Jools werd geboren met 28 weken en 720 gram

Na enkele jaren werd onze droom eindelijk vervuld, we waren zwanger! Helaas had ik enkele weken later heel wat bloedverlies en werd me vijf weken platte rust voorgeschreven. We waren zo bang dat het mis zou gaan, maar de rust gaf ons kleine vruchtje toch de kans om zich mooi in te nestelen. Met 24 weken zwangerschap wilden we een tripje met z’n tweeën maken, voordat onze kleine meid ons leven voorgoed zou veranderen. Alvorens te vertrekken, moesten we even op controle bij de gynaecologe. Eenmaal daar merkte ze op dat ik verscheidene symptomen van zwangerschapsvergiftiging had en ze stuurde ons ter observatie naar het ziekenhuis, slechts voor 24 uur. Deze 24 uur werden echter een 4-tal weken… Vier weken vol onzekerheid, twijfel, verdriet maar vooral hoop! Want hoe zou ze het allemaal gaan doen als ze eenmaal daar was, zou ze ademen, zou ze zware of enge dingen op haar pad tegen komen en hoe zouden wij daar dan mee omgaan. Vier weken lang de spanning van hoelang ik haar nog bij mij mocht hebben, hoelang kon mijn lijf haar meer bieden dan de couveuse en artsen dat konden. Ons meisje groeide echt niet meer en toen haar hartslag tijdens een monitorsessie te lang te laag was, hebben de dokters besloten om haar ter wereld te brengen. We wisten twee dagen op voorhand dat de keizersnede op vrijdag de 13e zou doorgaan, verschrikkelijk vonden we dat, mijn lichaam begon met trillen en dat is pas gestopt twee dagen na haar geboorte. Wat een zenuwslopende dagen en uren en toen was het 13 januari, 11 uur.

Uiteindelijk is Jools om 11.59 geboren met 720 amgr. De dokters zeiden, terwijl ze haar haalden, dat ze zo fel trappelde en da ze ademde! Onmiddellijk werd ze meegenomen. De artsen hadden ons heel goed voorbereid op deze dag, wat er in welke volgorde zou gebeuren. Gelukkig mocht mijn vriend na enkele minuten bij onze dochter, dit was een goed teken! Ze had na een minuut een Apgar-score van 8 en na vijf minuten zelfs een 9! Jan mocht enkele foto’s nemen en liep steeds van het kleine lokaaltje waar de kinderartsen zich om Jools bekommerden naar me toe en terug om “verslag” uit te brengen. Hij wilde graag bij me blijven, maar ik stond erop dat hij Jools vergezelde tijdens haar transport naar de neonatologie. Ik heb haar zelf pas na zes enorm lange uren mogen zien. Op de foto’s leek ze zo perfect en helemaal niet zo klein. Wat was de shock groot toen ik haar dan in de couveuse zag liggen met het CPAP-maskertje op. Ik kon haar hoofdje en lijfje nauwelijks zien. Nooit van mijn leven had ik zo’n minimensje gezien. De dagen en weken die volgden waren bijzonder heftig. Het brak ons hart om wakker te worden zonder haar in mijn buik en in onze kamer. We voelden ons niet compleet. Terwijl we de plakkers op haar borst en de slangetjes in haar neus zagen, rolden de tranen over onze wangen. Konden we maar meer voor haar betekenen. Onze hoop hing af van een monitorscherm. Zoveel vragen: “Waarom moest ze dit ondergaan?”, “miste ze mijn lichaam?” en “ligt haar bedje wel lekker?”

Haar medische waarden bepaalden volledig onze dag

Zalig waren de momenten dat ze haar vingertjes om de onze krulde en dat we mochten buidelen. Urenlang deden we dat, ik overdag , papa ’s avonds. We voelden dat we ons steeds meer gingen hechten aan elkaar en we hoopten dat ze wist dat wanneer we haar teruglegden, dat we in ons hart steeds bij haar bleven. Hartverscheurend was het om haar ’s avonds welterusten te wensen, haar couveuse af te dekken en steeds het ziekenhuis alleen te moeten verlaten. De verpleging heeft ons steeds fantastisch bijgestaan en ook de psychologe op de neonatologie heeft ons meer vertrouwen gegeven, vertrouwen in ons sterke, dappere meisje, maar ook in onszelf. Onze familie en vrienden waren een enorme steun, ze kookten, deden ons huishouden en maakten kleine kleertjes voor Jools. Bij het bereiken van elke mijlpaal waren we, samen met de verpleging, door het dolle heen. De eerste keer zonder CPAP, het gewicht van1 kilogram, haar eerste zonder optiflow, de eerste keer aan de borst, haar eerste flesje, de eerste keer in bad, haar eerste keer in een warmtebedje en op naar de normale bedjesafdeling. Maar de allergrootste mijlpaal was na 67 dagen naar huis! Hier hadden we zo naar uit gekeken en toen het moment uiteindelijk daar was, waren we zo blij en tegelijkertijd ook zo zenuwachtig. Gaan we dit wel kunnen, zo zonder artsen en verpleegkundigen? We mochten naar huis met een waakmonitor. Tien weken hebben we deze gebruikt, deze bracht ons ergens toch rust en zekerheid. Ook zijn we onmiddellijk gestart met  fysio, ter stimulatie van haar spiertjes.

Wat is ze nu een vrolijk grietje van twee jaar oud. Al komen de emoties en herinneringen aan deze intense tijd nog regelmatig boven, haar schaterlach doet ons al het verdriet van de neo-periode weer zo vergeten. We zijn zo dankbaar dat we onze meid mogen zien opgroeien. Nooit de hoop opgeven mama’s en blijven geloven in de kleine vechtertjes is onze boodschap… Als zij zo sterk voor ons vechten, waarom zouden wij dan ons hoofd laten hangen? Hoe moeilijk de dagen ook waren, we hebben er steeds bewust voor gekozen om met positieve energie de couveuse te openen, we zijn ervan overtuigd dat Jools dit kon voelen en dat dit haar ook weer extra energie gaf. En onthoud: Het geluk zit daadwerkelijk in de kleine dingen. 

 

SIGI

 

Een zwart lint om mijn roze wolk

Eén van de meest zenuwslopende dingen in het leven. “De zwangerschapstest”. Ik had hem gehaald bij de action. Een prima ding. Op 26 april (de dag voor Koningsdag) deed ik de test. Mijn man was met zijn broer mee naar het ziekenhuis voor de uitslagen van het bultje dat in zijn broers nek en hals groeide.  De uitslagen waren negatief. Lymfeklierkanker. Pats, boem….  Je wordt als jong iemand met beide benen op de grond gezet. Het weerhield mij er niet van om toch vandaag een test te doen. Ik dacht nog bij mijzelf: “Het zal wel weer niks zijn…” Maar waarrempel daar kwamen toch twee duidelijke strepen te voorschijn. In mijn kloffie liep ik naar beneden met de test, en riep mijn man … “Kijk schat”. “Ja wat moet ik zien dan?”, vroeg hij met een slapend gezicht. “Nou je wordt vader!”. Ik wist bij mijzelf ook dat hij minder enthousiast zou reageren vanwege het nieuws van zijn broer. 

Bevallingsverhaal: Ik vond bevallen zo tof dat ik jaloezie voel naar mensen die nog moeten bevallen

17 januari 2019, een belangrijke dag! In de ochtend tekenen we het koopcontract voor ons nieuwe huis, in de middag heb ik een afspraak bij de verloskundige en in de avond een afspraak met de hypotheekadviseur. Ik ben 40+2 weken zwanger, voel me ontzettend goed maar ben natuurlijk ook wel erg benieuwd naar ons meisje. Bij de verloskundige kiezen we ervoor om te gaan strippen. Nadat ik me even over een drempel moest zetten, ging dit wonderbaarlijk goed. De letterlijke woorden van de verloskundige zijn dan ook: ‘Jou zie ik hier de komende tijd niet meer terug meisje. Ik kan helemaal om haar kleine koppie heen en voel een flinke bos met haar. Jij gaat heel binnenkort bevallen, neem je rust vanmiddag’. Rond 15:00 kreeg ik een soort van krampjes in mijn buik. Zal dit het zijn? Om de frequentie bij te houden, stuur ik 💗 naar mijn vriend. Ze komen al vrij snel om de 5 minuten. Hij geeft aan naar huis te kunnen komen, maar dat is nog niet nodig. Dit kan ik makkelijk zelf redden en anders zit hij tussen de weeën door ook maar te wachten. Als hij om 17:00u thuiskomt, wordt het iets heftiger en wil ik hem het liefst bij me hebben. Met koken staat hij te lang in de keuken dus we bestellen nog snel een frietje. Rond 18:00u komt de verloskundige kijken. We beginnen met het opmeten van mijn bloeddruk, vanmiddag nog perfect en nu te hoog. Ze vertelt dat we boven gaan kijken of ik ontsluiting heb en als daarna de bloeddruk nog steeds te hoog is, gaan we richting het ziekenhuis. 3cm ontsluiting, YES! Dit had ik totaal niet verwacht. Helaas is de bloeddruk nog te hoog dus we pakken onze tassen en gaan richting het ziekenhuis. 15 minuten rijden, maar wat een gave rit. We kletsen over dat het nu gaat gebeuren, we maken grappen, lachen heel hard en bellen zelfs midden voor het ziekenhuis nog even de hypotheekadviseur af. Op de parkeerplaats volgt er weer een wee, ze worden toch wel krachtiger. Er wordt een rolstoel geregeld, maar daar moet ik niks van hebben. Ik kan prima lopend weeën wegpuffen. Op de verloskamer is het nog een beetje onwennig. Ik trek wat andere kleding aan en ga nog even richting het toilet. De verloskundige vraagt wat ik ging doen op het toilet en wil daarna gelijk mijn ontsluiting checken. 8CM! 8CM? Hoe dan? Een half uur geleden was dit nog 3cm, heerlijk! De kraamzorg wordt gebeld met de mededeling dat ze op moet schieten. Na een half uur toch wat heftige weeën weg te hebben gepuft, gaat de verloskundige weer checken. 10cm ontsluiting!! Ik mag mee gaan persen. Nu al? Mijn hoofd is er nog niet klaar voor en het eerste half uur kom ik er niet echt in. Ik kan de flow en de goede houding niet vinden. De verloskundige spreekt me streng toe, dit kan en moet beter! Je wilt haar toch bij je hebben? JA, IK WIL NIKS LIEVER DAN DAT! En ineens heb ik de flow te pakken. Een wee, 4x persen en ik dut in. Door dat kleine dutje tussendoor heb ik bij de volgende wee weer energie om alles op alles te zetten.. Na een uur en een kwartier persen wordt de schaar erbij gepakt. De verloskundige vertelt: ‘We gaan een knip zetten in de volgende wee, daarna zet jij alles op alles en hebben jullie een dochter’. 

Die knip klonk spannend, maar deed geen zeer en dat nare geluid waar ik bang voor was bleef ook uit. Ik zette alles op alles en om 22.53 werd haar hoofdje geboren, daarna stopte de wee. Even wat paniek bij mij want ik zag ineens een hoofdje vol haar tussen mijn benen en de rest kwam niet mee. De verloskundige stelde mij gerust.. ‘Dit is niet erg maar bij de volgende wee MOET haar lijfje er uit, dus werken voor je leven’. Nog een laatste zetje en dan…

Dan glibbert er een heel mooi, klein lijfje uit mij (best feeling ever) en krijg ik een prachtig, huilend kindje op mijn borst. Het mooiste gevoel van de wereld, wij zijn ouders van Saar Janne Visser, roepnaam Saar. 50 cm en 3533 gram aan liefde. Wat een ervaring en wat een prachtige bevalling. We voelen ons intens gelukkig. Nadat Saar is bekeken en aangekleed kunnen we de leukste telefoontjes van ons leven plegen. Wat een feest is dat! Iedereen is dolgelukkig en benieuwd. Als ik ben gedoucht en er beschuit met muisjes is gegeten, kunnen we naar huis. Helaas moet de kraamzorg onze kamer nog schoon maken dus hier moeten we op wachten.

Gelukkig komen we de tijd wel door met knuffelen en verwonderen. Wat een prachtig meisje is het. Om 01:30u kunnen we naar huis. Thuis worden we ontvangen door de opa’s en oma’s en ook omi en tante zijn er. Iedereen wil even kijken naar ons meisje. Samen met de kraamverzorgster maken we de wieg in orde en dan kan het beginnen. De eerste nacht alleen met onze baby..

Ik vond de bevalling echt een prachtige ervaring en kijk er met een heel trots gevoel op terug. Ik merk zelfs dat ik een soort van jaloezie voel richting mensen die nog moeten bevallen en de kraamweek nog tegemoet gaan. Het is allemaal zo mooi en intens. Wij zaten hier echt op een grote roze wolk. Saar is nu 8 weken oud en het is een ontzettend lief en tevreden meisje. Het is één groot feest om voor haar te mogen zorgen!

Bevallingsverhaal: Eigenwijze Sterrenkijker

Vierenhalf jaar geleden zat ik met zestien weken zwangerschap al thuis in verband met mijn heftige bekkeninstabiliteit. Ik werkte als horecamedewerker in een revalidatiecentrum en de diensten waren gewoon echt te heftig. Zo kwam ik grotendeels thuis te zitten en twee keer per week therapeutisch aan de receptie.

Met 39 weken was ik het HE-LE-MAAL zat! Ik was op, ik wilde niet meer langer (ik denk dat het merendeel dit wel herkent). Er werd afgesproken dat ik met 40.4 zou worden ingeleid als de kleine druktemaker zich niet eerder zou melden. Het was dinsdagavond. Onze druktemaker werd ineens enorm rustig, zo rustig dat ik hem een hele dag niet meer had gevoeld. Wij zaten te genieten van een avond lekker weer, toen ik het mij ineens besefte. Ik durfde het bijna niet te vertellen aan Pim omdat ook de buren nog op visite waren. Maar ik was zo ongerust. We hebben de verloskundige gebeld en mochten gelijk door naar het ziekenhuis voor een CTG. En natuurlijk, eenmaal aan de CTG begon onze druktemaker weer te rollebollen. Een enorme opluchting. De gynaecoloog stelde voor om mij te strippen omdat ik op ongeveer één centimeter ontsluiting zat. De hele nacht heeft het ongelooflijk gerommeld van binnen. Maar geen teken van weeën. Wanneer begint het nou eindelijk eens? Hoe lang kan ik dit nog aan? Ik had ondertussen enorme olifantenpoten van de warmte, en ook mijn hoofd, armen en rug hadden meer weg van een zeekoe dan van een mooie zwangere Sanne.

 

 

Ik had mij laten vertellen dat ananassen eten zou kunnen helpen de bevalling op gang te brengen, laat ik nou gek zijn van ananas! Ken je dat, zo veel ananas eten dat je tong er van gaat prikken? De hele woensdag liep ik rond met een verbrande tong. Nog een tweede tip was seks! En dan vooral het gedeelte waarin de vrouw op haar hoogtepunt komt. Wij gingen met volle moed aan het werk, en vielen daarna vredig in slaap. Raad je het al? De volgende ochtend rond een uur of vier werd ik wakker met krampen in mijn rug en buik. Verder slapen was geen optie, dus had ik het geweldige plan om mijn haar te gaan wassen. Dan heb ik dat in ieder geval alvast gehad wanneer de baby er is. Hoe naïef kun je zijn hè?! Maar goed, het werd mijn eerste bevalling dus wist ik veel! Eenmaal uit de douche heb ik een kopje koffie gezet en ben ik op de bank gaan liggen. Ik doe zelfs af en toe een slaapje. Tot ik wakker werd van nog hevigere krampen. Ze kwamen om de paar minuten en ik vond het tijd worden voor de weeën-timer-app. De koffie was ondertussen koud geworden maar de app gaf aan dat mijn bevalling echt bezig was. Ik riep Pim wakker en vroeg hem de verloskundige te bellen. We hadden afgesproken om gelijk naar het ziekenhuis te komen omdat wij buiten het bezoekgebied woonden. Aangezien er in het verleden iets goed mis is gegaan bij een nicht van Pim, door een fout van de verloskundige uit het dorp, wilde ik dus perse bij onze huidige verloskundige blijven.

 

 

 

Toen we groen licht kregen om langzaam naar het ziekenhuis te komen, wilde ik opstaan om me om te kleden. Ik voelde een “plop” onderin mijn buik en toen ik recht stond, stroomde er een golf bruin-groen water-slijm langs mijn benen naar beneden. Ik schrok en commandeerde Pim de verloskundige nog eens te bellen. Ik ben mij wat gaan opfrissen in de badkamer. Toen Pim riep dat we “GELIJK” naar het ziekenhuis moesten komen, heb ik de boel, de boel gelaten en ben in mijn vieze pyjama en badjas de auto ingestapt. Thank god, er lag een matrasbeschermer uit het kraampakket op de bijrijdersstoel. Iedere hobbel of bocht was mij te veel, de rit van vijftien minuten leek wel een uur te duren. Op de parkeerplaats van de EHBO kwamen wij erachter dat er €0,50 in de rolstoel moest. We hadden heel de auto volgeladen, maar een muntje van €0,50 was ver te zoeken. Pim ging naar de receptie om er toch nog één te regelen en ik stond daar maar in mijn vieze badjas heen en weer te waggelen op de parkeerplaats, leuk te lachen naar de voorbijgangers.

 

 

 

Eenmaal op de verlosafdeling, in mijn mooie blauwe rolstoel, kreeg ik een verloskamer toegewezen. Ze kwamen mij gelijk wassen en de troep uit mijn ondergoed controleren. Ik mocht nog even gaan douchen voordat ik aan de kabels werd gelegd. Want daarna werd het wat moeilijk om uit bed te komen. Ik werd getoucheerd, werd aan de CTG gelegd, ook de baby kreeg een draadje op zijn fontanel en mijn bloeddruk werd goed in de gaten gehouden. Ik had de hele zwangerschap al een te lage bloeddruk, dus waarschijnlijk had het daar mee te maken. Drie centimeter ontsluiting. Dat schoot niet op. De weeën werden met de minuut erger. Ik kon niet meer in een normale positie blijven liggen. Na een uur of twee werd ik nog eens getoucheerd, bijna vijf centimeter ontsluiting.

 

 

 

Echt ik werd gek! Van te voren had ik mij voorgenomen om de bevalling zonder pijnbestrijding te ondergaan. Maar het werd mij echt te heet onder de voeten. Ik smeekte om pijnstilling. Ik kreeg de keuze tussen een ruggenprik of morfinepomp. Dat laatste klonk mij het meest aangenaam, ook omdat het anders nog zo’n tien uur zou kunnen duren voordat ik kon gaan bevallen. Iets met uitwerking of iets dergelijks. Ze hadden mij alleen niet verteld dat ik ook een blaaskatheter zou krijgen omdat ik niet meer uit bed mocht komen. Wat een fijne keus had ik gemaakt! Ik heb zelfs nog kunnen doezelen en het haalde echt de scherpe randjes van de weeën af. Opeens werd ik wakker uit een klein slaapje en ik merkte dat er iets stond te gebeuren. Ik riep naar Pim dat hij nu echt de “high-tea” moest gaan klaar zetten, het zou niet lang meer gaan duren. Kun je nagaan hoe goed die morfine zijn werk deed. De gynaecoloog kwam mij toucheren en gaf groen licht om met de volgende wee mee te gaan persen. Er kwam nog een vrouwelijke witte jas binnen. Ik had gelezen dat je bij tien centimeter ontsluiting persweeën zou krijgen en dat dat niets voorstelde bij die verschrikkelijke weeën. Niks van waar, ik kreeg geen persweeën, maar wist ik veel dat ik dat moest aangeven. Ik deed braaf wat ze zeiden. Ik perste met iedere wee mee. Na twee uur persen was ik op. Ik had mijn haren helemaal niet hoeven wassen weet je? Het water stond op mijn wiebeltenen. De gynaecoloog gaf aan dat ze mij gingen helpen door middel van een vacuümpomp. Bij de volgende week kreeg ik een knip en konden ze de pomp gaan plaatsen, JEZUS, wat een (letterlijk) KUTGEVOEL! De wee daarop zou hij geboren worden werd mij gezegd. PLOP! Daar was de pomp, maar geen baby… Die zat klem tussen mijn bekken. Ze gingen het nog één keer proberen, zo niet… de O.K. werd al gereed gemaakt. Ondertussen stond er een hele rij met toeschouwers naar mijn opengeknipte, met apparaat aangesloten baargat te kijken. No, never, nooit niet dat ik na al deze ellende ook nog een keizersnee zou krijgen. Er kwam een soort oerkracht vrij en toen ze de pomp weer hadden vastgezogen aan het hoofdje van de baby en ik een wee kreeg, gaf ik alles wat ik nog in mijn mars had en bleef persen totdat ik een glibbering naar beneden voelde glijden. “JAAAA”, werd er geroepen. Er werd een klein, blauw, verfrommeld baby’tje op mijn borst gelegd.

 

 

Javaj Smeets a.k.a. “eigenwijze sterrenkijker” is geboren op 21 augustus 2014 om 18.16 uur. Maar na een tijdje werd er mij verteld dat ze het nog geen bevalling mochten noemen. Er moest nog iets geboren worden. De placenta! Ook daar hebben we zo’n twee uur over gedaan en wéér werd er een O.K. klaargemaakt. En wéér gaf ik alle kracht die ik in mij had, want om nou mijn kleine frummel achter te laten? Gelukkig werd bij de laatste poging ook de placenta geboren en konden ze eindelijk beginnen met schoonmaken en hechten! Ik heb de bevalling als zwaar ervaren, geen haar op mijn hoofd of hechting down under dat ik nog eens zou gaan bevallen. Maar als je er dan achter komt dat je twee jaar later plots toch zwanger bent? Dat lees je volgende maand in mijn blog “Een Gelukje”.

 

 

 

Liefs, 

 

 

 

SANNE (klik hier voor haar Instagram)  

 

Bevallingsverhaal: op het moment dat Semmy eindelijk op m’n borst ligt, poept ze me helemaal onder, haha

 

Twee jaar geleden ben ik bevallen van een meisje genaamd Semmy. Het was een enorm zware bevalling, maar waar ik toch niet verkeerd op terug kijk.

Na 41 weken en 2 dagen moesten mijn man en ik ons melden in het Ikazia ziekenhuis in Rotterdam. Natuurlijk had ik niet veel geslapen, want ik was super nerveus. Eten ging ook moeizaam, terwijl ik wist dat het wel handig was als je een inspanning moest leveren. Maar tevergeefs. 

Om 08:00 ’s ochtends hebben wij ons gemeld in het ziekenhuis. Even aan de monitor en toen werd ik gehaald. Ze gingen een ballonnetje plaatsen. Alles behalve prettig vond ik dit. Wat een vervelend gevoel zeg, ik vond het een soort pijn doen. Wellicht kwam dat omdat ik die vrouw niet zo vriendelijk vond, dus kon ik mij niet ontspannen. 

Na het plaatsten van het ballonnetje kregen we de vraag of we wilden blijven wachten of naar huis wilden, want het kon zomaar nog lang duren voor het ballonnetje eruit zou vallen. 

Nou huphup wij gingen lekker naar huis. Maar ehm, wat voel ik nou? Wat doet m’n buik? Is het nou begonnen? O wauw het is echt al begonnen. We waren net drie straten van het ziekenhuis vandaan!!! Hoe is het mogelijk!  Toch hadden we ervoor gekozen de reis verder naar huis te vervolgen, want dat ballonnetje moest er natuurlijk nog uit en dat kon nog wel duren.

Tijdens de autorit werden m’n weeën echt al wel heftig. We stopten nog even om een croissantje te kopen, maar ik kon niet eens meer door de winkel lopen dus bleef ik in de auto wachten.

Thuis het croissantje gegeten, want ja eten is belangrijk met zo’n inspanning. En toen maar in bad. Dat zou verzachtend werken. Dus niet! Inmiddels toch maar weer naar het ziekenhuis gebeld want m’n weeën waren al bezig vanaf 09:30 en het was inmiddels 11:00. Ik wilde absoluut niet thuis bevallen, dus wij gingen maar weer terug naar het ziekenhuis.

Maar man o man, wat een weeën al. In het ziekenhuis aan de monitor en wat zeiden ze: “goh je hebt echt al weeën, dat is snel.” 

Applaus, dat voelde ik al lang. 

We gingen naar een kamertje toe. Daar lag nog een zwangere dame en haar man zat er bij. Zij lag er vanwege bloeddruk en niet omdat ze al ging bevallen.

Mijn weeën werden steeds heftiger en heftiger en m’n telefoon moest ik weg leggen. Geen zin meer om te antwoorden, want die weeën moesten weggepuft worden. Maar hoe moet dat? Ik raakte een beetje in paniek. Het deed zo’n zeer. 

Gelukkig kwam de verpleging bij die andere zwangere dame kijken en zij hoorde mij kreunen en piepen waardoor ze daarna bij mij kwam kijken. Zij heeft met mij eventjes gepuft, waardoor ik snapte hoe ik het moest doen.

Gelijk een inwendig onderzoek (18:30)en wat bleek nog steeds 2-3 cm. 

Pffff wat gaat dit traag zeg. Ik word gek. Ik heb al 9 uur weeën en het schiet niet op. Wat wel fijn is dat de verpleging m’n vliezen had gebroken en ik daarna naar de verloskamer mocht. 

Ze bood me een bal aan voor onder de douche. Je weet wel zo’n soort skippybal. 

Vreselijk leek mij dat, maar toch was het zó fijn. Het enige waar ik van baalde op dat moment was dat ik het koud had. Waarom kon die douche nou niet warmer?! 

Rond 20:45 kwam de verpleging om weer een inwendig onderzoek te doen. Jippie!! Maar helaas nog steeds 2-3 cm. Ze vraagt me of ik heb gedacht aan pijnstilling omdat het al zo lang duurt. Al bijna 12 uur vol in de weeën en nog steeds maar zo weinig ontsluiting. 

Ik schreeuwde nog niet: “geef mij die ruggenprik!!!!”. 

Zo gezegd zo gedaan, ruggenprik gekregen en alles werd rustig. Hoe chill is dat. Ik kon de wereld weer aan. Nou dus niet! Met de baby ging het niet goed in m’n buik. Bij elke wee zakte haar hartslag enorm. Wat betekende dat ik niet op m’n rug mocht liggen, maar steeds van m’n linker op rechterzij. Makkelijk gezegd, maar door m’n ruggenprik werken m’n benen niet dus moet ik steeds geholpen worden. Best geinig hoor. 

Op een gegeven moment gaat het zo slecht met Semmy in m’n buik dat ze bloed uit haar hoofdje moeten tappen. Ja je begrijpt het goed. Ze zit dan nog in m’n buik. Wat een bloederige bende werd dat zeg. Vanuit dat monstertje met bloed konden ze haar zuurstof testen en er was nog geen reden tot paniek. 

Rond 02:00 in de nacht, raakt m’n ruggenprik uitgewerkt en ik ga weer kapot van de pijn. Eindelijk mocht ik niks meer krijgen voor de pijn i.v.m. Semmy. Ze zagen ook wel dat dit niet werkte, dus ik kreeg een klein beetje. 

Om 04:15 kreeg ik het verlossende woord: je hebt tien centimeter ontsluiting. Ik was in de Gloria!! Yes eindelijk!!! 

Maar helaas zei ze: “ze is nog niet genoeg ingedaald, dus je moet nog een uurtje wachten .” Nee super chill dit. Mij eerst blij maken en vervolgens met persdrang zeggen dat ik nog een uurtje moet wachten. Oké dat uurtje kon er eigenlijk ook nog wel bij want inmiddels was ik dus al 18,5 uur bezig. 

Rond 05:15 kwamen de gynaecologen, verpleegkundigen en weet ik veel wie er nog meer stonden. Het laatste stukje is begonnen. Nog 1 sneetje op Semmy haar hoofd maken om te kijken hoeveel zuurstof ze nog heeft en hoe lang ik eventueel mag persen. 

Het spande erom, want alles was ook al gereed voor een spoed keizersnede. En het enige dat ik dacht was: “zolang ze er maar veilig uit komt, alles voor haar!”

Ik kreeg te horen dat alles goed was, dus de kamer werd gereed gemaakt. Ik voelde mij ineens zo misselijk worden, dus ik kreeg een kotsbakje. Die toch maar weer afgeslagen, want hee die heb ik niet nodig. Maar na twee tellen, kwam er toch een lading hahaha. De verpleging vertelde dat je lijf dit doet, het is klaar om te bevallen. 

Go go go!!! Pers haar eruit. Ai dit durf ik niet was m’n eerste gedachte. Nee dit kan ik niet. Wat nou, wat nou. Maar Liz jij hebt het nu in de hand, jij kan er voor zorgen dat het klaar is. Zet alles op alles. Lekkere peptalk voor mezelf in m’n hoofd en daar ging ik. 

Na twee persweeën stond haar hoofdje al. En na de laatste pers was ze daar. 

Het was een fantastisch emotioneel moment. Wat was ze mooi. Wat was ze klein!!!! 2790 gram. Kleine uk. En op het moment dat ik heerlijk naar haar lig te kijken op m’n borst, poept ze me helemaal onder. 

Dat geeft niet lieve kleine Semmy. Je hebt mij mama gemaakt. Mijn dag kan niet meer stuk! (En douchen moest ik toch wel haha).

Mijn baby’tje met Down is echt fantastisch!

Ik ben nu bijna een jaar mama van een kindje met downsyndroom. Wat is het een heftig en mooi jaar voor ons geweest. Eindelijk mocht onze wens in vervulling gaan, maar tegelijkertijd was er veel verdriet en onzekerheid.

 

 

De eerste weken waren zo onzeker. Door de vele echo’s wisten wij dat Ezra lichamelijk gezond is, maar toch. Zijn hartslag daalde vaak in het begin. Het personeel van het ziekenhuis vertelde steeds dat het geen kwaad kon, zolang het maar niet onder een bepaald getal kwam. Nu achteraf geloof ik dat, maar op dat moment is het zo heftig als je die piepjes en alarmbellen hoort. Ook de verwerking voor ons was begonnen. Na vijf dagen mochten wij eindelijk naar huis. Mijn vriend was al meerdere malen naar huis gegaan en kwam dan terug en vertelde wat hem buiten op viel. Mensen schelden met mongool bijvoorbeeld. Eigenlijk verandert heel je kijk op de wereld en let je op andere dingen. Nu begon het pas echt voor mij. De Downwereld… 

 

 

Voor het eerst naar buiten met je kindje, mensen die allemaal in je wagen kijken. Voor het eerst naar het consultatiebureau (andere curves) en het viel me echt op hoe weinig ze weten over Down, voor het eerst naar zwemles en ga zo maar door. Feitelijk gezien hoef je niets uit te leggen, maar dat wil je wel. De eerste weken had ik echt schaamtegevoelens. Ik vond ons mannetje al prachtig, maar toch. Bij zwemles keek iedereen ons aan maar niemand zei wat. Tsja, wat moet je zeggen? “Heeft je kindje down?” En wat als het niet zo is? Het liefst schreeuwde ik het van de daken. Zodat iedereen de andere kant op keek. Op een dag kwam er eindelijk een moeder met die vraag naar mij toe, hèhè. Ze heeft zelf een broer met Down, voor haar was het heel herkenbaar. 

 

 

Voor het eerst weer werken. Ik werk op een regulier kinderdagverblijf. De meeste ouders ken ik al jaren en hun reacties waren hartverwarmend. Er waren ook reacties waar ik de tranen van in mijn ogen kreeg. Wat een grappige oogjes, wat een gek tongetje, wist je het niet dan? Gelukkig heb ik de allerliefste collega’s die mij altijd steunden als het even moeilijk was. Deze reacties had ik natuurlijk niet alleen op het werk, maar ook buiten op straat. Inmiddels kan ik daarmee om gaan. Ik hou machtig veel van dit mannetje en zal hem altijd verdedigen. 

 

 

Ik ben echt een gevoelsmens en vind het heel mooi om processen heel bewust mee te maken. Het rouwproces, want tsja je neemt toch afscheid van een leven wat je voor ogen had en de PTSS-symptomen. Ik vond de herbeleving van de bevalling en alles heel mooi, maar na 12 weken dezelfde dromen en nachtmerries was het genoeg geweest. Gelukkig na een aantal keer erover praten verdwenen de symptomen. Het leven waar je als Downsyndroom ouder in groeit, vind ik ook heel mooi. Het is maar goed dat dat stapje voor gaat. Waar het eerst nog een discussie was of je wel aan Ezra ziet dat hij Down heeft, zie je toch wel duidelijk op straat of iemand Down heeft. Maarja, als je alles eens van tevoren wist. Ik denk als je alles van te voren weet, je ook meer verdriet zou hebben.

 

 

8 Maart hadden wij onze eerste afspraak op de Downpoli. De kinderarts was heel tevreden. Bijna 100 procent van de kindjes hebben luchtwegproblemen en Ezra heeft dat niet. De arts stond zelfs een beetje versteld. We krijgen wel logopedie en fysio aan huis. Dat om spelenderwijs Ezra wat meer in beweging te krijgen. Hij loopt niet achter, maar met zijn Down wel belangrijk om er bovenop te zitten. De logopedie is om zijn tong te leren gebruiken en zijn onderlip wat steviger te maken. Dit om goed te leren praten en kwijlen tegen te gaan. De orthopedagoog gaf ons de tips hoe om te gaan met ondeugend gedrag. Kindjes met Down vinden zichzelf vaak heel grappig, maar dit kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Ook willen we niet dat hij andere kindjes pijn gaat doen. De oogtest is verder goed. Het vervolgonderzoek is binnenkort. Nu gaan we op naar 26 maart. De dag dat Ezra onze kanjer één jaar wordt. Hij is het mooiste wat ons is overkomen. Soms heb ik spijt van alle tranen die gevloeid zijn. De tijd terug draaien kan niet meer. We kunnen alleen maar vol positiviteit naar de toekomst kijken. We gaan ons eerste jaar afsluiten met een knalfeest en heel mooi nieuws. Ezra wordt namelijk grote broer…

 

 

 

ESMERALDA (klik hier voor haar Instagram)  

Ik ben moeder van een prematuur

‘Je moet nu je man bellen en zeggen dat hij de eerste vlucht terug naar Nederland pakt, hou er maar rekening mee dat je binnen nu en twee dagen kan gaan bevallen’. Dit waren de woorden van de verpleegkundige aan mijn bed in het ziekenhuis. Toen drong het pas tot me door, ik was 31 weken zwanger en vanwege bloedverlies opgenomen. Ik zag er de ernst nog niet van in, het komt vast wel goed, ik word zo weer naar huis gestuurd. Maar na een achtbaan van vijf dagen was ze daar toch, de kleine Isa. Geboren met 31+5 weken. 

Bevallingsverhaal: onze dochter zag paars na de geboorte

Nadat de gynaecoloog en de cardioloog in overleg de spelregels voor mijn bevalling hadden uitgeschreven, kreeg ik een datum om ingeleid te worden. Onze lieve dochter zou geboren worden op 38 weken, na een helse zwangerschap en vier weken ziekenhuisopname. Op 37w+6d installeerden we ons om 10u ‘s ochtends in de verlosafdeling van Gasthuisberg. Wij waren er klaar voor: dinosaurus koeken, sportdrankjes, boeken en een gezelschapsspelletje. Ik had zelfs een nieuwe Fitbit die nog in de verpakking zat om mee te spelen! Voor wetenschappelijke doeleinden uiteraard. We waren helemaal klaar om ons klein meisje te leren kennen. We wisten dat het wel even kon duren, aangezien ik nog geen millimeter ontsluiting had of ook maar iets verweekt was. 

10 u – Eerste shift – Kathleen de vroedrouw van de ochtend heette ons hartelijk welkom met een eerste dosis prostaglandynes. Als ontbijtje, zeg maar. Met die prostaglandynes zouden we de bevalling in gang zetten. Wij waren toch wel lichtjes in paniek op dat moment, maar lieve Kathleen was de zachte stem die we nodig hadden. Het pittige aan ingeleid worden, is dat de weeën op één keer onnatuurlijk snel en straf komen, we zaten binnen geen tijd op een regelmatige drie minuten. Ik waggelde rond, zong hele musical soundtracks terwijl ik op mijn bal zat te wiebelen en Maarten werkte op zijn computer. Ik was ‘in the zone’ en had hem nodig, maar wel op een veilig afstandje. Gevalletje ‘hou je in stilte bezig’. Na een tweede dosis medicatie werden de weeën een pak intenser. Op naar de..

Tweede shift – 14u – Indra de vroedvrouw nam het over en had dadelijk in de gaten dat ik wel erg veel moeite had alles weg te puffen. Ze stelde luidop in vraag waarom ik geen epidurale zou mogen om me door de bevalling te helpen. Dat was door de artsen aanbevolen omdat het erg effect zou hebben op mijn hart en bloeddruk. Omdat ik als dood was de geboorte van mn dochter te missen als ik flauwviel was ik daar braaf in meegegaan. Indra was de soort vroedvrouw die al 20 jaar kinderen op de wereld gezet heeft, met een nultorerantie voor nonsens.

In overleg (vooral met mezelf, aangezien Maarten al bijna zijn veto gebruikte toen ik het ook maar opperde) besloot ik te douchen als laatste redmiddel tegen de pijn. Grote fout. Maarten had gelijk. Ik zat nog maar vier minuten onder de douche of ik viel flauw, begon erg te bloeden en over te geven. Lastig dat ik met m’n koppige kop de douche aan de overkant van de gang in gegaan was. Maarten zijn ademhaling versnelde lichtjes en Indra sleepte de anesthesist aan. Ze stuurde de gynaecoloog en de cardioloog snel een berichtje dat ze toch een epidurale voor me zou regelen. Meer een ‘wist-je-dat’-je dan een vraag. Na vier keer prikken midden in een weeënstorm (‘stilzitten hoor mevrouw, dit is milimeterwerk’) en het bijhalen van een nieuwe anesthesist zat de epidurale en was ik verdoofd tot aan mijn boezem.

Toen werd het dan helemaal geweldig! Ik was me zo bewust van alles wat er aan het gebeuren was. Na vier jaar vechten was ik aan het bevallen van onze eigen dochter. Ik lag te genieten, voor de laatste keer het galopje van haar hart te beluisteren op de monitor. Om 9 uur ‘s avonds hoorde ik een plop en een ‘woesj’. Mijn water was gebroken van het lachen. Geen haak meer nodig om aan mijn vliezen te liggen peuteren, hoera, (ik had die al van die ochtend in de gaten vanuit mijn ooghoek)

Tegen tien uur ‘s avonds, begon Lientje’s hartritme te dippen en had ik nog steeds maar drie centimeter ontsluiting. De druk van de bevalling was te veel aan het worden voor ons klein meisje. We waren al tien uur bezig en ze kon niet meer goed om met de weeën. De gynaecoloog kwam voorbij met de instructie te stoppen met eten en drinken. Ze zouden snel moeten kunnen ingrijpen als Lien nog meer begon weg te glippen. Waarschijnlijk werd het een keizersnede tijdens de ..

Derde shift – 22 uur – Tzigane meldde zich met gezwinde tred aan als vroedvrouw van de nacht. Een grotere spring-in’t-veld hadden we nog nooit aan mijn bed gehad. Na vier jaar fertiliteit en een ziekenhuisopname van meer dan een maand wil dat wel wat zeggen. Tzigane meende het serieus, niks geen keizersnee. Op duidelijke toon gebood ze ons in bed te kruipen – haha, alsof ik daar niet al vier uur lag met draden uit mijn rug- en haar de rest te laten doen. Zij zou om de zo veel tijd aan het wieltje van de weeënopwekkers komen draaien en zou vanuit haar kamertje aan de overkant Lientjes hartritme in de gaten houden. Kleine meid had intussen al een monitortje rond haar hoofd (hoe die daar aangebracht wordt, bedenk je zelf maar) om haar goed te kunnen opvolgen. Tzigane was er zeker van dat we er een vaginale bevalling van zouden kunnen maken, om het herstel van een keizersnee te vermijden. Had ik al vermeld dat Tzigane het serieus meende?

Het spannende was dat ik tegen dan al vanalles voelde doorheen de epidurale. Ik voelde mijn weeën weer en met elke wee voelde ik baby Lien zakken. Pijnlijke boel, maar eerlijk waar het geweldigste wat ik ooit heb meegemaakt.Terwijl Maarten super hard zijn best deed om te doen alsof hij sliep, lag ik te doezelen, heerlijk in mezelf. Aan het genieten van elke wee, voelde ik me sterker, gelukkiger en meer klaar dan ooit om ons meisje op haar neusje te zoenen.

Een uurtje na middernacht kwam de assistente even voelen hoe veel ontsluiting ik had. Met een verward gezicht haalde ze Tzigane er bij om even te voelen, ze kon er zelf niet goed bij. Tzigane kwa even poolshoogte nemen (zo’n dingen mag je in een bevallingsverhaal behoorlijk letterlijk nemen). Heel haar gezicht klaarde op en voor ik het weet stond ze aan Maarten te schudden. Handen wassen, tanden poetsen, broek aantrekken meneer.. uw baby komt er aan. De assistent voelde niks van baarmoederhals omdat ik op die laatste twee uur van 3 naar 10 centimeter ontsluiting gegaan was. Geen baarmoederhals meer over, het was baby-tijd! De medische ploeg was alleen echt bezorgd over Lientje en er werd een legertje aan mensen in groene pakjes opgetrommeld om de bevalling bij te staan. Ze moest nu echt dringend komen. In de kamer: een assistent, een vroedvrouw, een gynaecologe, een supervisor en twee pediaters. Dat Maarten de weg naar mijn hoofd vond in al dat gedrum bewijst dat een echte scout altijd de weg vindt!

De eerste drie rondjes persen heb ik niet volop beseft wat ik aan het doen was. Ik kon maar niet geloven dat het voor echt was, tot Maarten vroeg of hij even mocht gaan kijken in de zuidelijke regionen en lichtjes bleek om de neus terug kwam met de mededeling dat onze dochter een volle kop haar had. Helemaal in shock dat hij haar hoofdje had kunnen zien, besefte ik dat het tijd was de baby er uit te persen en dat de generale repetitie voorbij was. De vijf mensen rond mijn bed deden op dat moment aan als een soort Amerikaans cheerleader team met een hysterisch bezorgde ondertoon, dus toen ik merkte dat één van hen bijna gps-achtige instructies gaf leek me dat wel ideaal en besloot ik me daar op te focussen. En op Maarten, die hielp met mijn benen stevig vasthouden en de sterke armen voorzag die ik nodig had om in bij te komen tussen elke perswee.

Na twintig minuutjes persen, wat gemakkelijk twintig seconden had kunnen zijn naar mijn gevoel, lag Lientje in mijn armen. Stilletjes. Paars. Niet responsief. Zwaar aan het ademen. De pediaters grabbelden haar weg en Maarten rende haar achterna, zijn ogen wild die van mij aan het zoeken. Terwijl mijn gynaecologe haar snit en naad vaardigheden boven haalde en mij een steekje hechting gaf en ik beviel van lien haar placenta, had ik helemaal geen idee wat er gebeurd was. Ik zag een gebruikte zuignap liggen en blijkbaar was ik in alle haast toch een heel klein beetje gescheurd.

Hii, this is Hubs writing. I was never been able to do much during the birthing part besides trying to remotely look like her rock and be scared to death at the same time. It’s not like the fire was a problem, growing up on a farm you kind of het used to stuff like that. The thing that was scaring me however is that Helen had suffered through so much during her pregnancy and that Baby Girl wasn’t coping well with delivery. She was born purple and non responsive which I didn’t realise because it was all happening so fast. They denied me cutting the cord -rude- and whisked her away after ten seconds, telling me to follow. I shot Helen a worried look but she was comfortably resting oblivious to all the worrying that was going on. I ran to follow them, almost losing them in the crazy haste. While they started helping our little Lien to breathe with a mask, I was asked to rub her warm and hold her hand. Boom – forever in love. I will never forget the way her little hand felt in mine.

Meanwhile she was still purple and wasn’t reacting to the doctors prodding her. They started to worry even more and we’re gonna do a saturation measurement for twenty minutes. To intubate or not to intubated was the question on everyone’s mind. Twenty minutes passed and she slowly started turning pink but still wasn’t doing much better. De doctor and I were just staring at her. Staring at each other. Unsure what to do. Remember Tzigane? The awesome midwive (go read up on my wife’s birth story)? She entered the room and saw our hesitant figures. Promptly she grabbed a tube and handed it to the doctor. Time to intubate and get her to the NICU. But that was not how baby girl saw her first night here, as the doctor tried to fit the tube through her nose she started to grunt and squirm. I couldn’t really tell you how she looked at that moment because my eyes were all blurry with happy tears! After a few quick measurements and a weigh-in.. we were all set to go cuddle with mommy!

Hoi, de wederhelft hier om mijn rol in Lientje haar verhaal te doen. Persoonlijk heb ik niet veel kunnen doen behalve doodsangsten uitstaan en er uit zien als een rots in de branding. Al het bloed, slijm en andere lichaamsvochten waren niet zozeer het probleem. (als je opgroeit op een boerderij heb je al veel gezien) Wat het meeste speelde in mijn hoofd was dat Heleen al zo veel had afgezien en Lientje haar hartje wat raar deed.

Soit. Kind er uit, paars, niet responsief. Dat had ik allemaal niet door omdat het zo snel gebeurde. Lientje heeft 10 seconden bij Heleen gelegen en dan knipten ze snel de navelstreng door zonder het te vragen! Onbeleefd, maar noodzakelijk zou bleek. Als snel nam de pediater Lientje mee en moest ik volgen. Na een ongeruste blik op Heleen, die nog zalig lag na te puffen, liep ik de gang op en was hen bijna kwijt. In het kamertje legden ze ons Lientje aan een beademingsapparaat. Waarom wist ik niet, maar ik mocht haar wel warm wrijven en haar handje vast houden. BAM, instant verliefd. Haar vingertjes die heel zachtjes in die van mijn knepen zal altijd één van mijn meest tederste herinneringen blijven.

Lientje was paars, ademde veel te snel en had niet geweend. Ze reageerde ook niet op al het porren en trekken van de pediaters. Artsen probeerden de saturatie in haar bloed te meten, maar dat verliep niet zo vlot omdat ze zo klein was. We moesten sowieso 20 minuutjes wachten om te zien hoe ze zou evolueren,. To intubate or not to intubate (en naar neonato)

Haar paars werd langzaam roze en net op dat moment kwam de gynaecoloog binnen met Heleen haar gsm: “Trek foto’s voor uw vrouw meneer”. En als de dokter iets zegt, doe je dat ook.

Na 25 minuten was de pediater aan het twijfelen. Ze was zichtbaar bezorgd omdat de resultaten onduidelijk waren. Op dat moment stonden we daar met ons 2 te staren naar de monitor die moest zeggen of er genoeg zuurstof in haar bloed zat. Tzigane kwam binnen en zag de impasse van de pediater en mijn vertwijfelde, ongeruste blik. De pediater vroeg zich of ze toch niet moest intuberen. Tzigane pakte een buisje (3mm want 3,5 is te groot) en de pediater probeerde het in haar neus te steken. Op dat moment besloot Lientje dat ze dat niet leuk vond want het buisje was nog veel te groot en begon te reageren. Haar eerste geïrriteerde kreuntjes en kresjes en de tranen sprongen in mijn ogen. De pediater was tevreden (uw kind weent, proficiat), niet in de couveuse en geen draden door haar neus. Tijd om te wegen en te meten! 2730 gram en 46cm later stonden we bij mama om voor de eerste keer met ons drie samen te knuffelen.

Tien minuutjes gingen voorbij en ik had gevraagd of ik de placenta even mocht zien. Die kreeg ik in een kom op mijn schoot. Twintig minuten gingen voorbij. Ik zat nog steeds alleen in mijn verloskamer, kansberekening aan het doen. Wat was de kans dat ik op mijn gezicht viel als ik nu van de tafel sprong en naar mijn dochter rende? Reëel, leek me, aangezien ik nog in mijn been kon knijpen zonder te knipperen. Dertig minuten gingen voorbij. Een dokter kwam voorbij om te zeggen dat Lien geïntubeerd zou worden om haar te helpen ademen en daarna zou opgenomen worden op de neonatologie. Maarten zou met haar mee gaan. Veertig minuten gingen voorbij. Maarten kwam trots als een otter binnen met onze dochter in zijn armen. Die dappere meid had intuberen toch wat overdreven gevonden en was stilletjes opgeknapt toen ze een poging deden.

Hoe cliché het ook is, mijn wereld was onmiddellijk twee keer zo groot en eventjes toch zo klein als ‘wij drie alleen’. Lientje was uitgeput maar wij mochten even genieten van ons kersvers gezin, voor de pediater terug kwam en ons toelating gaf boven te gaan verder knuffelen op onze eigen kamer. Om zes uur ‘s ochtends vielen Maarten en Lientje even in slaap maar ik lag verder te genieten.. van een knalroze zonsopgang boven Gasthuisberg. Het was mijn dochter haar verjaardag!

 

Geboortekaartjes: inspiratie en tips!!

Toen ik zwanger was van mijn dochter, was er weinig aan het aanstaande moederschap wat mij niet leuk leek. Oke, de bevalling scheen een dingetje te zijn, maar verder? Ik vond al het nieuwe leuk. Uren was ik aan het zoeken naar het perfecte mutsje, de juiste lakentjes en natuurlijk: het mooiste geboortekaartje. Ik had hem snel gevonden! Klassiek, rustig, wit en een beetje roze of blauw. En een geboortekaartje is toch in mijn optiek een kaartje. Dus een stuk papier, in welk formaat dan ook, met tekst waarop je de geboorte aankondigt.  

 

 

 

Maar het kan alle kanten op. Je kan het zo gek niet bedenken of het bestaat. Zo heb ik ooit een heus concertkaartje gezien: ‘Met trots kondigen wij onze nieuwste productie aan’. Compleet met afscheurrandje en streepjescode. Ook een doosje met muisjes, waarop de informatie stond over de kleine spruit. Een houten bordje, een vilten hart, zelfs een romper heb ik langs zien komen.
Maar het meest bijzondere kaartje wat ik ooit gezien heb was een ‘Blijbewijs’  vormgegeven als het klassieke roze rijbewijs van papier zoals we dat vroeger kenden. Een fotootje van de baby en zijn gegevens erbij vermeld.  

 

 

 

Niks is zo leuk als geboortekaartjes kijken bij de verloskundige op het prikbord. Je ziet binnen negen maanden de laatste trends voorbij komen. Van de kaartjes met een motief van veertjes, een wigwam, of pijlen, tot: okergeel, mosgroen en oudroze. Strakke lettertypes tot sierlijke letters. Natuurlijk zie je ook de kaartjes van mensen die zich niets aantrekken van trends: een grote oranje olifant op een geel kaartje. Een simpel wit kaartje met enkel een naam. Zoveel baby’s, zoveel smaken.

 

 

 

Qua tekst hielden wij het persoonlijk vooral rustig. Geen gedichtje, geen zinnen als:

  • Wil je teentjes komen tellen, eerst mijn papa en mama bellen!

Tellen en bellen, vind ik nog leuk bedacht, het komt niet te dwingend over. Je zet nu eenmaal niet neer: We laten je niet binnen als je niet gebeld hebt van tevoren.
Ik vond dat eigenlijk wel vanzelfsprekend. Dat je eerst even belt voordat je langsgaat. En dat je niet zomaar op de bonnefooi een baby gaat bekijken (Maar dit gebeurt wel degelijk lieve mensen, echt waar! Laatst nog bij een vriendin van mij. En zeg dan maar eens nee als je de deur al open hebt gedaan). Net als dat ik het vanzelfsprekend vind dat je als volwassene blijft praten op een geboortekaartje en niet in flauwe rijmpjes gaat praten. 

  • Papa en mama hebben gestoeid, toen ben jij in mama’s buikje gegroeid!

OMG. Nee. Dit zet je toch niet op een kaartje. Ik meen serieus dat ik dit ooit op een kaartje heb zien staan. Ik heb het wel tien keer over gelezen, staat dat er echt?! Geschrokken nam ik weer plaats op een stoel in de wachtkamer. Was dit serieus? Ik pakte mijn telefoon en googelde op ‘teksten geboortekaartjes’. Natuurlijk waren er een hoop grappige teksten, die vooral sarcastisch waren bedoeld. Zoals:  

  • Met grote vreugde delen wij u de verhoging van de kinderbijslag mee!

Juist..

  • Mijn borsten hangen, mijn doos is stuk, maar oh, oh, oh, wát een geluk!

Hartstikke waar natuurlijk, maar iets TE eerlijk. Dit is bedacht door iemand die de hele blije tekstjes zo overdreven vindt. Wat ik ook vind.

Dolblij met de geboorte van onze dochter Lola.

Dat stond er op mijn kaartje. Meer niet. Ja, iets met een rusttijd. Niet wetende dat dat van tevoren amper te plannen is. Die tijd kwam helemaal niet uit toen Lola er eenmaal was en verbrak ik zelf door juist dan alle appjes te beantwoorden.
Bij een volgend kindje kies ik weer een rustig kaartje. Zonder gedicht. Zonder rusttijd en zonder dubbelzinnige teksten. Maar let ik wel op de volgende tips:  

1. Kies een kaartje wat je over een paar jaar nog mooi vindt. Trendgevoelig kan heel beschamend zijn na 10 jaar.

2. Niet elk lettertype past bij elke naam. Vooral bij korte namen kan het dan ineens heel anders overkomen dan hoe je de naam over wil laten komen. Probeer uit!

3. Vraag altijd een proefdruk aan, compleet met enveloppe! Wij kwamen pas na de geboorte erachter dat de enveloppe te donker was. Dus konden we nog etiketten gaan kopen en printen.

4. Laat het kaartje door de drukker of door een objectief iemand doorlezen. Je leest jezelf blind, een spelfout of vergeten huisnummer zie je dan niet meer.

5. Denk niet te moeilijk. Het is maar een kaartje, het belandt in het geboorteboek, je stuurt het op naar je verloskundige, je kind vraagt er hooguit over 20 jaar nog een keer naar, en dat was het.

 

 

 

Hoe zag jullie kaartje eruit? Stuur hem door naar Kids en Kurken op Instagram! 

 

 

 

KELLY V (klik hier voor haar Instagram)  

 

Bevallingsverhaal: de placenta kwam niet, nogmaals met m’n knieën op m’n borst persen … Niets

16 maart 2016… 37.4 dagen zwanger

Mijn ochtend begint rustig, ik slaap lekker uit (dat kan nog zonder kinderen) en eet wat… Ik heb de behoefte om naar m’n ouders te gaan, om samen te zijn, ik wil in ieder geval niet alleen zijn vandaag. Ik bel op, en meld dat ik kom, want een keuze hebben ze vandaag gewoon niet. De hele dag heb ik een rommelend buikje, soms wat harde buiken en de plannen die m’n moeder en ik voor de avond hadden worden door m’n moeder gecanceld want met die rommelende buik mag ik niet mee van haar.

Ik zou boodschappen doen, maar ik heb er de hele dag geen puf of zin in, dus ga ik samen met mij  vriend Peter naar de winkels. Daar tussen de schoonmaakmiddelen vraag ik hem om even te wachten, omdat de kramp in m’n buik nu toch wel echt even weggepuft moet worden. ‘Niet hier bevallen hoor!’, roept hij gelijk door het hele gangpad heen. We gaan naar huis en ik plof op de bank. Peter begint om 20:00 nog met koken. Ineens voel ik een raar plopje in m’n buik. Ik verbaas me erover, en ineens voel ik dat ik vocht verlies. Gelijk komt het besef dat m’n vliezen gebroken zijn en de kleine niet ingedaald ligt. Ik roep naar Peter, maar hij verstaat me niet en vraagt waarom ik zo raar met m’n billen van de bank hang. Ik vertel wat er aan de hand is en we bellen de verloskundige. Ik moet plat op de bank blijven liggen, zodat de navel streng niet klem kan komen te zitten. Als de verloskundige komt, checkt ze het hartje. Alles is goed, dus ik mag weer doen en laten wat ik wil. 21:00 Terwijl de verloskundige er nog is, nemen de weeën in heftigheid toe en spreken af dat we op z’n vroegst na 14.00 uur weer even contact opnemen. We moeten mijn lichaam de kans geven om wat ontsluiting te creëren. Ik moet me echt al wel concentreren bij iedere wee om ze goed op te vangen en dat lukt me nu nog prima. Ik besluit nog even te gaan douchen en Peter belt onze moeders dat het echt begonnen is. Hij vraagt of ze nog eventjes langs willen komen. We willen ze niet perse bij de bevalling, maar om een klein stukje mee te maken is toch wel bijzonder. Voor mij is het een soort afsluiting van kind zijn. Als de moeders in huis zijn en Peter en ik in de douche staan, komen de weeën snel achter elkaar. Eigenlijk wel heel snel, er is weinig tot geen pauze en ik ben m’n bubbeltje kwijt. Ik roep naar m’n moeder dat ik al zoveel druk voel en m’n schoonmoeder adviseert om toch de verloskundige te bellen. Peter twijfelt nog even, want we zijn pas 1.5 uur verder. De verloskundige heeft op dat moment nog twee andere bevallingen en omdat dit de eerste is zegt ze dat als ik het nu al niet meer red we misschien beter naar het ziekenhuis kunnen gaan. Ze stuurt toch een andere verloskundige naar ons toe.

Na twee uur weeën achter elkaar opvangen komt ze binnen en kijken we hoever ik ben… 8 centimeter! Vandaar dat het zo’n zeer doet! We gaan verder op bed en ik mag al snel gaan persen. Dit doe ik ongeveer een uur en dan wordt op 17maart  om 00:32 uur onze kleine meid Elin geboren. Een mooi fijn poppetje van 2720 kilogram. Ik vraag na drie seconden gelijk de kraamzorg – die ergens tijdens het persen binnen is gekomen – om de oma’s te halen en opa (mijn vader) blijkt er ineens ook bij te zijn. We genieten samen van de eerste momenten. We voelen allemaal even aan de navelstreng om het hartje te voelen. Na  20 minuten gaan de oma’s en opa weer naar beneden en gaan wij aan de gang om de placenta te halen, want die was er nog niet uit. Ik probeer een paar keer te persen, maar er komt niks anders dan bloed en stolsels. Ik krijg een spuit om de placenta los te laten gaan, weer proberen, weer niks. Elin gaat naar papa, weer proberen, weer niks. Volgends het protocol moeten we na 30 minuten de ambulance bellen, dus dat wordt gedaan. We proberen nog een keer met m’n knieën op m’n borst, maar er zit geen beweging in. En dan moet je mee, het infuus wordt aangelegd en de kleine meid wordt aangekleed door de kraamzorg. Ik word geholpen door de ambulancebroeders en wij gaan vast onderweg. M’n schoonmoeder rijdt met Peter en Elin iets later naar het ziekenhuis. In de ambulance verlies ik nog veel meer bloed. En ondanks alles, besef ik totaal niet wat er eigenlijk aan de hand is. Peter is nog net op tijd om me een kus te geven voor ik de operatie kamer in ga. Pas als ik op de operatie tafel klaar lig en tegen de anesthesist zeg dat alles zo gek klinkt en ik zo weinig zie, bedenk ik me pas dat dat toch niet echt goed gaat. Tijd om echt te beseffen heb ik niet, want ik ga onder narcose en de placenta wordt verwijderd door de gynaecoloog. Elin was erg gezakt in haar temperatuur en heeft een beetje voeding uit een cupje gehad. En ze heeft lekker warm bij papa gelegen. Als ik weer een beetje bij kennis ben, kan ik ook weer lekker knuffelen. De volgende ochtend komen we er achter dat ik 2.5 liter bloed verloren ben die nacht en krijg ik een zak met ijzer om weer wat aan te sterken. Als deze op is mogen we heerlijk naar huis.

OMAIRA