Moederziel alleen verloor ik twee keer achter elkaar onze dochters

Eind februari 2018 gebeurde het. Vol ongeloof staarde ik naar de positieve zwangerschapstest in mijn handen. In één keer in raak! Wie had dat gedacht? Het was ons derde kind, bij onze andere twee kinderen duurde het precies een jaar en een half jaar voordat ik zwanger was. En nu had ik al binnen een maand een positieve test! Ik kon het niet geloven en mijn vriend en ik waren echt dolgelukkig.  

Dat ons sinds die dag nog veel meer stond te wachten, had ik nooit kunnen bedenken. Na een aantal weken kwamen we er met de eerste echo namelijk achter dat het een eeneiige tweeling was en nog eens twee weken later begonnen de grote klachten die bij een tweelingzwangerschap helaas vaker voorkomen. Zo werd ik van de een op andere dag extreem misselijk, kon ik niks meer binnenhouden en belandde ik uiteindelijk meerdere keren in het ziekenhuis omdat ik was uitgedroogd.

Gelukkig groeiden de baby’s lekker door en ging het met hen goed. Tenminste, tot de 16e week dan… Met een controle bleek er plotseling iets mis te zijn en al snel werd er bij de baby’s het Tweeling Transfusie Syndroom geconstateerd. Hierbij is de bloedsomloop tussen de ongeboren baby’s in de baarmoeder niet in evenwicht. De één geeft alles weg (de donor) en de ander krijgt veel te veel (de ontvanger). In ons geval kwam ‘de donor’ al snel stuck te liggen, wat betekende dat ze bijna helemaal geen vruchtwater meer had. Een noodzakelijke laseroperatie waarbij al hun gezamenlijke bloedvaten werden dicht gelaserd, was hun enige kans om samen te overleven (lees: 64%).

Ik was doodsbang. We wisten net dat het meisjes waren en door het vreselijke nieuws had ik het gevoel dat mijn dochters direct weer werden afgepakt. Hoewel de laseroperatie hun enige kans was, kleefden er zorgwekkend veel risico’s aan de ingreep. Zo was er dus de mogelijkheid dat één baby het niet zou redden, maar het kon ook dat ze het beiden niet zouden overleefden. Daarnaast was er een grotere kans op eerder gebroken vliezen en een vroeggeboorte. Niet echt geruststellende vooruitzichten, maar we moesten wel. Een andere optie hadden we niet.

Gelukkig overleefden onze dochters allebei de ingreep en de verdeling van het vruchtwater kwam al snel iets meer in balans. Nog niet helemaal zoals het zou moeten, maar het ging in ieder geval de goede kant op. Zo goed zelfs dat onze arts een paar weken later zei dat we nog wel een weekje op vakantie mochten, zolang ik nog maar geen 24 weken was. Het was bijna zomer en op de een of andere manier had ik zo’n verlangen naar een weekje weg. Even tot rust komen van alles wat er gebeurd was. Nog één keer met z’n vieren weg, voordat alle hectiek met de tweeling erbij zou beginnen…

En dus boekten we een weekje Spanje. Gezellig op de camping in een stacaravan met huurauto. Het leek me heerlijk, maar helaas gebeurde er op de dag dat we ’s nachts op vakantie zouden gaan iets wat ik totaal niet zag aankomen. Ik was 20 weken zwanger en tijdens de echo stopte het hartje van onze eerste dochter Joëlle plotseling met kloppen. Voordat ik het doorhad, was ze overleden en ik kon niks doen. Het was echt vreselijk. Omdat we geen oppas voor onze zoontjes hadden kunnen, vinden, was ik even alleen op controle gegaan en mijn vriend wist dus van niks.

Het was zo onwerkelijk allemaal, ik kon het gewoon niet bevatten. Dat was niet mijn dochter die ik totaal onverwachts op de echo zag overlijden. Dat was niet mijn buik waarin zich dat grote drama afspeelde. Toch moest ik het wel aan mijn vriend vertellen toen hij een half uur later heel gehaast binnen kwam rennen, nadat ik hem geappt had of hij zo snel mogelijk naar het ziekenhuis kon komen. Hem bellen durfde ik niet, ik was zo lamgeslagen van het plotselinge verdriet. Ik was bang dat ik geen woord uit kon brengen als ik hem zou spreken en bovendien wilde ik hem niet helemaal overstuur naar het ziekenhuis laten komen. ‘Ze is net overleden in mijn buik…’ zei ik toen hij mij vragend aankeek en ik in tranen uitbarstte. ‘Ik zag het gebeuren, maar ik kon niks doen. Het spijt me zo!’

Wat had ik graag gewild dat dit ons verhaal was… Dat het hierbij bleef en dat de andere baby uiteindelijk wel later gezond ter wereld kwam. Maar helaas is dat niet ons verhaal. Onze nachtmerrie ging daarna nog verder. Terwijl we namelijk in compleet shock naar de arts luisterden over wat er precies gebeurd was -het was een complicatie van de laseroperatie; het vlies van Joëlle was door de ingreep aan de achterkant los gekomen en langzaam strak om haar navelstreng gaan draaien, waardoor ze geen bloedtoevoer meer kreeg en uiteindelijk stikte- voelde ik alleen maar één grote leegte. Alsof mijn hart zelf ook was gestopt met kloppen. Mijn dochter was dood. Holy shit, mijn dochter was dood.

Volgens onze arts ging het met de andere baby, de donor, gelukkig goed. Zij zat goed in haar vlies en haar vruchtwater werd ook steeds meer. Het was nog steeds niet zoveel als wat baby’s gemiddeld met dat termijn hebben, maar wel voldoende voor dat moment. Al snel begon de arts over onze vakantie die nacht. Door alle shock was ik die allang vergeten. Er was echter geen medische reden om niet te gaan. Met de andere baby ging het echt goed. En omdat ze een eeneiige tweeling waren, kon Joëlle niet alvast geboren worden. Ze kwamen samen, maar pas als de levende baby daar klaar voor was. Tot dan kon het geen kwaad dat Joëlle in mijn buik zou blijven zitten. Hoe gek het dus ook klonk, onze vakantie kon gewoon doorgaan. Er kon niks gebeuren. Maar als we het echt niet wilden gaan, konden we ook een brief voor de annuleringsverzekering krijgen. De keuze was aan ons…

Twaalf uur later zaten we in het vliegtuig. Compleet in de rouw. Gekkenwerk natuurlijk en achteraf was het natuurlijk ook een vlucht. Een vlucht van alles wat er gebeurd was en de wereld die thuis stil was blijven staan. Want thuis waren we nog steeds in verwachting van Joëlle. Thuis stond alles al klaar voor de komst van haar en haar zusje. De peperdure tweelingkinderwagen, hun pas roze geverfde kamertje, hun megagrote kledingkast en commode. Ik kon het niet aan om met alles geconfronteerd te worden en hoopte dat ik in Spanje even kon vergeten wat er allemaal gebeurd was.

Maar dat gebeurde natuurlijk niet. Sterker nog, onze vakantie werd een grote nachtmerrie. Op de zesde dag beviel ik ‘s avonds, opnieuw geheel plotseling, in een bloedhete caravan van onze tweede dochter Féliz. Na een dag darmkrampen (ik dacht serieus dat het darmkrampen waren, we waren twee dagen daarvoor nog in een plaatselijk ziekenhuis geweest, omdat ik dacht dat ik vruchtwater verloor, wat na onderzoek niet zo bleek te zijn) stak totaal onverwachts haar beentje uit mijn vagina en voordat ik het wist, glibberde ze er helemaal uit. Totaal in shock ving ik haar op in mijn onderbroek en met mijn hart in mijn keel staarde ik naar het opgekrulde hoopje. Ze bewoog nog, maar ik was bevroren. Ik had absoluut geen idee wat ik moest doen en in een soort trance belde ik 112. Mijn vriend was op dat moment net naar de speeltuin met onze zoontjes. Toen ze een paar minuten later even terugkwamen om te kijken hoe het met mij ging, moest ik hem voor de tweede keer in een week tijd vertellen dat ik ook onze andere dochter niet had kunnen redden…

Ruim drie kwartier later werd Féliz in het dichtstbijzijnde ziekenhuis eindelijk uit mijn schoot gehaald. Het ambulancepersoneel had haar voor het gemak in mijn onderbroek laten zitten. Ze wilden nog niet eens naar haar kijken. Waarschijnlijk zelf bang voor wat ze te zien zouden krijgen.

Een half uur later werd Joëlle geboren. Ik hield mijn ogen dicht toen ze haar van mij losmaakten. Omdat we verder niemand voor onze zoontjes hadden, moest mijn vriend bij hen in de wachtkamer blijven en ik wilde onze meisjes pas zien en vasthouden als ik weer samen met hem kon zijn.

Wat we uiteindelijk ook deden toen mijn vastzittende placenta na nog eens dertig minuten met veel geweld eruit was gekomen. Stoned van de morfine pakte ik eerst Féliz van de verpleegkundige aan. Ze was gewikkeld in een blauw dekentje en had een klein mutsje op. Ze was verbazingwekkend groot en zag er al uit als een echte baby. Daarna kregen we Joëlle in onze armen. Ook zij was al helemaal af en was net zo mooi als haar zusje.

Het was te bizar om ze vast te houden. Het leek net of we ze van het ziekenhuis gekregen hadden. Twee koude, stille kindjes die niet bewogen en niet huilden. Met mijn vinger streelde ik voorzichtig hun lange vingertjes, ze hadden zelfs al nageltjes. De rest van hun lijfjes durfde ik niet aan te raken, bang dat ik hun tere huidje zou beschadigen.

In totaal hebben we ze ongeveer een half uur vastgehouden. Daarna werd ik naar de kraamafdeling gebracht en mijn vriend ging met onze zoontjes weer terug naar onze caravan op de camping. Het was inmiddels middennacht en ook zij waren doodop. Dat ik onze pasgeboren dochters niet mee mocht namen naar mijn kamer had ik niet direct door. Pas toen de verpleegkundige ze voor mijn ogen liefdevol inpakte in een soort zilveren grote bak, kwam het besef. Het was alsof ik zelf ook stierf. Het enige wat ik wilde, was een slaappil nemen en nooit meer wakker worden.

Uiteindelijk werd ik de volgende dag ontslagen uit het ziekenhuis. We pakten de eerste, de beste vlucht terug naar Nederland en onze dochters werden na negen dagen gerepatrieerd. Ze zelf meenemen, was natuurlijk niet mogelijk.

Het was het moeilijkste wat ik ooit heb moeten doen. Onze dochters achterlaten in een ander land en hopen dat ze ooit nog bij ons terug zouden komen. Wat ze dus wel deden, maar toen ik ze eenmaal weer kon zien, waren ze helaas al erg veranderd qua uiterlijk. Ik kon ze nog wel herkennen, maar ik herinner ze liever zoals ze waren toen ik ze net in mijn armen had.

Inmiddels zijn we 10 maanden verder, maar er is geen dag voorbij gegaan dat ik niet aan onze meisjes heb gedacht. Sterker nog, ik denk voortdurend aan Joëlle en Féliz en het doet ongelooflijk veel pijn dat we ze allebei hebben verloren. Om mijn verdriet te verwerken, heb ik een boek over ze geschreven. Het heet Alles komt goed, juist omdat het niet goed kwam, maar we dat maar bleven zeggen tegen elkaar…

Renée (klik hier voor haar Instagram en hier voor website waar je Alles komt goed kunt bestellen)

Instagram: https://www.instagram.com/reneebrouwer_prachtigverhaal/?hl=nl

Website: https://www.prachtigverhaal.nl/

 

De foto’s raken op, nooit meer komen er nieuwe foto’s van jou, kleine mooie Noah

De foto’s raken op. Nooit meer komen er nieuwe foto’s van jou, kleine mooie Noah. 

We zijn nu bijna 15 weken verder. 15 weken lang kijk ik elke dag naar dezelfde mooie foto’s. De foto’s van 8 januari 2019. Elke dag komen er tientallen foto’s online aan mij voorbij van ouders die trots de doorgelekte spuit luiers laten zien, of een foto van hoe hun kindje lekker slaapt, de fles drinkt, tandjes krijgt. Een filmpje met de eerste stapjes, de eerst rug/buik rol, eerste woordje(s). Ik heb mij erbij neergelegd dat ik zulke foto’s en filmpjes niet kan ontwijken, ik deal ermee, ook omdat ik het heel veel mensen ook echt gun dat zij dit wél allemaal kunnen doen. Maar van de week kwam wel de keiharde realisatie binnen die ik op voorhand niet zag aankomen en dat is dat de foto’s van Noah òp raken en ik ga zulke foto’s en filmpjes nooit kunnen maken. Ik bereik op korte termijn het punt dat ik géén nieuwe foto’s meer heb die ik kan delen. We hebben zeker wel +-400 foto’s van Noah maar niet álles is toonbaar voor de buitenwereld. Het enige wat ik nog aan foto’s kan maken is van zijn hoekje hier thuis, hoe z’n urn staat. Maar z’n urn veranderd niet, gaat niet lopen of kruipen, zegt geen woordjes, krijgt geen tandjes. Het urntje gaat niet in de toekomst thuis komen met een vriendje of vriendinnetje, trouwen, zelf kinderen krijgen. Hoe f*cking hard is dat? 

Gaby tikt op het uur de 24 weken aan met haar tweeling, pfff, maar wat er dan allemaal gebeurt had niemand verwacht DEEL II

Op woensdag had ons meisje het al lastiger met zelf doorademen. In een gesprek met de arts vertelde hij dat ze absoluut niet ziek oogde, maar meer moe… Te moe om het zelf te doen. Dit was niet gek, want ze heeft het al zo lang zelf gedaan. Voor zo’n klein meisje kost dit heel veel energie, helemaal niet gek dus dat ze nu vermoeid was. Ze werd daarom aan de beademing gelegd om wat tot rust te komen.
Donderdagochtend ging het weer zo goed met Ruby dat ze besloten hadden haar weer van de beademing af te halen. En inderdaad ons meisje pikte alles weer goed op. Tot die avond… Ze had het zwaar en vergat steeds vaker weer zelf door te ademen. Toch een verkeerde inschatting, ze was nog niet genoeg op krachten om het weer helemaal zelf te doen. De arts vertelde dat ze haar toch weer terug aan de beademing gingen leggen. Liever tien keer kort, dan één keer heel lang. Zo werkte dat. Toen Ruby die avond weer aan de beademing werd gelegd, kreeg ze eigenlijk meteen last van haar bloeddruk. Sommige kinderen krijgen daar last van als ze aan de beademing liggen, maar daar zijn gelukkig een hoop dingen aan te doen, dus nog niet erg zorgelijk. We zijn toen ook rustig naar het Ronald MC huis vertrokken. Tot dat vrijdagochtend de kinderarts ons wakker belde met de vraag of we wilden komen, omdat ze haar bloeddruk niet onder controle kregen. Deze bleef ernstig te laag. Toen we daar aankwamen vertelden ze dat sinds ze aan de beademing ligt haar bloeddruk niet beter is geworden. Ze hebben haar medicatie gegeven, maar deze zijn niet aangeslagen. Er zijn nog een paar opties die ze konden doen voor Ruby in de hoop dat de bloeddruk normaal zou worden. Eén van de opties was een ander beademingsapparaat. Dit hebben we geprobeerd, maar helaas gaf dit niet de oplossing. Nog maar een keer medicatie proberen, maar ook dit gaf niet het gewenste resultaat. Er stonden wel vier artsen om Ruby heen te kijken naar de monitoren, overleg weer kijken, overleg. En zo ging er een paar uur over heen. Toen kwam de kinderarts naar ons toe en vertelde dat ze nog één optie voor Ruby hadden. Deze optie was een groter beademingsbuisje inbrengen, hopend dat deze beter kan beademen en dat hierdoor haar bloeddruk omhoog zou gaan. 

 

 

 

Wij zaten in de familie kamer te wachten tot ze kwam vertellen wanneer het gebeurd was. Na een dik half uur kwamen ze vertellen dat het gelukt was om een grotere beademingsbuisje te plaatsen. Ze vertelden wel dat het heel moeilijk ging. Ruby is tijdens deze ingreep twee keer gereanimeerd geweest, maar ze was er weer en lag met haar oogjes open. Ook de bloeddruk leek omhoog te gaan. Helaas bleek dit de adrenaline te zijn want na een uur daalde haar bloeddruk wederom. Omdat haar bloeddruk wel een soort van stabiel laag bleef besloten wij even snel wat te gaan eten.
Terwijl wij aan het eten waren kwam de arts binnen. Ook nu zag ik het direct, foute boel. Ze vertelde dat Ruby nu heel hard achteruit ging. De bloeddruk bleef nu toch weer dalen en dit zou betekenen dat haar hart er binnen nu en nig wat ermee zou ophouden, omdat deze te weinig zuurstof kreeg. Na alles op alles te hebben gezet om Ruby hier door heen te trekken waren de opties nu echt op. Wow, dit nieuws kwam zo binnen, dat we beideb niet wisten wat we moesten zeggen. De woorden waren letterlijk op. We zijn toen bij Ruby gaan zitten bij de couveuse. Ze had haar oogjes open en keek ons aan, kneep in onze handen en bewoog zich heen en weer. Er leek helemaal niets aan de hand, totdat we weer even naar de monitor keken en dit ons naar de werkelijkheid bracht. Na anderhalf uur zo te zitten met ons meisje verkrampte ze opeens erg, ze pakte onze hand heel strak vast. We schrokken hier erg van en zagen direct dat haar hartslag heel snel daalde. De arts kwam en vertelde ons dat nu het moment is haar van de beademing te halen, zodat ze in ieder geval in onze armen kon overlijden. Ze vroeg of ik haar wilde dragen naar de familiekamer vanuit de couveuse, dit heb ik gedaan. Toen ik haar in mijn armen kreeg en met haar ben gaan lopen, heb ik haar alleen maar aangekeken. Het was zo bijzonder, want ook Ruby bleef mij aankijken. Ze keek me zo indringend aan, net alsof ze wilde zeggen: ‘Het is goed zo mam’. Toen ik in de kamer kwam en met haar ben gaan zitten sloot ze haar oogjes om nooit meer open te doen. En zo hebben Tay en ik nog een hele tijd gezeten met ons meisje. Het was onwerkelijk, zo veel, veel te veel….. 

 

Vader en moeder maar nooit papa en mama……

Gaby tikt op het uur de 24 weken aan met haar tweeling, pfff, maar wat er dan allemaal gebeurt had niemand verwacht DEEL I

In mijn vorige blog (klik hier) schreef ik over onze eerste zoon Gyan die geboren is met 27 weken. Gyan werd naar een tijdje ziek. Een schimmel bleek zijn hersentjes kapot te hebben gemaakt en als hij zou blijven leven zou hij geen menswaardig bestaan hebben. Wij hebben toen het moeilijkste besluit van ons leven moeten maken, stoppen met de behandeling…..
Toen Gyan overleed had ik een enorme drang om weer snel zwanger te worden, mijn moedergevoelens zaten tot de nok, maar ik kon ze nergens kwijt. Alle onderzoeken leken goed, dus dat ik te vroeg bevallen was, was domme, domme pech werd en toen gezegd. ‘Go for it’, dan maar. Toch?! 

 

 

 

Al vrij snel raakte ik weer zwanger, en bij de eerste echo werden we enorm verrast. Het was niet één kloppend hartje, maar twe kloppende hartjes! Wauw, wauw, wauw, dit heeft zo moeten zijn.
23 Weken zwanger en ik kwam voor mijn twee wekelijkse controle. Ze zette het apparaat op mijn buik en het werd direct angstig stil in de kamer. ‘Baarmoedermond verkort…. van maar liefst 5 centimeter naar nog maar 2 centimeter. BAMMM, complete paniek. Er werd direct een pessarium geplaats (ring op de baarmoedermond heen, die de boel dichthoudt en ondersteunt). Ik mocht alleen nog maar plat liggen en eruit om naar het toilet te gaan. Daar lag ik dan in het bezorgde ziekenhuisbed in de woonkamer, vastbesloten om daar ook heeeeeeeeeeel lang te blijven liggen en de kindjes bij mij te houden. Nog geen week later had ik het gevoel dat er iets mis was, al kon ik het niet helemaal plaatsen, aangezien ik nergens last van had. Toch wilde ik naar het ziekenhuis om nagekeken te worden of alles nog goed was. Mijn gevoel klopte, mijn baarmoedermond was verstreken en ik had al 1 centimeter ontsluiting. Ik werd direct met de ambulance naar het AMC gebracht. Hetzelfde verhaal als bij Gyan. Hier kunnen ze te vroeg geboren kindjes opvangen. Aangekomen in het AMC kreeg ik weeënremmers voor de zekerheid. Ook kreeg ik spuiten voor de longrijping van de kindjes. Omdat ik nog geen weeën had, had ik hoop en vertrouwen. Het was zondag en die dinsdag zou ik 24 weken zijn. Vanaf 24 weken zijn kindjes levensvatbaar en gaan de kinderartsen actief behandelen. Het enige wat door mijn hoofd ging was… “Als ik die 24 weken maar haal.”

 

 

 

Maandagavond net voor middennacht en net voordat ik de 24 weken had gehaald kreeg ik mijn eerste weeën. Het enige wat ik toen dacht was; “Yes ik heb het gehaald, onze kindjes hebben een kans.” In de loop van de middag werd ons meisje als eerste geboren: ‘Ruby’. Ruby was direct aanwezig en liet flink van zich horen. Een paar minuten later werd onze zoon geboren ‘Djulian’. Djulian had wat meer moeite om op gang te komen, maar uiteindelijk liet ook hij van zich horen. Man, man, wat een opluchting op dat moment. Zo klein, zo teer maar al zo’n eigen ik. Twee totaal verschillende kindjes, zo bijzonder. Onze eigen Duo Pinoti.
Waarom ik weer te vroeg was bevallen verweet ik aan het verkorten van mijn baarmoedermond. Maar na onderzoek van de placenta is gebleken dat deze ontstoken was. Pas veel later bleek die ontsteking de toevalligheid, maar dat het wel degelijk aan mijn baarmoedermond heeft gelegen. Op dat moment werd er weer gezegd: “Helaas, domme, domme pech.” Djulian was klein, 550 gram. Maar zo mooi en zo compleet. Hij was kleiner dan zijn zusje en hij had het ook zwaarder dan haar. Er volgde een week van ups en downs. Je ziet iedereen knokken voor je kinderen en met liefde verzorgen. Maar hoe machteloos je voelt als ouders is niet te beschrijven. Elke dag als we wakker werden in het Ronald Mac huis belden we op om te vragen of ze een goede nacht hadden gehad. Een normale vraag, maar voor ons een doodenge vraag. Bang voor het antwoord dat zal volgen.  Als ze vertelden dat ze een goede nacht hadden gehad, werd het opstaan iets dragelijker en de looproute naar de afdeling iets lichter.  

 

 

Uren zaten we bij onze kindjes, met onze handen door de twee gaten van de couveuse. We zongen, kletsen tegen ze en hielden ze vast. Een keer hebben we met zijn vieren kunnen buidelen. Tay en ik naast elkaar op de stoel, Ruby bij Tay en Djulian bij mij. Wauw, wat een onbeschrijfelijk moment was dat. Gelukkig is van dit moment een foto gemaakt, dat is gelijk ook de enige foto met zijn viertjes.
Na een week zagen ze op de echo van Djulian dat er lucht in zijn buikholte zat. Dit kon betekenen dat er een gaatje in zijn darm zat. We kregen een gesprek met de kinderarts en de chirurg. Ze verteleden dat ze hem graag een kans wilden geven om hem te opereren, in de hoop dat het mee zou vallen met zijn darmen en het gaatje konden dichten. Als ze niks zouden doen, zou hij ziek worden en daar uiteindelijk aan overlijden. Voor ons was het al snel duidelijk: opereren, een kans is en kans. Toen ons mannetje vertrok naar het OK, begon het wachten. Na een uur kwamen ze al weer terug, ik zag het direct. Geen goed nieuws. Ze vertelden dat toen ze Djulian open maakten een hele zieke darm zagen. Een darm die zo ziek was dat die helemaal verpulverde. Ze heeft hem toen gelijk weer dicht moeten maken. “Wat betekent dit?”, hoor ik mezelf nog vol goede hoop vragen. Djulian is te ziek, hij gaat het niet halen. 

 

 

 

Wat er dan door je heen gaat is niet te beschrijven. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we nog een kind verliezen? Dit mag niet zo zijn…
Please! Djuul leefde gelukkig nog toen hij van de OK kwam en is direct bij ons gelegd. Na een uurtje is hij in onze armen ingeslapen. Het was fijn dat we dat moment met elkaar hadden, maar het was zo super onwerkelijk. In de ochtend was alles nog in orde, om 18.00 uur een gesprek of we akkoord gingen met de operatie, om 22.00 uur ging hij naar de OK en iets over 00.00 uur is hij overleden. Alles is zo snel gegaan, veel te snel om alles te bevatten. Ons kleine mannetje had nog zo’n mooi leven voor zich, wie bepaalt dat dit weer niet zo mag zijn? Dan begint het geregel, de crematie. Maar wat een bizarre was dit: Djulian was overleden en onze kleine meid lag daar nog te knokken. Het verdriet dat Djulian er niet meer was en de blijdschap dat onze meisje nog leefde tegelijk. Verdriet en hoop, twee losstaande gevoelens, maar pfff, wat lagen deze dicht naast elkaar. 

 

 

 

Het afscheid van Djulian was echt heel mooi en het heeft ons een goed en vooral warm gevoel gegeven. Wel spraken we direct met elkaar af dat als Ruby het niet zou redden, we het klein zouden houden. Weer daar staan voor de derde keer zou gewoon echt teveel zijn.
Ruby deed het super! Direct al zonder beademing, wel een ondersteuning voor het ademhalen, maar verder deed zij het zelf. Het was zo bijzonder om te zien hoe goed zij alles door stond. Zo’n klein minimensje en al zo sterk voor 24 weken oud, dat was uniek. Vaak spraken we tegen elkaar uit dat we bang waren dat het te goed ging. Dat je er bijna op wacht wanneer het fout zal gaan… Zo vreselijk. Maar steeds ging er weer een dag voorbij en elke dag groeide onze hoop dat zij het wel zou gaan redden. Tot die ene vrijdag wat alles veranderde…

 

 

WORDT VERVOLGD 

 

 

GABY  

 

Wat kun je beter niet of juist wel zeggen tegen ‘couveuseouders’? Onze neonatalogieverpleegkundige vertelt

In de omgeving van deze kers verse (couveuse) ouders ontstaat vaak rumoer, familie wil helpen, vrienden trekken de hele poppenkast open, suprise party’s worden georganiseerd of juist het tegenovergestelde gebeurt…. Men weet zich geen houding aan te nemen en neemt afstand of verdwijnen van de aardbodem omdat ze gewoonweg niet weten wat ze kunnen doen of zeggen. Doe ik hier wel goed aan? Is het niet een beetje overdreven? Dit zijn vragen die ik veel voorbij hoor komen als ik met ouders en betrokkenen in gesprek ga. Iedereen wil met goede bedoelingen iets voor ouders betekenen, maar door alle emoties weten mensen vaak niet wat ze kunnen doen of kennen ze geen rem. Dit leek mij een mooi onderwerp voor een nieuwe blog want juist die kleine gebaren… die doen er toe. Uiteraard is het per ouder verschillend wat zij fijn vinden en zijn dit enkel tips en geen regels. Geven ouders specifieke wensen aan, geef hier dan ook gehoor aan. Het gaat uiteindelijk om hun en om hun kindje.  

 

 

 

 

1. Als eerste: Feliciteer de ouders

Ondanks de enorme achtbaan waarin ouders zitten, zijn ze wel trotse ouders geworden van een echte held of heldin (of misschien zijn het er wel twee of drie). Een felicitatie met de geboorte is ook in deze situatie hartstikke welkom, een telefoontje, kaartje of een berichtje is echt van grote waarde.
Geven ouders aan dat zij dit niet willen dan is hiernaar luisteren wel de enige optie. Het wachten op een geboorte kaartje kan soms echt wel even duren omdat de achtbaan die zij nemen best wat bochten, vertragingen en hobbels heeft. Het kaartje duurt soms wat langer dan je gewend zult zijn. Over feliciteren gesproken, ook tussentijds kan dat. Wanneer ouders vertellen wat een stappen hun kleine held gemaakt heeft. Denk aan het bereiken van een bepaald gewicht, voor het eerst buidelen, drinken en het overgaan van een couveuse naar een bedje is ook reden om te feliciteren! Want ouders zijn trots en leven enorm toe naar deze momenten, al lijkt het voor buitenstaanders nog zo ‘gewoon’.  

 

 

 

 

2. Help in en rondom huis

Taken in en rondom huis gaan door, maar zijn voor de ouders nu echt niet belangrijk, het heeft gewoonweg geen prioriteit. Daarbij moeten ouders zich ook helemaal niet druk maken om het huishouden, er zijn oprecht belangrijkere dingen. Maai het gras, zeem de ramen, help met huisdieren, kook een maaltijd of doe een boodschap. Ook al moet je dit (subtiel) aandringen, het is echt fijn als het voor hen gedaan wordt, want zo blijft er meer tijd over om voor ouders in het ziekenhuis te blijven en te buidelen met hun kleine held. Komen ouders tussendoor toch even thuis? Dan zitten ze in ieder geval in een opgeruimde omgeving.

 

 

3. Help met klussen of inkopen doen

Wanneer deze ouders een te vroeg geboren of te klein geboren kindje hebben gekregen zit er waarschijnlijk geen passende kleding in de huidige newborn garderobe. Soms worden de kleintjes zelfs een aantal maanden voor de verwachte datum geboren en is het kamertje nog niet eens af.
Een perfecte kans voor een helpende hand! Help bij het verzamelen van de allerkleinste kleertjes, pak een kwast of rol behang en help met het kamertje in orde maken.

 

 

 

 

4. Praat met de ouders, vergeet ze niet!

Blijf in gesprek! Het allerbelangrijkste is enkel laten weten dat je aan ze denkt. Je kunt daadwerkelijk iets voor ze doen, maar ook gewoon een kaartje of berichtje sturen met de boodschap dat je aan ze denkt is fijn. Juist een kaartje per post geeft het gevoel dat er aan hen wordt gedacht. Dit kaartje kunnen ouders thuis neer zetten of mee nemen naar het ziekenhuis. Bloemen zijn vaak wel een lastig ding. Ouders zijn weinig thuis en in het ziekenhuis zijn bloemen niet toegestaan. Een kaartje is dus echt al voldoende.
Soms hebben ouders even niet de behoefte om wéér te vertellen hoe het gaat, een verhaal nogmaals uit te leggen, dus komt er geen reactie? Vat dit dan niet persoonlijk op. Het is gewoonweg veel voor ouders om steeds uitleg te geven. Maar het feit dat ze weten dat je aan ze denkt is vaak echt al voldoende.

 

 

 

 

5. Help ze met vervoer van en naar het ziekenhuis

Wanneer vader weer aan het werk moet en moeder nog niet mag en kan autorijden is het fijn dat zij niet de hele weg met de fiets of het OV hoeft af te leggen om bij haar kind te komen. Bied aan om moeder (en eventueel vader) te brengen zodat zij bij hun held kunnen zijn.
Ook kost parkeren in het ziekenhuis vaak veel geld, het kan daarom ook financieel helpen als ouders opgehaald en gebracht worden.  

 

 

6. Bied positiviteit en een luisterend oor

De machteloosheid en ongerustheid die de ouders elke dag hebben, overstemmen soms de positieve emoties. Help ouders dan ook even aan positieve energie. In het ziekenhuis op bezoek gaan is niet altijd haalbaar omdat dit voor de kleine held in het verhaal te veel kan zijn. Maar de grote helden in dit verhaal, de ouders verdienen bezoekjes en ook frisse lucht. Stem dit af met ouders en neem ze even mee voor een wandeling tussen de bezoekjes door. Kook een lekkere maaltijd voor ze en breng deze langs.
Er zijn momenten dat het even niet goed gaat, dat er een dag van dips is of dat er weer een ontsteking of infectie is. Een luisterend oor is soms het enige wat de ouders op de been kan houden. De ouders zien de hele dag alleen maar zorgverleners en moeten de verhalen soms kwijt. Luister naar hun onzekerheden, verdriet en geef ze positieve energie! 

 

Liefs,

 

 

 

ROMY (klik hier voor haar Instagram) 

 

Jools werd geboren met 28 weken en 720 gram

Na enkele jaren werd onze droom eindelijk vervuld, we waren zwanger! Helaas had ik enkele weken later heel wat bloedverlies en werd me vijf weken platte rust voorgeschreven. We waren zo bang dat het mis zou gaan, maar de rust gaf ons kleine vruchtje toch de kans om zich mooi in te nestelen. Met 24 weken zwangerschap wilden we een tripje met z’n tweeën maken, voordat onze kleine meid ons leven voorgoed zou veranderen. Alvorens te vertrekken, moesten we even op controle bij de gynaecologe. Eenmaal daar merkte ze op dat ik verscheidene symptomen van zwangerschapsvergiftiging had en ze stuurde ons ter observatie naar het ziekenhuis, slechts voor 24 uur. Deze 24 uur werden echter een 4-tal weken… Vier weken vol onzekerheid, twijfel, verdriet maar vooral hoop! Want hoe zou ze het allemaal gaan doen als ze eenmaal daar was, zou ze ademen, zou ze zware of enge dingen op haar pad tegen komen en hoe zouden wij daar dan mee omgaan. Vier weken lang de spanning van hoelang ik haar nog bij mij mocht hebben, hoelang kon mijn lijf haar meer bieden dan de couveuse en artsen dat konden. Ons meisje groeide echt niet meer en toen haar hartslag tijdens een monitorsessie te lang te laag was, hebben de dokters besloten om haar ter wereld te brengen. We wisten twee dagen op voorhand dat de keizersnede op vrijdag de 13e zou doorgaan, verschrikkelijk vonden we dat, mijn lichaam begon met trillen en dat is pas gestopt twee dagen na haar geboorte. Wat een zenuwslopende dagen en uren en toen was het 13 januari, 11 uur.

Uiteindelijk is Jools om 11.59 geboren met 720 amgr. De dokters zeiden, terwijl ze haar haalden, dat ze zo fel trappelde en da ze ademde! Onmiddellijk werd ze meegenomen. De artsen hadden ons heel goed voorbereid op deze dag, wat er in welke volgorde zou gebeuren. Gelukkig mocht mijn vriend na enkele minuten bij onze dochter, dit was een goed teken! Ze had na een minuut een Apgar-score van 8 en na vijf minuten zelfs een 9! Jan mocht enkele foto’s nemen en liep steeds van het kleine lokaaltje waar de kinderartsen zich om Jools bekommerden naar me toe en terug om “verslag” uit te brengen. Hij wilde graag bij me blijven, maar ik stond erop dat hij Jools vergezelde tijdens haar transport naar de neonatologie. Ik heb haar zelf pas na zes enorm lange uren mogen zien. Op de foto’s leek ze zo perfect en helemaal niet zo klein. Wat was de shock groot toen ik haar dan in de couveuse zag liggen met het CPAP-maskertje op. Ik kon haar hoofdje en lijfje nauwelijks zien. Nooit van mijn leven had ik zo’n minimensje gezien. De dagen en weken die volgden waren bijzonder heftig. Het brak ons hart om wakker te worden zonder haar in mijn buik en in onze kamer. We voelden ons niet compleet. Terwijl we de plakkers op haar borst en de slangetjes in haar neus zagen, rolden de tranen over onze wangen. Konden we maar meer voor haar betekenen. Onze hoop hing af van een monitorscherm. Zoveel vragen: “Waarom moest ze dit ondergaan?”, “miste ze mijn lichaam?” en “ligt haar bedje wel lekker?”

Haar medische waarden bepaalden volledig onze dag

Zalig waren de momenten dat ze haar vingertjes om de onze krulde en dat we mochten buidelen. Urenlang deden we dat, ik overdag , papa ’s avonds. We voelden dat we ons steeds meer gingen hechten aan elkaar en we hoopten dat ze wist dat wanneer we haar teruglegden, dat we in ons hart steeds bij haar bleven. Hartverscheurend was het om haar ’s avonds welterusten te wensen, haar couveuse af te dekken en steeds het ziekenhuis alleen te moeten verlaten. De verpleging heeft ons steeds fantastisch bijgestaan en ook de psychologe op de neonatologie heeft ons meer vertrouwen gegeven, vertrouwen in ons sterke, dappere meisje, maar ook in onszelf. Onze familie en vrienden waren een enorme steun, ze kookten, deden ons huishouden en maakten kleine kleertjes voor Jools. Bij het bereiken van elke mijlpaal waren we, samen met de verpleging, door het dolle heen. De eerste keer zonder CPAP, het gewicht van1 kilogram, haar eerste zonder optiflow, de eerste keer aan de borst, haar eerste flesje, de eerste keer in bad, haar eerste keer in een warmtebedje en op naar de normale bedjesafdeling. Maar de allergrootste mijlpaal was na 67 dagen naar huis! Hier hadden we zo naar uit gekeken en toen het moment uiteindelijk daar was, waren we zo blij en tegelijkertijd ook zo zenuwachtig. Gaan we dit wel kunnen, zo zonder artsen en verpleegkundigen? We mochten naar huis met een waakmonitor. Tien weken hebben we deze gebruikt, deze bracht ons ergens toch rust en zekerheid. Ook zijn we onmiddellijk gestart met  fysio, ter stimulatie van haar spiertjes.

Wat is ze nu een vrolijk grietje van twee jaar oud. Al komen de emoties en herinneringen aan deze intense tijd nog regelmatig boven, haar schaterlach doet ons al het verdriet van de neo-periode weer zo vergeten. We zijn zo dankbaar dat we onze meid mogen zien opgroeien. Nooit de hoop opgeven mama’s en blijven geloven in de kleine vechtertjes is onze boodschap… Als zij zo sterk voor ons vechten, waarom zouden wij dan ons hoofd laten hangen? Hoe moeilijk de dagen ook waren, we hebben er steeds bewust voor gekozen om met positieve energie de couveuse te openen, we zijn ervan overtuigd dat Jools dit kon voelen en dat dit haar ook weer extra energie gaf. En onthoud: Het geluk zit daadwerkelijk in de kleine dingen. 

 

SIGI

 

‘Shit vrouw, dit is niet goed’. Deze zin heeft ons mooie leventje veranderd in een nachtmerrie

Ik ben Carina, 29 jaar en sterrenmama van onze prachtige zoon Noah. Hij is geboren met 23 weken en 5 dagen en hij was stil. Extreem stil. Allereerst wil ik niemand bang maken met ons verhaal. Ik wil juist anderen bewust maken en een taboe doorbreken. Ik ben voor het eerst mama geworden en wil net zo graag foto’s en verhalen delen over ons kind als elke andere mama.

Bevallingsverhaal: ons kindje komt NU met 25 weken en ik heb totale rust… DEEL II

En dan… Dan ineens ben je ouders geworden van een piepklein mensje. Perfect, met alles erop en eraan, maar wat ook veel weg heeft van een pasgeboren konijntje. Zijn huidje was vuurrood, plakkerig en doorschijnend. Mocht onze zoon dit later teruglezen, zal ik hem uiteraard vertellen dat hij niet écht op een konijntje leek. Er werd naar zijn naam gevraagd. Het was bijzonder en ook apart om zijn naam voor de eerste keer uit te spreken. ‘Boris’ en direct erachteraan wilde ik zeggen ‘nog niet verder vertellen hè’. We zaten nog zo in de modus dat we de naam geheim wilden houden. Terwijl ik werd gehecht, kreeg Boris allerlei toeters en bellen aan zijn kleine lijfje. Een infuus in zijn armpje en navel, een maagsonde en lange sprietjes in zijn neusje voor de CPAP, plakkertjes op zijn borstje voor de hartbewaking, een saturatiemeter rond zijn voetje en een bandje rondom zijn hoofdje om de  bloedflow in zijn hersenen te kunnen meten.  Ik kreeg te horen dat hij een goede start had, met een APGAR-score van 9/9/9. Voor zo’n klein baby’tje is dat heel uniek. Hij woog 820 gram en was 34 cm lang.

Boris werd in een reiscouveuse naar de NICU gebracht en mijn man ging met hem mee. Even later was ik stabiel genoeg om ook naar Boris toe te gaan. De couveuse waar Boris in lag leek wel een sauna, lekker warm en vochtig. Ze proberen met zo’n couveuse de baarmoeder na te bootsen. We zijn nog even bij hem gebleven en gingen daarna naar de kamer, het was inmiddels 12u ’s nachts. Toen we de lift uitkwamen, stonden daar onze ouders, mijn broer en broertje. Via de verpleegkundige hadden ze al gehoord dat Boris een goede start had, een kleine geruststelling. Mijn broer is normaal een hele week van huis, ik was dan ook verbaasd om hem te zien. ‘Hee, was je in de buurt? Wat leuk dat je er bent!’. Dit geeft ook wel aan dat de hele situatie niet echt tot me doordrong. ‘Huh? Waren jullie bang dat Boris het niet zou halen? Serieus, hoezo dan?’.

Toen het bezoek weg was, bleven we alleen achter op de kamer. Tijd om alles even te laten bezinken was er niet, er werd gelijk een kolfapparaat de kamer op gereden. Ik hoef denk ik niet uit te leggen dat ik hier niet bepaald enthousiast van werd. Maargoed, alles voor je kind!

Verder hebben we echt een topnacht gehad waarin we goed konden uitrusten voor de volgende dag. Elk uur controles omdat mijn bloeddruk laag was en ik verhoging had. Ook had ik een morfinepompje gekregen, maar daar ging ik een beetje van hallucineren. Ik dacht dat er constant helikopters opstegen (het geluid van mijn infuus), de klok tikte keihard (?) en het kolfapparaat wat elke 2-3 uur werd aangeslingerd praatte tegen me, moedigde me aan (juist, ja).

Na het douchen en ontbijt zijn we naar Boris toe gegaan. Volgens de verpleegkundige deed hij het echt heel goed en was het een vechtertje. Ze waarschuwde ons wel dat de kans groot was dat hij na een dag of 3 aan de beademing zou moeten. Meestal gaan de eerste dagen bij zo’n kleintje goed, dan leven ze nog op adrenaline. Na die eerste dagen hebben ze vaak meer hulp nodig, zoals kunstmatige beademing. In de tweede week worden ze vaak ziek, vanwege alle infusen die ze hebben. Elke ‘opening’ is een verhoogd risico op infectie. We kregen een mapje mee waarin alle complicaties werden benoemd en toegelicht. We besloten dit mapje pas te lezen als Boris daadwerkelijk een complicatie zou krijgen.

Omdat Boris het zo goed deed, mochten we buidelen. Het moment dat hij op mijn borst werd gelegd, was heel bijzonder en tegelijkertijd ook bizar. Ik had mijn baby op m’n borst, terwijl ik pas 25 weken zwanger was en hij 24 uur geleden nog in mijn buik zat. Heel eerlijk, liefde op het eerste gezicht was het niet. Het oer-moedergevoel ontbrak. Uit alle macht probeerde ik dit op te ‘wekken’, maar het was er gewoon nog niet (spoiler-alert: het is dubbel en dwars goed gekomen hoor!). We zaten nog niet in het stadium dat we ontzettend uitkeken naar ons kindje, dat we niet meer konden wachten van nieuwsgierigheid. Dat de babykamer klaar was, alle kleertjes gewassen in de kast hingen, mijn buik in de weg zat en de box al in de woonkamer stond. Sterker nog, ik had pas 4 pakjes in de kast hangen, maatje 56 en 62. Die buik? Die werd pas net een beetje zichtbaar. De babykamer stond in dozen in de garage. Toevallig bezorgd op de geboortedag van Boris, de vorige dag. Nou, dat moedergevoel dus, die liefde op het eerste gezicht, dat was vast ook nog ergens ingepakt. Rustig afwachtend tot de tijd rijp was om uitgepakt te worden. Waarschijnlijk liet ik dit gevoel (onbewust) ook nog niet toe. Bang dat het extra pijn en verdriet zou doen, mocht Boris deze hele strijd toch verliezen.

De eerste dagen gingen voorbij. Dagen waarin elk uur spannend en kritiek is. ’s Ochtends weet je niet of hij de middag haalt, en ’s middags weet je niet of hij de avond haalt. ’s Nachts bellen naar de nachtdienst en vragen hoe het met Boris gaat. Zodra je wakker wordt bellen, voor het slapengaan bellen… Die constante zorg, die constante dreiging dat het elk moment achteruit kan gaan, het is slopend. Achteraf weet je dat het goed is gegaan, maarja, daar heb je op het moment zelf niks aan. Achteraf kijk je een koe in z’n gat. Op het moment dat je er middenin zit, weet je niks. Geen zekerheid en geen garanties. Bij elk klein dingetje ben je bang dat het de verkeerde kant op gaat. Als zijn temperatuur één tiende lager is, ben je bang dat hij ziek wordt (prematuren krijgen een lagere temperatuur bij infectie). Iets minder alert? Idem dito.

Bij binnenkomst van de NICU keken we direct naar de monitor. Wat waren de cijfers? Heeft hij veel hartslag- of zuurstofdalingen gehad? De monitor vertelt je hoe het met je kind gaat, de monitor is je houvast.

We logeerden in het Ronald McDonald-huis en wat was dat fijn. Zo dicht mogelijk bij je kind zijn en elk moment van de dag naar hem toe kunnen, terwijl je ook je plekje samen hebt. Mijn zusje en zwager kwamen langs en ze hadden zo’n geboorteballon meegenomen. Ik ben nog nooit zo blij geweest met een cadeau. Zulke ballonnen hoorden bij geboortes en het stond voor mij symbool dat Boris er nu echt was. Hij deed ertoe, hij was een echt mensje, hij hoorde bij ons en we waren blij dat hij er was.

De dagen vorderden en Boris bleef het heel goed doen. Voorheen werd de situatie per uur bekeken, nu werd er in dagen gepraat. Zijn voeding werd elke dag opgehoogd (hij startte met 12 x 1,5cc(!) ) en de infusen werden afgebouwd. Af en toe had hij wat extra zuurstof nodig, maar dat was niet erg. Tegen de verwachting in, hoefde hij niet beademd te worden, hij deed het (met een klein beetje hulp) op eigen kracht. De infecties en alle andere complicaties waar we op voorbereidt en bang voor waren, kwamen niet. Ondertussen mochten en konden we ook steeds meer zelf doen. Zijn luiertje verschonen, voeding via de sonde geven of hem zelf uit de couveuse pakken om te buidelen, inclusief alle slangen en lijnen. Zijn luiertje verschonen duurde de eerste weken 10-15 minuten (niet overdreven). Het was zo inspannend voor Boris, dat hij hartslagdalingen en/of zuurstofdalingen kreeg. Daarom moesten we regelmatig een pauze inlassen. Als hij (of beter gezegd, de monitor) aangaf dat het weer beter ging, konden we verder. Na 4 weken werd hij overgeplaatst naar de High Care. Twee weken later kregen we het bericht dat hij een stapje dichter naar huis toe mocht, naar het Amphia Ziekenhuis in Breda. Dit was een figuurlijk stapje dichterbij, want het Amphia was voor ons even ver rijden als het Sophia. Dat was wel heel moeilijk, want het betekende dat we hem nu letterlijk achter moesten laten. Bijna 60 kilometer afstand en een uur rijden tussen ons in. We stonden hier maar niet te veel bij stil, we konden er niets aan veranderen. We konden alleen maar hopen dat hij zo snel mogelijk mee naar huis zou mogen.

Stapje voor stapje ging het steeds beter met Boris. De mijlpalen bij prematuur baby’s zijn zo anders dan bij op tijd geboren baby’s. Alles gaat met kleine stapjes. Het gewicht van 1 of 2 kilo bereikt, van een couveuse naar een warmtebedje of van een warmtebedje naar een gewoon wiegje, geen zuurstof meer. Het moment dat Boris zonder medicatie kon, een aantal dagen geen hartslag- en zuurstofdalingen liet zien en toen van de monitor af mocht. Het eerste badje, het leren drinken… Allemaal mijpalen waar je normaal gesproken niet over nadenkt, en dat is eigenlijk maar goed ook.

Uiteindelijk heeft Boris ruim 11 weken, precies 80 dagen in het ziekenhuis gelegen.  Bij 36+6 mochten we Boris mee naar huis nemen. Wat waren we gelukkig en dolblij. Hier hadden we zo lang naar uitgekeken! De maxi-cosi, die al weken leeg in zijn kamertje stond, mochten we eindelijk mee naar het ziekenhuis nemen. Er kwam een eind aan de dagelijkse ritten naar het ziekenhuis, aan de telefoontjes naar de verpleging. We hoefden niet meer te bellen om te vragen hoe het met Boris ging. Nu konden we in de box kijken of naar boven lopen om te kijken hoe het met hem ging. Mijn lach was die dag niet meer van mijn gezicht af te slaan. Eindelijk met z’n drietjes thuis. Eindelijk!

Het is een hele heftige tijd geweest. Een tijd waarin je leeft tussen hoop en vrees. Gelukkig kunnen wij zeggen dat het allemaal goed is afgelopen. Boris is ons wonderkindje en heeft, voor zover we nu kunnen zeggen, niets overgehouden aan zijn extreme vroeggeboorte. Van de artsen begrijpen we dat dit echt heel bijzonder en uniek is. Zelf beseffen we dit ook heel goed. We hebben zoveel narigheid en verdriet gezien en gehoord op de afdeling. Baby’s die gereanimeerd werden, aan de beademing moesten of er juist vanaf werden gehaald, het eerste schorre huiltje die zo’n baby dan liet horen. Artsen en verpleegkundigen die alles doen om het leven van een ieniemienie baby te redden en daar helaas niet altijd in slagen. Gelukkig is dat leed ons bespaard gebleven. Het mapje van de complicaties is dicht gebleven, onaangeroerd. Boris, ons wonder!

PS deze naam zat al een aantal jaar in ons hoofd. We zeiden tegen elkaar ‘als we ooit kinderen krijgen en het is een jongetje, dan noemen we hem Boris’. We wisten toen nog niet dat ‘Boris’ ‘glorieuze strijd, strijder’ betekent. Hoe toepasselijk!

PPS omdat Boris het vanaf het begin zo goed heeft gedaan, bleef bij ons de vraag in ons hoofd zitten of het, achteraf gezien, echt nodig is geweest om hem te halen. Zijn bloedkweken waren negatief, dus hij had geen infectie. Een aantal weken later hebben we dit tijdens de nacontrole bij de gynaecoloog gevraagd. Hij heeft onze twijfel weg kunnen nemen. De navelstreng was onderzocht en hier waren al tekenen van infectie te zien. Als Boris 10 uur later was gehaald, was hij ziek ter wereld gekomen en had het er allemaal heel anders uitgezien. Wat ben ik ongelooflijk blij en dankbaar dat iets in mij zei dat ik een extra CTG aan moest vragen.

Gyan is 27 weken en heeft een schimmel op een vreselijke plek

Wonderen bestaan! Ik wil jullie graag meenemen in ons verhaal. Ik ben Gaby en moeder van vijf prachtige kinderen, Gyan, Ruby, Djulian, Djazz en Mexx. Van drie kindjes ben ik moeder, maar zij zullen mij nooit mama noemen…. Ik zal jullie de aankomende tijd maandelijks een stuk van ons verhaal vertellen. Lets begin by the beginning. 

 

 

 

Onze liefde wilden we graag bezegelen met een kindje van ons samen. Ik werd zwanger en dit ging helaas na twee maanden mis. Lucky me, want vrij snel raakte ik weer zwanger. De eerste drie maanden vond ik door de miskraam doodeng, maar toen die drie maanden voorbij waren konden we ons geluk niet op. Bij 16 weken wisten we dat we een zoon zouden krijgen, wat waren we gelukkig.
De weken vlogen voorbij, ik groeide en groeide en wat vond het heerlijk om zwanger te mogen zijn. Het gezellige getrappel in mijn buik en me de hele dag speciaal en trots voelen. En man, man, die voorbereiding op alles, die ‘koopziekte’, HEERLIJK! De stoerste kleertjes, de mooiste wagen, de babykamer, alles was klaar voor onze kleine man.