5 tips voor fijn thuiskomen na een bevalling, echt een MUSTREAD!

Fijn thuiskomen. Dat is natuurlijk een relatief begrip. We gaan er voor het gemak even vanuit dat je binnen redelijke tijd na de bevalling met een gezonde baby thuiskomt. En dat je een redelijk prettige bevalling hebt gehad, voor zover mogelijk.

We hebben het hier dus over tips die het jou makkelijker maken bij thuiskomst. Waar had ik echt baat bij, wat zou ik een volgende keer anders doen.

Natuurlijk is het voor een ieder anders, maar ik had toen mijn rechterarm willen geven voor deze tips.

Komt ie.

1. Een babykamer die ECHT af is.

Het leek mij een beetje overdreven, een opgemaakt bedje, de luierdoekjes al op de commode, de flessen al uitgekookt. Maar echt. Je hebt bij thuiskomst direct alles nodig. Ik had wel een opgemaakt bedje, maar er lagen nog spullen in en ik had het pak luiers nog niet open gemaakt. Stond ik daar te vloeken met een blote huilende baby en die irritante luiers die te strak in het pak zitten. Kortom: maak de kamer niet alleen af, maar ook gebruiksklaar.

2. Een volle vriezer en koelkast

Wij kwamen thuis rond etenstijd. De kraamhulp was er binnen een kwartier. Of we al wat gegeten hadden? Uhm.. nee. Dus terwijl ik met baby en kraamhulp naar boven ging, schoof manlief een diepvriespizza in de oven. De avond erna aten we een broodje. Daarna een soepje. Een week later ben ik toch maar gaan vragen om “kraamkost” en konden de twee oma’s de keuken in. In België trouwens heel normaal, een pannetje eten meenemen als je op kraamvisite gaat. En hoe fijn, toch gezond en gevarieerd eten, maar niet met een huilende baby de keuken in hoeven. Als ik met verlof ga, ga ik een paar dagen gebruiken om de vriezer vol te koken.

3. Vergeet jezelf niet

Een eigen thermometer, paracetamol, arnica druppels, coldpack, extra pyjama. Allemaal dingen waarvan ik van tevoren niet echt wist dat ik ze nodig had. Ze stonden niet op het uitzetlijstje, vriendinnen hadden ze niet expliciet genoemd. Voor de baby had ik bijna alles in huis. Voor mezelf moest manlief nog regelmatig op pad. Zo had ik geen idee hoeveel maandverband je op een dag verslijt en waar laat je die dingen. Ik heb er pedaalemmerzakjes voor gebruikt, vond ik héél fijn. Kon het meteen de kliko  in. Meest waardevolle tip: een zakje appelstroop in de vriezer. Dat kan je vormen als het bevroren is. En dan past het precies in je slip..

4. Ga pas naar huis als je je goed voelt

Misschien heel vanzelfsprekend. Maar er is niks vervelender als terug moeten met je baby. Als je het idee hebt dat er iets nog niet lekker gaat, meld dit dan. Wij stonden 5 uur na de bevalling op de parkeerplaats met de maxi cosi. Ik had ternauwernood een plas gedaan en baby had nog geen voeding op. Ik wilde ZO graag naar huis. Eenmaal thuis ging het met de dag minder en na 7 dagen konden we dochterlief terug brengen naar het ziekenhuis. Ik denk nog steeds wel eens na over de snelheid waarmee we naar huis mochten. Bij de volgende vertrek ik pas als de baby een volledige voeding heeft gehad en ik zelfstandig kan douchen.

5. Accepteer hulp en durf ook nee te zeggen!

Hond uitlaten? Ja graag! Visite die even de vaatwasser uitruimt? Doe maar! Even de baby in de gaten houden terwijl ik douche? Top! Ik vond het bij de eerste erg lastig om hulp te vragen. Toen dochterlief reflux bleek te hebben en veel huilde, was ik al blij met visite die haar vast wilde houden. Maar hoe fijn als visite het aanbiedt?! Accepteer die hulp. Ze zeggen niet voor niets: ‘It takes a village to raise a child’.

Aan de andere kant, zeg ook eens nee. Bijvoorbeeld tegen visite die direct voor de deur staat. Die op de meest idiote tijdtippen op kraambezoek willen komen. Wij kwamen thuis en vonden het juist fijn dat er direct mensen kwamen, maar als je dat niet wil, zeg het dan ook. Er is nog tijd zat voor visite.

En dan nog deze extra tip:

Proost! Vier het nieuwe leven! Vaak proosten ouders in het ziekenhuis met een flesje champagne. Na 9 maanden weer een glaasje, gegarandeerd dat jij vrolijk thuis komt.

 

 

 

KELLY (klik hier voor haar Instagram)  

 

Ik ben bijna overleden in mijn kraambed

Op vrijdag 13 april 2018, 3 dagen na mijn bevalling, ben ik bijna overleden in mijn kraambed. Bam, mooie binnenkomer vind je niet? Om mijn verhaal beter te begrijpen neem ik je even mee door mijn zwangerschap, want een roze wolk: dat was het niet. Ik ben bijna overleden door Pre-Eclampsie/Hellp. Dit staat ook wel bekend als zwangerschapsvergifiting.

 

 

 

Na een missed abortion, met een nasleep waar je u tegen zegt, maar dat is een verhaal apart, kwam ik de dag nadat ik ten huwelijk was gevraagd in Zuid-Afrika erachter dat ik opnieuw in verwachting was. Door het dolle heen, maar met een bang hart begonnen wij opnieuw aan dit prachtige avontuur. 
De eerste weken van mijn zwangerschap waren een uitdaging. Ik spuugde veel, zoveel dat ik zelfs medicatie kreeg, maar toch kon het mij niets schelen. De kleine deed het goed en we keken uit naar de toekomst, ik zou vrijdag 13 april 2018 uitgerekend zijn, gelukkig ben ik niet bijgelovig! De ellende begon alleen op kerstavond al. Ik zat met 24 weken met regelmatige harde buiken bij de verloskundige, twee weken later kreeg ik te horen dat ik niets anders mocht dan bedrust houden en duimen dat onze dochter tot 35 weken zou blijven zitten. Achteraf was dit voor mij het eerste signaal dat er iets niet helemaal pluis was.  

 

 

Rond 30 weken kreeg ik een blaasontsteking die maar niet wegging. Bij toeval was er een huisarts in opleiding bij onze praktijk die ook even mijn bloeddruk en suiker controleerde. Mijn bloeddruk was te hoog en hij begon verschillende vragen te stellen. ‘Ziet u sterretjes?’ ‘Ja’, antwoordde ik. ‘Heeft u veel hoofdpijn? ‘Nee, dat valt wel mee’. ‘Heeft u een bandgevoel bovenin de buik’. Nee, dat had ik ook niet. Voor de zekerheid stuurde hij mij toch door naar het ziekenhuis. Ik vond het onzin, ik kwam immers maar voor een blaasontsteking. Ik werd gekoppeld aan een streekziekenhuis en ik moest langskomen. Echt begrijpen deed ik het niet, want wat had dit allemaal te maken met die blaasontsteking? Ik werd aan een CTG gelegd en ik moest bloed laten prikken en urine inleveren. Mijn bloeddruk was daar nog steeds aan de hoge kant, maar kwam niet over de 140/90 uit. Dit was een grenswaarde om aan de bloeddrukmedicatie e zitten. Terwijl ik met mijn tweede antibioticakuur bezig was, vertelde de gynaecoloog dat ik helemaal geen blaasontsteking had. Alles zag er verder prima uit, ik mocht weer naar huis en mocht stoppen met de kuur. Als ik veel hoofdpijn zou krijgen moest ik aan de bel trekken.  Eenmaal thuis snapte ik niet goed wat er aan de hand was en waarom ik voor deze klachten naar het ziekenhuis moest. Ik bleef op de bank liggen, maar echt goed voelde ik mij niet. Naarmate de weken vorderde voelde ik mij steeds zieker en zieker worden. Elke keer weer gaf ik dit aan bij de verloskundige, waardoor ik te horen kreeg dat dit de laatste stukjes van de zwangerschap waren, er vast griep heerste of ik het nog rustiger aan moest doen. Vol frustratie heb ik de telefoniste een keer gesmeekt of ik langs de verloskundige mocht komen, omdat ik mij echt niet goed voelde. Na het negeren van het advies om een paracetamolletje te nemen en lang aandringen mocht ik langskomen. Mijn bloeddruk werd opnieuw gecontroleerd en wederom was dit een hoge uitslag: 150/110. Zo werd ik met een brief onder mijn arm direct naar het ziekenhuis doorgestuurd. In de brief las ik voor het eerste over vermoedelijk PE.  PE staat voor Pre-eclampsie. Simpel gezegd, een hoge bloeddruk tijdens je zwangerschap met eiwitverlies in de urine. Na het openen van de brief besloot ik niet te gaan Googlen, maar de gynaecoloog af te wachten.  Dat leek mij verstandiger. In het ziekenhuis waren verschillende controles uitgevoerd, waarna ik twee dagen later terug moest komen voor hetzelfde rondje. Bloedprikken, urine inleveren, aan een CTG en een uur lang om de vijf minuten bloeddrukmeten. Elke keer paste ik niet binnen het vakje ‘pre-eclampsie/hellp’ waardoor ik weer terug naar huis werd gestuurd.  

 

 

Ik bleef volhouden dat er iets niet klopte, waardoor ik elke week wel vier keer in het ziekenhuis zat. Ik had geen hoofdpijn, geen bandgevoel, maar ik zag wel sterretjes en voelde mij erg grieperig en zwak. Dan kreeg ik weer ijzerpillen of maagzuurremmers, maar helpen deed het niet.  Langzaam kropen de weken voorbij en ineens was ik toch 39 weken zwanger. Vier lange maanden heb ik thuis op de bank en in bed doorgebracht, maar ze zat nog binnen en ze was gezond. Dat was voor mij het allerbelangrijkste.
Op 6 april 2018 had ik een normale controle bij de gynaecoloog. Mijn bloeddruk was weer torenhoog en ik liep te ijsberen door de gangen van het ziekenhuis. Zonder het door te hebben was ik heen en weer aan het wiegen en ‘zuchten of puffen’ . De gynaecoloog vroeg aan mij of soms de bevalling begonnen was, waarna ik aangaf dat niet te weten omdat ik nog nooit eerder weeën had gehad. Ineens ging het snel, ik bleek inderdaad weeën te hebben en ik werd opgenomen in het ziekenhuis. Normaal bij een bevalling stijgt je bloeddruk ook, omdat je lichaam hard aan het werk is, die van mij was alleen nog net even een slagje hoger. Na vier uur in het ziekenhuis met 3 centimeter ontsluiting viel mijn bevalling stil en werd afgesproken dat ik mij de dag erna wederom moest melden.  

 

 

7 April 2018 is besloten dat als mijn dochter zich op 9 april 2018 nog niet zou melden, ik 10 april ingeleid zou worden. Mijn bloeddruk liep namelijk op en haar hartslag was ontzettend hoog. Als ik erop terugkijk vind ik het opmerkelijk dat zij mij toen naar huis hebben latengaan.
10 April stond ik in de ochtend bij het ziekenhuis, vol spanning want vandaag zouden wij ouders worden! Mijn bevalling was niet echt fantastisch. Hij duurde 7 uur en 5 minuten precies, dat was dan wel weer fijn, maar het was 7 uur lang een weeënstorm wegpuffen. Het begon met mijn eigen weeën, waarna ik wee-opwerkkers kreeg omdat mijn eigen weeën onvoldoende uithaalden. Toen besloot ik dat ik een ruggenprik MOEST hebben, want na 3 uur was ik doodop en nog geen cm verder. Na 4 keer prikken lukte het niet om hem te plaatsen en zat ik op 5 cm. Met 6 cm kreeg ik persweeën, omdat mijn dochter met haar hoofd tegen iets aan zat te duwen. Madam was een sterrenkijker. Die persweeën waren voor Jan Joker, want ik mocht er niet aan toegeven (lees: ik beet in de zijkant van het ziekenhuis bed en werd gek). Gelukkig draaide ze op tijd, maar door mijn weeënstorm en mijn hoge bloeddruk ging onze dochter snel achteruit. Toen haar hartslag daalde onder de 70, besloot de gyn in te grijpen. De schaar ging erin en de pomp kwam erbij. Na 2 keer trekken, en gehoorschade voor degene in de bevalkamer AUW!, was ze eruit.   

Onze dochter was geboren. Daar was ze eindelijk. Na wat wrijven haalde ze haar eerste hap lucht en begon ze te huilen.

En ik? Ik kon niet stoppen met huilen. Na een uur op die roze wolk, kwam de gynaecoloog om de schade down under te bekijken. En echt niet gelogen: ze hebben met z’n 2e moeten puzzelen hoe ze alles waar aan elkaar gingen naaien, waar ze vervolgens een uur over gedaan hebben. Het boeide mij allemaal niet! Wat was ik gelukkig, we hadden het gehaald zonder ziek te worden dacht ik nog.

De volgende ochtend werd ik met een bloeddruk van 134/84 naar huis gestuurd. Ik was moe en zou thuis moeten uitrusten dan kwam alles goed. Die woensdag thuis was heerlijk en we zaten echt op die roze wolk. In de avond lekker gegeten, goed geslapen (voor zover dat gaat) en donderdagochtend stond ik vreemd op.

Ik was zwak, moe en voelde mij niet goed. Het eerste dat mij opviel is dat ik niet meer vloeide (sorry TMI!). We hadden een kraamhulp die net klaar was met haar opleiding, een lieve meid: maar totaal onbekwaam. Toen ik aan haar vroeg of dit kwaad kon, zei ze dat het vanzelf wel weer op gang zou komen. Ze controleerde mijn pols en ging naar huis.

De nacht van donderdag op vrijdag durfde ik niet te gaan slapen. Ik zei tegen mijn vriend dat ik bang was dat ik dan nooit meer wakker zou worden. Ik at niet, dronk niet en leek wel op te zwellen. Op vrijdagochtend stond de kraamhulp weer voor de deur. Ze zei dat ik als ik twijfelde ik zelf maar even de verloskundige moest bellen.

Die belde ik om 08:00 uur. Ze was geïrriteerd en zou wel kijken of ik vandaag nog visite van haar kreeg diezelfde dag. Om 14:00 uur kwam ze, waarna mijn bloeddruk torenhoog bleek en ze het niet vertrouwde. 16:00 uur was ik in het ziekenhuis met vriend en baby. Vanaf toen weet ik hele stukken niet meer.

Ik ben onwel geworden in de wachtkamer, waarna mijn vriend iemand heeft gehaald. Ze hebben mij proberen te prikken voor een infuus, maar er was bijna geen ader meer te vinden. Mijn organen waren aan het afsluiten en binnen no time stond ik met allemaal gynaecologen om mij heen. Uiteindelijk hebben ze op een hele rare plek in mijn hand een infuus aan weten te leggen en kreeg ik een shot Magnesiumsulfaat. Dit was om mijn hersenen en andere organen te beschermen tegen eclampsie.

Mijn leverwaarden gingen erg achteruit en mijn bloedplaatjes namen af, maar ik ‘lekte’ geen eiwitten uit mijn nieren. Toch werd mijn pre-eclampsie opgeschaald naar Hellp.

Ik moest in het donker liggen met bloeddrukmedicatie en een magnesiuminfuus en afwachten of mijn situatie beter zou worden. Zo min mogelijk prikkels om mijn hersenen rust te gunnen. Terwijl ik in de kamer lag en iedereen om mij heen bezig was om mij bij de pinken te houden kreeg ik een moment van enge rust. Rust in het moment en in de situatie. Ik was klaar om alles los te laten en te gaan, zo voelde het voor mij. Of het nou door de medicijnen kwam of het feit dat ik doodziek was en mijn lichaam vergiftigd was, maakt voor mij geen verschil. Het voelde oprecht alsof ik op het randje van de dood stond en een keuze had. Ik koos ervoor om niet toe te geven en te vechten.

Ik lag 6 dagen in het ziekenhuis, toen ze mijn bloeddruk een beetje onder controle kregen. In die 6 dagen tijd was ik 9 kilo aan vocht afgevallen. Toen ik naar huis ging dacht ik dat alles beter zou worden, maar dit was niet het geval. Dit was slechts het begin van mijn herstelproces.

Los van de restklachten die je aan PE/HELLP (overprikkeld, vergeetachtig, niet op woorden komen, snel vermoeid en slechte concentratie) had ik last van bindingsproblemen. Mijn dochter was namelijk die dagen wel bij mij geweest, maar ik heb haar amper gezien. Ik voelde mij ontzettend schuldig, voelde mij de slechte moeder ooit en kon niet tegen haar geluiden. Weken heb ik doorgebracht in mijn donkere slaapkamer, met mijn vriend die alles opving. Onze dochter heb ik pas na 2 weken voor het eerst in bad kunnen doen. Ik kon niet eens zelf naar het toilet lopen, zo zwak was ik.

Toen ik na een paar maanden langs de huisarts ging om slaapmedicatie te krijgen ben ik naar een psycholoog gestuurd. Hier is PTSS geconstateerd, door het hele gebeuren. Naast EMDR (vorm van verwerkingstherapie) ben ik veel met mijn psycholoog in gesprek geweest. Praten over hoe je mijn verhaal een plekje kunt geven, maar ook hoe je omgaat met de verandering die je als mens meemaakt door die nare ziekte.

Afgelopen januari heb de therapie weten af te sluiten en ben ik weer begonnen met werken. Ik werk inmiddels bijna weer volledig en zal mij over 5 weken, voor mijn zomervakantie betermelden. Onze dochter zal dan 17 maanden zijn.

17(!) maanden ben ik al zoet met dit geintje en sommige delen die nu voor mij verandert zijn, zijn blijvend. Ik heb hersenschade opgelopen, alsmede schade aan mijn hart en vaten. Ik loop de rest van mijn leven onder streng toezicht bij het ziekenhuis en heb een hogere kans op hart- en vaatziekten de rest van mijn leven.

Mijn verhaal is ontzettend pittig, maar ik zou het zo overdoen. Want het grootste geluk dat wij eraan over hebben gehouden ligt nu heerlijk te slapen in haar bedje. En mijn vriend en ik? Wij zijn inmiddels getrouwd en samen sterker dan ooit.

Ik heb ervoor gekozen om mijn verhaal niet met naam en toenaam te delen, omdat ik niet wil dat mensen anders naar mij kijken als ze mij nieuw leren kennen. Ik ben namelijk niet zielig, ik ben een overlever!

 

Onze kraamverzorgster Lisette vertelt: Ik ben voor het eerst naar huis gestuurd

Het is weer tijd om te werken. Ik word gebeld in de ochtend door de planning. Ze hebben een gezin voor mij. Ik neem een collega over die twee dagen bij een gezin is geweest. Het is het derde kindje voor dit gezin, een jongetje! Ik maak mij klaar en rij naar het gezin toe. Ik bespreek met de kraamvrouw wat er verwacht wordt en wat ik te bieden heb. Moeder en baby staan namelijk altijd op nummer één. Als er ruimte is voor het huishouden is dit prima. Ik help zo veel mogelijk met de borstvoeding om dit te laten slagen. Ik doe alle controles van moeders bloeddruk, hechtingen, baarmoeder en de temperatuur. Ook stel ik geregeld een aantal belangrijke vragen. Zoals over de hoeveelheid bloedverlies en dergelijke. Ik let goed op de borsten en de benen. De baby weeg ik, let op zijn kleur, op zijn poep en plas, op zijn naveltje en ook zijn temperatuur. Eigelijk let ik dus als kraamverzorgster op een hele hoop. 

De wc en het sanitair schoonmaken is vaak een standaard vraag. Verder doe ik de was. Ik sta ongeveer om de dag boven en beneden om te stofzuigen en ik verschoon om de dag het bed (als zij dit willen). Ik ben een open persoon en ik zeg altijd als er iets is. Wederzijds verlang ik dit ook. Praat met me, want dan kan ik er iets mee. Ik vind het niet leuk als ik dingen teruglees op mijn feedbackformulier, want dan kan ik er niks meer aan veranderen. De kraamweek is maar één week, het is zo om. De kraamvrouw geeft aan dat helpen met de borstvoeding en spelen met de andere twee kinderen belangrijk zijn. 

De baby weegt ongeveer 4700 gram, het is dus best een flinke baby. Deze baby’s krijgen vaak bijvoeding, omdat zij gewend zijn om altijd te kunnen eten en de borstvoeding is vaak nog niet voldoende op gang. De baby hapt mooi aan en zuigt de eerste paar minuten goed en valt dan in slaap. Dit is altijd erg lastig en vraagt veel geduld, zo ben ik dus best een tijd bezig met de borstvoeding. Dit is normaal bij baby’s die te weinig wegen, maar dus ook bij baby’s die aardig wat wegen. Ze willen vooral slapen en zijn heel moeilijk wakker te krijgen. Ook zijn jongetjes vaak wat luier dan meisjes. De meneer vraagt tussen de voeding door of ik er een was in wil gooien. Prima, een klein wit wasje kan ik vinden, dus die doe ik er in. De visite komt bijna. Ik zorg voor het drinken en eten. Na de visite weer een nieuwe poging tot voeden. Daarna was het de vraag of ik met de twee andere kinderen even naar de speeltuin wil zodat de ouders even kunnen rusten. Helemaal  leuk! Drinken, koekjes mee. Na de speeltuin nog even kleien. De stofzuiger er door heen, even de nacht voorbespreken en ik ga weer naar huis. 

De volgende dag had ik een kort dagje van 9.00 tot 13.00 omdat het Bevrijdingsdag is. Ik had namelijk met Koningsdag wel gewerkt. Ik kom binnen en vraag hoe de nacht is gegaan. Best rommelig vertelt vader. Ik loop naar boven en de baby is pas klaar met drinken, hij mindert niet met bijvoeding, maar er komt juist steeds meer bij. Ik vertel als je telkens meer voeding geeft, hij daar vol van zit en niet meer om de drie uur aan de borst wilt. Dit blijft lastig met bijvoeding (kunst) en borstvoeding door elkaar. Ook nu vraagt vader of ik er een wasje in wilt doen. Ik doe dat zodra ik klaar ben met de controles. We bespreken de rest van de week even door voor de uren, omdat de vader weer wat gaat werken. Daarna wordt de baby net goed wakker, als ik bijna naar huis wil gaan. Ik blijf wat langer om te helpen met goed aanleggen. Ik kom thuis en wil me net gaan omkleden als ik door de planning wordt gebeld. Ze vertelt dat het gezin niet meer wilt dat ik nog terug kom. Zo dat is even een klap in mij gezicht. Ik vraag de reden en voel ook gelijk tranen op komen, want wat maakt mij dit boos zeg. Vooral het feit dat ze niks hebben gezegd, maakt mij boos. Net alsof ik ga bijten als een gezin zegt dat de klik er niet is. “We willen graag morgen iemand anders.” Ik zou zelfs dan nog zelf direct de planning bellen. Het zou bijvoorbeeld beter zijn als ze bijvoorbeeld uitlegt dat ik veel met moeder en baby bezig bent maar dar ze wat anders verwacht. Ik snap best dat het misschien lastig is om dit aan te kaarten… Maar we zijn toch volwassen? En daarbij ik ben geen schoonmaakster? Ze wil dat ik telkens al het speelgoed van de kinderen op ruim? De soms wat ervaren vrouwen die in de kraamzorg werken zijn nog zo opgeleid om veel in het huishouden te doen. Maar de protocollen zijn al lang veranderd veel hebben hier moeite mee. En doen het alsnog. Je kan het wel doen als er tijd voor is. Maar ze zouden dan duidelijk moeten zeggen dit hoort eigelijk niet.

 

 

Mijn collega van de planning is heel lief en blijft rustig met mij praten. Dit gebeurt zo’n twee keer in de week en het ligt niet aan mij. De reden is dat ik te veel op moeder en baby ben gefocust en dat ik niet genoeg aan het huishouden doe. Mijn collega deed dit wel. Ze ging strijken.. Sowieso sta je een punt achter als je iemand over neemt, maar hierbij waren het wel veel punten. Je wordt sowieso vergeleken, helaas, maar ook logisch, het is menselijk. 

 

 

LISETTE (klik hier voor haar Instagram)  

 

Deze vader verliet zijn vrouw in de kraamweek…

8 jaar, dat klinkt lang hé? 

Geloof me, als je die 8 jaar deelt met iemand waar van je bent overtuigd; já! Dit is hem, hier wordt ik oud mee, met vele ups en downs maar we redden het… en het valt allemaal zo in duigen, dan duren 8 jaar ineens heel lang. 

Het was vorig jaar september, toen we het over de volgende stap hadden, een kindje. Stoppen met de pil, en we zien het wel. Eigenlijk wouden we eerst graag verhuizen omdat we in een klein huisje woonde. Hier gingen we dan ook rustig naar kijken… totdat ik mij eind november niet goed voelde, heel moe, beroerd. Ik moest die ochtend naar de fysio, en eenmaal wachtend daar schoot er door mijn hoofd heel ver weg; zwangerschapstest. Deze had ik niet thuis liggen. Wat dat betreft ben ik daar niet zo voorbereid in. Ik had lekker mijn rug los gegooid en besloot naar de kruidvat te rijden: die 2 voor €5,- zijn super goed. Zo gezegd zo gehaald. Eenmaal thuis ging ik naar de wc, met mijn zwangerschapstest. Mijn toenmalige vriend had een week vakantie dus hij was ook thuis. Ik heb gewacht op de wc, en toen de test eenmaal zijn tijd had gehad zag ik het; 2 streepjes. Ik heb gelijk mijn vriend geroepen; en gezegd schat dit meen je niet! Ik ben zwanger! Nooit verwacht dat dat zo snel zal gaan. Het moest flink op ons inwerken, vooral bij mijn vriend toendertijd. Die dag heb ik gelijk de verloskundige gebeld, en zijn wij naar mijn schoonouders en ouders gereden om het grote blije nieuws te vertellen. 

Weken gingen voorbij, vaak een afspraak bij de verloskundige, of bij de cursus samen bevallen die ik en mijn vriend volgde voor mijn eigen gerustheid en iets voorbereidend te werk kunnen gaan dan zonder een goede pufcursus. Mijn vriend keek hier sowieso altijd negatief tegen aan, hij deed het voor mij en dat was het. Dat was hetzelfde als met de echo’s, ook dat was meer een verplicht iets in zijn ogen. Oh, en dat hele samen 9 maanden zwanger zijn valt ook wel vies tegen, van de vrouw wordt alles verwacht, maar de man daarin tegen kan nog steeds naar nachtfestivals/ dagfestivals, biertjes drinken fulltime werken en daarna snel je eten naar binnen werken en door naar de sportschool , douchen en de bank op. Mijn dag bestond meer uit liggen ivm bekkeninstabiliteit en de huisvrouw uithangen, leven naar het moment dat mijn vriend weer thuis kwam en hup, weg was je weer. Want geloof me, de muren komen op je af. Maar die 9 maanden zwanger hé schat, dat doen we samen. Yeah right schat! 

Ik struglde elke dag wel met mijn hormonen, ik was een onuitstaanbaar kreng. Leven met mij tijdens een zwangerschap, hm ik raad het je niet aan. Maar hé, het is zo bijzonder. En ze zeggen vaak iets waar je doorheen moet. Ik wist niet dat die hormonen je zo over konden nemen… pff. 

Tijdens de zwangerschap, stelde ik voor om nog leuke dingen te gaan doen met zijn 2en. Helaas moest dit altijd van mij komen. Hij vond het sparen belangrijker en de toekomst, en dat was het ook zeker wel, maar achteraf lijkt het wel uitgedacht.. we zijn een weekend naar valkenburg geweest; hij heeft daar meerdere malen benoemd dat hij het lastig vind om leuke dingen te doen met iemand die hem zo afsnauwt en niet leuk voor je is; begrijpelijk. Dat heeft hij trouwens niet alleen in valkenburg benoemd, maar de hele zwangerschap door. Ik vond dit moeilijk om te horen en ik wist ook niet zo goed wat te doen, ik dacht met tijd, heel veel tijd zal het vast allemaal beter worden. 

Ik leefde naar de bevalling toe en dacht; dan wordt het vast beter. Na een hele heftige lange pijnlijke bevalling was hij daar dan op 10 september 2018 om 7:10 onze zoon. Ik moest echt wel even wennen en schakelen en ik vond het ontzettend spannend maar wat was ik blij. Zelfs met me 10 hechtingen die ze achterlieten, het was het waard. 

We hadden een top kraamverzorgster! Echt zo’n lieverd! Ik had het zwaar, met de nachten, het nieuwe, maar oh wat was ik verliefd. Helaas had ik het idee dat ik vrij weinig van mijn vriend terugkreeg. Mijn vriend was ook veel weg, met zijn broer. Eigenlijk altijd met zijn broer. 

Mijn vriend had 4 weken vrij opgenomen; en wat was hij gek op onze zoon, maar ik voelde niet meer op mij. Ergens heb ik me ook zo gebruikt gevoeld. Ik moest alles zelf doen, vanaf dag 1 alweer. Ik voelde me zo alleen, zelfs mijn schoonfamilie keerde zich tegen mij omdat; mijn schoonmoeder het idee had dat mijn familie meer aanwezig was, en dat ze onze zoon nooit mochten vasthouden, zoveel jaloezie hadden ze in hun zitten en dit kwam mijn schoonmoeder mij vertellen toen ik net 3 weken bevallen was. En mijn vriend? Koos partij voor haar en heeft mij en onze zoon keihard laten zitten. En vanaf dat moment ging het bergafwaarts, als ik al praatte of iets zei kreeg ik al een vieze afkeurende blik. Ik heb hem meerdere malen verteld dat hij nu echt moet gaan vechten en er wat voor moet gaan doen, dat hij anders beter ons kon laten aangezien we 0 liefde voelde. 

Tot op een zondag… 

ik een verjaardag had van een vriendin van mij met haar zoontje & hij niet mee ging omdat hij het te ongemakkelijk vond. 

Ik had het daar leuk op de verjaardag maar voelde me ergens ook enorm eenzaam. Eenmaal naar huis belde ik mijn vriend wat hij wou eten (standaard ritueel) hij zei dat hij in harderwijk zat met zijn familie op het terras een soort familie uitje maar dan zonder kleinzoon en schoondochter. Toen kreeg ik zo’n klap dat ik hem heb opgebeld en verteld dat ik hem mis en wil dat hij er voor mij/ons is en dat ik met hem wil zijn, en als die het allemaal niet belangrijk vond; hij beter weg kon gaan. Dat bleek voor hem de juiste oplossing: weggaan. Hij pakte zijn spullen en was weg, nu ziet hij zijn zoon 1keer in de week op de zaterdag. Dit wordt opgebouwd naar meer en langer. 

Ik was toen dit allemaal gebeurde net 4 weken mama. Mijn zoon zal dus nooit beter weten.   

Dit vind ik sneu; maar mijn ex noemt het als wat niet weet wat niet deert en straks krijgt hij een bonus papa en mama erbij. Mijn ex is al veel verder in het hele proces hoor.. maar dat had ik al wel door tijdens mijn zwangerschap.

Nu hebben we het zelf goed geregeld. Maar, zijn er bij mij nog veel onbeantwoorde vragen. Ondanks alles ben ik dolgelukkig met mijn zoon en geniet ik enorm van ons leven met zijn tweeën.

Onze kraamverzorgster Rose ziet in dit gezin dat leven en dood zo dicht bij elkaar ligt

Leven en dood, zo dichtbij elkaar

Het is een donderdag, om 07:51 uur gaat mijn telefoon. YES! Een gezin. In dit gezin is vanmorgen vroeg na een vlotte mooie thuisbevalling een 3de zoon geboren. Met de stoere naam;

BOET!

Boet is om 05:38 uur geboren. Rond 7:00 uur bellen ze eerst Opa & Oma Tractor om het blije nieuws te vertellen. In die tussentijd belt de andere Oma. Die drukken ze weg, toeval denken ze.. Ze bellen haar terug en horen een geëmotioneerde oma. Ze vertelt dat de opa (opa Koek) van de kersverse moeder is opgenomen in het ziekenhuis, het gaat écht niet goed.

Opa Koek had nog 3 wensen:

1. 92 jaar worden ✔️

2. Dat de schuur die vorige week is afgebrand bij de woning brand die hem trof wordt afgebroken. ✖️

3. Dat de baby geboren wordt.✔️

Afgelopen maandag op dinsdag werd opa Koek getroffen door een grote brand. Zijn schuur was afgebrand en bij het huis was asbest vrij gekomen. Daarom moest hij weg uit zijn huis. De dag erna werd hij 92 jaar. Zijn verjaardag vierde hij in een zorghotel. Wegens omstandigheden is hij daar vertrokken naar een bed en breakfast.

Maar het gaat slechter en slechter met hem en hij moet naar een hospice. Toch wil hij liever naar het ziekenhuis om nog tijd te rekken voor zijn nieuwe achterkleinzoon die in aantocht is.

De kersverse mama heeft het heel zwaar met alle emoties. Ze is net bevallen en hoort 1,5 uur later dat haar opa op sterven ligt. Oma komt nog vlug op bezoek voordat ze naar haar vader vertrekt. In het ziekenhuis vertelt oma trots aan haar vader dat zijn kleindochter bevallen wis van Boet. Heel trots en met een grote glimlach vertelt hij het tegen de verpleegkundige. Het gaat snel achteruit die dag. En precies 12 uur ná de geboorte van Boet, overlijdt opa Koek.

De kraamweek verloopt veel anders dan het had moeten zijn. Vader zegt; ‘Dit had een feestweek moeten worden…’

Ik probeer er te zijn voor de ouders en neem de zorg over voor Guus & Billy, de 2 trotse grote broers. Ik verzorg ze, speel met ze en ga koekjes bakken. De jongens vinden het super. En ondanks het verdriet dat papa en mama hebben, genieten ze toch. Met Boet gaat het gelukkig goed. Het is een mooi tevreden jongetje. Met mama gaat het na omstandigheden ook wel prima. Het is moeilijk te beseffen allemaal.

Er wordt nog snel een fotoshoot geregeld zodat er een foto van de 3 broers mee de kist in kan. Dinsdagavond wordt de kist gesloten en hebben ze hem voor het laatst gezien. Woensdag is de begrafenis. Ik zorg ervoor dat ze op pad gaat met zakdoekjes, dextro en een rolstoel. Ze is tenslotte net 7 dagen geleden pas bevallen. Die powermama draagt de kist de kerk binnen! Wat ben ik trots dat ze dat gedaan heeft.

Omdat wij als kraamverzorgenden niet alleen mogen blijven met de kindjes of alleen in huis, komt de andere oma in huis. Ik neem die ochtend de zorg over voor Boet en oma voor de 2 jongens.

De laatste dag van het kraambed ben ik eigenlijk vrij, maar omdat dit gezin zoveel al had mee gemaakt, wil ik het graag afmaken. Ondanks alles hebben ze toch een fijne kraamweek gehad.

In dit gezin heb ik gezien hoe dichtbij het leven en de dood liggen. Ergens is het natuurlijk wel een super mooie gedachte. Maar wel heel verdrietig.

Lisette kwam als kraamverzorgster 19 jaar te laat, oeps

Ik ben Lisette, 25 jaar oud en werk 1,5 jaar als kraamverzorgende. Hiervoor heb ik vier jaar op een kinderdagverblijf gewerkt. Ik heb een neefje waar ik een soort van tweede moeder voor ben. Ik vind het heerlijk om op hem te passen, dit doe ik al vanaf dat hij drie maanden oud is. Ik heb al bijna zeven jaar een leuke vent aan mijn zijde. 

Als kraamverzorgende sta je vanaf 8 uur in wacht voor een eventuele dienst. Dit betekent dat je vanaf dat moment inzetbaar bent. Ik werk deze week zes dagen, want we werken allemaal om het weekend. Ik was zojuist gebeld, dus ik bel mijn collega van de planning terug. In eerste instantie had zij een Engelstalig gezin voor mij, maar ik ben niet zo goed in de Engelse taal. Ik zou niet de zorg kunnen bieden die ik zou willen. Gelukkig was er toch nog een Nederlands gezin voor mij. Ik kleed mij aan en stap in mijn witte pakje in de auto. Ik voer het adres van de kraamvrouw in. Helaas niet in mijn regio, maar dat maakt mij niet zo veel uit.

Kramen bij een gezin op een kamer van 3 bij 3, maar wat een verhaal schuilt daarachter…

Ik ben Rose Anne, 25 jaar, kraamverzorgster én sinds kort ook moeder van Vive! Vive is nu vier maanden en alles gaat super goed. Toen ik een jaar of acht was riep ik: ‘Later als ik groot ben dan wordt ik moeder én kraamverzorgster’.  Eerst heb ik de opleiding tot verpleegkundige gedaan, maar uiteindelijk toch gekozen voor de kraamzorg thuis bij de mensen, waarom? Omdat je dan veel meer contact hebt met de kersverse moeder. Ook beteken je meer voor het gezin. Als kraamverzorgster maak je veel mee, mooie dingen zoals de bevalling, een nieuw leven. Maar ook zeker minder leuke dingen. Vanwege de privacy van mijn kraamgezinnen gebruik ik andere namen in mijn blog. 

Het is zondagochtend, om 10 uur word ik gebeld door de kraamzorg dat ze een gezin voor mij hebben. ‘Rose anne, het is niet zomaar een gezin… Ze wonen in het asielzoekerscentrum. Én spreken geen Engels. Ze hebben recht op twee keer 1,5 uur zorg!*

Ik lees eerst het protocol nog even door over het werken op een AZC. Met goede moed ga ik erheen. Ik meld me bij de receptie en geef aan op welke kamer ik moet zijn. De beveiliging loopt met mij mee en wijst de kamer aan. Ik schrik van wat ik daar aan tref! Ik ben op veel plekken geweest, maar waar dit gezin met drie personen in moet leven is bizar klein. Ik denk dat de kamer niet groter is dan 3 x 3 meter. Waarin twee bedden staan, een wasbak, kast en een tafeltje met stoel. In het hoekje zit een jong meisje op bed. Ze stelt zich voor als Layla, ze heeft een hele kleine prachtige dochter Nema gekregen. Met handen en voeten weet ik de bevallingspapieren te bemachtigen en het kraamboek. Dit kan nog wel eens knap lastig worden, maar gelukkig bestaat de tolktelefoon. En die heb ik nu nodig! Samen met de tolk en Layla bespreek ik het een en ander. Het is tijd om dochter Nema te voeden. Ik kan wel zien dat ze onzeker is tijdens het verschonen en voeden. Ik geef haar wat tips die ze goed oppakt. Nadat ik Layla en Nema heb gecontroleerd is het alweer tijd. We spreken af dat ik vanmiddag weer terug kom om weer te helpen bij de voeding. ‘s Middags gaat het goed met de voeding en vraag ik via de tolk of ze een badje heeft zodat we Nema morgen in bad kunnen doen. De tolk geeft aan dat ze dit niet heeft, sterker nog… Ze heeft überhaupt niks voor Nema. Ze heeft een paar luiers, drie rompertjes en twee setjes kleding. Er ontbreken meer kleertjes, hydrofiele doeken, badje, genoeg luiers. Kortom ze komt veel te kort en dat vind ik verschrikkelijk. Nadat ik daar klaar ben plaatst ik meteen een berichtje op verschillende babypagina`s op Facebook. Hierin vraag ik om babykleertjes en – spulletjes. Na een uurtje rond rijden zit mijn kleine autootje toch aardig vol. Dan krijg ik een berichtje van een vrouw, ze heeft niet veel spulletjes meer maar wil graag €100 geven. Hoe lief?! Die mevrouw ben ik nog steeds zó dankbaar. Daardoor kon ik nog meer spullen kopen en een aardige luiervoorraad aanleveren. Verder kocht ik douchespullen voor Layla en haar vriend. En een afwasborstel met afwasmiddel en een theedoek, want ook dit ontbrak. De volgende dag ging ik vol goede moed met een badje, kleertjes en luiers naar Layla toe. Díe blik in haar ogen, die zal ik niet snel vergeten. Nadat Nema lekker in bad was geweest en gedronken had was het alweer tijd om te gaan. Toen ik later op de middag terug kwam trof ik Layla huilend aan met een foto in haar handen. Eén foto uit duizenden, de foto was gescheurd, verkleurd en gekreukeld. Op de foto was een gezin van zes te zien: een vader, moeder en vier kinderen. Ze wees zichzelf aan. Toen besloot ik om weer de tolk te bellen, ik wilde graag dat ze voor mij vertaalde wat Layla huilend vertelde. Pff… Hier komt het verhaal.