachtje blijven. Fijn. Daar lag ik op apegapen, onder de baby meuk en poep met een verloskundige in opleiding die tussen mijn benen naar de ravage zat te kijken. Als alles aan flarden ligt, stoppen ze een vinger in je kont om een algehele ruptuur uit te sluiten. Zij twijfelde, haar begeleider ook en de gynaecoloog moest ook oordelen. De derde vinger verdween in mijn hol en ik zei: ‘Joris, zorg eens dat ze hiermee ophouden. Ik houd hier helemaal niet van, dat weet je.’ Het was zo druk dat ze mij pas rond 8 uur konden hechten. Kennelijk lag half Nijmegen in het Radboud te baren. Omdat ze zo laat begonnen deed het hechten erg veel pijn, alles was dik en opgezet en ik voelde iedere prik ondanks de drievoudige extra verdoving. Mijn ogen draaiden weg en mijn bloeddruk daalde gigantisch. Snel maakte de verloskundige het af. Omdat onze zoon te dik was, moesten we een nachtje blijven om zijn glucose te controleren. Ik moest gaan voeden en kolven. Zitten op één bil door de pijn zat ik de hele nacht aan die zuignoppen, VRE-SE-LIJK! Het oude buurmeisje van mijn schoonmoeder heeft me de hele nacht geholpen en zelfs nadat ze klaar was met werken kwam ze nog langs om mij te helpen voeden. Ze leek opeens een stuk minder een trut… (Twee weken kon ik amper lopen en zitten. Het ziekenhuis heeft excuses aangeboden voor de gang van zaken. Ze hadden mij nooit zo lang mogen laten liggen, dan was de pijn veel minder geweest. Maar wat koop je daarvoor, niks.). 

 

 

 

LOUKIE (klik hier voor haar Instagram)  

Bevallingsverhaal: phoee, wanneer valt dat ballonnetje eruit en kunnen we beginnen!?

7 Juni had ik een afspraak bij de gynaecoloog samen met mijn vriend. Ik werd de vorige keer gevraagd om samen met hem te komen. We keken naar ons meisje via de echo, en alles leek goed en ze was al goed ingedaald. Maar met mij ging het iets minder, ik had al vanaf 22 weken last van nierstuwing en sliep daardoor erg slecht. Ook mijn bekkenklachten namen met de dag toe. Ik was er klaar mee. De hele zwangerschap heb ik me nooit echt goed gevoeld, het begon met misselijkheid en overgeven vanaf week 4, pas met 18 weken werd dit minder. Ook had ik de eerste 12 weken bijna dagelijks een migraine aanval. Rond 22 weken kreeg ik te horen dat de pijnscheuten die ik had nierstuwing* bleek te zijn. Daarnaast had ik de hele zwangerschap het gevoel dat ik niet helemaal me zelf was, maar misschien komt dat gewoon omdat ik zoveel “pijntjes” had en dat was ik natuurlijk niet gewend. Maar goed, alles voor de kleine (nou ja, niet zo kleine) meid. 

 

 

De gynaecoloog zag aan me dat ik er klaar mee was en stelde gelijk voor om me dinsdag 12 juni (!) in te leiden. What?! Dit had ik stiekem wel gehoopt, maar als je dan zo’n datum (wat al super snel was) te horen krijgt, krijg je toch een raar gevoel van binnen en er gaat ineens van alles door je heen. Toch waren we hier heel blij  mee en stemden hier mee in, want onze meid liep steeds al 3 a 4 weken voor op groei en gezien mijn smalle bekken was de kans op een keizersnede heel groot als we zouden wachtten tot ze zelf zou komen. En dit was iets wat ik absoluut niet wilde. 

Dinsdagochtend 12 juni belde ik om 07:00 naar het ziekenhuis om te horen of ze plek hadden voor mij. Helaas, de afdeling lag vol en er was geen plek. Ze zouden me later die dag terug bellen als er plek was. Grrrrrr, op dat moment kon je me niet kwader krijgen, de hele nacht slaap je al slecht omdat je denkt: morgen is de grote dag, en dan krijg je dit te horen. Om 10:00 ging toch de telefoon en we mochten komen. Eerst de ontsluiting checken. Yes, al 3 centimeter!! Dat scheelt weer. Waren die rotvoorweeën toch nog ergens goed voor geweest. Er werd een ballon katheter ingebracht en we moesten wachten tot die er uit zou vallen, dan zouden ze mijn vliezen kunnen breken, konden we aan de weeënopwekkers en kon de bevalling echt beginnen. Het ballonnetje was geplaatst en op dat moment ben je dus officieel opgenomen in het ziekenhuis en mag je het terrein niet af. De hele dag hebben we liggen wachten op ons bed totdat dat ding er uit zou vallen. Zonder resultaat. We zijn die avond om 20:00 lekker gaan slapen in de hoop dat hij er misschien ’s nachts er uit zou vallen. De volgende ochtend werden we om 08:00 wakker en het ballonnetje zat er nog steeds. Ik had enkel wat lichte menstruatie pijn meer niet. Ik ging naar het toilet en PLONS daar was het ballonnetje. Jippieeeee EINDELIJK!! 

We hebben nog even rustig ontbeten en om 10:00 werden we naar de verloskamer gebracht en werden mijn vliezen gebroken. Het bleef maar stromen, wàt een vruchtwater! Tijdens mijn controles werd altijd al gezegd dat ik veel vruchtwater en een grote buik had, maar zo veel had ik niet verwacht. Om 12:00 werd het infuus ingebracht na jawel, drie keer verkeerd prikken. Elk half uur kwamen ze de weeënopwekkers ophogen en na drie keer ophogen voelde ik nog niks. Er klopte iets niet. Mijn vriend zag het vocht op de grond druppelen en er lag een plasje op de grond. Op de bel gedrukt, en daar kwam de verloskundige: “Duizendmaal sorry, maar het infuus was niet vast gekoppeld”. Are you serious?! Leuk, ander half uur voor niks gewacht. Want weeën had ik nog niet zelf aangemaakt na het vliezen breken. Het apparaat werd ingesteld op de laagste stand en de verloskundige was de deur nog niet uit en ik voelde het al aan komen. Dit waren dus èchte weeën. Voor mijn gevoel ging het ineens heel snel. Ik zat al gauw op 6 centimeter ontsluiting. Er werd nog een lunch gebracht, want mijn idee was om nog lekker even te lunchen zodat ik als het echte werk begon ik wat energie had. Leuk idee, maar de weeën gingen natuurlijk gewoon door en ineens belandde ik in een weeënstorm. Geen seconde rust er tussen. “Laat dat eten maar”, dacht ik. Ik ben onder de douche gaan staan, want ik had mega rugweeën, ondertussen stond mijn vriend me bij met af en toe een slokje water en een dextro tablet. Ik heb continu rondgelopen en op een balansbal gehangen om de weeën op te vangen. Liggen vond ik de HEL. Ik had me voorgenomen geen pijnbestrijding te nemen tot ik op het moment van 9 naar 10 centimeter het niet meer goed kon handelen. Ik was zo moe en smeekte of ik van het infuus mocht en of de opwekkers uit mochten, want pijnbestrijding was geen mogelijkheid meer omdat ik er al bijna was. Ik had ondertussen 9 centimeter ontsluiting en mocht op bed gaan liggen. Van mijn bed was een baarkruk gemaakt en ik voelde ineens persdrang. Wat was dat een fijn gevoel, eindelijk geen weeën meer, eindelijk geen pijn meer. Ik mocht in het begin lichtjes mee drukken, totdat de echte persweeën begonnen. Om 16:50 mocht ik beginnen met persen. In het begin ging het erg moeizaam, omdat Noëlla steeds terug schoot als ik perste. Goed, toch maar een knip. EEN KNIP?! Dit was niet wat ik voor ogen had maar goed, het moest en op dat moment kon het me niets schelen. “Je moet nu echt alles geven en blijven persen tot de wee afzakt”, zei de verloskundige. Ik hoorde ze ondertussen overleggen dat de gynaecoloog toch maar moest komen om ons te helpen. En ik begon wat in paniek te raken. Ik deed keihard mijn best maar Noëlla lag scheef in mijn bekken en dat maakte het extra moeilijk. De vacuümpomp kwam er aan te pas en uiteindelijk is ons allermooiste meisje Noëlla om 17:42 geboren. Daar lag ze dan eindelijk op mijn borst, ondertussen moest de nageboorte nog geboren worden en moest ik nog gehecht worden. Ik was compleet van de wereld, dus wie en wat er allemaal om me heen gebeurde? Geen idee meer. We moesten nog 24 uur blijven omdat Noëlla om de twee uur een prikje in haar voetje moest om haar suikerwaardes in de gaten te houden vanwege haar hoge geboortegewicht. Ze woog 3800 gram en was 53 cm lang. Vrijdagochtend 15 Juni zijn we uiteindelijk naar huis gegaan. 

Inmiddels is Noëlla alweer bijna 9 maanden, en kijk ik terug op een pittige maar toch ook een mooie bevalling, het belangrijkste is dat onze dochter gezond geboren is.

 

 

 

LARISSA

Bevallingsverhaal: Poepen of persen?

Als je na jaren fertiliteitstraject toch onverwachts nog zwanger mag worden, is het niet de bedoeling dat je gaat klagen over hoe zwaar de zwangerschap was toch? 

Je moet dan vooral dankbaar zijn, tenminste zo voelde dat voor mij wel. En toch he, ik was het zwanger zijn op het laatst mega zat. Nu was onze situatie ook verre van ideaal, we woonde voor een jaar op de zolder van mijn ouders. Met twee kids van toen 5 en net 1, was dat echt niet altijd leuk. Maarja we hadden geen keuze, ons huis was verkocht, het nieuwe huis werd gebouwd en in mijn buik groeide ons wonder! 

Al vrij vroeg in de zwangerschap kreeg ik last van bekkeninstabiliteit, rust was de oplossing, maar die had ik niet met onze kleuter en dreumes. Met 23 weken moest ik met verlof en zat ik thuis. Ik kwam een kleine 30 kilo aan, voornamelijk doordat ik mijn dagen etend door bracht en was aan het einde van de zwangerschap net een skippybal. In zijn geheel dan hè…niet alleen mijn buik. 

Ik was ervan overtuigd dat de baby eerder zou komen, rond de kerst dacht ik. Maar toen ze er met oud en nieuw nog niet was, begon ik ongeduldig en onrustig te worden. Doordat ze een jogging foetus was, was mijn buik bijna altijd hard en kon ik haar slecht voelen. Dat maakte me nerveus en ik wou dan ook echt niet overtijd gaan lopen. Twee dagen voordat ik ingeleid zou gaan worden kwam de bevalling gelukkig spontaan op gang. 

De weeën kwamen al snel om de vier/vijf minuten en we mochten naar het ziekenhuis. Maar daar aangekomen leek alles te stoppen en keken ze me aan alsof ik het verzonnen had! Geen wee te bekennen en midden in de nacht moesten we weer naar huis. Ik ging naar bed en kon gelukkig nog een paar uurtjes slapen. De volgende ochtend begon het weer te rommelen. Mijn man besloot het ziekenhuis te bellen om te vragen hoe we verder zouden gaan, gelukkig mochten we terug komen en zouden ze indien nodig een handje gaan helpen. 

De weeën hadden toch al iets gedaan en mijn vruchtwater werd gebroken in de hoop dat er dan meer zou gaan gebeuren. Maar helaas, het zette niet door. Een paar uur later besloten ze wee-opwekkers te geven, nou dat heb ik geweten. Binnen no time zat ik tegen het plafond. Wat een enorme hel was dat zeg! Ik wist me geen raad met mijn ademhaling, en terwijl mijn man me maar bleef aanmoedigen om rustig te blijven, schreeuwde ik de meest lelijke dingen naar hem! 

Het vervelende was dat er qua ontsluiting niets gebeurde, na een aantal uur was ik kapot en smeekte ik om een ruggenprik. In bed en met blote reet moest ik naar de OK want de anesthesist had geen tijd om naar de afdeling te komen. Mijn man mocht niet mee naar binnen, dat vond ik zo naar. Door de weeën kon ik niet meer stil zitten, twee zusters stonden met elkaar te kletsen en te wachten tot ik klaar was, pas toen ik huilend vroeg of iemand me vast kon houden kwamen ze me helpen. De ruggenprik ging moeilijk en de anesthesist wist niet 100% zeker of hij goed zat, achteraf bleek dat ook niet het geval. Ik heb er niet heel veel aan gehad, slechts de aller scherpste randjes werden minder. Na uren puffen wist ik zeker dat ik mocht gaan persen, ik voelde het, dit moest het zijn. Maar toen ze ging kijken bleek de zes centimeter die ik eerder die middag had opeens nog maar vier centimeter te zijn. De rand van mijn baarmoeder zat vol met vocht. Hoe kon dit in hemelsnaam? Toch moest ik persen, toen ik dat zei was het antwoord “je moet vast poepen” maar ik wist zeker dat dit anders was. “Dan zie ik het straks wel als je wel echt moet persen” was haar reactie…..

Bevallingsverhaal: de placenta kwam niet, nogmaals met m’n knieën op m’n borst persen … Niets

16 maart 2016… 37.4 dagen zwanger

Mijn ochtend begint rustig, ik slaap lekker uit (dat kan nog zonder kinderen) en eet wat… Ik heb de behoefte om naar m’n ouders te gaan, om samen te zijn, ik wil in ieder geval niet alleen zijn vandaag. Ik bel op, en meld dat ik kom, want een keuze hebben ze vandaag gewoon niet. De hele dag heb ik een rommelend buikje, soms wat harde buiken en de plannen die m’n moeder en ik voor de avond hadden worden door m’n moeder gecanceld want met die rommelende buik mag ik niet mee van haar.

Ik zou boodschappen doen, maar ik heb er de hele dag geen puf of zin in, dus ga ik samen met mij  vriend Peter naar de winkels. Daar tussen de schoonmaakmiddelen vraag ik hem om even te wachten, omdat de kramp in m’n buik nu toch wel echt even weggepuft moet worden. ‘Niet hier bevallen hoor!’, roept hij gelijk door het hele gangpad heen. We gaan naar huis en ik plof op de bank. Peter begint om 20:00 nog met koken. Ineens voel ik een raar plopje in m’n buik. Ik verbaas me erover, en ineens voel ik dat ik vocht verlies. Gelijk komt het besef dat m’n vliezen gebroken zijn en de kleine niet ingedaald ligt. Ik roep naar Peter, maar hij verstaat me niet en vraagt waarom ik zo raar met m’n billen van de bank hang. Ik vertel wat er aan de hand is en we bellen de verloskundige. Ik moet plat op de bank blijven liggen, zodat de navel streng niet klem kan komen te zitten. Als de verloskundige komt, checkt ze het hartje. Alles is goed, dus ik mag weer doen en laten wat ik wil. 21:00 Terwijl de verloskundige er nog is, nemen de weeën in heftigheid toe en spreken af dat we op z’n vroegst na 14.00 uur weer even contact opnemen. We moeten mijn lichaam de kans geven om wat ontsluiting te creëren. Ik moet me echt al wel concentreren bij iedere wee om ze goed op te vangen en dat lukt me nu nog prima. Ik besluit nog even te gaan douchen en Peter belt onze moeders dat het echt begonnen is. Hij vraagt of ze nog eventjes langs willen komen. We willen ze niet perse bij de bevalling, maar om een klein stukje mee te maken is toch wel bijzonder. Voor mij is het een soort afsluiting van kind zijn. Als de moeders in huis zijn en Peter en ik in de douche staan, komen de weeën snel achter elkaar. Eigenlijk wel heel snel, er is weinig tot geen pauze en ik ben m’n bubbeltje kwijt. Ik roep naar m’n moeder dat ik al zoveel druk voel en m’n schoonmoeder adviseert om toch de verloskundige te bellen. Peter twijfelt nog even, want we zijn pas 1.5 uur verder. De verloskundige heeft op dat moment nog twee andere bevallingen en omdat dit de eerste is zegt ze dat als ik het nu al niet meer red we misschien beter naar het ziekenhuis kunnen gaan. Ze stuurt toch een andere verloskundige naar ons toe.

Na twee uur weeën achter elkaar opvangen komt ze binnen en kijken we hoever ik ben… 8 centimeter! Vandaar dat het zo’n zeer doet! We gaan verder op bed en ik mag al snel gaan persen. Dit doe ik ongeveer een uur en dan wordt op 17maart  om 00:32 uur onze kleine meid Elin geboren. Een mooi fijn poppetje van 2720 kilogram. Ik vraag na drie seconden gelijk de kraamzorg – die ergens tijdens het persen binnen is gekomen – om de oma’s te halen en opa (mijn vader) blijkt er ineens ook bij te zijn. We genieten samen van de eerste momenten. We voelen allemaal even aan de navelstreng om het hartje te voelen. Na  20 minuten gaan de oma’s en opa weer naar beneden en gaan wij aan de gang om de placenta te halen, want die was er nog niet uit. Ik probeer een paar keer te persen, maar er komt niks anders dan bloed en stolsels. Ik krijg een spuit om de placenta los te laten gaan, weer proberen, weer niks. Elin gaat naar papa, weer proberen, weer niks. Volgends het protocol moeten we na 30 minuten de ambulance bellen, dus dat wordt gedaan. We proberen nog een keer met m’n knieën op m’n borst, maar er zit geen beweging in. En dan moet je mee, het infuus wordt aangelegd en de kleine meid wordt aangekleed door de kraamzorg. Ik word geholpen door de ambulancebroeders en wij gaan vast onderweg. M’n schoonmoeder rijdt met Peter en Elin iets later naar het ziekenhuis. In de ambulance verlies ik nog veel meer bloed. En ondanks alles, besef ik totaal niet wat er eigenlijk aan de hand is. Peter is nog net op tijd om me een kus te geven voor ik de operatie kamer in ga. Pas als ik op de operatie tafel klaar lig en tegen de anesthesist zeg dat alles zo gek klinkt en ik zo weinig zie, bedenk ik me pas dat dat toch niet echt goed gaat. Tijd om echt te beseffen heb ik niet, want ik ga onder narcose en de placenta wordt verwijderd door de gynaecoloog. Elin was erg gezakt in haar temperatuur en heeft een beetje voeding uit een cupje gehad. En ze heeft lekker warm bij papa gelegen. Als ik weer een beetje bij kennis ben, kan ik ook weer lekker knuffelen. De volgende ochtend komen we er achter dat ik 2.5 liter bloed verloren ben die nacht en krijg ik een zak met ijzer om weer wat aan te sterken. Als deze op is mogen we heerlijk naar huis.

OMAIRA