Jools werd geboren met 28 weken en 720 gram

Na enkele jaren werd onze droom eindelijk vervuld, we waren zwanger! Helaas had ik enkele weken later heel wat bloedverlies en werd me vijf weken platte rust voorgeschreven. We waren zo bang dat het mis zou gaan, maar de rust gaf ons kleine vruchtje toch de kans om zich mooi in te nestelen. Met 24 weken zwangerschap wilden we een tripje met z’n tweeën maken, voordat onze kleine meid ons leven voorgoed zou veranderen. Alvorens te vertrekken, moesten we even op controle bij de gynaecologe. Eenmaal daar merkte ze op dat ik verscheidene symptomen van zwangerschapsvergiftiging had en ze stuurde ons ter observatie naar het ziekenhuis, slechts voor 24 uur. Deze 24 uur werden echter een 4-tal weken… Vier weken vol onzekerheid, twijfel, verdriet maar vooral hoop! Want hoe zou ze het allemaal gaan doen als ze eenmaal daar was, zou ze ademen, zou ze zware of enge dingen op haar pad tegen komen en hoe zouden wij daar dan mee omgaan. Vier weken lang de spanning van hoelang ik haar nog bij mij mocht hebben, hoelang kon mijn lijf haar meer bieden dan de couveuse en artsen dat konden. Ons meisje groeide echt niet meer en toen haar hartslag tijdens een monitorsessie te lang te laag was, hebben de dokters besloten om haar ter wereld te brengen. We wisten twee dagen op voorhand dat de keizersnede op vrijdag de 13e zou doorgaan, verschrikkelijk vonden we dat, mijn lichaam begon met trillen en dat is pas gestopt twee dagen na haar geboorte. Wat een zenuwslopende dagen en uren en toen was het 13 januari, 11 uur.

Uiteindelijk is Jools om 11.59 geboren met 720 amgr. De dokters zeiden, terwijl ze haar haalden, dat ze zo fel trappelde en da ze ademde! Onmiddellijk werd ze meegenomen. De artsen hadden ons heel goed voorbereid op deze dag, wat er in welke volgorde zou gebeuren. Gelukkig mocht mijn vriend na enkele minuten bij onze dochter, dit was een goed teken! Ze had na een minuut een Apgar-score van 8 en na vijf minuten zelfs een 9! Jan mocht enkele foto’s nemen en liep steeds van het kleine lokaaltje waar de kinderartsen zich om Jools bekommerden naar me toe en terug om “verslag” uit te brengen. Hij wilde graag bij me blijven, maar ik stond erop dat hij Jools vergezelde tijdens haar transport naar de neonatologie. Ik heb haar zelf pas na zes enorm lange uren mogen zien. Op de foto’s leek ze zo perfect en helemaal niet zo klein. Wat was de shock groot toen ik haar dan in de couveuse zag liggen met het CPAP-maskertje op. Ik kon haar hoofdje en lijfje nauwelijks zien. Nooit van mijn leven had ik zo’n minimensje gezien. De dagen en weken die volgden waren bijzonder heftig. Het brak ons hart om wakker te worden zonder haar in mijn buik en in onze kamer. We voelden ons niet compleet. Terwijl we de plakkers op haar borst en de slangetjes in haar neus zagen, rolden de tranen over onze wangen. Konden we maar meer voor haar betekenen. Onze hoop hing af van een monitorscherm. Zoveel vragen: “Waarom moest ze dit ondergaan?”, “miste ze mijn lichaam?” en “ligt haar bedje wel lekker?”

Haar medische waarden bepaalden volledig onze dag

Zalig waren de momenten dat ze haar vingertjes om de onze krulde en dat we mochten buidelen. Urenlang deden we dat, ik overdag , papa ’s avonds. We voelden dat we ons steeds meer gingen hechten aan elkaar en we hoopten dat ze wist dat wanneer we haar teruglegden, dat we in ons hart steeds bij haar bleven. Hartverscheurend was het om haar ’s avonds welterusten te wensen, haar couveuse af te dekken en steeds het ziekenhuis alleen te moeten verlaten. De verpleging heeft ons steeds fantastisch bijgestaan en ook de psychologe op de neonatologie heeft ons meer vertrouwen gegeven, vertrouwen in ons sterke, dappere meisje, maar ook in onszelf. Onze familie en vrienden waren een enorme steun, ze kookten, deden ons huishouden en maakten kleine kleertjes voor Jools. Bij het bereiken van elke mijlpaal waren we, samen met de verpleging, door het dolle heen. De eerste keer zonder CPAP, het gewicht van1 kilogram, haar eerste zonder optiflow, de eerste keer aan de borst, haar eerste flesje, de eerste keer in bad, haar eerste keer in een warmtebedje en op naar de normale bedjesafdeling. Maar de allergrootste mijlpaal was na 67 dagen naar huis! Hier hadden we zo naar uit gekeken en toen het moment uiteindelijk daar was, waren we zo blij en tegelijkertijd ook zo zenuwachtig. Gaan we dit wel kunnen, zo zonder artsen en verpleegkundigen? We mochten naar huis met een waakmonitor. Tien weken hebben we deze gebruikt, deze bracht ons ergens toch rust en zekerheid. Ook zijn we onmiddellijk gestart met  fysio, ter stimulatie van haar spiertjes.

Wat is ze nu een vrolijk grietje van twee jaar oud. Al komen de emoties en herinneringen aan deze intense tijd nog regelmatig boven, haar schaterlach doet ons al het verdriet van de neo-periode weer zo vergeten. We zijn zo dankbaar dat we onze meid mogen zien opgroeien. Nooit de hoop opgeven mama’s en blijven geloven in de kleine vechtertjes is onze boodschap… Als zij zo sterk voor ons vechten, waarom zouden wij dan ons hoofd laten hangen? Hoe moeilijk de dagen ook waren, we hebben er steeds bewust voor gekozen om met positieve energie de couveuse te openen, we zijn ervan overtuigd dat Jools dit kon voelen en dat dit haar ook weer extra energie gaf. En onthoud: Het geluk zit daadwerkelijk in de kleine dingen. 

 

SIGI

 

‘Shit vrouw, dit is niet goed’. Deze zin heeft ons mooie leventje veranderd in een nachtmerrie

Ik ben Carina, 29 jaar en sterrenmama van onze prachtige zoon Noah. Hij is geboren met 23 weken en 5 dagen en hij was stil. Extreem stil. Allereerst wil ik niemand bang maken met ons verhaal. Ik wil juist anderen bewust maken en een taboe doorbreken. Ik ben voor het eerst mama geworden en wil net zo graag foto’s en verhalen delen over ons kind als elke andere mama.

Bevallingsverhaal: ons kindje komt NU met 25 weken en ik heb totale rust… DEEL II

En dan… Dan ineens ben je ouders geworden van een piepklein mensje. Perfect, met alles erop en eraan, maar wat ook veel weg heeft van een pasgeboren konijntje. Zijn huidje was vuurrood, plakkerig en doorschijnend. Mocht onze zoon dit later teruglezen, zal ik hem uiteraard vertellen dat hij niet écht op een konijntje leek. Er werd naar zijn naam gevraagd. Het was bijzonder en ook apart om zijn naam voor de eerste keer uit te spreken. ‘Boris’ en direct erachteraan wilde ik zeggen ‘nog niet verder vertellen hè’. We zaten nog zo in de modus dat we de naam geheim wilden houden. Terwijl ik werd gehecht, kreeg Boris allerlei toeters en bellen aan zijn kleine lijfje. Een infuus in zijn armpje en navel, een maagsonde en lange sprietjes in zijn neusje voor de CPAP, plakkertjes op zijn borstje voor de hartbewaking, een saturatiemeter rond zijn voetje en een bandje rondom zijn hoofdje om de  bloedflow in zijn hersenen te kunnen meten.  Ik kreeg te horen dat hij een goede start had, met een APGAR-score van 9/9/9. Voor zo’n klein baby’tje is dat heel uniek. Hij woog 820 gram en was 34 cm lang.

Boris werd in een reiscouveuse naar de NICU gebracht en mijn man ging met hem mee. Even later was ik stabiel genoeg om ook naar Boris toe te gaan. De couveuse waar Boris in lag leek wel een sauna, lekker warm en vochtig. Ze proberen met zo’n couveuse de baarmoeder na te bootsen. We zijn nog even bij hem gebleven en gingen daarna naar de kamer, het was inmiddels 12u ’s nachts. Toen we de lift uitkwamen, stonden daar onze ouders, mijn broer en broertje. Via de verpleegkundige hadden ze al gehoord dat Boris een goede start had, een kleine geruststelling. Mijn broer is normaal een hele week van huis, ik was dan ook verbaasd om hem te zien. ‘Hee, was je in de buurt? Wat leuk dat je er bent!’. Dit geeft ook wel aan dat de hele situatie niet echt tot me doordrong. ‘Huh? Waren jullie bang dat Boris het niet zou halen? Serieus, hoezo dan?’.

Toen het bezoek weg was, bleven we alleen achter op de kamer. Tijd om alles even te laten bezinken was er niet, er werd gelijk een kolfapparaat de kamer op gereden. Ik hoef denk ik niet uit te leggen dat ik hier niet bepaald enthousiast van werd. Maargoed, alles voor je kind!

Verder hebben we echt een topnacht gehad waarin we goed konden uitrusten voor de volgende dag. Elk uur controles omdat mijn bloeddruk laag was en ik verhoging had. Ook had ik een morfinepompje gekregen, maar daar ging ik een beetje van hallucineren. Ik dacht dat er constant helikopters opstegen (het geluid van mijn infuus), de klok tikte keihard (?) en het kolfapparaat wat elke 2-3 uur werd aangeslingerd praatte tegen me, moedigde me aan (juist, ja).

Na het douchen en ontbijt zijn we naar Boris toe gegaan. Volgens de verpleegkundige deed hij het echt heel goed en was het een vechtertje. Ze waarschuwde ons wel dat de kans groot was dat hij na een dag of 3 aan de beademing zou moeten. Meestal gaan de eerste dagen bij zo’n kleintje goed, dan leven ze nog op adrenaline. Na die eerste dagen hebben ze vaak meer hulp nodig, zoals kunstmatige beademing. In de tweede week worden ze vaak ziek, vanwege alle infusen die ze hebben. Elke ‘opening’ is een verhoogd risico op infectie. We kregen een mapje mee waarin alle complicaties werden benoemd en toegelicht. We besloten dit mapje pas te lezen als Boris daadwerkelijk een complicatie zou krijgen.

Omdat Boris het zo goed deed, mochten we buidelen. Het moment dat hij op mijn borst werd gelegd, was heel bijzonder en tegelijkertijd ook bizar. Ik had mijn baby op m’n borst, terwijl ik pas 25 weken zwanger was en hij 24 uur geleden nog in mijn buik zat. Heel eerlijk, liefde op het eerste gezicht was het niet. Het oer-moedergevoel ontbrak. Uit alle macht probeerde ik dit op te ‘wekken’, maar het was er gewoon nog niet (spoiler-alert: het is dubbel en dwars goed gekomen hoor!). We zaten nog niet in het stadium dat we ontzettend uitkeken naar ons kindje, dat we niet meer konden wachten van nieuwsgierigheid. Dat de babykamer klaar was, alle kleertjes gewassen in de kast hingen, mijn buik in de weg zat en de box al in de woonkamer stond. Sterker nog, ik had pas 4 pakjes in de kast hangen, maatje 56 en 62. Die buik? Die werd pas net een beetje zichtbaar. De babykamer stond in dozen in de garage. Toevallig bezorgd op de geboortedag van Boris, de vorige dag. Nou, dat moedergevoel dus, die liefde op het eerste gezicht, dat was vast ook nog ergens ingepakt. Rustig afwachtend tot de tijd rijp was om uitgepakt te worden. Waarschijnlijk liet ik dit gevoel (onbewust) ook nog niet toe. Bang dat het extra pijn en verdriet zou doen, mocht Boris deze hele strijd toch verliezen.

De eerste dagen gingen voorbij. Dagen waarin elk uur spannend en kritiek is. ’s Ochtends weet je niet of hij de middag haalt, en ’s middags weet je niet of hij de avond haalt. ’s Nachts bellen naar de nachtdienst en vragen hoe het met Boris gaat. Zodra je wakker wordt bellen, voor het slapengaan bellen… Die constante zorg, die constante dreiging dat het elk moment achteruit kan gaan, het is slopend. Achteraf weet je dat het goed is gegaan, maarja, daar heb je op het moment zelf niks aan. Achteraf kijk je een koe in z’n gat. Op het moment dat je er middenin zit, weet je niks. Geen zekerheid en geen garanties. Bij elk klein dingetje ben je bang dat het de verkeerde kant op gaat. Als zijn temperatuur één tiende lager is, ben je bang dat hij ziek wordt (prematuren krijgen een lagere temperatuur bij infectie). Iets minder alert? Idem dito.

Bij binnenkomst van de NICU keken we direct naar de monitor. Wat waren de cijfers? Heeft hij veel hartslag- of zuurstofdalingen gehad? De monitor vertelt je hoe het met je kind gaat, de monitor is je houvast.

We logeerden in het Ronald McDonald-huis en wat was dat fijn. Zo dicht mogelijk bij je kind zijn en elk moment van de dag naar hem toe kunnen, terwijl je ook je plekje samen hebt. Mijn zusje en zwager kwamen langs en ze hadden zo’n geboorteballon meegenomen. Ik ben nog nooit zo blij geweest met een cadeau. Zulke ballonnen hoorden bij geboortes en het stond voor mij symbool dat Boris er nu echt was. Hij deed ertoe, hij was een echt mensje, hij hoorde bij ons en we waren blij dat hij er was.

De dagen vorderden en Boris bleef het heel goed doen. Voorheen werd de situatie per uur bekeken, nu werd er in dagen gepraat. Zijn voeding werd elke dag opgehoogd (hij startte met 12 x 1,5cc(!) ) en de infusen werden afgebouwd. Af en toe had hij wat extra zuurstof nodig, maar dat was niet erg. Tegen de verwachting in, hoefde hij niet beademd te worden, hij deed het (met een klein beetje hulp) op eigen kracht. De infecties en alle andere complicaties waar we op voorbereidt en bang voor waren, kwamen niet. Ondertussen mochten en konden we ook steeds meer zelf doen. Zijn luiertje verschonen, voeding via de sonde geven of hem zelf uit de couveuse pakken om te buidelen, inclusief alle slangen en lijnen. Zijn luiertje verschonen duurde de eerste weken 10-15 minuten (niet overdreven). Het was zo inspannend voor Boris, dat hij hartslagdalingen en/of zuurstofdalingen kreeg. Daarom moesten we regelmatig een pauze inlassen. Als hij (of beter gezegd, de monitor) aangaf dat het weer beter ging, konden we verder. Na 4 weken werd hij overgeplaatst naar de High Care. Twee weken later kregen we het bericht dat hij een stapje dichter naar huis toe mocht, naar het Amphia Ziekenhuis in Breda. Dit was een figuurlijk stapje dichterbij, want het Amphia was voor ons even ver rijden als het Sophia. Dat was wel heel moeilijk, want het betekende dat we hem nu letterlijk achter moesten laten. Bijna 60 kilometer afstand en een uur rijden tussen ons in. We stonden hier maar niet te veel bij stil, we konden er niets aan veranderen. We konden alleen maar hopen dat hij zo snel mogelijk mee naar huis zou mogen.

Stapje voor stapje ging het steeds beter met Boris. De mijlpalen bij prematuur baby’s zijn zo anders dan bij op tijd geboren baby’s. Alles gaat met kleine stapjes. Het gewicht van 1 of 2 kilo bereikt, van een couveuse naar een warmtebedje of van een warmtebedje naar een gewoon wiegje, geen zuurstof meer. Het moment dat Boris zonder medicatie kon, een aantal dagen geen hartslag- en zuurstofdalingen liet zien en toen van de monitor af mocht. Het eerste badje, het leren drinken… Allemaal mijpalen waar je normaal gesproken niet over nadenkt, en dat is eigenlijk maar goed ook.

Uiteindelijk heeft Boris ruim 11 weken, precies 80 dagen in het ziekenhuis gelegen.  Bij 36+6 mochten we Boris mee naar huis nemen. Wat waren we gelukkig en dolblij. Hier hadden we zo lang naar uitgekeken! De maxi-cosi, die al weken leeg in zijn kamertje stond, mochten we eindelijk mee naar het ziekenhuis nemen. Er kwam een eind aan de dagelijkse ritten naar het ziekenhuis, aan de telefoontjes naar de verpleging. We hoefden niet meer te bellen om te vragen hoe het met Boris ging. Nu konden we in de box kijken of naar boven lopen om te kijken hoe het met hem ging. Mijn lach was die dag niet meer van mijn gezicht af te slaan. Eindelijk met z’n drietjes thuis. Eindelijk!

Het is een hele heftige tijd geweest. Een tijd waarin je leeft tussen hoop en vrees. Gelukkig kunnen wij zeggen dat het allemaal goed is afgelopen. Boris is ons wonderkindje en heeft, voor zover we nu kunnen zeggen, niets overgehouden aan zijn extreme vroeggeboorte. Van de artsen begrijpen we dat dit echt heel bijzonder en uniek is. Zelf beseffen we dit ook heel goed. We hebben zoveel narigheid en verdriet gezien en gehoord op de afdeling. Baby’s die gereanimeerd werden, aan de beademing moesten of er juist vanaf werden gehaald, het eerste schorre huiltje die zo’n baby dan liet horen. Artsen en verpleegkundigen die alles doen om het leven van een ieniemienie baby te redden en daar helaas niet altijd in slagen. Gelukkig is dat leed ons bespaard gebleven. Het mapje van de complicaties is dicht gebleven, onaangeroerd. Boris, ons wonder!

PS deze naam zat al een aantal jaar in ons hoofd. We zeiden tegen elkaar ‘als we ooit kinderen krijgen en het is een jongetje, dan noemen we hem Boris’. We wisten toen nog niet dat ‘Boris’ ‘glorieuze strijd, strijder’ betekent. Hoe toepasselijk!

PPS omdat Boris het vanaf het begin zo goed heeft gedaan, bleef bij ons de vraag in ons hoofd zitten of het, achteraf gezien, echt nodig is geweest om hem te halen. Zijn bloedkweken waren negatief, dus hij had geen infectie. Een aantal weken later hebben we dit tijdens de nacontrole bij de gynaecoloog gevraagd. Hij heeft onze twijfel weg kunnen nemen. De navelstreng was onderzocht en hier waren al tekenen van infectie te zien. Als Boris 10 uur later was gehaald, was hij ziek ter wereld gekomen en had het er allemaal heel anders uitgezien. Wat ben ik ongelooflijk blij en dankbaar dat iets in mij zei dat ik een extra CTG aan moest vragen.

Gyan is 27 weken en heeft een schimmel op een vreselijke plek

Wonderen bestaan! Ik wil jullie graag meenemen in ons verhaal. Ik ben Gaby en moeder van vijf prachtige kinderen, Gyan, Ruby, Djulian, Djazz en Mexx. Van drie kindjes ben ik moeder, maar zij zullen mij nooit mama noemen…. Ik zal jullie de aankomende tijd maandelijks een stuk van ons verhaal vertellen. Lets begin by the beginning. 

 

 

 

Onze liefde wilden we graag bezegelen met een kindje van ons samen. Ik werd zwanger en dit ging helaas na twee maanden mis. Lucky me, want vrij snel raakte ik weer zwanger. De eerste drie maanden vond ik door de miskraam doodeng, maar toen die drie maanden voorbij waren konden we ons geluk niet op. Bij 16 weken wisten we dat we een zoon zouden krijgen, wat waren we gelukkig.
De weken vlogen voorbij, ik groeide en groeide en wat vond het heerlijk om zwanger te mogen zijn. Het gezellige getrappel in mijn buik en me de hele dag speciaal en trots voelen. En man, man, die voorbereiding op alles, die ‘koopziekte’, HEERLIJK! De stoerste kleertjes, de mooiste wagen, de babykamer, alles was klaar voor onze kleine man. 

Direct vanaf de neonatalogie: een stuk uit het dagboek van een prematuur

Welkom lieve jongen,

Begin van deze maand ben jij geboren na een zwangerschapsduur van 30 weken. Normaal duurt een zwangerschap ongeveer 40 weken, dat  betekent dat jij 10 weken te vroeg bent geboren. Bij jouw geboorte woog jij 1500 gram. De eerste weken na de geboorte verbleef jij op de NICU (Neonatologie intensive care unit). Daar heb jij laten zien dat jij echt een dapper mannetje bent en veel kan bewegen. Jouw mama herkent dit vanuit haar buik vertelde zij aan mij. Ook daar was je al een bewegelijk mannetje. “Een kleine voetballer!”, zei je papa al gelijk! Na een paar weken mocht je over naar ‘ons’ op de high care unit. Dat is in een ander ziekenhuis, dus ben je met de ambulance naar ons toe gekomen. Mama en papa kwamen achter jou aangereden en waren erbij toen je bij ons op de afdeling binnen kwam. Daar heb ik jou ontvangen en kennis gemaakt met je papa en mama.Ik zal vanuit ons verpleegkundigenteam een vast gezicht zijn voor jullie, een EVV’er (eerste verantwoordelijk verpleegkundige) noemen wij dat. Ik doe mijn best om voor jou te zorgen of in ieder geval, als ik er ben, bij jou en je papa en mama te komen kijken hoe het gaat.

Omdat je nog zo klein bent, lig je in een couveuse, een klein glazen huisje waar het binnen lekker warm is. Zo houd je meer energie over om te groeien. In de afgelopen weken ben je al echt gegroeid en zijn je longen zich druk aan het ontwikkelen. In het begin kreeg je een kapje op je neus om te helpen met ademen en heb je wat medicijnen gekregen om je longen beter open te houden. Nu heb je dat kapje ingeruild voor twee sprietjes in je neus. Zo word je nog een klein beetje geholpen met ademen, maar kan je ook al laten zien hoe goed je het zelf kan. 

De eerste weken op de NICU kreeg je nog medicijnen en voedingstoffen via een infuusje in je navel. Dat is nu niet meer nodig, omdat je melk via een slangetje in je neus krijgt. Dat infuusje hebben we dus verwijderd. Dat is voor jou wel fijn, want dan kan jij je iets makkelijker bewegen. De melk komt  in kleine beetjes, via het slangetje direct in je maag terecht. En die melk, die kolft jouw mama een aantal keer per dag speciaal voor jou af, knap he van haar!? Mama of papa komt die melk dan brengen bij ons.

Op jouw borst zitten plakkertjes waarmee we jouw ademhaling en hartslag in de gaten kunnen houden en aan je voetje zit een pleister met een lampje om jouw zuurstofgehalte te meten. Lieve jongen, groei jij maar lekker door terwijl wij jou in de gaten houden. Er gebeurd nu heel erg veel. Ik zal proberen regelmatig in jouw dagboekje bij te houden wat voor veranderingen je meemaakt. Dat is fijn voor jou en voor papa en mama om later terug te lezen. Jou papa en mama zijn super trots op jou, en ik ben dat ook! Je doet het heel erg goed.

Veel liefs van Romy

NEONATALOGIE VERPLEEGKUNDIGE ROMY (klik hier voor haar Instagram)

 

Mensen, een ‘randprematuur’ is ook prematuur met dezelfde problemen!

Inmiddels zijn we bijna 10 maanden verder sinds de geboorte van Liam, een vrolijk, gezellig en erg actief mannetje. Zeg maar gerust dat het soms een Duracell-konijntje is die denkt dat slapen voor baby’s is. Ik ben begonnen met zijn jaarboek en dat is soms best confronterend. Ik zie foto’s vanaf minuut 1 tot hoe hij er nu uitziet. Hij groeit zo ontzettend snel, maar ik realiseer me nu ook hoe heftig de eerste maanden zijn geweest en hoe ik die eigenlijk in een grote roes heb geleefd. Het was niets meer dan overleven.  

Ik heb me sinds zijn geboorte erg verdiept in de term ‘prematuur’ want hij is immers met 36 weken geboren en is daarmee officieel prematuur. Daar verschillen de meningen wel over hoor, want hij was 3130 gram dus daar was niks mis mee. Het ziekenhuis vond hem prematuur terwijl een consultatiebureau het afdeed als ‘randprematuur’. En inderdaad was zijn gewicht keurig, maar dat was op dag 1. Daarna kelderde dat gewicht naar 2800 gram en kregen we dat met moeite die week in het ziekenhuis omhoog. Het was telkens maar hopen dat die weegschaal zou meewerken. Om het nog niet te hebben over de moeite die hij met drinken had en de geelzucht waarvoor hij 4,5 dag onder de lamp heeft gelegen. Noem het hoe je het noemen wilt, Liam viel in de termijn van prematuurgeboorte.

Eenmaal thuis werd dat pas echt duidelijk want het drinken was echt problematisch. Zowel borst als fles. Zijn zuigkracht was nog helemaal niet goed ontwikkeld. De borst was eigenlijk redelijk kansloos met hier en daar een goede dag en een tepelhoedje en de fles ging altijd met horten en stoten en verslikken. Ik wilde koste wat kost hem borstvoeding geven vanwege mijn eigen allergieën dus heb ik 3 maanden fulltime gekolfd. Ik was op, letterlijk en figuurlijk leeggezogen. Gek genoeg zou ik het zo weer doen, hoewel Liam alsnog een koemelkallergie en een ei-allergie heeft dus uiteindelijk had ik daarvoor niet hoeven doen. Het geeft geen garanties.

Maar elke dag 8 keer per dag strijd voeren voor zijn voeding was hel. Ook al wist ik dat hij het niet kon omdat hij het nog niet ontwikkeld had, het was hel. Het werd ook steeds erger naarmate de zuigreflex afnam. Toen moest hij ineens zelf gaan doen wat hij eigenlijk al niet zo goed kon. Succes ermee jongen! En zijn moeder erbij. Ik heb me knap eenzaam gevoeld want mijn man moest gewoon weer werken. Zat ik daar met 38 graden halfbloot in de woonkamer huilend met een baby die niet wilde aanhappen of normaal kon drinken als ik dan toch de fles gaf. Ik was radeloos en voelde me vooral niet serieus genomen. En toch staan prematuurkindjes erom bekend dat ze moeite hebben met drinken. Nog steeds kan Liam enorm etteren met de fles. Er zijn weinig flessen die er binnen 10 minuten zonder morren in gaan en leeg raken. Van alle restjes fles die ik heb weg moeten gooien had ik bij wijze van spreken half Afrika kunnen voeden.

De drinkmomenten zijn nog stressvol, want hij treuzelt gewoon en dat mag. Hij vindt het allemaal heerlijk maar neemt de tijd. Dat is nu eenmaal hoe hij is maar elke treuzel is voor mij een enorme trigger. Ik kan echt onredelijk worden en zeggen dat hij eens normaal moet drinken zoals alle baby’s normaal drinken en eten. En geloof me, ik voel me op zo’n moment al slecht genoeg ook al wéét ik maar al te goed dat hij niet anders kan. Maar ik zit al bijna 10 maanden met een moeilijke drinker. De logopedist heeft al gewaarschuwd dat we waarschijnlijk elke hete zomer met zijn tuitbeker achter hem aan rennen, willend dat hij gaat drinken. Dat hij gisteren zijn rietjesbeker met trotse teugen leegdronk was een mijlpaal. Ik roep namelijk al maanden dat ik die fles helemaal zat ben en dat ik dat ding het raam uit flikker of in de kachel gooi als hij niet meer nodig is.

Gaat het nu vooral over het drinken, maar hebben we het nog niet eens gehad over de darmpjes en de onrust die een prematuurtje bij zich draagt. Liam was eigenlijk in orde als het om zijn longen of gewicht ging, maar prematuur betekent niet voor niets “voor de rijpheid”. Liams darmen bijvoorbeeld waren nog helemaal niet klaar voor het voedsel op deze wereld. We hebben meteen probiotica gegeven en dat is de beste keus geweest die we konden maken. Zonder probiotica waren de darmkrampen echt niet te doen geweest, vermoed ik. Uren, dagen, weken hadden we een ontevreden mannetje met buikpijn en daar kwam met 4 maanden nog een koemelkallergie overheen na de overstap op gewone voeding in plaats van borstvoeding. De buikkramp heeft natuurlijk een bepaalde onrust veroorzaakt, maar ook hebben prematuurkindjes van zichzelf onrust. Ze zijn druk, moeilijk rustig te krijgen of te troosten. Om het over slapen nog maar niet te hebben. Soms gewoon maar 30 minuten per dag. Veel te snel geprikkeld door alles om hen heen. Wij mochten de eerste 2 weken niet met hem wandelen of visite ontvangen. Teveel drukte zou hem geen goed doen en dat was ook zo. Maar ook hem zeer zeker niet van arm tot arm geven aan familie of vrienden. Als ik het fotoboek terugkijk zie ik een foto van mijn broer, mijn vader en moeder en mijn schoonzusje met hem op de arm maar meer niet, veel later pas.

Ik heb niet de eerste uren en dagen intensief met hem kunnen buidelen of een band kunnen opbouwen. Hij lag na 2 dagen op neonatologie met een zonnebril in een pamper onder een blauwe lamp. We konden kiezen; knuffelen en geen extra blauw licht of niet knuffelen en wel extra blauw licht. Zeg jij het maar. Na 6 dagen thuis, eindelijk. Zit je dan met je versierde huis en de kaarten die binnen stromen, maar geen bezoek. Ook in het ziekenhuis niet.

De prikkels gaan nu wel goed trouwens, sterker nog: hoe meer, hoe beter! Liam is een stuiterbal soms en ik heb meerdere keren gehoord dat prematuurkindje tot hun 5e levensjaar door blijven stuiteren en alles willen zien en meemaken. Daar heb ik me alvast op ingesteld. Ik betrek hem overal bij, laat hem alles ontdekken, voelen, aanraken, ruiken en hij vindt het machtig mooi. Hij loopt in zijn ontwikkeling nog steeds achter, dat merk je. Hij draait pas sinds 8 maand op zijn buik maar nog niet terug. Ik weet ook dat dat voor ieder kindje anders is, maar we krijgen het ook bevestigd. Misschien net dat ene maandje dat hij te vroeg was. Wie zal het zeggen.

Zelf ben ik deels op orde en deels niet. De drinkmomenten zijn nog heftig en ik ontloop ze liever. Wat ik al zei; ik flikker die fles uit het raam en geef een feestje als het niet meer nodig is en hij het helemaal zelf kan. Ik kan me ook nog schuldig voelen over zijn vroeggeboorte. Wat heb ik niet goed gedaan? Wat maakte dat hij al kwam? Waarom heb ik hem niet nog binnen kunnen houden? Hoewel ik ook al maanden riep dat ik het gevoel had dat hij veels te vroeg zou komen. En zo geschiedde. Ik had ook graag 5 weken verlof gewild. Luierend op mijn tuinbank met mijn ronde buik, genieten van de rust. In werkelijkheid de stilte voor de storm. Om het over de kraamtijd nog maar niet te hebben.

Prematuurgeboorte heeft invloed op het kindje, hoe dan ook. En natuurlijk zit er verschil tussen een baby die met 28 weken komt of zoals Liam met 36 weken en een gezond geboortegewicht. Maar dat wil niet zeggen dat het dan geen prematuur meer is. Als me werd gevraagd hoe vroeg hij te vroeg was en ik benoemde de 36 weken, dan werd dat weggewuifd. Termen als ‘ach, dat valt toch wel mee, zo vroeg is dat niet’ kan ik niet meer horen. De discussie tussen het ziekenhuis en de consultatiebureau was verdrietig om tussen te zitten. Hij valt onder de prematuren-norm en dat is aan veel dingen te merken. Bij hem én bij mij. Mijn energie is in de eerste maanden al ver opgebrand. Ik heb na mijn slaap energie voor slechts 1 dag of minder. Het is aanpoten en hard werken als je een zorgenkindje hebt, ondanks dat het nu goed gaat, maar mijn zorgenmotortjes draait nog wel even op volle toeren.

 

 

 

FLOOR (klik hier voor haar Instagram)  

Ik ben moeder van een prematuur

‘Je moet nu je man bellen en zeggen dat hij de eerste vlucht terug naar Nederland pakt, hou er maar rekening mee dat je binnen nu en twee dagen kan gaan bevallen’. Dit waren de woorden van de verpleegkundige aan mijn bed in het ziekenhuis. Toen drong het pas tot me door, ik was 31 weken zwanger en vanwege bloedverlies opgenomen. Ik zag er de ernst nog niet van in, het komt vast wel goed, ik word zo weer naar huis gestuurd. Maar na een achtbaan van vijf dagen was ze daar toch, de kleine Isa. Geboren met 31+5 weken.